Eerste blad    Vorig blad

Blad 15 van 31 bladen

Volgend blad    Laatste blad

 
37003456    Dietrich II von KLEVE, geboren ca 1040, overleden ca 1119.

 

 

 

Diederik deed mee aan de Eerste Kruistocht (1097 - 1099) en de verovering van Jeruzalem.
Aanvankelijk koos hij de zijde van keizer Hendrik V in zijn strijd tegen de paus, maar na het verlies tegen de aartsbisschoppen in 1115 verwisselde hij in 1117 van partij. Door zijn steun aan Hendrik V verspeelde hij de voogdij over de abdij van Brauweiler. Na van partij te zijn veranderd werd hij voogd over het sticht Zyfflich.

Zn. van Dietrich I von KLEVE (zie 74006912).
Getrouwd met
37003457    Maria van HENNEBERG.
Waaruit geboren:

1.	Arnold I von KLEVE und TOMBURG (zie 18501728).

37003468    Herzog Welf IV von BEIERN[1], geboren ca 1035, overleden op zaterdag 9 november 1101 te Cypres.

Hertog van Saksen en Beieren, stamvader der Welfen in Duitsland

 

zn. van Azzo Albert II von ESTE (zie 74006936) en Kunegonda (Cuniza) der WELFEN (zie 74006937).
Getrouwd  (1) ca 1065 met Judith de NORMANDIE, geboren ca 1028, Postuum geboren, overleden op zondag 5 maart 1094, dr. van Duc Richard III de NORMANDIE en Adelaïde (Aelis) CAPET (zie 74006885),

 

Getrouwd (2) ca 1070, gescheiden ca 1070 van Ethelinde von NORTHEIM, geboren ca 1060, dr. van Otto I von NORTHEIM (zie 74006956) en Richenza (WERL-NORTHEIM) (Richeza, Richza) (zie 74006957). {Zij is later getrouwd ca 1090 met Graf Herman von CALVELAGE[2], graaf van Calvelage (1115-), geboren ca 1050, vermeld 1105-1144

Waaruit geboren:

3.	Hendrik IX (de Zwarte). Getrouwd met Wulfhilde von SACHSEN, dr. van Magnus von SACHSEN NOORWEGEN en Wulfhilde van NOORWEGEN.

 

Getrouwd (3) ca. 1071 met

37003469    Judith van VLAANDEREN[3], geboren ca 1033, overleden op zondag 5 maart 1094, dr. van Boudewijn IV van VLAANDEREN (Pulchrae Barbae (met de schone baard)) (zie 74006938) en Judith (Eleonora) de NORMANDIE (zie 74006939).
Waaruit geboren:

1.

Welf V der WELFEN, geboren ca 1073, overleden op vrijdag 24 september 1120. Hertog van Beieren. Getrouwd ca. 1089 met Mathilde van TUSCIë, geboren ca 1045, overleden op zaterdag 24 juli 1115 te Bondono de Roncovi, dr. van Bonifatius van TUSCIë en Beatrix di TOSCANE. {Zij was eerder getrouwd op donderdag 1 april 1070 met Godfried von LOTHARINGEN, geboren ca 1040, overleden op vrijdag 26 februari 1076.}

2.

Herzog Heinrich IX WELF (de Zwarte) (zie 18501734).

 

Getrouwd (2) met Tostig of NORTHUMBERLAND, geboren ca 1030.
 
37003470    Magnus Billung von SACHSEN, geboren ca 1045, overleden op donderdag 23 augustus 1106

 

Hij was de zoon van Ordulf, hertog van Saksen, en prinses Wulfhilde van Noorwegen.

 

In 1070 steunde Magnus Otto van Northeim, hertog van Beieren, in zijn rebellie tegen keizer Hendrik IV van het Heilig Roomse Rijk. Hendrik beschuldigde Otto ervan dat hij van plan was om hem te vermoorden en er werd beslist om een ontmoeting te organiseren om het conflict uit te praten. Otto wilde de garantie om beschermd te worden op weg naar de plaats van ontmoeting, maar nadat dit geweigerd werd besloot Otto om niet te komen en trok zich terug in Beieren. Uit wraak liet keizer Hendrik de Saksische bezittingen van Otto plunderen.

In 1071 sloeg keizer Hendrik de rebellie neer en Magnus werd gevangengenomen en opgesloten in het kasteel van Harzburg. Nadat het leger uit het hertogdom Zwaben zich uiteindelijk overgaf, werd hij terug vrijgelaten. In 1072 volgde hij zijn overleden vader op als hertog van Saksen.

In 1073 vernielde het Saksische leger het kasteel van Harzburg. Keizer Hendrik IV was hier zeer boos om en begon opnieuw een conflict met het hertogdom Saksen. Bij de Slag bij Langensalza werd Magnus opnieuw gevangengenomen. Na vrijgelaten te zijn koos hij de kant van Rudolf van Rheinfelden, in 1077 verkozen tot tegenkoning van Duitsland, en in 1078 was hij aanwezig bij de Slag bij Mellrichstadt, waarbij hij kon voorkomen dat Rudolf sneuvelde. Saksen steunde Rudolf echter nooit volledig en in 1080 verzoende hij zich met keizer Hendrik IV.

In zijn latere regeerperiode had Magnus vaak conflicten met bisschop van Bremen en voerde vaak plunderingen uit in het bisdom. In 1106 overleed hij zonder mannelijke nakomelingen na te laten, hetzelfde jaar dat keizer Hendrik IV stierf. Het hertogdom van Saksen ging daarna naar Lotharius van Supplinburg.

 

zn. van Herzog Ordulf Otto BILLUNG von SACHSEN (zie 74006940) en Ulfhild / Wulfhilde van NOORWEGEN (zie 74006941).
Getrouwd ca. 1071 met
37003471 =    37003411 Sophie van HONGARIJE.

Waaruit geboren:

1. Wulfhilde (ca. 1072 - 1126), trouwde met Hendrik de Zwarte, hertog van Beieren.
2. Eilika (ca. 1081 - 1144), trouwde met Otto van Ballenstedt, die in 1112 korte tijd hertog van Saksen was.

 
37003472    Graaf Dirk V van HOLLAND[4], comes Fresonum (1061-1091), geboren ca 1054 te Vlaardingen, overleden op dinsdag 17 juni 1091 te Egmond, begraven te Egmond abdijkerk.

 

 

 

graaf van Holland onder voogdij van zijn stiefvader Robrecht de Fries 1061-1071, zag zijn landen bij Rijnland en Westflinge vervallen verklaard aan Utrecht bij oorkonde van keizer Hendrik IV op 30 april 1064, werd verdreven uit Kennemerland 1071 doch werd opnieuw aangesteld tot graaf na de moord op hertog Godfried II 'met de Bult' in 1076, onttrok de Zuid-Hollandse eilanden aan de macht van de Utrechtse bisschop en nam in juni 1076 de sterkte IJsselmonde in, hij steunde in de Constituurstrijd de pauselijke partij (1078)

 

zn. van Graaf Floris I van HOLLAND (zie 74006944) en Gertrude von SACHSEN BILLUNG (zie 37003443).
Getrouwd met
37003473    Othelhildis von SACHSEN BILLUNG, gravin van Holland, geboren ca 1054 te Vlaardingen, overleden op zondag 18 november 1123 te Egmond, begraven te Egmond abdijkerk, dr. van Herzog Ordulf Otto BILLUNG von SACHSEN (zie 74006940) en Ulfhild / Wulfhilde van NOORWEGEN (zie 74006941).
Waaruit geboren:

1.	Nn van WEST FRIESLAND, geboren ca 1087 te Vlaardingen.
2.	Graaf Floris II (de Vette) (zie 18501736).

37003474 =    18501720 Dietrich II von LOTHARINGEN.
37003475    Hedwig von FORMBACH, geboren ca 1050 te Formbach, overleden ca 1090-93. Net als haar moeder werd Hedwig door haar eerste echtgenoot geschaakt. Dr. van Graf Friedrich von FORMBACH (zie 74006950) en Gertrud von HALDENSLEBEN (zie 74006951).
Getrouwd (1) ca. 1075 met Gerhard von SUPPLINBURG, geboren ca 1050, overleden op dinsdag 9 juni 1075. Graaf in de Harzgau, zn. van Bernhard von WALBECK en Ida van QUERFURT.

Getrouwd (2) 1077 met Dietrich II von LOTHARINGEN (zie 18501720).
Waaruit geboren:

1.	Lotharius, geboren ca 1072, overleden op zaterdag 4 december 1137, Hertog van Supplinburg, hertog van Saksen, Rooms Duits Koning en Keizer, getrouwd ca. 1100 met Richenza von NORTHEIM, geboren ca 1087, overleden op dinsdag 10 juni 1141, dr. van Heinrich von NORTHEIM (de Vette) (zie 37003478) en Gertrud von BRUNSWIJK BILLUNG (zie 37003479).
2.	Ida, geboren ca 1075, overleden ca 1120.

 
37003476    Herman van LUXEMBURG-SALM, geboren ca 1045, overleden op donderdag 28 september 1088.

 

Duits tegenkoning. Het graafschap Salm ligt rond de gelijknamige rivier in het noorden van de Ardennen, bij de huidige plaats Vielsalm. Zn. van Giselbert van LUXEMBURG (zie 74006952) en nn van SALM? (zie 74006953).

Getrouwd ca. 1065 met
37003477    Sophia (von FORMBACH)[5], geboren ca 1040, overleden ca 1080.
Waaruit geboren:

1.

Hermann II graaf van SALM, geboren ca 1075, overleden op zondag 20 november 1138. Graaf van Salm 1111, voogd van Senones, vermeld 1095/1135. Vermeld 1104 met zijn broer Otto van Rheineck: "Herimannus Salmucensis comes et frater eius Otto". Hij verkreeg de voogdij over het belangrijke klooster Senones in de Vogezen, wat hij als basis voor zijn machtsuitbreiding gebruikte. Trad met zijn broer Otto tijdens de regering van keizer Lotharius III op de voorgrond.

2.

Otto van SALM RHEINECK (zie 18501738).

37003478    Heinrich von NORTHEIM (de Vette), markgraaf Brunswijk, Graaf van Ruhrgau, graaf in Midden-Frisia, geboren ca 1052, overleden op woensdag 10 april 1101, begraven te Bursfelde (abdij).

Vermeld als markgraaf van Brunswijk, graaf van Northeim, graaf van Ruhrgau en markgraaf in Midden Frisia

Vermoord[6]
Hendrik was zwager van Egbert II van Meißen. Egbert verloor al zijn titels omdat hij volhardde in de opstand tegen keizer Hendrik. Het markgraafschap van Friesland werd door de keizer aan bisschop Koenraad van Zwaben (bisschop) van Utrecht toegewezen. Toen die in 1099 werd vermoord claimde Hendrik de functie, op grond van de aanspraken van zijn vrouw. Dit werd door de keizer gehonoreerd en Hendrik werd benoemd tot markgraaf van Friesland. Toen Hendrik naar Friesland trok, werd hij daar feestelijk ontvangen in Staveren door een gezelschap van Utrechtse ministerialen en voorname inwoners van Friesland en Staveren. Tijdens de ontvangst probeerden ze Hendrik te vermoorden. De aanslag mislukte en Hendrik en zijn vrouw vluchtten per schip naar Deventer maar ze werden door de Friezen ingehaald. Hendrik werd neergestoken en vervolgens door de Friezen overboord geworpen, zodat hij verdronk in de Nagel, de benaming van een rivier bij Nagele, de havenplaats van het territorium Urk, terwijl zijn vrouw ternauwernood ontkwam. Hierover bestaan meerdere lezingen.

 

Zn. van Otto I von NORTHEIM (zie 74006956) en Richenza (WERL-NORTHEIM) (Richeza, Richza) (zie 74006957).
Getrouwd  ca 1085 met
37003479    Gertrud von BRUNSWIJK BILLUNG, geboren ca 1058 te Schweinfurt, overleden op zondag 9 december 1117, begraven te Braunsweich (dom).

 

vermeld als Gravin van Brunswijk en regentes van Meissen.ij

 

Gertrud was erfgename van haar eerste man en bracht zo het graafschap Katlenburg in. Zij was ook erfgename van haar kinderloze broer Ekbert en bracht dan ook het graafschap Meissen en het markgraafschap van Midden-Friesland in. Gertrud wordt in middeleeuwse bronnen genoemd als een van de machtigste personen van Saksen van haar tijd en één van de drijvende krachten achter de opstanden tegen de keizers Hendrik IV en Hendrik V (waarna uiteindelijk haar schoonzoon Lothar keizer zou worden).

Gertrud stichtte in 1115 het Benedictijner klooster van Maria en St. Egidius (patroon van de zogende vrouwen) in Braunschweig. Vermoedelijk als dank voor de voorspoedige bevalling en kindertijd van haar jongste zoon, die zoals hierboven beschreven politiek zeer beladen was. Het klooster is opgezet vanuit Bursfelde. Door een droom geinspireerd liet Gertrud het gebeente van St. Auctor, van Trier overbrengen naar het nieuwe klooster in Braunschweig. Sindsdien geldt St. Auctor als beschermheilige van de stad en heeft hij Braunschweig tegen belegeringen en interne strijd beschermd. Het Romaanse gebouw is in de 13e eeuw afgebrand en in Gothische stijl weer opgebouwd. Sinds de reformatie heeft het wisselende kerkelijke en wereldse toepassingen gehad. Tegenwoordig is het een Rooms-Katholieke kerk, gewijd aan St. Egidius.

 

Dr. van Egbert I von BRUNSWIJK BILLUNG (zie 74006958) en Irmgard di TORINO en SUSA (zie 74006959).
Waaruit geboren:

2.	Otto III, geboren ca 1084.
3.	Richenza, geboren ca 1087, overleden op dinsdag 10 juni 1141. Getrouwd ca. 1100 met Lotharius von SUPPLINBURG, geboren ca 1072, overleden op zaterdag 4 december 1137. Hertog van Supplinburg, hertog van Saksen, Rooms Duits Koning en Keizer, zn. van Gerhard von SUPPLINBURG en Hedwig von FORMBACH (zie 37003475).
4.	Grafin Gertrude von BRAUNSCHWEIG (zie 18501739).

 

Getrouwd  (1) ca 1080 met Dietrich van KATLENBURG, geboren ca 1040, overleden ca 1085. Graaf van Katlenburg, zn. van Graf Dietrich I (Dirk) von KATLENBURG en Bertrade van HOLLAND.
Waaruit geboren:

1.	Dietrich, geboren ca. 1082, overleden ca. 1106. Getrouwd ca. 1100 met Adèle von NORTHEIM, geboren ca 1092, overleden ca 1140, dr. van Kuno von NORTHEIM BEICHLINGEN en Kunegonde von WEIMAR.

 

Getrouwd  (3) ca 1094 met Hendrik van WETTIN, geboren ca 1050, overleden 1103.

 

Gertrud hertrouwt met Hendrik van Wettin, graaf van Meissen-Eilenburg. Als Hendrik in 1103 overlijdt, ontstaan er bizarre verwikkelingen: Hendrik en Gertrud hebben geen kinderen, en dat zou betekenen dat graaf Konrad de erfgenaam van Hendrik van Wettin zou worden. Maar tijdens de begrafenis blijkt Gertrud zwanger te zijn. De partij van graaf Konrad verspreidt nu het gerucht dat Gertrud een kussen onder haar kleding heeft verstopt, om Konrad zijn rechtmatige erfenis te ontzeggen. Gertrud ontkracht deze bewering door alle vazallen van haar overleden echtgenoot in vergadering bijeen te roepen. Tijdens deze vergadering gaat ze op een podium staan en laat ze haar gewaden tot op haar heupen zakken, zo overtuigt ze de aanwezigen dat ze daadwerkelijk zwanger is. Vervolgens doet het gerucht de ronde dat Gertrud door overspel zwanger is geworden en dat ze haar man heeft vermoord toen die dat heeft ontdekt. Deze beschuldiging heeft weinig effect en Gertrud bevalt na verloop van tijd van een gezonde zoon. De partij van Konrad beweert nu dat Gertrud een dochter heeft gekregen en dat ze die heeft verwisseld met een zn. van een arme boer, maar dit kan niet worden bewezen.

 

Waaruit geboren:

5.

Markgraf von Meissen Heinrich II von WETTIN, geboren ca 1095, overleden ca 1123.   Als Hendrik eenmaal volwassen is geworden, worden nog steeds insinuaties gemaakt over de verwisseling bij de geboorte. Een van de vazallen van Konrad zweert zelfs op zijn leven dat de verwisseling heeft plaatsgevonden. Hendrik roept zijn vazallen op om deze belediging te wreken. Twee van hen vinden de vazal van Konrad inderdaad, en die wil vluchten - maar zijn paard staat als aan de grond genageld. De vazallen van Hendrik staken hem toen de ogen uit, sneden zijn neus, oren en lippen af en rukten zijn tong uit. Algemeen werd dit als bewijs aanvaard dat de eed vals was, en Hendrik dus wel echt de zoon van Gertrud was. Als graaf Konrad later nog opmerkingen over de verwisseling maakt, neemt Hendrik hem gevangen en sluit hem op in een kerker van zijn kasteel. Daar wordt Konrad onder erbarmelijke omstandigheden gevangen gehouden, totdat Hendrik overlijdt. Getrouwd ca. 1120 met Adelheid von STADE, geboren ca 1095, overleden ca. 1140, dr. van Lothar Udo III von STADE en Irmgard van PLOTZKAU.

37003480 =    37003454 King Malcolm III (Canmore) of SCOTLAND.
37003481 =    37003455 Margareth of WESSEX (the Saint).      
 
37003482    Waltheof of NORTHUMBERLAND, geboren ca 1050, overleden op dinsdag 31 mei 1076, onthoofd. Earl of Northumberland, Huntingdon and Northampton.
Getrouwd ca. 1070 met
37003483    Judith de LENS, geboren ca 1054, overleden ca 1086, nicht van Willem de Veroveraar, dr. van Lambert de BOULOGNE (zie 74006966) en Adelheid de NORMANDIE (zie 74006967).
Waaruit geboren:

1.	Mathilde (Maud) of HUNTINGDON (zie 18501741).

37003486    Comte Hugue I de VERMANDOIS[7] (le Grand), geboren ca 1053

 

In het voorjaar van 1096 bereikte het nieuws over een kruistocht naar het Heilige land, het hof van de Franse koning. Filips en Hugo discussieerden over een mogelijke deelname, echter Filips was geëxcommuniceerd door de paus. Hugo zou overstag zijn gegaan na een maansverduistering op 11 februari, waarna hij besloot deel te nemen.

In de zomer vertrok Hugo's leger vanuit Frankrijk naar Italië, waarvandaan ze de Adriatische zee zouden oversteken, om zo naar het Byzantijnse Rijk te reizen, terwijl de meeste andere kruisvaarders over land naar Constantinopel reisden. Onderweg sloten zich soldaten aan die onder leiding stonden van de kruisvaarder Emich. Deze was verslagen bij het Hongaarse rijk. Hugo stak de Adriatische zee over ter hoogte van Bari. Onderweg werden veel schepen van Hugo gekelderd, doordat de schepen vlak bij de haven van Dyrrhachiumin in een storm terechtkwamen.

Hugo en het grootste gedeelte van zijn leger kon worden gered en werden verder geëscorteerd naar Constantinopel, waar ze arriveerden in november 1096. Vooraf had Hugo een hoogst arrogante brief gestuurd naar keizer Alexius I van Byzantium, volgens de keizers biografie, geschreven door zijn dochter Anna, waarin zou staan dat hij een onderhoud met Alexius eiste.

Verder stond er: Weet, o koning dat ik koning der koningen ben, en superieur aan allen ben die zich onder de hemelen bevinden. Je hebt nu toestemming om me te begroeten, tijdens mijn aankomst en me te ontvangen met grote bewondering, als dank voor mijn nobelheid.

 

Hugo tegenover Alexius, die zijn eed van vazalschap onder druk aflegt. Illustratie uit Willem van Tyrus (historia..).

Alexius was echter bedachtzaam, nadat hij al eerder dat jaar een groot aantal landlopers onder leiding van Pieter de kluizenaar zijn territorium had laten passeren. Alexius liet Hugo gijzelen in een abdij, net zo lang tot hij een eed van vazalschap aan hem zou afleggen. Hugo zwichtte na een tijdje en legde de eed af in het paleis van Alexius, waarna hij vrij man was en zich kon aansluiten bij de kruisvaarders in Nicea. Daar vond het Beleg van Nicea plaats vanaf juni 1097. Het beleg verliep succesvol en daarop volgde nog de Slag bij Dorylaeum. Hugo verbleef tijdens zijn reis in het contingent van Godfried van Bouillon en drukte zich niet uit als een koningsleider, maar kreeg waardering voor zijn cavalerie met hun kundige stuit aanvallen. Tijdens het Beleg van Antiochië in 1098 werd de rantsoennood erg hoog en konden de kruisvaarders de stad maar niet innemen. Hugo werd naar Constantinopel gestuurd om te onderhandelen. Alexius was niet geïnteresseerd, maar stuurde enkele maanden later alsnog versterking. Ondertussen was Hugo niet teruggekeerd naar Antiochië, maar huiswaarts gekeerd richting Frankrijk. Hij kreeg echter kritiek te verduren dat hij zijn pelgrimstocht niet had afgemaakt en Jeruzalem had laten vallen. Zelfs Paus Paschalis II had gedreigd om Hugo net als zijn broer Filips te excommuniceren. Hij ging dan ook mee met de Kruisvaart van 1101 om alsnog zijn reis te vervullen. In Anatolië was echter dit keer het collectief ver te zoeken, terwijl de Turken nu wel een bondgenootschap hadden gesloten met de omringde moslimstaten. Bij Heraclea werden Hugo en zijn metgezellen aangevallen en verslagen. Hugo hield ernstige verwondingen eraan over en overleed enkele dagen later in Tarsus, waar hij werd begraven in de Sint-Pauluskerk.

overleden op zaterdag 18 oktober 1102 te Tarsus, begraven in de Sint-Pauluskerk te Tarsus

 

 

 

zn. van Roi Henri I CAPET de FRANCE (zie 74006972) en Anna Yaruslavna van KIEV (zie 74006973).

 

 

Getrouwd ca. 1080 met
37003487    Adelaïde de VERMANDOIS, geboren ca 1065, overleden op dinsdag 28 september 1120. Met haar sterft de laatste wettige afstammeling in de direkte mannelijke lijn uit van het geslacht der Karolingen.
Erfdochter van Vermandois en Valois, dr. van Heribert IV de VERMANDOIS (zie 74006974) en Alice (Adèle) de VALOIS (zie 74006975).
Waaruit geboren:

1.

Elisabeth Isabella (zie 18501743).

2.

Comte Rudolf I (le Vaillant), geboren 1085, overleden op dinsdag 14 oktober 1152. Getrouwd  (1) ca 1126 met Eleonora de BLOIS CHAMPAGNE, geboren ca 1078, dr. van Etienne II Henri (Stephan) de BLOIS (le Sage) (zie 18501724) en Countes Adèle of ENGLAND (zie 18501725). Getrouwd (2) ca. 1142 met Aelis Petronella de POITOU, geboren ca 1124, overleden op zaterdag 24 oktober 1153, dr. van Willem VIII (X) d'AQUITANIE en Eleonore de CHATELLERAULT. Getrouwd (3) ca. 1153 met Laurette van de ELZAS, geboren 1113, overleden 1175, dr. van Diederik II (ook Dietrich / Thierry / ) van de ELZAS (zie 9250860) en Swanhilde. {Zij was eerder getrouwd op vrijdag 22 september 1139, gescheiden ca. 1163. Zij was eerder getrouwd op vrijdag 22 september 1139, gescheiden ca 1152. Zij was eerder getrouwd op vrijdag 22 september 1139 met Heer Jan van AALST, geboren ca 1090, overleden op woensdag 8 augustus 1145, zn. van Boudewijn II van AALST en Rignildis van AALST? Zij was eerder getrouwd ca 1150, gescheiden ca 1152 van Hertog Hendrik II van LIMBURG (van Arlon) (zie 9250858). Zij is later getrouwd ca. 1159, gescheiden ca. 1163 van Hendrik de NAMURS / LUXEMBURG (de Blinde), graaf van Namen, geboren ca 1113, overleden op woensdag 14 augustus 1196 te Echternach, zn. van Comte Godfried de NAMURS (zie 36700174) en Ermesinde van LUXEMBURG (zie 37003423).}

 

Getrouwd (2) ca. 1103 met Reinauld de CLERMONT BEAUVAIS, geboren ca 1082, overleden ca 1162. Graaf van Clermont en Beauvais, zn. van Hugo de CLERMONT BEAUVAIS en Margaretha van RAMERU. {Hij is later getrouwd ca. 1129 met Clementia de BAR MOUSSON, geboren ca 1110, overleden op donderdag 20 januari 1183, dr. van Comte Reinauld I de BAR-le-DUC (eenoog) en Gisela de VAUDEMONT.}

66863136    Heer Willem I van EGMOND[8], geboren ca 1180 te Egmond binnen, overleden op woensdag 17 mei 1234 te Duitsland, aan de Elbe.

 

Willem I van Egmont (ca.1180 - Elbe, 17 mei 1234) was Heer van Egmont.

Reeds in 1199 komt hij voor in een acte, die overigens niet algemeen voor echt wordt gehouden. Vervolgens als getuige van Graaf Willem 1 in 1212?. Het volgend jaar oorkondt Lubbertus 1, abt van Egmondt ,,quod ego fideli meo Wilhelmo, advocate Egmundensis ecclesiae, advocatiam et cuncta bona feodalia, quae ipse de ecclesia nostra tenet, sub hac forma contuli”, sterft Willem zonder zoons, dan mogen de dochters opvolgen, ontbreken ook deze dan zijn broeder en zoo al zijn erfgenamen[9]. In deze oorkonde vindt men dus geboekstaafd, dat de advocatie der r,ijke abdij van Egmond aan de Heeren van Egmond was toevertrouwd: deze voogdij is de grondslag van hun macht.

 

In Juli 1220/21 vinden we hem onder de ,,nobiles homines” bij het huwelijksverdrag van Graaf Willem en bij de handvesten van Dordrecht[10]. Daarna komt hij regelmatig voor tot 1231[11]. Drie jaar later, 17 Mei 1234 sneuvelt hij tegen de Stadingers.

 

Zijn echtgenoote heette Badeloch. Dat zij uit het geslacht der Amstels zou zijn gesproten, is niet te bewijzen; van Spaen maakt er dan ook in zijn Historie der Heeren van Aemstel geen gewag van. Zij overleed 27 April 1244.

Hij werd op 28 augustus 1215 tot rentmeester of voogd van de Sint-Adelbertabdij benoemd, dit deed hij tot 1221. Hij liet in 1227 een kapel bouwen bij het slot aan de hoeven. Hij was onder de aanzienlijke edelen ten tijde van de graven Willem I en Floris IV, was even als zijn vader, advocatus der abdij en werd in 1227 door de abt met verschillende goederen beleend, zodat hij blijkbaar de leenheerschappij der abten erkende, al twistte hij ook langdurig met hen over rechten, die hij aan zichzelf ontleende.

In het voorjaar van 1234 trok hij mee met Floris IV van Holland als vazal om de stedingers een halt toe te roepen, in een van de veldslagen nabij de Elbe werd Willem gedood. Zijn lichaam werd teruggebracht en begraven in de slotkapel in Egmond aan den Hoef.

Willem ontving in 1213 de advocatie van de abdij in erfelijk leen van de abt. Vermeldd in het gevolg van de graaf van Holland (1215, 1221)

 

zn. van Heer Wouter I van EGMOND (Beerwout III) (zie 133726272)[12] en Mabelia Hugensdr van IJSSELMUNDE (zie 133726273).
Getrouwd ca 1200 met
66863137    Badeloch, overleden op woensdag 27 april 1244.
Waaruit geboren:

1.	Heer Gerard van EGMOND WILLEMSZ (zie 33431568).
2.	Walter.

66863152    Willem van TEYLINGEN[13], geboren op 12 juni 1162 te Santpoort, overleden op 19 maart 1217 te Santpoort.

 

 

 

  

Ruïne kasteel Teijlingen

STAMREEKS VAN DER DUYN (VERDUYN) (ZEVENHUIZEN), B. de Keijzer
Vele familienamen kunnen we onderbrengen onder de zogenaamde topografische achternamen. Dat wil zeggen, dat de naam afgeleid is van een plaats-, veld- of waternaam meestal voorafgegaan door het voorzetsel 'van'.
Zo veronderstelden we ook, dat de familie Van der Duyn - vaak samengetrokken in de volksmond tot Verduyn - te Zevenhuizen haar naam had ontleend aan het aldaar gelegen huis 'Ter Duin', een bezit van de adellijke familie Van der Duyn.

Bij nader onderzoek bleken de naamdragers Van der Duyn, die in de 16e eeuw te Zevenhuizen voorkomen, aan te sluiten op Adryaen Petersz. van der Duyn (X), schout van Moordrecht (1449-1452) en van Zevenhuizen (1461-1478). Deze Adryaen was een bastaardzn. van Peter van der Duyn, een van de laatste bezitters van het huis 'Ter Duin' uit de hoofdtak van de adellijke familie, die in 1440 was overleden. Met deze aansluiting was het mogelijk de stamreeks van de familie verder op te voeren met de voorouders van genoemde Peter. Dit bleek geen al te eenvoudige opgave te zijn omdat over de oudste generaties van de adellijke familie noch voldoende akten voorhanden zijn, noch een moderne studie verschenen is.

De stamreeks opgenomen in het Nederland's Adelsboek 1906 (blz. 134) rammelt voor wat betreft de eerste generaties in zijn voegen. Onderstaande stamreeks mogen we dan ook tevens zien als een poging één en ander recht te zetten. Bovendien bleek het mogelijk de afstamming uit de familie Van Brederode - Van der Doortoghe te beredeneren.

De wapenbeschrijving in het Nederland's Adelsboek luidt als volgt: 'In goud een blauwgetongde en genagelde roode leeuw, en een blauwe barensteel van drie hangers, over de schouders van de leeuw heengaande. Helm met een rood gouden wrong en goudroode dekkleden. Helmteken, een blauw getongde en genagelde roode leeuw opkomend uit een gouden kuip. Schildhouders, twee omziende, rood getongde bruine leeuwen.'

Dit wapenbeeld stemt overeen met de bewaard gebleven zegels, behoudens dat de barensteel meestal van vijf hangers is en past in de wapengroep, waarvan een samenhang met de graven van Holland verondersteld mag worden. In dit opzicht zijn er verschillende goede studies verschenen, die de afkomst van de Brederode's uit Theylingen en Theylingen uit de graven van Holla  nd belichten, waarbij we voorbij gaan aan de fantasieδn van vroegere schrijvers. Doch geen van allen hebben een bevredigend antwoord kunnen geven. Toch denken wij dat het mogelijk is met de nodige voorzichtigheid een kandidaat aan te wijzen in de stamboom van de graven van Holland, die de stamvader zou kunnen zijn van het geslacht Van Theylingen.

Indien we het wapen in ogenschouw nemen, zien we dat het geslacht Van Theylingen het grafelijk wapen voert met als breuk de barensteel. Hoewel de meningen uiteenlopen, kan de barensteel beschouwd worden als teken van een (oudste) zoon waarvan de vader nog in leven is of een jongere broer als onderscheiding ten opzichte van zijn oudste broer - de standhouder
van een familiewapen. De barensteel kon uit dit wapen verdwijnen wanneer de vader overleden was of de jongere zoon de oudste zoon opvolgde in zijn hoedanigheid van stamhouder.

Bij de Van Theylingens zien we de barensteel als een blijvende breuk terugkeren in het wapen als teken dat ze een jongere tak van de graven van Holland representeren. Dit geschiedde in een periode toen de ontwikkeling van de heraldiek al in een verder gevorderd stadium verkeerde. De heren van Voorne daarentegen, waarvan bekend is dat zij al een vroege afsplitsing vormen van het grafelijk geslacht, voerden de leeuw zonder breuk (later soms de leeuw aanziend). De afsplitsing heeft dus bij de Van Voorne's in de pre-heraldische periode plaatsgevonden en ligt zeker voor het jaar 1100. De graven van Bentheim - een linie uit een jongere zn. van graaf Dirk VI (overl. 1157) voerden als tegenzegel een wapen met zes of negen bollen of koeken.
Later voerden ze uitsluitend de bollen of koeken in hun wapen. Zij hebben dit wapenbeeld wellicht ontleend aan het graafschap Bentheim. Zij losten daarmee het probleem op om zich te onderscheiden van de graven van Holland zonder de barensteel te gebruiken, die al bezet was door de Van Theylingens. Op grond van het wapen mogen we veronderstellen dat de afsplitsing van de Van Theylingens afgespeeld heeft voor graaf Dirk VI en na de afsplitsing van de Van Voorne's.

De goederen die de Van Theylingens en Brederode's in de Alblasserwaard hebben liggen concentreren zich voornamelijk in het midden van de waard, nl. langs de Alblas en de Giessen, terwijl de heren van der Leek langs de rivier de Lek zitten en de heren van Voorne langs de rivier de Merwede. De eerste fase van de ontginningen gingen uit van de rivier naar het binnenland toe totdat een bepaalde diepte was bereikt. In een tweede fase werden de middenstukken ontgonnen. Het is bekend dat kort voor 1018 Dirk III met zijn medestanders de Alblasserwaard onder zijn invloedsfeer heeft gebracht. De heren van Voorne zijn hierbij rijkelijk beloond door de landen aan weerszijden van de Merwede ter ontginning geschonken te krijgen.
Het bovenstaande bevestigt ons inziens niet alleen de eerste stellingname, nl. dat de afsplitsing van de familie Van Theylingen na die van de heren van Voorne ligt, maar eveneens dat het na de eerste ontginningsfase in de Alblasserwaard moet liggen. Wanneer de eerste ontginningsfase is afgesloten weten we niet, maar na een periode van tussen 50 en 75 jaar lijkt ons geen al te gewaagde inschatting. Met andere woorden, de gravenzoon die de goederen in het midden van de waard verkreeg, zal deze pas geschonken hebben gekregen op het moment dat de ontginningen aldaar net aan de gang waren of aangevangen konden worden, zodat hij daaruit inkomsten kon verkrijgen of in ieder geval op korte termijn. Met deze stellingname beperken we de periode, waarin mogelijkerwijze een jongere gravenzoon de grondlegger was van het geslacht Van Theylingen, tot ca. 1080 tot 1157.

Significant voor de families Van Theylingen en Brederode zijn de voornamen Willem, Gerard, Dirk, Floris en Simon. De voornaam Willem is beslist geen vernoeming naar de graven van Holland. Immers, Willem I, graaf van Holland 1203-1222, is de eerste van die naam en is vernoemd naar zijn oom van moederszijde Willem 'de Leeuw', koning van Schotland 1165-1214 (overl. 1214). In 1174 is er al sprake van een Willem van Theylingen. Het lijkt ons dan ook gerechtvaardigd op grond van het systeem van vernoemen deze Willem als vader van de broers Willem van Theylingen (1198-1244) en Dirk van Theylingen, drossaard, (1205-1231) te beschouwen. Naast deze broers (Willem en Dirk) was er nog een broer, Gerard van Theylingen (1224 en 1227), die kennelijk vernoemd is naar de Gerard van Theylingen, vermeld 1143. We kunnen niet aan de indruk ontkomen dat Willem van Theylingen (1174) getrouwd is geweest met een dr. van Gerard van Theylingen (1143).
NS het overlijden van Hugo van Theylingen (in deze constructie een zn. van Gerard), vermeld 1162, zou Willem door zijn huwelijk met de erfdochter de goederen van de oudere familie Van Theylingen hebben verkregen en zich naar dit goederenbezit zijn gaan noemen.

Dirk en Floris zijn voornamen die we direct thuis kunnen brengen als die van de grafelijke familie. Simon eveneens, maar pas als zn. van Floris II (overl. 1121). Deze Simon, kanunnik, is vernoemd naar zijn oom van moederszijde Simon, hertog van Lotharingen (overl. 1138). Dit impliceert ons inziens, dat de afsplitsing van de Van Theylinghens ligt na Floris II en v÷÷r Dirk VI (vader en zoon!).
Er blijft dan maar één kandidaat over, nl. Floris de Zwarte, vermeld 1129 en 1131 en door de gebroeders Van Kuik in 1132 vermoord, zn. van Floris II. Voor zo ver ons bekend, wordt er over een huwelijk en nazaten van Floris de Zwarte niet gesproken, maar ook niet expliciet dat hij ze niet zou hebben.
Wel is bekend dat hij, ambitieus als hij was, zijn oog had laten vallen op een bijna negenjarig meisje Heilwiva van Roden, een nichtje van de gebroeders Godfried en Herman van Kuik; hetgeen hem noodlottig is geworden. Of dit nu echt de aanleiding is geweest voor de moord, is de vraag. Floris was al eerder met de Westfriezen in opstand gekomen tegen zijn broer Dirk VI, dat bijgelegd werd door tussenspreken van de halfbroer van hun moeder Lotharius, keizer van Duitsland. De rol, die Floris speelde, leverde hem de bijnaam 'De Zwarte' op. Nazaten van hem zullen dan ook door de grafelijke familie bij voorkeur op de achtergrond geschoven zijn. In dit perspectief is de rol van Willem van Theylingen (1198-1244) te verklaren in de Loonse successieoorlog, waarbij hij duidelijk de partij van de latere Willem I, graaf van Holland 1203-1222, koos. Het was een herhaling van de geschiedenis. Een jongere gravenzoon, die zich niet neerlegde bij een erfdeel maar meer ambities had. Willem van Theylingen had nog een rekening te vereffenen en zal zijn kansen niet onbenut voorbij hebben laten gaan. Zo zien we onder graaf Willem I de Van Theylingen-clan na de heren van Voorne de voornaamste plaats innemen in het graafschap. Oudere families, zoals Van Rijswijk, Van Wassenaar en Van Haarlem, werden teruggeschoven. Ook bestuurlijke ambten vielen hen nu ten deel. De broer van Willem, Dirk, werd dapifer van Holland (1215-1226 mogelijk tot 1233). Hem was de lichamelijke zorg van de grafelijke hofhouding toevertrouwd benevens het bestuur over alle voortbrengselen van de grafelijke goederen, welke tot dit doel moesten dienen.

Een vraag dient nog beantwoord te worden. Tot welke familie zou de moeder van Willem van Theylingen (1174) behoord hebben als gade van Floris de Zwarte? Hiertoe moqe de volqende suggestie aangereikt worden. De voornaam Willem vinden wij in de Hollandse oorkonden voor 1150 niet terug, zodat we buiten Holland moeten zoeken. Zou een dochter of kleindr. van Wilhelmus, graaf in Isla-et-Lake, overleden na 1122, geen geschikte huwelijkspartner zijn geweest voor Floris de Zwarte?
Theodericus de Upgoye, vermeld 1108-1131 en zn. van Wilhelmus, was burggraaf van Utrecht. De functie van burggraaf ging over op Herman van Kuik. Had Floris de Zwarte rechten en moeten we achter de moord toch meer zoeken? In ieder geval blijken de Van Theylingens later banden met Utrecht te hebben.

Tenslotte nog één opmerking. De naamgeving van de zoons (en dochters) binnen de grafelijke familie was aan strenge regels gebonden. Met name Cordfunke heeft in zijn pas verschenen boek over huwelijk en huwelijkspolitiek van de graven uit het Hollandse Huis daarop uitdrukkelijk gewezen. Jong overleden kinderen, die niet in de bronnen genoemd worden maar op grond van het systeem van vernoemen er geweest moeten zijn, worden door hem met een vraagteken tussen de uit bronnen bekende kinderen geplaatst. In navolging van Cordfunke hebben wij bij de eerste drie generaties ditzelfde gedaan. Opvallend is, dat de naamgeving nauwkeurig aansluit bij die binnen de grafelijke familie.
Het bovenstaande is ontleend aan verschillende publikaties, waarvoor wij U verwijzen naar de literatuuropgave. Voor zo ver in onderstaande stamreeks, met name in de eerste generaties geen bronnen zijn opgegeven, zijn de gegevens ontleend aan de meer bekende publikaties, waarvoor eveneens verwezen wordt naar de literatuuropgave.

 

Zn. van Floris de ZWARTE (zie 133726304) en Petronella von SACHSEN (zie 133726305).
Getrouwd  (1) ca 1195 met Agniese van BENTHEIM[14], overleden 1203, dr. van Graf Otto IV\I von BENTHEIM, graaf van Bentheim (1187-1196), burggraaf van Coevorden, en Alveradis van CUIJCK-ARNSBERG, erfdochter van (Gelder)Malsen.

Getrouwd  (2) ca 1199 met

66863153    Nn Gerardsdr de THEYLINGH[15], geboren ca 1157, dr. van Gherardus de THEYLINGH (zie 133726306).
Waaruit geboren:

1.	Dirk van TEIJLINGEN (van BREDERODE) (zie 33431576).
2.	Gerard[16], geboren ca 1184. Gerard is vermeld 1223 en 1227 ook vermeld als Gerard van Heemskerck. Eerste eigenaar van het slot (marquette) Heemskerk, versloeg de Westfriezen in 1254 Getrouwd met Nn Arnoudsdr van HEUSDEN.
3.	Florus, geboren ca 1186.
4.	Simon, geboren ca 1192. Simon was de vader van Willem van Teylingen (gestorven 1320), die aanwezig was bij de gevangenneming van graaf Floris V van Holland op 23 juni 1296. Hij kon in augustus 1296 uit kasteel Kronenburg ontsnappen, waar de moordenaars van de graaf hun toevlucht hadden gezocht.
5.	Heer Willem I[17], heer van Theylingen, geboren ca 1198, overleden op zaterdag 5 maart 1244. Willem was bezitter van het goed Teijlingen, nobilis vir, ridder sedert 1223 en sedert 1198 in de omgeving van graaf Dirk VII van Holland, na wiens overlijden (4 november 1203) hij toestemde in het huwelijk van Dirks dochter Ada met de graaf van Loon. waarbij Willem zelf aanwezig was; spoedig verkoos hij de partij van graaf Dirks broeder Willem en verdedigde in 1204 Rijnland tegen de strijders van de bisschop van Utrecht, doch werd door de graaf van Loon gevangen genomen bij Leiden; nadat Willem graafvan Holland was geworden bleef Teijlingen hem getrouw en was in 1213 te Nijmegen aanwezig wanneer keizer Otto IV graaf Willem in diens rijkslenen bevestigde. Na de dood van graaf Willem (4 februari 1222) bewees hij zijn diensten aan diens opvolger en zoon Floris IV onder wiens bewind hij voor het eerst als ridder voorkomt; van de regering van graaf Willem II maakte hij de eerste jaren mee en komt nog veelvuldig voor in oorkonden als nobilis vir
6.	Machteld. Getrouwd met Herper van FOREEST, vermeld 1230.

 
66863154    Heer Jan I van HEUSDEN[18] [19], heer van Heusden (voor 1184 - na 1217), geboren 1160, overleden na 18 mei 1217.

In het necrologium Bernense wordt op 15 januari (Decimo octavo Kalendas februarii) vermeld: commemoratio Joannis domini de Huesden[20].

1200
Graaf Diederik VII en gravin Aleid schenken aan de abdij van Berne een jaargeld van twee mark uit hun inkomsten te Dordrecht, waarvan de ene mark bestemd is voor de memorie van wijlen graaf Floris III en de andere helft voor de aankoop van hosties en wijn ten behoeve van de dagelijkse mis tot eigen zielenheil. Onder de getuigen Jan van Heusden[21].

ca. 1200 (uiterlijk 31 december 1217)
Johannes (I), heer van Heusden, oorkondt, dat hij met instemming van zijn zonen heer Arnoldus en Johannes, tot nagedachtenis van hem, zijn vrouw wijlen Aleydis, zijn ouders Arnoldus (I) en Justina en zijn voorgangers aan het klooster van Berna het privilege schenkt, om tolvrij door zijn gebied te varen en te trekken, er te kopen en te verkopen, en vrij te zijn van alle rechtsvordering; en dat hij dit privilege
in tegenwoordigheid van het convent op het Maria-altaar heeft aangeboden[22].

1210
Henricus, abt van Berne, wordt genoemd in de datering - naast de paus, de bisschoppen van Luik en Utrecht, de keizer, de hertog van Brabant en de graven van Gelre en Kleef - in een akte, waarin Jan van Heusden privileges verleent aan de geestelijkheid in zijn land, namelijk om bezit over te dragen en vrij te zijn van diensten[23].

1212
In een verdrag van wederzijdse bijstand tussen Dirk van Altena en Jan van Heusden, worden van de kant van Dirk van Altena als getuigen genoemd zijn broer Wouter en zijn oom Henrick en zijn (amitini) neefs , zonen van tante, Floris van Gor en Volpert van Lede, van Jan van Heusden worden als getuigen genoemd zijn (fratres) broers Arnold en Robert, en zijn patrueles ( neefs, zoons van zijn ooms) Wouter, Gijselbert en zijn amitini (neefs, zoons van zijn tantes) Thomas, Willem, Dirck, Emond, Wouter Spirinc en Peter van Aalburg[24].

21 september 1213
Graaf Willem I geeft enige voorrechten aan de poorters van Geertruidenberg, onder de getuigen Jan van Heusden[25].

5 november 1214
Hertog Hendrik van Brabant en graaf Willem van Holland sluiten een verdrag betreffende het huwelijk van hun kinderen Machteld en Floris, onder de getuigen Jan van Heusden[26].

18 mei 1217
Johannes van Heusden geeft met zijn zoon Arnold aan Sibodo de proost van het St. Adelbert-Stift te Aken al zijn goederen in zijn jurisdictie, met uitzondering van die van wijlen Herman, genaamd Beier, waarop hij het ius banni heeft, wanneer de dijk doorgebroken is; moetende de opkomsten voldaan worden in de curia te Varik, onder de getuigen o.a. Robert broer van Jan van Heusden[27].

Hij was getrouwd met Aleydis van Kuyc, dr. van Hendrik II van Kuyc en Sophia van Renen.
Aleydis is overleden voor 1200 In het necrologium Bernense komen op vele dagen een "Aleidis" voor
die herdacht wordt echter zonder nadere vermelding zodat het moeilijk is haar te identificeren. Haar echtgenoot Jan staat vermeld op 15 januari zodat het aannemelijk is dat ook zij voorkomt in het necrologium.

 

Zij wordt vermeld ca. 1200 - zie bij Jan I van Heusden haar echtgenoot.

Mogelijk is zij een dochter van Hendrik II van Kuyc, ridder, en Sophia van Renen, erfdochter Van Herpen, dr. van Dirk, burggraaf van Utrecht en van N.N. (van Bierbeek?) Haar overgrootouders zijn: Hendrik I van Kuyc en Alveradis dochter Gerard I van Hochstaden en Aleydis van Wickrath. Haar zuster Alveradis trouwt met Dirk heer van Voorne en burggraaf van Zeeland. Deze verbindingen houden wellicht verband met de verwanten genoemd in de zoenoorkonden van 1270. In 1248 treden Jan II van Heusden en zijn broer Robert op als getuigen voor Hendrik van Kuyc, Jan van Kuyc treedt in 1273 op als getuige van Jan III van Heusden. Tenslotte blijken de troepen van Heusden in de slag van Woeringen in 1288 onder het vaandel van de heer van Kuyc te vechten. etc. -zie verder bij Jan II en Jan III van Heusden[28].

Zn. van Heer Arnold (I) van HEUSDEN[29] (zie 133726308) en Justine van HEEZE-MILLEN[30] (zie 133726309).
Getrouwd (2) met Nn, overleden voor 1200.

 

Getrouwd (1) ca 1185 met
66863155    Aleijdis van CUYK[31] [32], geboren ca 1159, overleden voor 1200.

Aleydis is overleden voor 1200 In het necrologium Bernense komen op vele dagen een "Aleidis" voor die herdacht wordt echter zonder nadere vermelding zodat het moeilijk is haar te identificeren. Haar echtgenoot Jan staat vermeld op 15 januari zodat het aannemelijk is dat ook zij voorkomt in het necrologium[1]

 

dr. van Ridder, heer Hendrik II van CUYCK (zie 133726310) en Sophia Dirksdr van RHENEN van HERPEN (zie 133726311)

Waaruit geboren:

1.	Johan, geboren ca 1190, overleden 1217, vermeld ca 1200 (zie bij zijn vader).
2.	Heer Arnold II, heer van Heusden (na 1217), geboren ca 1190, overleden op maandag 15 oktober 1268 te Keulen. Op 18 mei 1217 treedt hij samen met zijn vader op - zie bij Jan I van Heusden. Vermeld ca. 1200 - zie bij zijn vader. na september 1222 Hendrik I, hertog van Brabant, sluit met Willem van Horn een overeenkomst over de twee betalingstermijnen van 300 mark Keuls die hij hem verschuldigd is voor het allodium Helmond en andere goederen in de Peel en belooft hem inzake de voogdij over goederen van Echternach een leenman te schenken, Dirk, heer van Altena, staat borg voor de hertog, onder de getuigen Arnold van Heusden[33]. 1225 Ridder Arnulphus van Heusden en zijn vrouw Mathilde (Mechteld) schenken tolvrijheid aan het klooster Ter Does in West Vlaanderen[34]. 19 mei 1233 Arnold (II) van Heusden getuige in een overeenkomst tussen Dirk graaf van Kleef en Hendrick (I) hertog van Lotharinge i.v.m. een schenking naar aanleiding van het huwelijk tussen Dirck zoon van Dirck graaf van Kleef en Elisabeth dr. van Hendrik I van Lotharingen (Brabant)[35]. 27 mei 1235 Graaf Dirk V van Kleef treft uit naam van de kinderen van wijlen graaf Floris IV van Holland een schikking met gravin-weduwe Machteld, waarbij deze wordt hersteld in het genot van haar huwelijksgoed en afstand doet van het ruwaardschap van Zeeland tegen betaling van 200 pond Hollands per jaar, onder de getuigen heer Arnold van Heusden met o.a. de gebroeders Henrick en Rutger van Kuyc en Daniël van Meerwijk[36]. 8 juli 1254 Hendrik, proost van Heinsberg, en het convent van St. Marie te Heinsberg verkopen aan de priores en het convent van St. Maria Magdalena te Nijmegen goederen gelegen te Haalderen. De reden van de schenking van deze goederen, verworven door St. Marie te Heinsberg door een schenking van Arnold van Heusden en zijn echtgenote vrouwe M. van Heusden, zal wellicht gezocht moeten worden in het feit dat Mechteld een dr. van de heer van Heinsberg was. Zij overleed in 1254, het jaar waarin de onderhavige verkoop plaats had[37]. Hij was getrouwd met Mechteld van Heinsberg, dr. van Arnold van Kleef en Aleidis van Heinsberg. Mechteld is overleden voor 8 juli 1254. In necrologium Bernense wordt als eerste op 31 augustus (Secundo Kalendas Septembris) vermeld: commemoratio Mechteldis. Na haar wordt vermeld Domini Wilhelmi tutoris Hollandie, waarschijnlijk Willem II, graaf van Holland van 1234 tot 1256, zodat de vermelding dateert van vóór 1256 en op Mechteld van Heinsberg zou kunnen slaan[38]. Hendrik van Heinsberg had een aanzienlijk legaat geschonken om op bepaalde dagen te doen bidden ter nagedachtenis van hemzelf en zijn zuster vrouwe Mechtild van Heusden. Getrouwd  ca 1230 met Mechteld von HEINSBERG, geboren ca 1200, dr. van Heer Dirk I von KLEVE HEINSBERG, heer van Heinsberg en Valkenburg, en Isabelle (Isolda) van LIMBURG (Isalde).
3.	Aleydis (Aleid, Alverade) (zie 33431577).
4.	Alveradis Jansdr, geboren ca 1205. Getrouwd met Heer Otto I Ridder van ARKEL van LEIJENBURG (HEUKELOM)[39] [40], heer van Heukelom en Asperen (1254-83), overleden 1283. Asperen is een stadje in de gemeente Lingewaal in de Nederlandse provincie Gelderland . De plaats heeft 3220 inwoners (2010), waarvan 120 in het buitengebied. Het ligt in de Tieler- en Culemborgerwaard, ongeveer twee kilometer van Leerdam . Tot 1986 was Asperen een zelfstandige gemeente, dichtbij de rivier de Linge Geschiedenis In de Romeinse tijd vermoedt men een nederzetting, genaamd Caspingium in wat nu Asperen is. Het staat op de Peutinger kaart (Tabula Peutingeriana) vermeld als gelegen tussen Tablis (Oud-Alblas?) en Grinnibus (Rossum) aan de zuidelijke heerweg (dus niet de limes) Noviomagus (Nijmegen) - Lugdunum Batavorum (Katwijk-Brittenburg). Ter plaatse zijn behoorlijk wat Romeinse vondsten gedaan. Asperen heeft lange tijd een heerlijkheid gevormd. De eerste heer van Asperen die wordt genoemd is Jan van Arkel (ca. 1170-?). Otto van Arkel (ca. 1237-ca. 1283) en Otto I van Heukelum en Asperen (ca. 1280-ca. 1344) worden ook wel als stamvaders van het geslacht genoemd. Otto I zorgde ervoor dat het Huis Arkel Asperen in 1313 als vrije heerlijkheid in 'onsterfelijke' erfleen kreeg van Willem III van Holland . In 1347 sneuvelde nakomeling Robrecht van Arkel , waarmee de heerlijkheid verviel aan het geslacht Polanen, waarvan Dirk van Polanen was getrouwd met Elburg van Asperen. Zijn zoon Otto van Polanen trouwde met Johanna Van Voorst En Keppel. Via verschillende vrouwen; Alferade, Belior (Belia), Elburg (Elborch) en Cunegunda (Coenigonde) werd de leen uiteindelijk gesplitst tussen Aernt (Arend) Pieck van Beesd (1468) en Rutger Van den Boetzelaer (1441). Een nakomeling van Beesd, Willem van Buren, schoot Van den Boetzelaer dood in 1460, waarop van Buren werd opgehangen en Beesds deel verbeurd werd verklaard, zodat de familie Van den Boetzelaer ook de andere helft in leen verkreeg (1481 en 1484). De familie Van den Boetzelaer hield vervolgens de heerlijkheid in bezit tot 1795. Omstreeks 1314 kreeg Asperen stadsrechten. In 1517 werd Asperen geplunderd door de 'Zwarte Hoop ', een troep Duitse huurlingen , waarschijnlijk onder leiding van Johan van Selbach , die tijdens de Gelderse Oorlogen na de plundering van Medemblik op de terugweg waren naar Duitsland. Hierbij kwam een groot aantal inwoners om het leven. In 1569 was de jongeling Dirk Willemszoon overgegaan tot het protestantisme en hield in het geheim bijeenkomsten in zijn woning te Asperen. Tijdens het schrikbewind van Alva werd hij gevangengenomen, maar ontvluchtte hij de kerker. Mager als hij geworden was, vluchtte hij over het ijs, waar een van de gerechtsdienaren die hem volgde doorzakte. Hij redde zijn belager, maar de burgemeester hield de gerechtsdienaar aan de afgelegde eed en Dirk Willemszoon werd alsnog verbrand. Zijn verbranding ging extra traag, doordat een oostenwind de vlammen uiteenjoeg, waardoor het vuur niet snel oplaaide. Asperen vierde in 1983 zijn duizendjarig bestaan. Bezienswaardigheden Asperen heeft twee kerken behorend tot de PKN, een voorheen Nederlands-hervormde en een voorheen Gereformeerde kerk. Fort Asperen had ooit een militaire functie. Het is een onderdeel van de Hollandse Waterlinie. Sinds 1984 is het fort voor het publiek opengesteld en worden er culturele manifestaties georganiseerd. Ten noorden van Asperen langs de Linge ligt het wiel het Galgenwiel.   Zn. van Heer Herbaren II van ARKEL van der LEDE, nobilis ridder (1227), heer van Arkel (1234-64), Asperen en Heukelum, vermeld 1227-1243,, en Bertha van WICKERODE. {Hij was eerder getrouwd  ca 1260 met Nn van HORNE. Hij was eerder getrouwd ca 1265 met Nn van ASPEREN?, geboren ca 1245, overleden ca 1283}
5.	Justine. Getrouwd met Lodewijk van DIEPENBEEK.
6.	Nn. Getrouwd (1) met Sijmon van WIJFFLIET, juli 1220: Symon de Wifliet treedt op als getuige voor de graaf van Holland[41]. Getrouwd (2) met Claes PERSIJN. Claes Persijn zou getrouwd zijn met een zuster van Arnold II van Heusden. Jan Persijn van Waterland overleden 1353 was getrouwd met Jutte Dirksdr. van Brederode, overleden 1346 en was aan haar in de vierde graad verwant en moest voor zijn huwelijk dispensatie vragen op 3 maart 1314. Beide overgrootmoeders waren dus zusters[42]. .
7.	Robert.

 
66863156 =    16715790 Hugo I van NAELDWIC (van VOORNE).
66863157 =    16715791 Nn van VELSEN.
 
66863160    Theodoricus van VOORNE (Dirck I), mogelijk bouwer van de burcht bij Oostvoorne, ridder, getuige 3 oktober 1174, volgde zijn broer Floris op als heer van Voorne (1174-1189), voerde als wapen een goud aanziende leeuw op rood, geboren ca 1130, overleden 1189-98.
Karel de Grote Reeks 133 van Voskuilen (1) gen 14

 

Rodder; heer van Voorne (1175-1189) als opvolger van zijn neef Hugo. Vermeld 1156 en 1189. Hij stamde uit NN Florisdr van Holland, een bastaarddr. van Floris II de Vette van Holland. Hij is vermeld op 3 oktober 1174, samen met zijn oudste broer Floris, heer van Voorne; vervolgens vergezelde hij zijn neefje Hugo in een niet nader te dateren oorkonde ergens tussen 1177 en 1189; en laatstelijk trad hij met zijn jongere broer Hugo als getuige op in een oorkonde die van in of kort vóór 1189 zal dateren. Opvallend is in de periode vóór en rond 1200 dat de voornaam Hugo populair was in de familie Van Voorne. Zo hadden zowel Floris als Dirk - naast een jongere broer met die naam - ook een (oudste) zoon Hugo. Hij volgt zijn neef Hugo op als heer van Voorne en neemt dezelfde plaats in als zijn broer Floris in het gevolg van de graaf; het van Voorne bezit blijkt na het vererven daarvan, door de broers Dirk en Hugo verdeeld te zijn, waarbij Dirk de heerlijkheid zelf verkreeg en Hugo in leen van Dirk verkreeg, het deel langs de Striene, met de parochie Putten. Hij is mogelijk de bouwer van de burcht Oostvoorne en voerde als wapen een gouden aanziende leeuw op rood. Hij zal als voogd over de minderjarige kinderen van zijn oudste broer de verantwoordelijkheid gekregen hebben voor de toekomst van de stamlijn van het geslacht. Hij moest ervoor zorgen dat het voortbestaan van de familie werd veilig gesteld, voor het geval dat de jongen(s) die hij onder zijn hoede kreeg, onverhoopt zouden te komen overlijden. Dat was niet ondenkbaar gezien het gewelddadige karakter van de toernooien en andere krijgshaftige vormen van tijdverdrijf waarmee de vrijgezellen hun celibataire bestaan moesten opvullen. Jongere zonen konden vaak pas aan trouwen gaan denken als de oudste zoon voortijdig kwam te overlijden of als hij door een huwelijk met een goede huwelijkspartij elders een dak boven zijn hoofd kon verwerven. Door zijn huwelijk met een dr. van de heer van Naaldwijk verwierf Dirk van Voorne de heerlijkheid Naaldwijk. Of deze dochter het enige kind was of slechts de oudste dochter kan niet met zekerheid worden gezegd. Ook over het moment van verwerving valt niets te zeggen. We kunnen slechts achteraf concluderen dat Naaldwijk door de heer van Voorne aan een jongere tak van de familie in leen was uitgegeven. De verwerving van Naaldwijk kan zijn veroorzaakt doordat Unarch van Naaldwijk slechts dochters had of door het overlijden van diens eventuele zoon. We weten hier niets over. Hetgeen eerdere onderzoekers hierover geschreven of nageschreven hebben is slechts een mogelijkheid. Het is in ieder geval opmerkelijk dat we onder de zonen van Dirk van Voorne er een met de naam Bartholomeus tegen komen. Deze zal ongetwijfeld naar iemand zijn vernoemd.

 

zn. van Heer Hugo III van VOORNE (zie 133726320) en Hadewijch Florijsdr van HOLLAND (Adewij Vorensis) (zie 133726321).
Getrouwd  ca 1168 met
66863161    Jvr van NAALDWIJK, geboren ca 1140, dr. van Unarch van NADELWICH/NAALDWIJCK (zie 133726322).
Waaruit geboren:

1.	Hendrik, geboren ca 1165.
2.	Heer Hugo, geboren ca 1169, overleden 1216. Een ruiterzegel van heer Hugo van Voorne, d.d. 20 maart 1203,berust in het archief van het Groot-seminarie te Brugge; in 1206 wordt er gesproken over de leenhoogheid, over het leen van Hugo van Ostforne en Westforne; hij komt als eerste (en als laatste) voor in de annalen van Egmond; in de Loonse oorlog (1203) koos Hugo voor de partij van Ada, het blijkt de verliezende partij. Zijn huis te Poortvliet werd door de Zeeuwen met de grond gelijk gemaakt, echter Hugo herneemt zijn gewone plaats, d.w.z. als een der voornaamsten, in het gevolg van de nieuwe graaf, Willem I; hij sterft kinderloos, een tweede zoon (broer Dirk) wordt heer van Voorne; bij de verdeling van erfgoederen worden ook de Naaldwijkse bezittingen verdeeld, maar broer Bartholomeus ontvangt ook goederen te Maarland, Zwartewaal en Westvoorne.
3.	Bartholomeus van VOORNE/VAN MAERLANT) (zie 33431580).
4.	Heer Theodoricus (Dirck II)[43], burggraaf van Zeeland, geboren voor 1170, overleden op zondag 31 december 1228, begraven op zondag 7 januari 1229. Vermeld 1198/1227, heer van Voorne, burggraaf van Zeeland in 1218 (geerfd van zijn broer Hugo). Op 20 november 1229 schenken Dirk van Voorne en zijn vrouw Alverade ca. 11 gemet land in Somerland aan de abdij Ter Doest.[44] Getrouwd  ca 1197 met Alveradis van CUIJCK[45], geboren ca 1165 te Heusden, vermeld 1221 dr. van Graaf Godfried I van CUYCK (Arnsberg, van Malsen), heer van Cuijck, graaf van Arnsberg, en Heilwig van RHENEN.
5.	Adelheid. Onder voorbehoud wordt zij, volgens gangbare opvattingen, vervolgd als dochter van Dirck van Voorne (Zuiderent en Greidanus-Jager doen dit niet, misschien verstandig, maar aangesloten wordt bij de kwartierstaten van van Schothorst en Lapikas en de opmerkingen op het internet over haar herkomst door J.C. Lagendijk) Getrouwd met Daniël I van der MERWEDE[46], geboren ca 1120, overleden 1172, moet het Daniëlsambacht in Brielle bezeten hebben als Voornes leen, treedt op als getuige (1203) Wat de afkomst van Daniel van der Merwede betreft zijn er 3 lezingen 1.(Zuiderent) "lijkt de wapenovereenkomst met de familie van Riede (die ouder is dan de familie van der Merwede) opvallend (J. van Rij, D. Hendrikson e.a. 2."Voorlopig Stamboek Van Rij (Van Riede, etc.) 1105-1999", Fam. Van Rij, 1999)" 3.(De Man) wijst naar de graven van Bentheim en (Zondervan) naar de van Borsselen. Zn. van Simon Sifridsz van TEIJLINGEN van BREDERODE en Nn Jansdr van ALTENA.

 

Generatie XXVII

 
73400336    Seigneur Fastre I d'OISY, voogd van Doornick, heer van Avèsnes (1090-93), geboren ca 1050, overleden op woensdag 8 juni 1093. Bron: http±--www.celtic/casimir.com-webtree-18-35709.htm, zn. van Seigneur Hugo d'OISY (zie 146800672) en Ada de MONS (zie 146800673).
Getrouwd met
73400337    Ada d'AVÈSNES, geboren ca 1054, overleden ca 1076, dr. van Guerric II d'AVÈSNES (zie 146800674) en Nn de CHIÈVRES (zie 146800675).
Waaruit geboren:

1.	Seigneur Fastré II (zie 36700168).
2.	Gossuin II (Gosewijn) [47], heer van Avesnes (1093-1127), overleden 1127, getrouwd met Agnes, dr. van Anselmus van RIBEUAMONT.

73400340    Seigneur Alard I (Walter) de PETEGEM et d`EINE, geboren ca 1020, overleden 1080, zn. van Ingelbert II van PETEGEM en CYSOING (zie 146800680) en Glismondis (zie 146800681).
Getrouwd met
73400341    Nn. van DOORNIK, geboren ca 1100.
Waaruit geboren:

1.	Eberhard I Radulf van PETEGHEM en de MORTAGNE (zie 36700170).

73400342    Graaf Boudewijn III van HENEGOUWEN[48], graaf van Hengouwen (1098-1120), heer van Ribemont, geboren ca 1077, overleden 1120 te Bergen (Henegouwen).

 

Boudewijn III (ca. 1087 - 1120), was graaf van Henegouwen van 1098 tot aan zijn dood.

Als zn. van Boudewijn II van Henegouwen en van Ida van Leuven, volgde hij in 1098 zijn vader op, aanvankelijk onder het regentschap van zijn moeder (tot ± 1103). Net als zijn vader poogde hij het graafschap Vlaanderen te heroveren. Daartoe trachtte hij onder meer, zij het vergeefs, het conflict om Kamerijk en het Kamerijkse tussen de Vlaamse graaf Robrecht II en keizer Hendrik IV uit te buiten. Boudewijn bezette Kamerijk zelf maar moest het in 1110 weer opgeven.

Hij trouwde rond 1107 met Yolanda van Gelre (ca. 1090 - 1131), dr. van Gerard I van Gelre. Toen Boudewijn VII van Vlaanderen in 1119 kinderloos overleed, probeerde Boudewijn III andermaal zijn rechten op de Vlaamse troon te laten gelden, maar kon niet beletten dat deze toekwam aan Karel de Goede, een kleinzn. van Robrecht I. Boudewijn stierf door een jachtongeval en is begraven in Bergen (België).

zn. van Graaf Boudewijn II van HENEGOUWEN (van Jeruzalem) (zie 146800684) en Ida van LEUVEN (Lovaniensis, van Löwen of van Roosendaal) (zie 146800685).
Getrouwd ca 1107 met
73400343    Yolande von WASSENBERG[49], gravin van Dodewaard en Dale, gravin van Oosterbant, gravvin van Henegouwen, geboren ca 1090, overleden ca 1131, begraven te Bergen (Mons).

Yolanda werd als de dr. van Gerard IV, graaf van Wassenberg en eerste graaf van Gelre (ca 1060-1129)[1] geboren. Haar moeder was volgens sommige bronnen Clementia van Poitiers[2] of een verder onbekende vrouw[3] van haar vader. Yolanda had nog een broer Gerard (ca 1090-1131) en een zuster Jutta (ca 1090-1151). Soms is er nog sprake van een verdere zuster Adelheid, maar dat is onzeker. Haar zuster Jutta van Wassenberg trouwde in 1110 met Walram II van Limburg (-1139) en haar broer Gerard, bijgenaamd "de Lange", werd later graaf Gerard II van Gelre. Hij trouwde met Irmingard van Zutphen.

dr. van Graaf Gerard I van GELRE (de Lange, de rossige) (zie 18501696) en Clementia de POITOU-AQUITANIE (von Gleiberg) (zie 18501697).
Waaruit geboren:

1.	Comte Boudewijn IV[50] (de Bouwer), geboren ca 1110, overleden op dinsdag 2 november 1171 te Bergen (Mons), begraven te Bergen (Mons). Boudewijn IV (ca. 1110 - Bergen (België), 2 november 1171), bijgenaamd de Bouwer, was graaf van Henegouwen van 1120 tot aan zijn dood. Als minderjarige zn. van Boudewijn III regeerde hij aanvankelijk (tot 1127) onder het regentschap van zijn moeder, Yolanda van Gelre. In 1127 trouwde Boudewijn met Aleidis van Namen (ca. 1110 - juli 1169, begraven te Bergen), dr. van graaf Godfried van Namen en van Ermesinde van Luxemburg. Daarbij werd overeengekomen dat indien het huis van Namen geen erfgenamen zou hebben, Boudewijn en Aleidis de Naamse goederen zouden erven. Ook in 1127 werd de Vlaamse graaf Karel de Goede vermoord. Boudewijn greep dit voorval aan om de aanspraken van zijn familie op Vlaanderen weer te doen gelden. Hij bezette Oudenaarde en Ninove. De koning van Frankrijk wees echter Willem Clito aan als graaf van Vlaanderen werd. Boudewijn kon niet anders doen dan de bezette gebieden te verwoesten en zich weer terug te trekken. Uiteindelijk wist Diederik van de Elzas graaf van Vlaanderen te worden. Boudewijn probeerde weer om Vlaanderen aan te vallen maar werd in 1128 verslagen door Diederik. Diederik van de Elzas nam deel aan de Tweede Kruistocht en Boudewijn probeerde hiervan gebruik te maken door opnieuw Vlaanderen aan te vallen. Diederiks vrouw Sybille van Anjou wist echter stand te houden. Er volgende een paar jaar van verwoestingen en plundertochten. Na thuiskomst van Diederik werd in 1151 een vrede gesloten tussen Vlaanderen en Henegouwen en werd afgesproken dat die door een huwelijk zou worden bezegeld. Boudewijn richtte zich nu op andere mogelijkheden om zijn bezit uit te breiden. In 1158 kocht hij Ath, in 1159 verwierf hij Chimay (stad) en in 1160 verwierf hij de burggraafschappen van Valenciennes en Ostrevent. Zijn zwager Hendrik I van Namen, die ook hertog van Luxemburg was, was kinderloos en benoemde Boudewijn in 1163 tot zijn erfgenaam als dat zo zou blijven - maar Hendrik zou in 1186, op 72-jarige leeftijd, nog een dochter krijgen. In 1169 vond dan het huwelijk plaats tussen Boudewijns zoon Boudewijn V en Margaretha van de Elzas, die uiteindelijk erfgename van Vlaanderen zou worden. Boudewijn toonde de bruiloftsgasten in Le Quesnoy het paleis dat hij daar liet bouwen, toen de steiger bezweek waar het gezelschap op stond. De gasten waren allemaal lichtgewond maar Boudewijn zou beide benen en zijn rug hebben gebroken. Hij overleefde het ongeluk nog meer dan een jaar voordat hij in Bergen overleed. Boudewijn is begraven in het Mariaklooster van Binche. Zijn bijnaam kreeg Boudewijn IV vanwege de versterkingen die hij langs de grens van Henegouwen met Brabant en Vlaanderen liet aanbrengen, de ommuring van steden als Bergen en Le Qeusnoy en de bouw van kerken zoals de Waltrudiskerk in Bergen Getrouwd  ca 1130 met Adelheid Ermesinde de NAMURS, geboren ca 1110, overleden op maandag 1 juli 1168, begraven te Bergen (Mons), dr. van Comte Godfried de NAMURS (zie 36700174) en Ermesinde van LUXEMBURG (zie 37003423).
2.	Richilde de HAINAUT (van Henegouwen) (zie 36700171).
3.	Gerard, overleden 1166. Getrouwd met Hedwig van KALVELAGE, erfdochter van Dale, dr. van Herman van KALVELAGE. {Zij was ook ooit getrouwd met Gerard van HENEGOUWEN, proost van Sint-Pieter (Lille), proost van Sint-Omaars, proost van Sint-Donaas in Brugge, kanselier van Vlaanderen (1196-1205), overleden 1166, begraven 1179 te Bergen Waltrudiskerk, buitenechtelijk,   proost van Sint-Pieter (Lille), proost van Sint-Omaars, proost van Sint-Donaas (Brugge), kanselier van Vlaanderen (1196-1205).   Zn. van Comte Boudewijn IV van HENEGOUWEN (de Bouwer).}
4.	Yolande. Getrouwd met Gerard de CRÉQUY ET FRESSIN.
5.	Gertrude. Getrouwd met Rogier van TOSNY, zn. van Rudolf van TOSNY en Adelisa.

73400344    Seigneur Goscelin I d`ANTOING, geboren ca 1037, overleden ca 1118.
Waaruit geboren:

1.	Seigneur Gauthier (zie 36700172).

73400348    Comte Albert III de NAMURS, geboren ca 1035, overleden op zondag 22 juni 1102, begraven te Namen

 

 

 

zn. van Comte Albert II de NAMURS (zie 74006882) en Regelindis von LOTHARINGEN (zie 74006883).
Getrouwd ca. 1067 met
73400349    Ida von SACHSEN BILLUNG, erfdochter van la Roche, geboren ca 1035, overleden op donderdag 31 juli 1102, begraven te St Aubain, Namen, dr. van Herzog Bernhard II von SACHSEN BILLUNG (zie 74006886) en Eilica von SCHWEINFURT (zie 74006887).
Waaruit geboren:

1.	Adelheid (Adele) (zie 37003427).
2.	Hendrik I de la ROCHE, geboren ca 1070, overleden op zondag 5 juni 1138. Getrouwd ca. 1110 met Mathilde van LIMBURG, geboren ca 1095, overleden ca. 1140, dr. van Graaf Hendrik I van LIMBURG (zie 37003432) en Adelheid van POTTENSTEIN (zie 37003433).
3.	IVert, geboren ca 1070, overleden ca 1122. Getrouwd ca. 1120 met Mamilia de ROUCY, geboren ca 1085, overleden ca 1130, dr. van Ebles II van RAMERU en Sibylle van APULIË SICILIË.
4.	Comte Godfried (zie 36700174).

73400350    Comte Rogier de PORCIEN, geboren ca 1020, zn. van Nn de PORCIEN (zie 146800700).
Getrouwd met
73400351    Ermengarde, geboren ca 0690, overleden ca 753.
Waaruit geboren:

1.	Sybille de PORCEAN (zie 36700175).

Getrouwd (2) met Richbold (Breisgau) (zie 9472881912).
Waaruit geboren:

2.	Graf Rothard in ARGENGAU (de oudere) (zie 4736440956).

74006784    Gerhard II von WASSENBERG (Flamens)[51], geboren ca 1013, overleden ca 1052.

Gerard II van Wassenberg of Gerard II Flamens (ca. 1020 - ± 1052) was graaf van Wassenberg, dat later zou uitgroeien onder de naam Gelre. Hij is mogelijk een en dezelfde persoon als zijn vermeende vader Gerard I. Het bestaan van twee Gerards is niet gebaseerd op bronnen maar alleen op chronologie.

De naam van Gerards vrouw is onbekend, mogelijk was ze Margaretha, dr. van Giselbert van Loon. Gerard had twee zonen, Gerard III van Wassenberg, die hem opvolgde en Diederik van Wassenberg, die zijn broer opvolgde voordat diens zoon Gerard IV meerderjarig werd.

zn. van Graaf Gerard I von WASSENBERG (Flamens, d'Antoing) (zie 148013568) en Nn van HAMALAND (zie 148013569).
Getrouwd ca. 1035 met
74006785    Margaretha van LOON? Geboren ca 1010, overleden ca 1080, dr. van Giselbert? van LOON? (zie 148013570). Zie EUROPÄISCHE STAMMTAFELN NEUWE FOLGE Band XVIII Tafel 26.
Waaruit geboren:

1.	Graf Heinrich (zie 37003392).
2.	Heer Dirk, heer van Heinsberg, geboren ca 1035, overleden ca 1082. Getrouwd ca. 1060 met Hedwig de MONTAIGU, geboren ca 1042, overleden ca 1090.

74006788    Willem III (V) d'AQUITANIE (de Grote), geboren ca 0969, overleden op zaterdag 31 januari 1030 te Maillezais, begraven te Maillezais. Graaf van Poitiers, hertog van Aquitanie, zn. van Duc Willem II (IV) d'AQUITANIE (zie 148013576) en Emma de BLOIS (zie 148013577).
Getrouwd (1) ca. 997 met Almodis van GEVAUDAN, geboren ca 0970, overleden ca 1005. {Zij was eerder getrouwd ca. 997.}
Waaruit geboren:

1.	Duc Willem IV (VI) (le Gros), geboren ca 1004, overleden op vrijdag 15 december 1038. Graaf van Poitou.

 

Getrouwd (2) ca. 1011 met Sancha Brisca van GASCOGNE, geboren ca 0970, overleden ca 1018. {Zij was eerder getrouwd ca. 1011.}
Waaruit geboren:

2.	Odo, geboren ca 1012, overleden op zaterdag 10 maart 1039. Graaf van Poitou, hertog van Gascogne.

 

Getrouwd (3) ca. 1018 met

74006789    Agnes de BOURGOGNE, geboren ca 0995, overleden op maandag 10 november 1068, dr. van Comte Odo Guillaume (de Gevangene) de BOURGOGNE (zie 148013578) en Ermentrudis de ROUCY (zie 148013579).

Waaruit geboren:

3.	Duc Peter Willem V (VII) Comte (l'Agret, le Hardi) (zie 37003394).
4.	Willem VI (VIII) (Guido Godfried), geboren ca 1025 te Poitiers, overleden op zaterdag 25 september 1087 te Chize, begraven te Moustier Neuf. Graaf van Poitiers, Hertog van Aquitanië en Gascogne. Getrouwd (1) ca. 1044 met Anna de PERIGORD, geboren ca 1020, overleden ca 1058. {Zij was eerder getrouwd ca. 1044.} Getrouwd (2) ca. 1068 met Hildegardis Alderade de BOURGOGNE[52], geboren ca 1049, overleden ca 1104. , dr. van Robert I de BOURGOGNE (le Vieux) en Ermengarde d'ANJOU (Blanche) (zie 74006889).
5.	Agnes (zie 148013661).
6.	Beatrix, geboren ca 1030, overleden ca 1080. Getrouwd ca. 1050 met Raymond de MELGUEIL, geboren ca 1030, overleden ca 1079. Graaf van Melgueil.

 

Getrouwd (2) op maandag 1 januari 1033 met, gescheiden ca. 1050 van Comte Godfried II (Martel) d'ANJOU, geboren op maandag 14 oktober 1006, overleden op vrijdag 9 november 1067 op 61-jarige leeftijd, zn. van Comte Fulco III d'ANJOU (Nerra) (zie 148013778) en Hildegard de METZ (zie 148013779), gescheiden tussen 6 januari 1049 en 15 augustus 1052.

74006790    Adalbert II de LONGWY-METZ, geboren ca 0995, overleden ca 1048. Hertog van Lotharingen, zn. van Gerard von NIEDER-LOTHARINGEN (zie 74006880) en Gisela de METZ (zie 74006881).
Getrouwd ca 1020 met
74006791    Clemence de FOIX, geboren ca 1010, overleden ca 1050, dr. van Bernard-Roger de FOIX (zie 148013582) en Gersende de BIGORRE (zie 148013583).
Waaruit geboren:

1.

Ermessinde de LORRAINE (zie 37003395).

2.

Stephanie / Etiennette, geboren ca 1030, overleden op donderdag 19 oktober 1088. Ouders: Zie Karel de Grote, II-161. Deze zijn van omstreden en onbekende herkomst, vermoedelijk uit Lotharingen. Getrouwd ca. 1050 met Willem I de BOURGOGNE-IVREA (le Grand), geboren ca 1017, overleden op donderdag 11 november 1087, begraven te Besançon (S. Etienne), zn. van Reinaud de BOURGOGNE en Adelheid/Judith de NORMANDIE.

74006818    Friedrich von WITTELSBACH, geboren ca 1020, overleden ca 1075. Domvoogd van Regensburg, Graaf van Diessen, zn. van Dietrich von WITTELSBACH (zie 148013636) en nn van WASSERBURG? (zie 148013637).
Getrouwd (2) ca. 1060 met Ermengard van GILCHING, geboren ca 1030, overleden ca 1075.

Getrouwd (1) ca. 1040 met

74006819    Hadamut von EPPENSTEIN, geboren ca 1020, overleden ca 1055, dr. van Duc Adelbert von EPPENSTEIN (zie 148013638) en Beatrix von WETTERAU (zie 148013639).
Waaruit geboren:

1.	Uta von DIESSEN (zie 74006859).
2.	Hadegunda (zie 37003409).
3.	Liutgard, geboren ca. 1040, overleden op zondag 25 september 1110. Getrouwd ca. 1070 met Adelbert van de OOSTMARK, geboren ca 1040, overleden op donderdag 21 juni 1100. Graaf van Windberg, zn. van Ernst van BABENBERG en Adelheid von WETTIN.
4.	Berthold, geboren ca. 1050, overleden ca. 1088. Graaf van Schwarzenburg. Getrouwd ca. 1085 met Richarda von SPONHEIM KARINTIë, geboren ca 1070, overleden op vrijdag 11 april 1130, dr. van Graf Engelbert von SPONHEIM KARINTIE en Hedwig van EPPENSTEIN. {Zij is later getrouwd ca. 1085 met Poppo von WEIMAR ISTRIE, geboren ca 1063, overleden op donderdag 3 januari 1107. Markgraaf van Weimar, Istrie en Krain, zn. van Ulrich von WEIMAR (zie 37003410) en Sophie van HONGARIJE (zie 37003411).
5.	Friedrich, geboren ca 1050, overleden ca 1093. Domvoogd van Regensburg. Getrouwd ca. 1085 met Adelheid von WEIMAR ISTRIE, geboren ca. 1065, overleden ca. 1100, dr. van Ulrich von WEIMAR (zie 37003410) en Sophie van HONGARIJE (zie 37003411).
6.	Arnulf, geboren ca 1055, overleden ca 1095. Graaf van Diessen. Getrouwd ca. 1075 met Adelheid von SULZBACH, geboren ca 1055, overleden ca 1095, dr. van Graf Gebhard I von SULZBACH (zie 74006856) en nn von SULZBACH? (zie 74006857).

 

Eerste blad    Vorig blad

Blad 15 van 31 bladen

Volgend blad    Laatste blad

Homepage | E-mail

 

gemaakt met PRO-GEN 'Genealogie à la Carte' software