Eerste blad    Vorig blad   

Blad 14 van 31 bladen

Volgend blad    Laatste blad


 
37003424    Graaf Hendrik II van LEUVEN[1], geboren 1020, overleden 1078-79 te Nijvel, begraven te Nijvel

 

https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/3/33/Coat_of_arms_of_the_archduchy_of_Austria.svg/150px-Coat_of_arms_of_the_archduchy_of_Austria.svg.png

 

zn. van Graaf Lambrecht II van LEUVEN (Balderic) (zie 74006848) en Oda de VERDUN (zie 74006849).
Getrouwd ca. 1055 met
37003425    Aleidis (Adèle) van de BETUWE/ORLAMUNDE (van Teisterbant), geboren ca. 1030, overleden na 1086


stichtte met haar zonen Hendrik en Godfried het klooster Affligem (1086)

 

dr. van Everhard van de BETUWE (zie 74006850) en Nn van de BETUWE? (zie 74006851).
Waaruit geboren:

   1. 

Hendrik III (van Brabant), geboren ca. 1055, overleden op maandag 5 februari 1095. Graaf van Leuven en voogd van Brabant (1086).
Getrouwd ca. 1080 met Gravin Gertrudis van VLAANDEREN (zie 18501721).

   2. 

Gotfried I (met de baard) (zie 18501712).

   3. 

Ida (Lovaniensis, van Löwen of van Roosendaal) (zie 146800685).


37003426    Othon II de CHINY[2], geboren ca. 1073.

 

chiny

Wapen Chiny

 

Othon volgde zijn vader op in 1106 en voltooide in 1134 de bouw van de abdij van Orval die zijn vader in 1070 had ondernomen . Hij installeerde er kanonnen. De installatie van een cisterciënzer gemeenschap in Orval in 1131 markeert zijn laatste verschijning in de acts.

 

Karel de Grote Reeks 78 Holl (Soulcié) gen 12


Graaf van Chiny, later monnik.


 

zn. van Comte Arnoul I (II) de CHINY (zie 74006852) en Adele de RAMERU (zie 74006853).
Getrouwd ca. 1083 met
37003427    Adelheid (Adele) de NAMURS[3], geboren ca. 1068, overleden ca. 1124, dr. van Comte Albert III de NAMURS (zie 73400348) en Ida von SAKSEN BILLUNG (zie 73400349),

Waaruit geboren:

   1. 

Ida (zie 18501713).

 

Karel de Grote Reeks 78 Holl (Soulcié) gen 13

 

   2. 

Oda, geboren ca. 1090, overleden ca. 1143.
Getrouwd voor de kerk ca. 1115 met Giselbert de DURAS, zn. van Comte Otto I de LOOZ en Oda de JODOIGNE.

   3. 

Albert I, geboren ca. 1090, overleden op zaterdag 29 september 1162.

 

Karel de Grote Reeks 78 Holl (Soulcié) gen 13

Getrouwd ca. 1131 met Agnes de BAR MOUSSON, geboren ca. 1114, overleden ca. 1185, dr. van Comte Reinauld I de BAR-le-DUC (eenoog) en Gisela de VAUDEMONT.

   4. 

Comte Eustatius, geboren ca. 1090, overleden ca. 1160.
Getrouwd ca. 1139 met nn de WAREMME, geboren ca. 1090, overleden ca. 1160,
van onbekende herkomst, dr. van Wiger, vogt van St Lambert in Luttich.

   5. 

Alveradis (zie 267452621).

 

Karel de Grote Reeks 78 Holl (Soulcié) gen 13

 

   6. 

Hugo de WARY.

   7. 

Friedrich.

   8. 

Albero, bisschop van Luttich, overleden 1145.


37003428    Graf Gebhard II von SULZBACH, geboren ca. 1053, overleden ca. 1085, zn. van Graf Gebhard I von SULZBACH (zie 74006856) en nn von SULZBACH? (zie 74006857).
Getrouwd op dinsdag 7 augustus 1078 met
37003429    Irmingard van ROTH, geboren ca. 1060, overleden 14 juni waarschijnlijk 1101, begraven te Kastl, dr. van Kuno van ROTH (zie 74006858) en Uta von DIESSEN (zie 74006859).
Waaruit geboren:

   1. 

Graf Berengarius II (zie 18501714).


37003430    Otto II van DIESSEN, geboren ca. 1045, overleden op zaterdag 24 april 1120,
Graaf van Diessen, zn. van Berthold II van DIESSEN (zie 74006860).
Getrouwd ca. 1070 met
37003431    Justizia[4] ? Geboren ca. 1050, overleden 30-1ca1120, begraven te Thanning,
van onbekende herkomst.
Waaruit geboren:

   1. 

Adelheid (zie 18501715).


37003432    Graaf Hendrik I van LIMBURG[5], graaf van Limburg en Arlon (Aarlen), hertog van Neder-Lotharingen (1101-06), wordt in 1106 afgezet, geboren ca. 1070, overleden 1119.

 

Limburg


Hendrik I (ca. 1070 - 1119) was de oudste zoon van Walram I van Limburg en Jutta van Luxemburg, dr. van Frederik (II) van Luxemburg.

Hendrik volgde in 1082 zijn vader op als graaf van Limburg. Hij verzette zich in 1094 tegen de benoeming van Arnold I van Loon als voogd van Sint-Truiden voor de bezittingen in het prinsbisdom Metz. Zelf werd Hendrik in 1095 benoemd tot paltsgraaf van Neder-Lotharingen. Hij volgde zijn hertog Godfried van Bouillon in de Eerste Kruistocht en keerde daarna naar huis terug.

In 1101 werd hij benoemd tot opvolger van Godfried als hertog van Neder-Lotharingen en markgraaf van het markgraafschap Antwerpen. Zijn bestuur wordt vooral herinnerd omdat hij de schenking van tienden door Godfried aan Antwerpse kerken, ongedaan maakte. In 1106 moest Hendrik zijn functie opgeven omdat hij trouw bleef aan de afgezette keizer Hendrik IV na de coup van diens zoon, de latere keizer Hendrik V. Hertog Hendrik werd zelfs gevangengezet maar wist te ontsnappen.

In 1108 nam Hendrik paltsgraaf Siegfried gevangen die een complot tegen Hendrik V zou hebben beraamd. Hierdoor kwam Hendrik terug in de gunst van de keizer. Maar in de volgende jaren koos ook Hendrik de kant van de tegenstanders van de koning. Hij vocht mee met de Lotharingse edelen die in 1114 de keizer versloegen bij Andernach. In 1115 was hij een van de aanvoerders van de Lotharingse troepen die de Saksen hielpen tegen de keizer in de slag bij Welfesholz, waar de keizer opnieuw werd verslagen. Op de terugweg veroverden de Lotharingers Münster (stad), en verwoestten ze de palts van Dortmund en een aantal kastelen. In Mainz werd vervolgens een wapenstilstand bemiddeld. Daarna zijn geen bijzonderheden over Hendrik bekend.

Hendrik was getrouwd met Adelheid van Pottenstein (ca. 1080 - 13 augustus 1106). Zij was een achternicht van keizerin Bertha van Savoye, wat ongetwijfeld een invloedrijke steun betekende bij de benoemingen die Hendrik verkreeg.


zn. van Walram II Udo d'ARLON (zie 74006864) en Juditta van LUXEMBURG (zie 74006865).
Getrouwd (2) met (Beatrix) d'ARLON.

 

Getrouwd (1) ca. 1080 met
37003433    Adelheid van POTTENSTEIN, geboren ca. 1080, overleden op maandag 13 augustus 1106, dr. van Graf Botho von BOTTENSTEIN (zie 74006866) en Judith von SCHWEINFURT-SCHWABEN (zie 74006867).
Waaruit geboren:

   1. 

Walram III (I) Paganus (zie 18501716).

   2. 

Agnes, geboren ca. 1095, overleden op donderdag 13 juni 1129.
Getrouwd ca. 1116 met Friedrich von PUTELENDORF, geboren ca. 1085, overleden ca. 1125.
Pfalzgraaf van Saksen, zn. van Friedrich I von PUTELENDORF, Graaf van Goseck, en Gräfin Adelheid von STADE.

   3. 

Adelheid, geboren ca. 1095, overleden op woensdag 6 februari 1146.
Getrouwd ca. 1100 met Graf Friedrich von WERL ARNSBERG (de Strijdbare), geboren ca. 1070, overleden 1124, zn. van Graf Konrad von ARNSBERG-WERL en Mechtild (Mathilde) von NORTHEIM.

   4. 

Mathilde, geboren ca. 1095, overleden ca. 1140.
Getrouwd ca. 1110 met Hendrik I de la ROCHE, geboren ca. 1070, overleden op zondag 5 juni 1138, zn. van Comte Albert III de NAMURS (zie 73400348) en Ida von SAKSEN BILLUNG (zie 73400349).

 
37003434 =    18501696 Graaf Gerard I van GELRE (de Lange, de rossige).
37003435 =    18501697 Clementia de POITOU-AQUITANIE (von Gleiberg).
 
37003436    Graaf Herman IV von SAFFENBERG, geboren ca. 1030, overleden ca. 1091.
Graaf van Novenich en Saffenberg.

 

https://s3.amazonaws.com/photos.geni.com/p13/1a/42/a7/7a/5344483aeb1f43b7/v_o_saffenberg_medium.jpg


Getrouwd ca. 1060 met
37003437    Gepa von WERL[6], geboren ca. 1030, overleden ca. 1090.
Volgens EUROPÄISCHE STAMMTAFELN NEUWE FOLGE Band XVIII Tafel 1: van onbekende herkomst.

Waaruit geboren:

   1. 

Adelbert (zie 18501718).


37003440    Graaf Gerard IV van NEDER-LOTHARINGEN, geboren ca. 1000, overleden ca. 1070.
Graaf van de Elzas, Lotharingen (Matfriede), zn. van Gerard von NIEDER-LOTHARINGEN (zie 74006880) en Gisela de METZ (zie 74006881).

 

Gerard van Lotharingen met zijn vrouw Hedwig


Getrouwd ca. 1040 met
37003441    Hedwig van NAMEN, geboren ca. 1035, overleden op woensdag 14 april 1070 te Remiremont, dr. van Comte Albert II de NAMURS (zie 74006882) en Regelindis von LOTHARINGEN (zie 74006883).
Waaruit geboren:

   1. 

Beatrix von LOTHARINGEN, geboren ca. 1050, overleden ca. 1102.
Getrouwd ca. 1090 met Comte Stephan Etienne I de BOURGOGNE (Dolkop), geboren ca. 1055, overleden op dinsdag 27 mei 1102 te Rama. Gesneuveld.
Pfalzgraaf van Bourgondië, graaf van Macon, heer van Varasc, zn. van Willem I de BOURGOGNE-IVREA (le Grand) en Stephanie / Etiennette de LONGWY-METZ.

   2. 

Dietrich II von LOTHARINGEN (zie 18501720).

   3. 

Graf Gerard IV(I) von LOTHARINGEN, geboren ca. 1050, overleden ca. 1120, Graaf van Veaudemont.
Getrouwd ca. 1070 met Hedwig von EGISHEIM-DAGSBURG
[7], geboren ca. 1050, overleden ca. 1120, dr. van Gerhard II von EGISHEIM en Richarda.

   4. 

Gisela von LOTHARINGEN, geboren ca. 1053.


37003442    Graaf Robrecht I van VLAANDEREN (de Fries), graaf van Vlaanderen (1071-), regent van Holland (1061-1070), geboren ca. 1031, overleden op donderdag 13 oktober 1093 te Kassel.

 

Robrecht de Fries.png

https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/9/94/Robrecht_de_Fries.jpg/175px-Robrecht_de_Fries.jpg

Graaf Robrecht I, de Fries(afbeelding uit Flandria illustrata, 1641)


Strijd tegen de bisschop van Utrecht
Samen met zijn stiefzoon Dirk V van Holland streed Robbrecht met succes tegen het gezag van de bisschop van Utrecht. Volgens onbevestigde bronnen zouden zij beiden zelfs de hand hebben gehad in de moord (1076) op Godfried met de Bult, gespietst op een ijzeren staaf. Uiteindelijk slaagden zij erin de vroeger verloren gebieden van het graafschap Holland te heroveren.

Betrokkenheid bij de Engelse troon
De betrekkingen met de Engelse koning Willem de Veroveraar waren verre van vriendschappelijk. Deze had indertijd zelfs een contingent Normandiërs gestuurd om Richilde te steunen in haar strijd tegen Robrecht. Robrecht steunde de aanspraken van zijn schoonzoon Knoet IV van Denemarken op de (verloren) Engelse troon. Samen zouden ze een vloot van 1600 boten naar Engeland sturen. Het kwam echter nooit zover, door een broedertwist tussen de twee Deense prinsen Knoet IV en Olaf. Olaf werd gevangen genomen en naar Robrecht gestuurd. Maar kort daarop, op 10 juli 1086, werd Knoet IV vermoord. Olaf werd teruggestuurd naar Denemarken, na betaling van een aanzienlijke som losgeld.

Pelgrimstocht naar Jeruzalem
Robrecht de Fries had het plan opgevat om op pelgrimstocht naar Palestina (het "Heilige Land") te trekken (1086-1091) (dus nog voor de eerste kruistocht). Hij liet het bestuur van het graafschap in handen van zijn zoon, de latere Robrecht II. Robrecht de Fries verbleef twee jaar in Jeruzalem. Bij zijn terugkeer knoopte hij betrekkingen aan met de Byzantijnse keizer Alexius Comnenus, aan wie hij militaire hulp verleende in diens strijd tegen de Turken.

Hervormingen
Robrecht de Fries staat bekend om zijn binnenlandse hervormingen die hem in staat stelden met de steun van de steden het grafelijk gezag te verstevigen, ten nadele van de voorrechten van de adel en de geestelijkheid. Dit ging niet vanzelf. Arnoldus, bisschop van Soissons en latere stichter van de abdij in Oudenburg, ging in 1083 op reis door het graafschap om de vrede te herstellen tussen de graaf en de adel. Arnoldus zou sterven op 15 augustus 1087 te Oudenburg gedurende een tweede vredestocht. Robrecht de Fries voerde het ambt in van grafelijke kanselier en bevorderde de ontluikende handel. Hij maakte van Brugge een Europees handelscentrum. Door de begrippen godsvrede en -bestand na te leven, bevorderde hij ook de vrede met naburige graafschappen.

Graf en opvolging
Robrecht liet in Kassel in 1072 de Sint-Pieterskerk bouwen op de Terrasse du Château (het platform boven op de Kasselberg) om zijn overwinning op de Franse koning te vieren die hij het jaar voordien op de naamdag van Sint-Pieter had behaald. Robrecht werd in 1093 in een crypte onder de kerk begraven. In 1787 begon men met de afbraak van de kerk. Tijdens de Franse Revolutie werden zijn asresten opgegraven en in een goot gegooid.

Robrecht werd opgevolgd door zijn zoon, Robrecht II van Jeruzalem, aan wie hij reeds voor zijn vertrek op pelgrimstocht gedeeltelijk het bestuur van zijn graafschap overdroeg (sinds 1080).

Robrecht “de Fries” verjagd
Holland 1071; Vertegenwoordigers van het koninklijk gezag, bisschop Willem van Utrecht en hertog Godfriet III van Lotharingen, hebben kans gezien de Vlaamse graaf Robrecht (bijgenaamd "de Fries") uit Holland te verjagen. Sommige berichten spreken van een smadelijke nederlaag. Robrecht is naar Vlaanderen teruggekeerd.
Het Vlaamse optreden in Holland houdt verband met de vlucht van de gravin-moeder Geertruida, weduwe van Floris I van Holland, met haar zoontje Dirk V naar het zuiden. In 1063 hertrouwde zij met de gravenzoon Robrecht. Samen traden Geertruida en Robrecht op als voogd van Dirk, zolang hij nog te jong was om de bestuurlijke taak op zich te nemen. De Duitse koning wilde het graafschap niet kwijtraken en gaf zijn paladijnen opdracht maatregelen te nemen.
Vrijwel het gehele gebied is onder het gezag van de Utrechtse Kerk gebracht. Alleen het gebied rond Vlaanderen blijft min of meer in handen van Dirk en Robrecht. De stijd in Holland is echter nog niet gestreden, zeker nu Robrecht dit jaar in Vlaanderen een geslaagde greep naar de macht heeft gedaan.

Vlaanderen rouwt over Robrecht de Fries

Kassel 13 oktober 1093

Met verslagenheid is in Vlaanderen gereageerd op het bericht dat graaf Robrecht, bijgenaamd "de Fries", het tijdelijke voor het eeuwige heeft verwisseld. Het nieuws van zijn dood is vooral bij de bewoners van de steden, de kooplieden en handelaren, hard aangekomen, omdat de graaf van al zijn onderdanen hen het meest placht te begunstigen.
Gedurende Robrechts regeringsperiode nam de economische waarde van de Vlaamse steden zienderogen toe. Hij gaf ze een eigen rechtspraak, die aangepast was aan de noden van de handel, in het belang waarvan hij ook tolvrijstelling verleende. Bovendien beknotte hij met steun van de steden de macht van de adel en de geestelijkheid. Robrecht was een streng handhaver van de openbare orde en deed alles wat in zijn vermogen lag om de ridders, die vanuit hun versterkte burchten onschuldige kooplieden aanviel in te tomen. Dat hierbij een flinke portie eigenbelang meesprak zal niemand verbazen. Naarmate het de kooplieden beter ging, zouden zij door hun belastingafdrachten de grafelijke schatkist meer spekken.
Aanvankelijk zag niets er naar uit dat Robrecht, tweede zoon van graaf Boudewijn V, ooit nog eens zoveel macht en aanzien zou krijgen. Zijn broer Boudewijn VI zou immers als eerstgeborene alles erven. Het lot nam een onverwachtse wending toen deze, in 1067 aan de macht gekomen, reeds in 1070 stierf, en het bestuur vanwege de minderjarigheid van zijn zoon Arnulf III werd overgedragen aan zijn weduwe Richildis, die eveneens over Henegouwen heerste.

Ofschoon Robrecht van alle aanspraken op Vlaanderen afstand had gedaan ten gunste van zijn neef, en zich hoog en breed in Holland had gevestigd, alwaar hij de weduwe van graaf Floris I van Holland had getrouwd, bedacht hij zich. Vanuit zijn noordelijke machtspositie eiste hij Vlaanderen op. Na de weigering van Richildis, die zich mocht verheugen in de steun van koning Filips van Frankrijk, leenheer voor Vlaanderen, en van Willem de Veroveraar, hertog van Normandië, versloeg hij haar bij Kassel (1071).
Bij deze slag sneuvelde zijn neef Arnulf. Robrecht usurpeerde de titel van graaf van Vlaanderen, terwijl Richildis Henegouwen bleef regeren. Tot grote woede overgens van de Franse koning, Filips I, tot wiens gebied Vlaanderen behoorde. Robrecht gaf zich alle moeite om Filips milder te stemmen door hem zijn stiefdochter uit te huwelijken. Bovendien toonde hij zich voortaan een trouw leenman van de Franse vorst.
Samen met zijn Hollandse stiefzoon Dirk V, die uit Holland moest vluchten en wiens machtsherstel hij beoogde, deed Robrecht het Duitse rijksgezag afbreuk waar hij kon. Vermoedelijk waren beide mannen betrokken bij de moord in 1076 op hertog Godfriet III van Neder-Lotharingen, die tevens bondgenoot was van de gehate Henegouwen.
Ofschoon Robrecht greep probeerde te houden op de bisschopsbenoemingen in zijn graafschap, onderhield hij in het algemeen goede betrekkingen met paus Gregorius VII. Hij maakte een tocht naar Palestina, die vier jaar duurde, en ontmoette de Byzantijnse keizer Alexius I Comneunus, die hij militair bijstond in diens strijd tegen de Turken. Het is zonneklaar dat met Robrecht een energiek man is heengegaan, die zich bij tijd en wijle weinig scrupuleus betoonde in het nastreven van zijn doeleinden en, al dan niet gedreven door eigenbelang, de welvaart van zijn land nimmer uit het oog verloor.

 

Zn. van Graaf Boudewijn V van VLAANDEREN (Insulanus) (zie 74006884) en Adelaïde (Aelis) CAPET (zie 74006885).
Getrouwd ca. 1063 met
37003443    Gertrude von SACHSEN BILLUNG
[8], geboren ca. 1033 te Schweinfurt, overleden op zondag 3 augustus 1113 te Veurne, of overleden 4 augustus 1115?
Begraven te Veurne.

 

Gertrude de Saxe.png

 


Regentes voor haar minderjarige zoon Floris II 1061-1071, week met haar tweede man naar Gent uit toen Godfried III met de Bult tegen Holland ten strijde trok (1069), overl. 4 aug. 1115, begr. St.Walburgskerk, Veurne (B.), tr. (2) 1063 Robert I de Fries, graaf van Vlaanderen .

Dr. van
Herzog Bernhard II von SACHSEN BILLUNG (zie 74006886) en Eilica. von SCHWEINFURT (zie 74006887).
Getrouwd voor de kerk (1) 1050 met
Graaf Floris I van HOLLAND (zie 74006944).
Waaruit geboren:

   1. 

Graaf Albrecht, geboren ca. 1051 te Vlaardingen.

   2. 

Graaf Dirk V (zie 37003472).

   3. 

Graaf Pieter, geboren ca. 1053 te Vlaardingen.

   4. 

Bertha[9] [10] (dikke Bertha), geboren ca. 1055, overleden op zondag 30 juli 1094 te Montreuil sur Mer. Bertha overleed in ballinschap nadat zij in 1092 verstoten was.

 

Bertha of holland.jpg


Bertha van Holland dankt haar plaats in de geschiedenis aan vier mannen: haar vader, Floris I van Holland, haar stiefvader, Robrecht de Fries van Vlaanderen (reg. 1071-1093), haar echtgenoot, Filips I van Frankrijk (reg. 1060-1108) en haar zoon Lodewijk VI van Frankrijk (reg. 1108-1137).

Bertha’s ouders waren omstreeks 1050 getrouwd en kwamen beiden uit aanzienlijke families. Haar moeder, Geertrui, was de dr. van de hertog van Saksen en kwam uit het rijke en machtige geslacht der Billungen. Haar vader, Floris I, was graaf van Holland. Zijn heerschappij strekte zich uit ten westen van het Vlie en rond de oevers van de Rijn. In dit vaag omschreven gebied zal Bertha haar jeugd hebben doorgebracht.

In 1061 werd graaf Floris, vermoedelijk op instigatie van de bisschop van Utrecht, door een sluipmoordenaar gedood. Geertrui bleef met drie minderjarige kinderen achter: de latere Dirk V, Bertha en de jong gestorven Floris. In 1063 hertrouwde zij met Robrecht, de jongste zoon van graaf Boudewijn V van Vlaanderen. Bertha kwam onder de voogdij van haar stiefvader te staan. Haar lot was nu verbonden met het zijne, een feit dat bepalend zou zijn voor de verdere loop van haar leven.

Huwelijk
In 1070 stierf Robrechts broer, Boudewijn VI, die vanaf 1067 graaf van Vlaanderen was geweest. Hoewel Robrecht zijn broer had beloofd geen aanspraak te zullen maken op het graafschap, greep hij zijn kans en versloeg in 1071 bij de slag van Kassel de wettige opvolger, de jonge Arnulf III. Hiermee schond hij niet alleen zijn belofte aan zijn overleden broer, maar schoffeerde hij ook de koning van Frankrijk, Filips I, die Arnulf in dit conflict gesteund had. Robrecht de Fries (zijn bijnaam dankte hij aan zijn huwelijk met Geertrui) was nu graaf van Vlaanderen, maar hij moest zich nog wel verzoenen met Filips. Een huwelijk was hiervoor het middel bij uitstek. Robrecht zou er meermalen gebruik van maken om zijn positie te versterken. In 1071 waren zijn eigen dochters nog te jong, maar zijn stiefdochter Bertha had de juiste leeftijd. Algemeen wordt aangenomen dat zij deel uitmaakte van de vredesregeling tussen Robrecht en Filips. In 1072 werd zij Filips vrouw en daarmee koningin van Frankrijk.
Bertha verhuisde dus naar het Franse hof, dat in de elfde eeuw nog weinig prestigieus was. Filips macht reikte niet veel verder dan een reeks gebieden tussen Parijs en Orlans en hier zal Berthas leven zich hoofdzakelijk hebben afgespeeld. Een vaste hoofdstad was er nog niet, al werd Parijs steeds belangrijker. Het huwelijk bleef lang kinderloos. Pas na negen jaar, in 1081, werd hun eerste zoon geboren, de latere Lodewijk VI, bijgenaamd de Dikke. Daarna werd dochter Constance geboren, en waarschijnlijk nog een zoon, Hendrik, die als kind gestorven zou zijn.

Koningin
Over Berthas optreden als koningin is in de bronnen weinig te vinden. In slechts drie schenkingsoorkonden komt zij als mede-ondertekenaar voor. Alleen in de Vita Arnulfi treedt zij onverwacht uit de schaduw. In dit heiligenleven, voltooid kort na 1108, vertelt de auteur, Lisiardus, over een gebeurtenis die zich afspeelde in het klooster Saint-Mdard waar hij als monnik leefde.


In 1076 had koning Filips ervoor gezorgd dat een zekere Pontius hier abt werd. De koning had zich hiervoor door Pontius laten betalen, een gewoonte die juist in deze tijd door de Kerk scherp bekritiseerd werd. Toen bleek dat deze Pontius ook nog de bezittingen van het klooster voor eigen doeleinden gebruikte, smeekten de monniken Filips om zelf een nieuwe abt te mogen kiezen. Filips stemde toe en de monniken kozen Arnulf van Oudenburg (de latere heilige) tot abt. Helaas kwam Arnulf al spoedig in conflict met de koning en besloot hij te vertrekken en als kluizenaar te gaan leven. Om te voorkomen dat Pontius terug zou keren, zorgde hij ervoor dat de monniken een waardige opvolger kozen, een zekere Gerald.


Op dat moment verschijnt Bertha ten tonele. De Vita Arnulfi beschrijft hoe zij met koninklijk geweld (vi regia) Pontius vergezelde om Gerald te verdrijven. Als Arnulf dat hoort verlaat hij zijn kluis en maant hij de koningin de kerkelijke wetten te respecteren en zich van Pontius te distantiëren. De koningin wordt woedend en weigert. Hierop voorspelt Arnulfus haar dat zij nog voor haar dood door Gods wraak getroffen zal worden. Zij zal uit het koninkrijk verdreven worden en ellendig en veracht, als balling sterven. Bertha hield echter voet bij stuk en Gerald moest vertrekken. Er wordt wel beweerd dat Bertha hiermee wraak wilde nemen op de heilige Arnulfus omdat zijn familie zich gekant zou hebben tegen de grafelijke ambities van Robrecht de Fries, maar dat lijkt nogal vergezocht.

Hoewel in alle overgeleverde versies van de Vita Arnulfi de naam Bertrada wordt gebruikt, lijdt het geen twijfel dat de auteur Bertha bedoelde. De hier genoemde gebeurtenissen speelden zich af in 1078 toen Bertha koningin was en er nog geen sprake was van een Bertrada. De naamsverwisseling is echter niet zo verwonderlijk wanneer men bedenkt dat toen het ‘heiligenleven’ geschreven werd (tussen 1095 en 1108) het huwelijk van Filips en zijn tweede vrouw Bertrada een groot schandaal veroorzaakte. De naam Bertrada was op ieders lippen. Bertha was toen al dood en vergeten.

Verstoting
Afgezien van haar spectaculaire optreden in het klooster Saint-Mdard, blijft Bertha op de achtergrond, totdat ze - overeenkomstig de profetie van Arnulf - na twintig jaar huwelijk door Filips verstoten werd. Bertrada, de echtgenote van de graaf van Anjou, nam haar plaats in. De geschiedschrijvers, allen geestelijken, maken er met afkeuring melding van. Volgens de Kerk was het huwelijk onverbrekelijk.

Voor Filips golden echter andere overwegingen. Zijn huwelijk met Bertha had hem maar 1 zoon opgeleverd, een wankele basis voor het voortbestaan van de monarchie. Het verstoten van echtgenotes terwille van het nageslacht of ter vergroting van het machtsgebied was bepaald niet ongebruikelijk in die tijd. Filips zal dus in het belang van zijn dynastie gehandeld hebben, hoewel de bronnen hem andere motieven toedichten. Ordericus Vitalis en Suger betichten hem van wellust en Willem van Malmesbury meent te weten dat Bertha verstoten werd omdat ze veel te dik was. Dat laatste zal vast niet de reden zijn geweest, maar opvallend is wel dat haar zoon Lodewijk de Dikke genoemd zou worden en haar neefje Floris II dezelfde bijnaam kreeg.

Zo verliet Bertha in 1092 het koninklijk hof en vestigde zich in het graafschap Ponthieu, in het kasteel Montreuil-sur-Mer, dat zij bij haar huwelijk van Filips als bruidsgift gekregen had. Lang heeft ze niet meer geleefd. In 1094 is ze daar als iemand uit het volk (more plebeio), als we de Vita Arnulfi mogen geloven, gestorven en begraven.

Getrouwd voor de kerk 1072, gescheiden 1092 van Roi Philippe I de FRANCE
[11] (l'Amoureux), roi des Francs (4 augustus 1060 - 29 juli 1108), geboren op zaterdag 23 mei 1052 te Champagne-et-Fontaine, overleden op woensdag 29 juli 1108 te Melun op 56-jarige leeftijd, of 1094 te Montreuil-sur-Mer, begraven te Abbaye St Benoit sur Loire.

Karel de Grote reeks 128 Zuiderent gen 11

zn. van Roi Henri I CAPET de FRANCE (zie 74006972) en Anna Yaruslavna van KIEV (zie 74006973). {Hij is later getrouwd op 39-jarige leeftijd op zaterdag 15 mei 1092, gescheiden ca. 1104 van Bertrade de MONTFORT l'AMAURY (zie 37003445).}

   5. 

Adele Christiene, geboren ca. 1055, overleden ca. 1085. Zij wordt niet bij Cordfunke (Gravinnen van Holland) genoemd, maar wel bij Dek (Graven van Holland).
Getrouwd ca. 1070 met Comte Boudewijn I de GUINES, geboren ca. 1040, overleden ca. 1097, zn. van Eustatius comte de GUINES en Susanne van CRAMENE.

   6. 

Gravin Machteld, geboren ca. 1057 te Vlaardingen.

   7. 

Floris, geboren ca. 1059 te Vlaardingen.

 

 

Getrouwd (2) ca. 1063 met Graaf Robrecht I van VLAANDEREN (de Fries) (zie 37003442).

Waaruit geboren:

   8. 

Robrecht II, geboren ca. 1065, overleden op donderdag 5 oktober 1111. Graaf van Vlaanderen.
Getrouwd voor 1092 met Clementia de BOURGOGNE, geboren ca. 1070, overleden ca. 1133, dr. van Willem I de BOURGOGNE-IVREA (le Grand) en Stephanie / Etiennette de LONGWY-METZ. {Zij is later getrouwd ca. 1125. Zij is later getrouwd ca. 1125 met
Gotfried I van LEUVEN (met de baard) (zie 18501712).}

   9. 

Adela, geboren ca. 1065, overleden op donderdag 1 april 1115.
Getrouwd (1) na 1085 met Knut IV van DENEMARKEN (de heilige), geboren ca. 1060, overleden op vrijdag 10 juli 1086 te Odense, begraven te Odense. Koning van Denemarken, zn. van Sven II van DENEMARKEN en Thora Thorbergsdotter van THORBERG?
Getrouwd (2) ca. 1090 met Roger I van APULIë SICILIë, geboren ca. 1062, overleden op woensdag 22 februari 1111. Hertog van Apuliëe en Calabrië, zn. van Robert I Guiscard van APULIë SICILIë en Sigigaita van SALERNO.

   10. 

Gravin Gertrudis (zie 18501721).

   11. 

Philip van LOO.

   12. 

Boudewijn, overleden 1080.

   13. 

Philips van LOO.

   14. 

Otgiva? Abdes van Messines (1101-1127).

   15. 

Boudewijn? Overleden 1080.

   16. 

Rosemunde (zie 534905089).

 

Na het overlijden van Boudewijn kwam het tot een gewapend treffen met de gravin-weduwe Richilde van Henegouwen en haar twee zonen Arnulf en Boudewijn. De familietwist, met als inzet het graafschap Vlaanderen, werd beslecht in de Slag bij Kassel op 22 februari 1071.

 

De slag bij Kassel werd op de noordoostelijke flank van de Kasselberg uitgevochten en is een van de drie veldslagen die in de buurt van de stad Kassel (huidig Frans-Vlaanderen) werden geleverd.

Het was een militair treffen om de heerschappij over het graafschap Vlaanderen.

In het jaar 1070 stierf graaf Boudewijn VI. Hij werd opgevolgd door zijn minderjarige zoon Arnulf III. Zijn moeder Richilde van Henegouwen nam de voogdij op zich. Onder de Vlaamse vazallen was dit regentschap van de Henegouwse gravin impopulair. Haar zwager Robrecht de Fries, de broer van de overleden graaf, die in het graafschap Holland heerste, maakte eveneens aanspraak op de opvolging. Hij maakte van deze gelegenheid gebruik en viel nog in hetzelfde jaar het graafschap Vlaanderen binnen, waarbij Arnulf van tirannie beschuldigde. Robrecht  slaagde er snel in om Brugge en Gent voor zich in te nemen, maar werd toen door graaf Eustaas II van Boulogne gevangengenomen. Rond dezelfde tijd raakte ook Richilde echter in gevangenschap van aanhangers van Robrecht. Hierna kwam het tot een gevangenenruil; beide prominente gevangenen werden vrijgelaten.

Arnulf had als oudste zoon van graaf Boudewijn VI recht op de graventitel. Hij kreeg daartoe de steun van zijn moeder Richilde van Henegouwen. Richilde vroeg bij koning Filips I van Frankrijk, de leenheer van Vlaanderen, met succes om militaire ondersteuning. Ook van haar schoonzuster Mathilde, de zuster van Robrecht de Fries en de vrouw van Willem de Veroveraar kreeg zij steun, hoewel het gevolg van de door haar gestuurde Willem Fitz Osbern, de eerste graaf van Hereford, uit slechts tien Normandische ridders bestond. Ook graaf Hendrik II van Leuven (een neef van Richilde) steunde haar. De ridders en steden uit het Picardische deel van Vlaanderen stonden eveneens overwegend aan haar kant. Kort voor de slag arrangeerde koning Filips I van Frankrijk een huwelijk tussen Willem Fitz Osbern en Richilde van Henegouwen (haar derde), dit om zo de jonge graaf Arnulf III van de broodnodige steun te voorzien.

In de slag op 22 februari 1071 trok Robrecht de Fries aan het langste eind. Dit ondanks een op papier toch tamelijk formidabele oppositie die tegenover hem stond. Willem Fitz Osbern viel in de slag bij Kassel net zoals graaf Arnulf III. (die voortaan "de Ongelukkige" werd genoemd). Arnulf III werd gedood door Gerbod de Vlaming. Richilde en haar tweede zoon, Boudewijn II van Henegouwen vluchtten naar Henegouwen, waar zij in de jaren erna in staat bleken om het graafschap Henegouwen voor Boudewijn veilig te stellen. De dood van Arnulf zette kwaad bloed bij de Franse koning en ook bij de paus.


Richilde kon zich bij deze nederlaag niet neerleggen. Het testament van haar man had bepaald dat bij het overlijden van één van zijn zonen, de overlevende zoon, het graafschap van de overledene zou erven. Dus Boudewijn was volgens het testament graaf van Vlaanderen.

Robrecht de Fries werd echter na de slag de nieuwe graaf van Vlaanderen, wat ook de naar Montreuil gevluchte koning Filips I van Frankrijk moest erkennen. Beide sloten nog in hetzelfde jaar een bondgenootschap tegen de Noormannen, hetgeen bezegeld werd met een voorgenomen huwelijk tussen Bertha van Holland, een stiefdochter van Robrecht de Fries, met Filips I van Frankrijk. Hiermee waren de kansen van Richilde op de grafelijke troon van Vlaanderen definitief verkeken.

Nauwelijks een maand na de nederlaag bij Kassel trok Richilde met een gezamenlijk Henegouws en Frans leger ten strijde tegen Robrecht de Fries. Sint-Omaars werd geplunderd en platgebrand. Robrecht was in het defensief, maar haalde toen een slimme diplomatieke zet uit. Hij had eerder in Kassel Eustachius, graaf van Boulogne, gevangen genomen. Deze was tevens de broer van Godfried, bisschop van Parijs en kanselier van Filips I. Door een goed woord van laatstgenoemde bij de Franse koning en de vrijlating van Eustachius, zag Filips I af van zijn steun aan Richilde.

Hij herstelde zijn blazoen bij de paus door het bouwen (of vernieuwen) van een dertigtal kerken of kapellen, allen toegewijd aan de heilige Petrus, zoals te Oostende en te Brugge.

Richilde gaf echter niet op. Zij slaagde erin een verbond te vormen met gezworen vijanden van Robrecht de Fries: de bisschop van Luik, Godfried III met de Bult (hertog van Neder-Lotharingen), Willem I (bisschop van Utrecht),de bisschoppen van Verdun en Cambrai en de aartsbisschop van Keulen. Zij was zelfs hiervoor bereid vazal te worden van de bisschop van Luik. De anderen hadden rijkelijke geschenken ontvangen.


Robrecht de Fries kon opnieuw een veldslag voorkomen door een gezant te sturen naar de Duitse koning Hendrik IV. Deze gaf de koning de boodschap dat Robrecht de investituur van Rijksvlaanderen, bestaande uit gedeelten van Vlaanderen die op de rechteroever van de Schelde gelegen waren, wilde bevestigen en desnoods de koning militair zou bijstaan. Op dat ogenblik zat Hendrik IV zelf in een investituursstrijd gewikkeld met de paus Gregorius VII en kon dus alle hulp goed gebruiken. Hij aanvaardde het aanbod en erkende Robrecht de Fries als graaf van Vlaanderen. Zo kwam er aan het verbond van Richilde met haar bondgenoten zonder slag of stoot een einde.

Richilde bleef zinnen op wraak en viel met een Henegouws leger Vlaanderen binnen. Robrecht trok in de tegenaanval en viel plunderend Henegouwen binnen. Tenslotte verpletterde hij het kleine leger van Richilde. Na een vredespakt, dat later verbroken werd, kwam Dowaai bij het graafschap Vlaanderen.


37003444    Comte Fulco IV d'ANJOU
[12] (le Rechin (de Norse)), geboren ca. 1043 te Anjou, overleden op 4 april 1109 te Angers

 Fulco IV van Anjou was de tweede (en jongste) zoon van Ermengarde van Anjou en Godfried II van Gâtinais.

Fulco en zijn broer Godfried waren erfgenamen van hun oom Godfried II van Anjou, die beiden in 1060 tot ridder sloeg. Godfried II overleed korte tijd later, Fulco nam het bestuur over Saintonge op zich en zijn broer Godfried kreeg het graafschap Anjou. De broers wisten in 1062 een aanval van Aquitanië af te slaan. Daarna streden ze onderling om de macht. Fulco wist Godfried in 1067 te verslaan maar moest hem onder druk van de kerk vrijlaten. In 1068 nam hij hem opnieuw gevangen, nu definitief. Door deze strijd gingen Saintogne en Gâtinais verloren, Fulco was alleen nog heer over Anjou en over Tours.

Het bestuur van Fulco concentreerde zich verder op het handhaven van zijn gezag over de lagere adel, en op het conflict over de macht in Maine (provincie) met Normandië. Fulco moest toestaan dat zijn vazallen steeds meer macht verwierven en zelfs kastelen bouwden zonder zijn toestemming. In Maine wist hij echter, met hulp van Bretagne, te bereiken dat een graaf werd geïnstalleerd die hem gunstig gezind was. In 1096 gaf hij opdracht om een geschiedenis van Anjou te schrijven. Zijn zoon Godfried (IV) kwam in 1103 in opstand en dwong Fulco om de macht met hem te delen.

 

Fulko4Anjou.jpg

Fulco


zn. van Godfried Ferreol comte de GATINAIS (zie 74006888) en Ermengarde d'ANJOU (Blanche) (zie 74006889).
Getrouwd (1) ca. 1065 met Hildegarde de BEAUGENCY, geboren ca. 1043, overleden ca. 1070.
Waaruit geboren:

   1. 

Irmgard, geboren ca. 1070, overleden ca. 1120.
Getrouwd (1) ca. 1089 met Willem VII (IX) d'AQUITANIE (le Jeune, le Troubadour), geboren op zaterdag 22 oktober 1071, overleden op woensdag 10 februari 1126 te Chize op 54-jarige leeftijd, begraven te Moustier Neuf,
Graaf van Poitiers, Hertog van Aquitanie, zn. van Willem VI (VIII) (Guido Godfried) d'AQUITANIE en Hildegardis Alderade de BOURGOGNE.

Getrouwd (2) ca. 1095 met Alain IV van CORNWALL, geboren ca. 1060, overleden op zaterdag 13 september 1119. Hertog van Bretagne, bijgenaam Le Fergent, zn. van Hoel II van CORNWALL en Hedwig de BRETAGNE. {Hij was eerder getrouwd ca. 1086 met Constance of ENGLAND, geboren ca. 1061, overleden op zondag 13 augustus 1094, dr. van King Willem I de NORMANDIE (de Veroveraar) (zie 37003450) en Mathilde van VLAANDEREN (zie 37003451).}

 

Getrouwd (2) ca. 1090, gescheiden ca. 1092 van Bertrade de MONTFORT l'AMAURY (zie 37003445).

37003445    Bertrade de MONTFORT l'AMAURY[13], geboren ca. 1060, overleden op woensdag 14 februari 1117 te Fontrevault, dr. van Seigneur Simon I de MONTFORT l'AMAURY (zie 74006890) en Agnes d'ÉVREUX (zie 74006891).
Getrouwd (1) ca. 1090, gescheiden ca. 1092 van
Comte Fulco IV d'ANJOU (le Rechin (de Strijdzuchtige)) (zie 37003444).
Waaruit geboren:

   2. 

Comte Fulco V (zie 18501722).

 

Getrouwd (2) op zaterdag 15 mei 1092, gescheiden ca. 1104 van Roi Philippe I de FRANCE[14] (l'Amoureux), roi des Francs (4 augustus 1060 - 29 juli 1108), geboren op zaterdag 23 mei 1052 te Champagne-et-Fontaine, overleden op woensdag 29 juli 1108 te Melun op 56-jarige leeftijd, of 1094 te Montreuil-sur-Mer, begraven te Abbaye St Benoit sur Loire.
Karel de Grote reeks 128 Zuiderent gen 11

 

Philippe1France.JPG

https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/c/cc/Denier_2e_type_Philippe_I.jpg/220px-Denier_2e_type_Philippe_I.jpg


Filips werd in 1059 al tot koning van Frankrijk gewijd en op 4 augustus 1060 (8 jaar oud) gekroond. Zijn moeder en Boudewijn V, graaf van Vlaanderen, waren gezamenlijk regent. Toen Anna in 1061 hertrouwde met Rudolf van Valois werd haar positie aan het hof onmogelijk en moest ze haar positie opgeven. In 1066 werd Filips meerderjarig verklaard en kon zijn zelfstandig regeren beginnen.

Politiek
Tijdens de eerste 25 jaar van zijn bewind was Filips volop bezig om zijn binnenlandse positie te versterken, ten koste van de grote leenmannen in het noorden van Frankrijk. Hierin was hij niet altijd succesvol.
Een overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen:
-           1068: Filips verwierf de Gâtinais in ruil voor zijn steun aan Fulco IV van Anjou

-          1071: Filips verloor de slag bij Kassel tegen Robrecht I de Fries die de macht in Vlaanderen had gegrepen ten koste van de rechtmatige graaf Arnulf III van Vlaanderen. Filips kreeg de abdij van Corbie in ruil voor de erkenning van Robrecht als graaf.

-          1072: versterking van de band met Robrecht door een huwelijk met diens stiefdochter Bertha van Holland

-          1076: Filips ontzette de stad Dol die door Willem de Veroveraar werd belegerd

-          1077: vrede met Willem die stopte met zijn pogingen om Bretagne te veroveren

-          1079: Filips stelde het kasteel van Gerberoy ter beschikking van Robert, de opstandige zn. van Willem de Veroveraar

-          1082: Filips annexeerde de Vexin

-          1090: Filips verwierf Bourges

 

Problemen met de kerk
Na 1090 werd Filips' bewind beheerst door zijn huwelijksverwikkelingen en de conflicten met de kerk die daaruit voortkwamen: Filips begeerde Bertrada, de mooie en jonge vijfde vrouw van zijn oude vazal Fulco IV van Anjou. Tegelijk vond Filips dat koningin Bertha dik en onaantrekkelijk was geworden. Dus scheidde hij op 15 mei 1092 van haar en verbande ze van het hof. Daarna trouwde Filips met Bertrada. Bertrada was toen nog niet gescheiden van Fulco.

Niet alle bisschoppen konden dit accepteren en er kwam verzet tegen deze gang van zaken. In 1094 excommuniceerde de aartsbisschop van Lyon het nieuwe paar. Dit werd in 1095 door de paus bevestigd. Onder druk van de excommunicatie verliet Filips Bertrada, waarop de excommunicatie werd opgeheven; Filips en Bertrada gingen echter weer samenwonen en werden opnieuw geëxcommuniceerd. Dit herhaalde zich enkele malen tot 1104. Toen legden Filips en Bertrada een plechtige eed af om te zullen scheiden, en werd de excommunicatie opgeheven. Natuurlijk braken ze hun eed en bleven bij elkaar maar de excommunicatie werd niet opnieuw ingesteld. Als dank gaf Filips tijdens een ontmoeting in Saint-Denis steun aan paus Paschalis II tegen keizer Hendrik V.

Koning Filips I overleed in zijn kasteel in Melun op 29 juli 1108. Hij werd begraven bij het klooster van Saint-Benoît-sur-Loire omdat hij vond dat hij niet waardig was om bij zijn voorvaderen in de kathedraal van Saint-Denis te worden bijgezet.


zn. van
Roi Henri I CAPET de FRANCE[15] (zie 74006972) en Anna Yaruslavna van KIEV[16] (zie 74006973).

 

Getrouwd (1) 1072, gescheiden 1092 van Bertha van HOLLAND[17] [18](dikke Bertha), geboren ca. 1055, overleden op zondag 30 juli 1094 te Montreuil sur Mer, dr. van Graaf Floris I van HOLLAND (zie 74006944) en Gertrude von SACHSEN BILLUNG (zie 37003443).}
Waaruit geboren:

   2. 

Philips[19], geboren ca. 1093, overleden ca. 1123, Graaf van Mantes,
Getrouwd ca. 1104 met Elisabeth de MONTLHERY, geboren ca. 1080, overleden op maandag 3 maart 1141.
Erfdochter, dr. van Seigneur Milon I de MONTHLERY (le Grand) en Adela Lithuaise de BLOIS CHAMPAGNE.

   3. 

Caecilia[20], geboren ca. 1095, overleden ca. 1145.

Getrouwd (1) ca. 1106 met Tancred de BON MARCHAIS, geboren ca. 1070, overleden op donderdag 5 december 1112. Vorst van Tiberias, zn. van Odo de BON MARCHAIS en Emma d'HAUTEVILLE.

Getrouwd (2) ca. 1115 met Comte Pontius de TOULOUSE, geboren ca. 1098, overleden ca. 1137 te Palestina. Graaf van Tripolis, zn. van Comte Bertrand de TOULOUSE en Adelheid (Helena, Helie) de BOURGOGNE.


37003446    Seigneur Helias de MAINE (de la Fleche), geboren ca. 1060, overleden op maandag 11 juli 1110, zn. van
Johan (de la Fleche) de BEAUGENCY (zie 74006892) en Paula de MAINE (zie 74006893).
Getrouwd ca. 1090 met
37003447    Mahaut (Mathilde) de CHATEAU-du-LOIR, geboren ca. 1060, overleden ca. 1099.
Waaruit geboren:

   1. 

Eremburga (zie 18501723).


37003448    Theobald III de BLOIS
[21], geboren ca. 1010, overleden ca. 1089, begraven te Epernay. Graaf van Blois en Champagne

 

Blois

 

 

Theobald III van Blois (1012 – 30 september 1089) was de oudste zoon van Odo II van Blois uit diens tweede huwelijk met Irmgard van Auvergne, en wist diens machtige positie en bezittingen voor een groot deel te behouden.

Theobald heeft in 1026 voor zijn vader gevochten bij Saumur en in 1037 in de slag bij Bar-le-Duc (Meuse) waar zijn vader sneuvelde. Na de dood van zijn vader erfde Theobald BloisChartresDunoisMeauxSancerreChâteaudunToursSensBeauvaisChâteau-ThierryProvins en Saint-Florentin (Yonne). Theobald en zijn broer Stefanus II van Champagne weigerden aanvankelijk om aan koning Hendrik I van Frankrijk de eed van trouw te zweren, waarop die hen met steun van Anjou aanviel. Uiteindelijk versloeg Godfried II van Anjou Theobald en Stefanus in de slag bij Nouy (bij Saint-Martin-le-Beau) en was Theobald gedwongen om Tours aan Anjou af te staan. In ruil voor Sens en Beauvais verzoende Theobald zich daarna met koning Hendrik en sloot een verbond met hem tegen Anjou. Theobald kreeg de functie van paltsgraaf. Ook verstootte hij zijn vrouw Gersende van Maine, mogelijk wegens de banden van haar familie met Anjou.

Stefanus overleed in 1048 en Theobald bezette met steun van keizer Hendrik III diens goederen in Champagne hoewel Stefanus' zoon Odo II van Champagne zich daar nog lang tegen verzette. Theobald steunde in 1054 koning Hendrik tegen Normandië en huldigde in datzelfde jaar keizer Hendrik te Mainz voor zijn Lotharingse bezittingen. In 1066 werd hij formeel graaf van Champagne omdat zijn neef zijn aanspraken opgaf en in het gevolg van Willem de Veroveraar naar Engeland trok. Theobald deelde in 1074 zijn macht met zijn zoon Stefanus. Hij was in 1081 nog gastheer van het concilie van Meaux en steunde de paus tegen de koning. Theobald werd begraven in de Sint-Maartenskerk te Épernay.

zn. van Compt Odo II de BLOIS (zie 74006896) en Irmingard d'AUVERGNE PROVENCE (zie 74006897).
Getrouwd (1) ca. 1040 met Gundrada, geboren ca. 1010, overleden ca. 1060, dr. van
Comte Heribert I de MAINE (zie 74006898) en Paula van PREUILLY? (zie 74006899). {Zij is later getrouwd ca. 1050 met Azzo Albert II von ESTE (zie 74006936).}

Getrouwd (2) ca. 1070 met Alice (Adèle) de VALOIS (zie 74006975).
Waaruit geboren:

   1. 

Odo III[22], geboren ca. 1070, overleden op zaterdag 5 april 1096. Graaf van Champagne.

   2. 

Hugue I[23], geboren ca. 1075, overleden op maandag 14 juni 1126, Graaf van Troyes (Blois), Champagne
Getrouwd (1) ca. 1110.met Elisabeth de BOURGOGNE, geboren ca. 1095, overleden ca. 1125, dr. van Comte Stephan Etienne I de BOURGOGNE (Dolkop) en Beatrix von LOTHARINGEN.

Getrouwd (2) 1093-95, gescheiden 1104 van Constance de FRANCE[24], geboren ca. 1078, overleden op dinsdag 14 september 1126, dr. van Roi Philippe I de FRANCE (l'Amoureux), roi des Francs (4 augustus 1060 - 29 juli 1108), en Bertha van HOLLAND[25] (dikke Bertha). {Constance was eerder getrouwd voor de kerk 1106 te Chartres met Marcus Boemund I van APULIË SICILIË, geboren ca. 1052, overleden op vrijdag 3 maart 1111 te Canossa, Vorst van Tarento, Vorst van Antiochië
zn. van Robert I Guiscard van APULIë SICILIë en Alberade van APULIë.}

 

Getrouwd (3) met

37003449    Ermesenda / Garsenda de MAINE, geboren ca. 1014, overleden 1048, dr. van Comte Heribert I de MAINE (zie 74006898) en Paula van PREUILLY? (zie 74006899).

Waaruit geboren:

   3. 

Etienne II Henri (Stephan) (le Sage) [26] (zie 18501724).

 
37003450    King Willem I de NORMANDIE
[27] (de Veroveraar), geboren op zaterdag 14 oktober 1027 te Falaise[1], overleden op donderdag 9 september 1087 te Rouen op 59-jarige leeftijd, begraven te Caen

 

Willem op het Tapijt van Bayeux

 

Willem I (Falaise, ca. 1028[28] – 9 september 1087), ook bekend als Willem de Veroveraar (Guillaume le Conquérant), was de eerste Normandische koning van Engeland van Kerstmis 1066 tot zijn dood. Hij was ook Hertog van Normandië van 1035 tot zijn dood, onder de naam Willem II. Vóór zijn verovering van Engeland, stond hij bekend als Willem de Bastaard omdat hij een buitenechtelijk kind was. Om zijn aanspraken op de Engelse kroon kracht bij te zetten viel Willem in 1066 Engeland binnen. Hij leidde een leger van NormandiërsBretonsVlamingen en Fransen (van Parijs en Île-de-France) naar de overwinning op de troepen van de Engelse koning Harold II in de Slag bij Hastings. De daaropvolgende Engelse opstanden werden door hem onderdrukt in wat bekend is geworden als de Normandische verovering van Engeland.

 

Jeugd

Willem was de buitenechtelijke zoon van Robert de Duivel en Herleva, dochter van een leerlooier genaamd Fulbert. Hij werd geboren in het Normandische Falaise, zo'n 30 km ten zuiden van Caen. Zijn vader werd ervan verdacht aan de macht te zijn gekomen na zijn oudere broer te hebben vergiftigd. Vermoedelijk om die reden ging Robert in 1034 op een pelgrimstocht naar Jeruzalem. Voor zijn vertrek liet hij de Normandische edelen hun trouw zweren aan Willem. Hoewel Willem buitenechtelijk was, was dit niet vreemd omdat in Normandië nog altijd het oude gewoonterecht van de Vikingen gold (de "more Danico") waardoor een man meeWikirdere vrouwen kon hebben, en hun kinderen wettige erfgenamen waren. Willems politieke tegenstanders zouden dit gegeven wel zijn leven lang tegen hem blijven gebruiken. Robert overleed tijdens zijn pelgrimstocht in 1035, en Willem volgde hem op als hertog van Normandië. Willem was toen nog geen tien jaar oud en de werkelijke macht lag bij zijn hovelingen, in het bijzonder bij zijn voogden. Er werd door de Normandische adel fel om deze posities gevochten en meerdere voogden sneuvelden of werden vermoord. Ook werden meerdere aanslagen op Willem zelf gepleegd.

 

In 1044/1045 steunde Normandië koning Hendrik I van Frankrijk tegen Godfried II van Anjou. Willem zal rond deze tijd meerderjarig zijn geworden (16 jaar oud). Hij werd in 1046 nog geconfronteerd met een gevaarlijke opstand van een deel van de Normandische adel die zijn neef Guy (zoon van zijn tante Adelheid van Normandië (1005-1038)) tot hertog wilden uitroepen. Willem vluchtte naar het hof van Hendrik. In 1047 keerde hij samen met Hendrik terug en versloeg zijn tegenstanders in de twee dagen durende Slag van Val-es-Dunes, aan de rivier de Orne bij Caen. Veel van zijn vluchtende tegenstanders werden gedood; het rad van een watermolen in de Orne zou door lijken zijn verstopt geraakt. Willem had nog drie jaar nodig om Guy en zijn aanhangers te onderwerpen. Hij gebruikte de Godsvredebeweging daarbij als een belangrijk hulpmiddel. Hij veroverde het opstandige Alençon en liet de handen van de burgers afhakken als straf omdat ze tijdens het beleg dierenhuiden aan de muren hadden gehangen, als verwijzing naar de nederige afkomst van zijn moeder die dochter van een leerlooier was. Nadat hij ook enkele veldtochten tegen Maine had gevoerd, was zijn positie als hertog verzekerd. Willem koos Caen als zijn hoofdstad en begon zijn regering als hertog.

 

Hertog, claim op de Engelse troon en huwelijk

 

https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/8/85/King_William_I_%28%27The_Conqueror%27%29_from_NPG.jpg/220px-King_William_I_%28%27The_Conqueror%27%29_from_NPG.jpg

Portret van Willem de Veroveraar in de National Gallery (17e eeuw)

 

Als jonge hertog werkte Willem gestaag aan het versterken van zijn macht en onafhankelijkheid. In 1051 of 1052 bezocht hij in Londen zijn achterneef Eduard de Belijder, koning van Engeland, die als jonge man voor zijn eigen veiligheid een tijd aan het Normandische hof had geleefd. Eduard was toen in conflict met zijn machtigste earlGodwin van Wessex. Willem beweerde later dat Eduard, die kinderloos was, hem bij deze gelegenheid de Engelse troon had beloofd.

 

In 1053 bevestigde Willem de goede banden met Vlaanderen door discreet te trouwen in het kasteel van Eu te Eu (Seine-Maritime) met zijn achternicht Mathilde van Vlaanderen, verwant in de vijfde graad. Dit huwelijk was zowel voor paus Leo IX (wegens bloedverwantschap) als voor koning Hendrik (wegens het machtige verbond tussen Normandië en Vlaanderen) niet te aanvaarden. Hendrik probeerde in 1054 en in 1056 Willem met een leger te onderwerpen, maar werd beide keren door Willem verslagen. Toen paus Nicolaas II in 1059 alsnog instemde met het huwelijk en Willem in 1062 ook nog Maine wist te veroveren, was zijn succes compleet. Het was Lanfranc van Bec die namens Willem met de paus onderhandelde. Deze religieuze zou later voor hem de Abbaye aux Hommes in Caen bouwen waar hij ook zou worden begraven.

 

https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/5/54/Caen_Abbaye_aux_Hommes_21-08-2013_11-28-36.JPG/1920px-Caen_Abbaye_aux_Hommes_21-08-2013_11-28-36.JPG

Abbye aux Hommes (Caen)

 

In 1064 leed Harold, zoon van Godwin van Wessex, schipbreuk op de kust van Ponthieu. Harold werd door de lokale heer gevangengenomen maar Willem zorgde voor zijn vrijlating en ontving Harold als zijn gast. Harold zou hebben deelgenomen aan een veldtocht van Willem en verloofde zich met Willems dochter Adelheid. Willem liet Harold zweren dat hij Willems aanspraken op de Engelse troon zou ondersteunen. Harold verklaarde later dat die eed onder dwang was afgelegd, en daarom niet geldig was. Na het overlijden van de kinderloze Eduard de Belijder (4 januari 1066), werd Harold door de witenagemot evenwel zelf tot koning uitgeroepen.

 

Verovering van Engeland

https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/3/36/Tapestry_of_bayeux10.jpg/220px-Tapestry_of_bayeux10.jpg

De komeet van Halley in 1066

 

Engeland was een goed georganiseerd koninkrijk met goed werkende belastingheffingen. Vooral dat laatste maakte het voor Willem aantrekkelijk om zijn aanspraken op de troon door te zetten. De verschijning van een komeet, vermoedelijk de komeet van Halley in april 1066, zag hij als een goed voorteken. Hij kreeg hulp van edelen uit Bretagne, Vlaanderen en het hele westen van Frankrijk en verzamelde een vloot van bijna 700 schepen. Harold stationeerde een leger en een vloot in het zuiden van Engeland om deze dreiging het hoofd te kunnen bieden maar op 8 september moest hij, gedwongen door de wet, zijn leger ontbinden en zijn vloot op Londen terugtrekken. Harolds leger bestond vooral uit dienstplichtige boeren, die bij het aanbreken van de oogsttijd het recht hadden om het leger te verlaten. Willem was juist door slecht weer vertraagd: zijn expeditie was vertrokken uit de Divesmonding maar had enkele weken moeten schuilen in de Sommemonding. Daardoor landde hij pas op 28 september 1066 bij Pevensey op de Engelse kust, zonder tegenstand te ontmoeten. Willem bleef aan de kust en bouwde bij Hastings een kasteel dat hij in kant-en-klare onderdelen uit Normandië had meegenomen, als verdediging tegen een mogelijke aanval over zee.

Harold was toen met zijn kleine beroepsleger ver weg in York, waar hij Harald III van Noorwegen en zijn eigen broer Tostig Godwinson had verslagen in de slag bij Stamford Bridge. Na het nieuws van Willems landing trok hij in haast naar het zuiden, waarbij hij onderweg zo veel mogelijk troepen verzamelde. Op 14 oktober vond de slag bij Hastings plaats, waarbij na een dag van zware gevechten Harold werd gedood en Willem de overwinning behaalde.

De slag bij Hastings was nog lang niet de definitieve beslissing. De Engelsen kozen Edgar Ætheling als koning. Willem trok via Dover en Canterbury naar Londen. Hij probeerde via London Bridge de stad te veroveren maar deze aanval werd afgeslagen. Willem liet versterkingen uit Normandië komen en stak de Theems over. Een nieuwe aanval op Londen lukte wel. Op 25 december werd Willem in de Westminster Abbey tot koning gekroond. Zijn verovering is het onderwerp van het beroemde Tapijt van Bayeux.

Willem werd voortdurend met Engelse opstanden geconfronteerd, wat in 1068 uitliep op een grote opstand in Mercia en Northumbria onder leiding van Edgar. Edgar werd verslagen en vluchtte naar Schotland, waar zijn zuster trouwde met koning Malcolm III. Northumberland kwam weer in opstand en York werd veroverd. De opstand werd gesteund door een inval uit Schotland en Denemarken (ook de Deense koning maakte aanspraken op de Engelse kroon). De opstandelingen kwamen tot Lincoln maar werden daar gestuit en uiteindelijk in Yorkshire verslagen. Willem begon toen een campagne van verschroeide aarde in het noorden van Engeland (de zogenaamde Harrying of the North) wat tot grote hongersnood en ontvolking leidde. De gevolgen daarvan waren 100 jaar later nog merkbaar en zelfs de paus zou Willem hebben vermaand over de behandeling van zijn onderdanen. De adel in het noorden werd op grote schaal vervangen door Willems volgelingen en de Denen werden afgekocht en gingen naar huis. In 1072 viel Willem Schotland binnen en sloot uiteindelijk een verdrag met Malcolm. Edgar gaf zich over in 1074. De laatste echte opstand in Engeland was vooral een opstand van Normandische edelen, hoewel de laatste Saksische earl Waltheof II van Northumbria ook aan de opstand deel nam en er weer steun was vanuit Denemarken. Willem was ten tijde van deze opstand in Normandië maar de opstand werd neergeslagen door zijn halfbroer Odo van Bayeux.

 

Willem introduceerde het feodale stelsel in Engeland, en benoemde veel Franse edelen in Engelse posities. Daarbij gaf hij ze bezittingen die over grote gebieden waren versnipperd zodat ze geen echte machtsbasis konden opbouwen. Hij bouwde ongeveer 80 kastelen, waaronder de Tower of London. In 1085 liet Willem het Domesday Book opstellen met een gedetailleerde inventarisatie van bezittingen in land en vee, voor een doelmatige belastingheffing en om de nieuwe bezitsverhoudingen permanent vast te leggen. Tegen deze tijd had de oorspronkelijke Angelsaksische adel en geestelijkheid nog maar 8% van het land in bezit. De Normandiërs drukten ook qua recht, cultuur en architectuur gedurende de volgende eeuwen een sterk stempel op Engeland.

Opmerkelijk aan de verovering van Engeland is dat deze trekken heeft van een commerciële onderneming. In de Normandische administratie werd vastgelegd wat ieders bijdrage in schepen aan Willems invasievloot was geweest. Er bestaat een zichtbaar verband tussen de grootte van deze investeringen en de grootte en het belang van de Engelse functies en bezittingen die deze investeerders na 1066 kregen toebedeeld.

 

Laatste jaren

https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/9/95/Bayeuxtapestryodowilliamrobert.jpg/220px-Bayeuxtapestryodowilliamrobert.jpg

Willem tussen zijn halfbroers Odo en Robert

In 1076 dreigde een oorlog tegen Bretagne maar onder druk van koning Filips I van Frankrijk werd een vrede bereikt die werd bezegeld door de verloving van Willems dochter Constance met Alan IV van Bretagne, de erfgenaam van de hertog van Bretagne.

Willems zoons kregen grote ruzie met elkaar in 1079. Robert, de oudste, werd door zijn broers in een modderpoel gegooid. De ruzie die hieruit voortvloeide leidde tot een complete oorlog waarin Willem aan de kant van zijn jongere zoons kwam te staan. Robert had een sterke positie in Normandië en Willem kon hem alleen maar bedwingen met hulp van koning Filips. Willem werd zelfs tijdens een veldslag door Robert uit zijn zadel geworpen en verwond, omdat Robert hem niet herkende. Willem moest zich terugtrekken in Rouen om te herstellen. Zijn vrouw Mathilde wist in 1080 een vrede te bemiddelen in de familie.

Willem liet in 1080 zijn halfbroers nog aanvallen uitvoeren op Schotland en Northumbria maar in 1082 zette hij zijn halfbroer Odo van Bayeux gevangen, en liet hem later weer vrij.

 

Dood en begrafenis

https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/7/7e/2007-07-28_08-04_Paris%2C_Normandie_0594_Caen%2C_Abbatiale_Saint-Etienne.jpg/220px-2007-07-28_08-04_Paris%2C_Normandie_0594_Caen%2C_Abbatiale_Saint-Etienne.jpg

Zijn grafsteen te Caen

 

Van Willem is één bot bewaard gebleven. Op basis daarvan wordt geschat dat Willem ongeveer 1,75 m groot en sterk gespierd was. Daarmee was hij vrij lang voor zijn tijd maar zijn gespierde bouw was niet zo bijzonder: middeleeuwse ridders moesten heel sterk zijn om met succes in hun zware wapenrusting met hun zware wapens te kunnen vechten. Bekend is dat Willem vanaf zijn paard de boog kon hanteren en dat hij zijn hele leven een goede gezondheid had. Wel werd hij op latere leeftijd erg dik, zodat hij volgens de Franse koning wel op een zwangere vrouw leek.

 

In de zomer van 1087 viel Willem van zijn paard tijdens het beleg van Mantes en liep door de klap tegen zijn zadelknop inwendige verwondingen in zijn buik op. Na vijf weken van grote pijn bezweek hij. Op zijn doodsbed heeft hij zijn meeste tegenstanders begenadigd. Willems lichaam werd naar Caen vervoerd voor de begrafenis in de Abbaye aux Hommes. Maar hij was behoorlijk dik en zijn lichaam was door de warmte bovendien opgezet. Bisschoppen probeerden zijn lichaam in de voor hem bestemde sarcofaag te proppen maar daarbij barstte zijn buik open en werd de kerk met een ondraaglijke stank vervuld. Bij Willems begrafenis bleek dat het land van het graf nog niet was betaald en de eigenaar eiste betaling van 60 schellingen voordat de begrafenis door kon gaan. Het bedrag werd ter plekke door zijn zonen voldaan.

 

zn. van Robert I (Duc) de NORMANDIE (le Diable) (zie 74006900) en Harleve / Arlette (Salburphyr) de FALAISE (zie 74006901).
Getrouwd ca. 1053 te Eu met
37003451    Mathilde van VLAANDEREN, geboren ca. 1032, overleden op vrijdag 3 november 1083 te Caen, dr. van
Graaf Boudewijn V van VLAANDEREN (Insulanus) (zie 74006884) en Adelaïde (Aelis) CAPET (zie 74006885).
Waaruit geboren:

   1. 

Robert II of ENGLAND, geboren ca. 1054, overleden op woensdag 7 februari 1134, in de gevangenis overleden. Hertog van Normandie, bijgenaamd Courthouse.
Getrouwd ca. 1100 met Sibylle de CONVERSANO, geboren ca. 1070, overleden ca. 1103 te Rome.

   2. 

King Willem II of ENGLAND, geboren ca. 1060, overleden op donderdag 2 augustus 1100. Koning van Engeland.

   3. 

Constance of ENGLAND, geboren ca. 1061, overleden op zondag 13 augustus 1094.
Getrouwd ca. 1086 met Alain IV van CORNWALL, geboren ca. 1060, overleden op zaterdag 13 september 1119. Hertog van Bretagne, bijgenaam Le Fergent, zn. van Hoel II van CORNWALL en Hedwig de BRETAGNE. {Hij is later getrouwd ca. 1095 met Irmgard d'ANJOU, geboren ca. 1070, overleden ca. 1120, dr. van
Comte Fulco IV d'ANJOU (le Rechin (de Strijdzuchtige)) (zie 37003444) en Hildegarde de BEAUGENCY.}

   4. 

Countes Adèle of ENGLAND (zie 18501725).

   5. 

King Hendrik I (Beauclerk) van ENGELAND, geboren ca. 1070 te Selby, overleden op zondag 1 december 1135 te Forment, begraven te Reading. Koning van Engeland, hertog van Normandie.
Buitenechtelijke relatie (1) ca. 1085 met nn van ENGELAND? Geboren ca. 1065, overleden ca. 1140.

 

Getrouwd (2) op zondag 11 november 1100 te Westminster Abbey met Mathilde van SCHOTLAND, geboren ca. 1079 te Dunfermline, overleden op woensdag 1 mei 1118 te Westminster Palace, begraven te Westminster Abbey, dr. van King Malcolm III (Canmore) of SCOTLAND (zie 37003454) en Margareth of WESSEX (the Saint) (zie 37003455).

Getrouwd (3) op zaterdag 29 januari 1121 met Adelheid van LEUVEN, geboren ca. 1106, overleden op dinsdag 23 april 1157, dr. van Gotfried I van LEUVEN (met de baard) (zie 18501712) en Ida de CHINY (zie 18501713). {Zij is later getrouwd ca. 1139 met Willem d AUBIGNY AURENDEL, geboren ca. 1105, overleden op vrijdag 11 oktober 1157. Graaf van Sussex.}

Buitenechtelijke relatie (4) ca. 1130 met Elisabeth de BEAUMONT le ROGER, geboren ca. 1106, overleden ca. 1160, dr. van Robert I de BEAUMONT le ROGER en Elisabeth Isabella de VERMANDOIS (zie 18501743).


37003452    Eustatius II (Gernobadatus) de BOULOGNE
[29], geboren ca. 1047, overleden ca. 1087. Graaf van Boulogne

 

Bayeux Tapestry scene55 Eustach.jpg

 

Eustaas II van Boulogne (Frans: Eustache; ca. 1020 - ca. 1088) was de oudste zoon van Eustaas I van Boulogne en Mathilde van Leuven.

Eustaas trouwde in 1036 met Godifu, dochter van koning Ethelred II en weduwe van Drogo van Vexin. Uit dit huwelijk zijn geen kinderen bekend. Na het overlijden van Godifu, hertrouwde Eustaas met Ida van Verdun. In 1048 steunde hij de opstand van zijn schoonvader Godfried II van Lotharingen tegen keizer Hendrik III. In 1049 verzoenden de opstandelingen zich met de keizer en Eustaas erfde in datzelfde jaar het graafschap Boulognevan zijn vader. In 1051 bezocht hij Engeland en raakte zijn gevolg in Dover in gevechten verwikkeld. In 1054 erfde Eustaas ook het graafschap Lens (Frankrijk) van zijn broer Lambert.

Eustaas nam deel aan de invasie van Engeland en de slag bij Haistings in 1066. Hij was blijkbaar een grote investeerder in de expeditie want hij werd door Willem de Veroveraar beloond met grote bezittingen in Engeland, vooral in Essex. In 1067 probeerde hij het kasteel van Dover in handen te krijgen en werd door Willem bestraft met het verlies van zijn Engelse bezittingen. Na een verzoening met Willem kreeg hij het grootste deel echter weer terug. Volgens het Domesday Book had hij een persoonlijk inkomen uit zijn bezittingen van 610 ponden per jaar. Daarmee was Eustaas de op-een-na rijkste van de Engelse baronnen. In Boulogne was hij de eerste graaf die munten liet slaan. Deze macht en rijkdom zou het graafschap Boulogne nog generaties lang een factor van betekenis maken in Engeland en Frankrijk.

zn. van Comte Eustatius I de BOULOGNE (zie 74006904) en Mathilde van LEUVEN (zie 74006905).
Getrouwd (1) ca. 1036 met Goda Edith of WESSEX, geboren ca. 1005, overleden ca. 1050, dr. van
Aethelread king of WESSEX (the Unready) (zie 296027640) en Emma de NORMANDIE. {Zij was eerder getrouwd ca. 1020. Zij was eerder getrouwd ca. 1020 met Comte Dreux Drogo de VALOIS, geboren ca. 1006, overleden ca. 1035. Comte d'Amiens, de Mantes, de Potoise et de Vexin, zn. van Comte Gautier Walter (le Blanc) de VALOIS (zie 592055800) en Adele de VALOIS? (zie 592055801).}

Getrouwd (2) 1049 met

37003453    Ida von NIEDER-LOTHARINGEN[30] (de Verdun), geboren 1032, overleden op zondag 13 april 1113.

Ida van Verdun (ook Ida van LotharingenIda van de Ardennen of Ida van Boulogne) was een dochter van Godfried II van Neder-Lotharingen en Doda. Volgens haar vita was Ida een beeldschone vrouw, groot van gestalte en met lang blond haar. Ze was een vrome vrouw die een voorbeeldig christelijk leven leidde. Na het overlijden van haar echtgenoot Eustaas, wijdde ze haar leven aan de Kerk. Ze deed tal van schenkingen aan religieuze huizen en stichtte en herstelde diverse kloosters. Ze was gekend wegens haar schenkingen aan de armen. Ze nam zelf het habijt niet aan (zoals sommigen beweren), maar van abt Hugo van Cluny verkreeg ze een spirituele verbondenheid met de Abdij van Cluny. Ida correspondeerde met de heilige Anselmus van Canterbury en onder zijn supervisie promootte ze de hervorming van Cluny. Ida onderhield ook contacten met de Spaanse bisschop Osmond van Astorga.


Ida speelde een belangrijke rol in het bestuur van de gebieden die in het bezit waren van de dynastie Boulogne. Zij was waarschijnlijk de drijvende kracht achter de verzoening tussen haar echtgenoot en Willem de Veroveraar. Zelf hield ze in Engeland vijf gebieden direct in leen van de koning. En vanuit haar bezittingen rond Tongeren en haar weduwgoed Genepiën steunde ze rond 1080 de inspanningen van haar zoon Godfried van Bouillon om aan de macht te komen in Lotharingen.


Ida trouwde in 1049 met Eustaas II van Boulogne als diens tweede vrouw. Ida bracht hierbij het slot van Bouillon als bruidsschat in. Zij stond erop haar kinderen zelf te voeden omdat ze van mening was dat de kinderen met melk van een min ook de mindere kwaliteiten van het gewone volk zouden krijgen. Ze gaf haar zoons grote bedragen om hun deelname aan de Eerste Kruistocht te financieren. Ook stichtte en steunde ze kloosters in Boulogne, le Wast, Calais en Sint-Omaars. Uiteindelijk gaf ze al haar bezittingen weg en trad ze toe tot de orde van de benedictines-oblaten in een abdij in Arras. Ida is begraven in de abdij van Sint-Vaast, in 1669 overgebracht naar Parijs, en in 1808 overgebracht naar Bayeux.


Ida bouwde een indrukwekkend kerkelijk netwerk uit. Al deze contacten en inspanningen ten aanzien van de Kerk waren bedoeld om het prestige van de dynastie te verhogen en de machtsbasis van de graaf van Boulogne te verstevigen. In 1070 bevestigden Eustaas en Ida het kapittel van Lens in hun bezittingen en deden ze additionele schenkingen. Deze waren niet alleen bedoeld voor hun zielenheil, maar ook om hun welwillende autoriteit te tonen. Samen met haar zoon Eustaas III van Boulogne restaureerde ze de abdij van Saint-Wulmer-au-Bois (in Samer). In 1090 besliste Ida ook een abdij te stichten in Les Attaques, in de buurt van Calais: de abdij van La Capelle of Capelette. Ze stichtte ook de Benedictijner priorij van Le Wast rond 1095, waar ze begraven werd. Ida bouwde de eerste stenen kerk in Boulogne-sur-Mer (nu de Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw) in de periode 1080-1100. Het gebouw werd diverse keren verwoest en heropgebouwd, maar werd uiteindelijk helemaal met de grond gelijk gemaakt in 1789. De crypte die uit de tijd van Ida dateert, werd herontdekt in 1827 toen de funderingen voor de nieuwe kerk gegraven werden. In 1899 kreeg Ida een altaar in de basiliek. Ida bouwde ook de kerk van Saint-Wulmer in Boulogne-sur-Mer rond 1093, recht tegenover het kasteel van de graven van Boulogne. Ze deed ook verschillende schenkingen aan de Abdij van Munsterbilzen.

 

https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/7/76/Ida_syni.jpg/250px-Ida_syni.jpg

Ida neemt afscheid van haar zonen die op kruisvaart gaan, gravure uit 1295


Heiligverklaring
Het was Mathilde van Boulogne, de dr. van Eustaas III van Boulogne en echtgenote van koning Stefanus van Engeland, die de kerkelijke autoriteiten aanspoorde om haar grootmoeder Ida van Boulogne heilig te verklaren. Mathilde's andere grootmoeder, Margaretha van Schotland, was op dat moment reeds heilig verklaard. De heiligverklaring van Ida was onderdeel van de campagne om Stefanus koning van Engeland te maken. De monniken van de priorij van Le Wast, de bewakers van Ida's graf, werden gevraagd om haar biografie op schrift te stellen.
Relieken[bewerken]
Ida overleed op 13 april 1113 in de door haar gestichte abdij van La Capelle. Volgens haar laatste wens werd haar lichaam overgebracht naar Le Wast om er begraven te worden in de abdijkerk daar. Kort na haar overlijden werd haar graf een eerste keer geopend. Volgens haar 'Vita' was haar lichaam intact en steeg een zoete geur uit het graf op, een teken van heiligheid. In de loop van de 14de eeuw werden haar stoffelijke resten ondergebracht in een kleine kapel die vlak bij de kerk van Le Wast werd gebouwd. In de 17de eeuw verkeerde haar begraafplaats echter in een lamentabele staat. Haar graf werd op 28 september 1669 geopend en haar beenderen werden toevertrouwd aan de Benedictinessen van het Heilige Sacrament in de rue Cassette in Parijs. Aan de kerk van Le Wast werd een rib van de heilige geschonken. Na de Franse Revolutie werd het reliekschrijn overgebracht naar de kerk van de Benedictinessen in Bayeux; daar bevinden ze zich nog steeds op dit moment. In 1899 werd een fragment van de rechterarm overgebracht naar de Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw in Boulogne-sur-Mer. Op dat moment werd een klein stukje van de schedel geschonken aan de bisschop van Bayeux. Dat fragment kwam in 1926 opnieuw in het klooster van Bayeux. In 2014 schonken de zusters deze reliek aan de heer Horst van Cuyck, die het zal onderbrengen in het altaar van de Ölbergkapelle in Walchsee

Herinnering
Ondanks alle inspanningen werd de cultus van de heilige Ida nooit wijd verspreid. Ze werd niet zozeer herinnerd als een heilige, maar veeleer als de moeder van Godfried van Bouillon en Boudewijn I van Jeruzalem. In de Oudfranse 'Cycle de la Croisade' duikt Ida op als de dr. van de Zwaanridder ('Le Chevalier au Cygne'), die trouwde met de graaf van Boulogne. Haar zoon Godfried van Bouillon werd dé held van de Eerste Kruistocht en sprak tot de verbeelding. De kroniekschrijver Guibert van Nogent schrijft dat Ida zelf heldenverhalen vertelde over haar zoon en dat deze als kind reeds zei dat hij een sterk leger naar Jeruzalem zou leiden: 'De glorieuze vrouw vertelde, toen ze het succes van de tocht van haar zonen overschouwde, dat ze uit de mond van haar zoon, de hertog, een voorspelling had gehoord over de expeditie. Want hij had gezegd dat hij naar Jeruzalem zou gaan, niet als een gewone pelgrim, zoals zo vele anderen, maar met een groot leger, als hij er één op de been zou kunnen brengen.'

 

 Dr. van Herzog Godfried II von NIEDER-LOTHARINGEN (met de Baard) (zie 74006906) en Uda von MÜNSTERBILZEN (zie 74006907).
Waaruit geboren:

Waaruit geboren:

   1. 

Ida (zie 1069810481).

   2. 

Eustatius III (zie 18501726).

   3. 

Godfried (van Bouillon), geboren ca. 1060, overleden op maandag 2 april 1100 te Palestina, Graaf van Boulogne, hertog van Neder Lotharingen, bijgenaamd van Bouillon

 

Godfrey of Bouillon, holding a pollaxe. (Manta Castle, Cuneo, Italy).jpg


Bewaker van het heilige graf
Godfried zou al op jonge leeftijd vertrokken zijn vanuit Boulogne naar Bouillon; sommigen beweren voor zijn gezondheid (hij zou als kind vaak ziek geweest zijn) en de bossen van de Ardennen zouden hem goed doen. Daar werd hem geleerd hoe hij met wapens moest omgaan en hij werd voorbereid als leider van zijn toekomstig domein. Godfried was 16 toen zijn kinderloze oom Godfried III (met de Bult), die hem zijn erfenis had toegezegd, overleed, maar hij kreeg alleen de zeggenschap over Bouillon en het markgraafschap Antwerpen. Zijn tante, Mathilde van Toscane, die in een eerste huwelijk getrouwd was geweest met Godfried III, probeerde Godfried op slinkse wijze van zijn zetel te lichten. Ze had hiervoor de hulp ingeroepen van de graaf Albert III van Namen. Dit mislukte echter.
In 1080 trok keizer Hendrik IV ten oorlog tegen paus Gregorius VII. Als trouwe vazal sloot Godfried zich bij de keizer aan en trok mee op naar Rome. Deze slag werd in 1084 gewonnen door het leger van Hendrik IV. Rome brandde gedeeltelijk af. Gregorius VII werd verdreven en afgezet.(Zie ook Investituurstrijd).
Godfried werd in 1089 alsnog benoemd tot hertog van Neder-Lotharingen. Hij deed belangrijke schenkingen aan verschillende kloosters, zoals het Sint-Michielsklooster (de latere Sint-Michielsabdij) te Antwerpen, de abdijen van Munsterbilzen, Genepiën en Gorze. In het klooster te Antwerpen richtte hij ook drie kapellen op, gewijd aan Sint Maarten, aan Maria Magdalena en aan de heiligen Marcellinus en Petrus.
In 1095 werd het Concilie van Clermont gehouden. Paus Urbanus II en Pieter de kluizenaar riepen op tot het houden van een kruistocht ter bevrijding van Jeruzalem.
Godfried gaf hieraan onmiddellijk gevolg. Hij verkocht en verpandde (vooral aan de prins-bisschop van Luik) al zijn bezittingen, inclusief de burcht van Bouillon.


Persoonlijk leven
Er waren tot voor kort[wanneer?] geen huwelijken en nakomelingen van Godfried bekend. Wel was bekend dat hij uitgehuwelijkt zou worden aan Maria of Ingegerd, een van de dochters van Harald III van Noorwegen maar dat ging niet door. Nieuwe genealogische bevindingen geven aan dat Godfried op jonge leeftijd in Engeland getrouwd is met Beatrijs, een dr. van Geoffrey (Godfried) de Mandeville. Zij zou de tante van de eerste graaf van Essex geweest zijn. Er zou ook een zoon zijn geboren uit hun huwelijk, genaamd Willem van Boulogne.
Eerste Kruistocht[bewerken]
In augustus 1096 sloot hij zich, samen met zijn broers Eustaas en Boudewijn van Boulogne (de latere Boudewijn I van Jeruzalem), aan bij de Eerste Kruistocht en vertrok met een leger van 40.000 man, dat onderweg nog aangevuld werd met heren en ridders, maar ook veel avonturiers, tot een leger van 100.000 man. Jeruzalem werd in 1099 veroverd, de stad en haar inwoners (moslims, joden, oosterse christenen) werden daarbij blootgesteld aan plunderingen, moorden, verkrachtingen en vernielingen. Deze acties waren een bewuste strategie van terreur om de vijand van angst te verlammen.



https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/d/dc/Godefroy_de_Bouillon.jpg/250px-Godefroy_de_Bouillon.jpg

Godfried legt eed af bij Alexis Komnenos


Eed van Loyaliteit in Constantinopel
In november 1096 was Godfried de eerste van de kruisvaarders die in Constantinopel aankwam en hij raakte al snel in een conflict verwikkeld met Alexius I van Byzantium, die erop stond dat de kruisvaarders een eed van trouw aan hem zouden zweren. Hij wilde de kruisvaarders pas overzetten als ze hem als leenheer zouden erkennen over alle te veroveren gebieden. Godfried weigerde eerst maar gaf dan uiteindelijk toch toe in januari 1097. Godfried was ook de eerste bij de verovering van Nicea (het tegenwoordige Iznik). In deze stad waren vooraf al kruisvaarders aangekomen, vooral boeren en dieven, maar die waren in de minderheid en werden verdreven door de Seltsjoeken. Godfried wist alsnog de stad te veroveren tijdens het Beleg van Nicea. De legers van Raymond van Toulouse en Bohemund van Taranto sloten zich al gauw aan. Het leger zou rond de Bosporus uitgroeien tot zo'n 300.000 man. Over de grootte van de legers wordt door historici nog steeds gediscussieerd; sommigen reduceren het leger tot ca. 30.000 manschappen.
Bolwerken van Klein-Azië[bewerken]
Er is nog maar weinig bekend over de lotgevallen van de kruisvaarders in Klein-Azië. Wel is bekend dat Bohemund de grote strateeg was achter het slechten van de bolwerken van Klein-Azië. De grootste veldslag was de Slag bij Dorylaeum (1097). Dit is na de Eerste Kruistocht nooit meer gelukt; bij de volgende kruistochten stak men meestal de Middellandse Zee over. De christenen veroverden ook steden als Turbessel, Konya en Tarus. De staat Cilicië, in het zuidoosten van wat nu Turkije is, werd grotendeels beroofd van zijn rijkdommen. De kruisvaarders werden steeds onverwacht aangevallen door de Seltsjoeken, die ver in de minderheid waren, en daarom hun toevlucht hadden genomen tot guerrillatactiek om het christenleger uit te dunnen.
In 1098 veroverden de kruisvaarders Antiochië, na het Beleg van Antiochië, en ontstond er verdeeldheid over wie de stad in bezit zou krijgen. Het werd uiteindelijk Bohemund van Tarento. Raymond IV van Toulouse, die op dat moment beschouwd werd als leider van de kruistocht, aarzelde om naar Jeruzalem op te rukken. De kruisvaarders verbleven de rest van het jaar 1098 in Antiochië. Boudewijn van Boulogne trok naar het oosten, naar Edessa en maakte er na de dood van de Armeense prins Thoros zijn eigen graafschap van. Godfried kon begin 1099 niet meer wachten op Raymond en besloot met een groot gedeelte van het leger op te rukken naar Jeruzalem, dat in handen was van de Egyptische Fatimiden.

Verovering van Jeruzalem
Begin juli bereikten de kruisvaarders de stad Jeruzalem om vervolgens het Beleg van Jeruzalem te beginnen. Volgens de schrijver Robert de Monnik bestond het leger toen nog maar uit 50.000 man doch historici reduceren dit tot 15.000 eenheden. Velen waren omgekomen in Klein-Azië, maar er keerden ook velen weer huiswaarts, zoals Steven van Blois en Hugo I van Vermandois. Uiteindelijk sloten er nog enkele duizenden burgers en geronselde soldaten aan vanuit Antiochië. Op 15 juli 1099 viel Jeruzalem en was Godfried met zijn broer Eustaas een van de eerste kruisvaarders die de stad binnentraden. Er werden leuzen geroepen als: "God wil het" (vulgair Latijn: Deus lo vult of Frans "Dieu le veut") en "Wij zijn de bevrijders". De verovering onder leiding van Tancred van Normandië, leeft nog altijd voort in het collectieve geheugen van de islamitische wereld. Op 22 juli weigerde Raymond koning van Jeruzalem te worden, omdat hij zich niet aan de kerk wilde onderwerpen en werd Godfried in zijn plaats gekozen. Godfried weigerde tot koning gekroond te worden in de stad waar Jezus een doornenkroon had gedragen, maar aanvaardde wel de titel Advocatus Sancti Sepulchri (beschermer van het Heilig Graf).

Heerser van Jeruzalem
In het daaropvolgende jaar moest hij het koninkrijk Jeruzalem verdedigen tegen de Egyptische Fatimiden, die bij Ashkelon verslagen werden, en tegen Dagobert van Pisa en de patriarch van Jeruzalem die van het koninkrijk een theocratie onder leiding van de paus wilden maken. In 1100 kwamen Akko, Ashkelon, Arsuf, Jaffa, en Caesarea onder zijn gezag. Dagobert slaagde erin om een bestand af te dwingen; het koninkrijk zou verhuizen naar Caïro wanneer Egypte veroverd werd, en Jeruzalem en Jaffa zouden aan de kerk gegeven worden. Godfried werd op 17 juli 1099 gekozen tot 'Verdediger van het Heilig Graf'. Godfried stierf echter in juli 1100, zonder Egypte veroverd te hebben, en Dagobert moest toestaan dat Godfrieds broer Boudewijn van Boulogne op 25 december 1100 tot koning gekroond werd.

Tijdlijn (1099-1100)

Een overzicht van het jaar dat Godfried over Jeruzalem heerste en tevens zijn laatste levensjaar.
15 juli 1099 - De stad Jeruzalem viel in handen van de kruisvaarders.
17 juli 1099 - Godfried werd gekroond als beschermer van het Heilige Graf, en werd heerser over het rijk van Jeruzalem.
Augustus 1099 - Godfried verdedigde het rijk tegen de Fatimiden uit Egypte en versloeg ze bij Ascalon.
September 1099 - kwam in conflict met Dagobert, de patriarch van Jeruzalem.
Februari 1100 - De steden Akko en Arsuf werden veroverd door de kruisvaarders.
Maart 1100 - De stad Jaffa werd veroverd.
Mei 1100 - Er werden plannen gemaakt om Egypte binnen te vallen.
Juni 1100 - Caesarea werd veroverd, maar men ondervond veel weerstand.
18 juli 1100 - Godfried overleed in Caesarea, na vergiftigd te zijn. (Aan de datum van overlijden wordt nog getwijfeld)
25 december 1100 - Godfrieds broer Boudewijn volgde hem op als eerste koning van Jeruzalem.

Bij de verovering op Akko zou Godfried volgens de Arabische schrijver Ibn al-Qalanisi getroffen zijn door een pijl en daaraan uiteindelijk in Jeruzalem overleden zijn. Maar de westerse schrijvers Albert van Aken en Ekkehard van Aura maken daar geen melding van. Volgens hen zou Godfried tijdens zijn verblijf aan het hof van Caesarea vergiftigd zijn door de emir van die stad. Andere bronnen melden de pest als oorzaak.[2] Tijdens een wandeling net buiten de stad zou hij op een rotsblok het bewustzijn hebben verloren om later in Jeruzalem te overlijden.
Nog voor hij stierf gaf Godfried opdracht aan zijn broer Eustaas, die naar huis zou terugkeren, drie relikwieën van het Heilig Bloed van Jezus mee te nemen om ze te schenken aan de steden Boulogne-sur-Mer, Lens (Frankrijk) en Antwerpen. Zijn stoffelijk overschot zou begraven zijn in de Heilig Grafkerk op Golgotha

Omdat Godfried als eerste christen heerste over Jeruzalem werd hij in verscheidene vertellingen verheerlijkt en ontstonden er legendes over hem. Hij werd voorgesteld als de volmaakte christelijke ridder: groot van gestalte, een aangenaam uiterlijk, buitengewoon moedig in de strijd en zeer vroom.
Zo vertelt men dat hij tijdens de Eerste Kruistocht na de verovering van een stad in Cicilea gevochten had met een beer die hij met de blote hand versloeg. Ook zou hij een kameel met één slag van zijn zwaard onthoofd hebben.
Hij is ook opgenomen in de Van neghen den besten (omstreeks 1300), een beschrijving van negen historische helden.
Godfried zou ook een afstammeling zijn van de Zwaanridder. Deze sage werd door Richard Wagner bewerkt tot de opera Lohengrin.
In Händels opera Rinaldo (1711) wordt Godfried betiteld als Gofreddo.
Godfried is ook een sleutelfiguur in de boeken Het heilige bloed en de heilige graal van Henri Lincoln en De Da Vinci Code van Dan Brown.

   4. 

Boudewijn I van JERUZALEM, geboren ca. 1065, overleden ca. 1118. Koning van Jerusalem.

 
37003454    King Malcolm III (Canmore) of SCOTLAND, geboren ca. 1031, overleden op zondag 13 november 1093

 

Malcolm3Canmore.jpg

 

Malcolm IIISchots-GaelischMaol Chaluim mac Dhonnchaidh (?, ca. 1031 - Alnwick13 november 1093), bijgenaamd Canmore (groot hoofd, grote baas), was koning van Schotland van 1058 tot en met 1093.

Nadat zijn vader koning Duncan I in 1044 verslagen was, ging Malcolm III naar zijn oom Siward van Northumbria. In 1057 doodde hij koning Macbeth bij Lumphanan (Aberdeenshire) en diens stiefzoon koning Lulach the Fool (de gek) bij Huntly een aantal maanden later op 23 april 1058. Dit leverde hem een reputatie op van een sterke krijger-koning.

Hij had drie kinderen uit zijn eerste huwelijk met Ingebjorg Finnsdotter, nicht van Olaf II van Noorwegen, waarvan de oudste zoon Duncan de troonopvolger was. Ingebjorg was eerder gehuwd met Thorfinn Sigurdsson, earl van Orkney.

Door de invasie van de Normandiërs in 1066 vluchtten veel Engelsen naar Lothian, waaronder Edgar Ætheling, de Angelsaksische opvolger van de Engelse troon. Malcolm III trouwde diens zus Margaretha in 1069. Onder invloed van zijn vrouw en de andere Angelsaksische vluchtelingen, voerde Malcolm III vele wijzigingen door in Schotland die de Keltische tradities ondermijnden. Zo romaniseerde hij de Keltische kerk, maakte Gaelisch tot de taal van het hof en verving het clansysteem door een vorm van feodalisme. Malcolm stichtte eveneens een abdij op de locatie waar in 1128 David I Dunfermline Abbey stichtte.

In 1072 viel Willem de Veroveraar Schotland binnen. Bij Abernathy moest Malcolm III zijn hoofd buigen voor Willem de Veroveraar en moest zijn zoon Duncan als gijzelaar naar het Engelse hof sturen. Malcolm ontving in ruil goederen in Engeland. Dit weerhield hem er niet van nog meerdere malen Engelse opstandelingen te steunen en Engelse bezittingen te plunderen. In 1080 kwam de bisschop van Durham hierbij om het leven. Steeds moest Malcolm weer het oppergezag van de Normandiërs erkennen. Na mislukte besprekingen over de status van zijn Engelse bezittingen ondernam hij zijn vijfde inval in Engeland. Op 13 november 1093 werd Malcolm III bij Alnwick Castle in een hinderlaag gelokt door Robert de Mowbray, graaf van Northumbria, waarbij hij de dood vond. Zijn vrouw stierf drie dagen later in Edinburgh Castle.

Malcolm werd begraven in Tynemouth Priory. In 1250 werd hij na de canonisatie van zijn vrouw Margaretha met haar herbegraven in Dunfermline Abbey. In 1597 werden ze samen herbegraven in het Escorial.

 

zn. van Duncan (The Gracious) van SCHOTLAND (zie 74006908) en Sibylla (Base) of NORTHUMBERLAND (zie 74006909).
Getrouwd (1) ca. 1059 met Ingeborg van ARNESON, geboren ca. 1035, overleden ca. 1067.
Waaruit geboren:

   1. 

King Duncan II van SCHOTLAND, geboren ca. 1060, overleden op zondag 12 november 1094.
Getrouwd ca. 1090 met Ethelread of NORTHUMBERLAND, geboren ca. 1060, overleden ca. 1100.

 

Getrouwd (2) ca. 1070 met

37003455    Margareth of WESSEX (the Saint), geboren ca. 1045 te Reska (Hongarije), overleden op woensdag 16 november 1093 te Edinburg, begraven te Dunfermline abdij van

 

https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/7/7d/StMargareth_edinburgh_castle2.jpg/260px-StMargareth_edinburgh_castle2.jpg

 

dr. van King Edward Aetheling (Outlaw) of WESSEX (zie 74006910) en Agatha (zie 74006911).
Waaruit geboren:

   2. 

Maria van SCHOTLAND (zie 18501727).

   3. 

Alexander I van SCHOTLAND, geboren ca. 1077, overleden op maandag 28 april 1124. Koning van Schotland.
Getrouwd ca. 1110 met Sibylle van ENGELAND, geboren ca. 1085, overleden op woensdag 12 juli 1122, dr. van King Hendrik I (Beauclerk) van ENGELAND en Nn van ENGELAND?

   4. 

Mathilde van SCHOTLAND, geboren ca. 1079 te Dunfermline, overleden op woensdag 1 mei 1118 te Westminster Palace, begraven te Westminster Abbey.
Getrouwd op zondag 11 november 1100 te Westminster Abbey met King Hendrik I (Beauclerk) van ENGELAND, geboren ca. 1070 te Selby, overleden op zondag 1 december 1135 te Forment, begraven te Reading.
Koning van Engeland, hertog van Normandië, zn. van King Willem I de NORMANDIE (de Veroveraar) (zie 37003450) en Mathilde van VLAANDEREN (zie 37003451).

   5. 

David I van SCHOTLAND (the Saint) (zie 18501740).

 


Eerste blad    Vorig blad   

Blad 14 van 31 bladen

Volgend blad    Laatste blad

Homepage | E-mail

 


gemaakt met PRO-GEN 'Genealogie à la Carte' software



[1] Geboortedatum is onduidelijk andere bronnen spreken over september 1028-september 1029



Bronnen

 

 

 

 

 

[1] Wikipedia

[2] Europäische Stammtafeln Neue Folge Band VII Tafel 42

[3] Europäische Stammtafeln Neue Folge Band VII Tafel 42

[4] Europäische Stammtafeln Neue Folge Band I.1 Tafel 86A

[5] Wikipedia

[6] Europäische Stammtafeln Neue Folge Band XVIII Tafel 1

[7] Europäische Stammtafeln Neue Folge Band I.2 Tafel 223

[8] Wikipedia

[9] Europäische Stammtafeln Neue Folge 11 Die Könige von Frankreich (986-1223) a.d. H. Capet

[10]  Marion van Bussel, Bertha van Holland, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland

[11]  Europäische Stammtafeln Neue Folge 11 Die Könige von Frankreich (986-1223) a.d. H. Capet

[12]  Wikipedia

[13]  Europäische Stammtafeln Neue Folge 11 Die Könige von Frankreich (986-1223) a.d. H.Capet

[14]  Europäische Stammtafeln Neue Folge 11 Die Könige von Frankreich (986-1223) a.d. H.Capet

[15]  Europäische Stammtafeln Neue Folge 11 Die Könige von Frankreich (986-1223) a.d. H.Capet

[16]  Europäische Stammtafeln Neue Folge 11 Die Könige von Frankreich (986-1223) a.d. H.Capet

[17]  Europäische Stammtafeln Neue Folge 11 Die Könige von Frankreich (986-1223) a.d. H.Capet

[18]  Marion van Bussel, Bertha van Holland, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland

[19]  Europäische Stammtafeln Neue Folge 11 Die Könige von Frankreich (986-1223) a.d. H.Capet

[20]  Europäische Stammtafeln Neue Folge 11 Die Könige von Frankreich (986-1223) a.d. H.Capet

[21] Wikipedia

[22]  Europäische Stammtafeln Neue Folge 11 Die Könige von Frankreich (986-1223) a.d. H.Capet

[23] Europäische Stammtafeln Neue Folge 11 Die Könige von Frankreich (986-1223) a.d. H. Capet

[24]  Europäische Stammtafeln Neue Folge 11 Die Könige von Frankreich (986-1223) a.d. H.Capet

[25]  Europäische Stammtafeln Neue Folge 11 Die Könige von Frankreich (986-1223) a.d. H.Capet

[26]  Europäische Stammtafeln Neue Folge 11 Die Könige von Frankreich (986-1223) a.d. H.Capet

[27] Wikipedia

[28] Herleva of Falaise, Mother of William the Conqueror

[29] Wikipedia

[30] Wikipedia