Eerste blad Vorig blad 15-11-21 |
Blad 6 van 31 bladen |
1836 Claes Pleunen
SOLBOL, geboren ca 1584 te Zevenhuizen, overleden 1629-1633, zn. van Plonis
Lenertsz SOLBOL (zie 3672) en Neeltgen
Cornelisdr OCKERS (zie 3673).
Getrouwd voor de kerk voor 1611 met
1837 Kniertje GIELEN, geboren ca
1586, overleden 1657-1669, dr. van Michiel
Feijsz CODEBY (zie 3674) en Neeltge
CORNELISDR (Kerckhoff) (zie 3675).
Waaruit geboren:
1. |
Pleun
Claesz JONGEGROOT (zie 918). |
1838 Aelbrecht
PIETERSZ, geboren ca 1587.
Getrouwd met
1839 Ariaentje HUYBERTS, geboren ca
1589, overleden voor 1653.
Waaruit geboren:
1. |
Betge
AELBRECHTSDR (zie 919). |
1904 Jan Huijbertsz
BOUMAN[1],
overleden te Zevenhuizen tussen 21
oktober 1682 en 26 juni 1691
Getrouwd met
1905 Neeltje Chielen
HARTEVELD[2],
overleden te Zevenhuizen tussen 26
juni 1691 en 1 maart 1695, dr. van Michiel
LEIJNEN (zie 3810) en Annetgen
JOCHUMSDR (zie 3811).
Waaruit geboren:
1. |
Michiel
Jansz (zie 952). |
1908 Arij
Willemsz de KRAAY.
Getrouwd met
1909 Martijntje ARIENSDR.
Waaruit geboren:
1. |
Arij
Dirksz (zie 954). |
1910 Adriaen Thonisz
LEEFLANGH, geboren ca 1582 te Zevenhuizen, overleden na 2/01/1661 te
Zevenhuizen, zn. van Thonis
Michielsz LEEFLANGH (Levelanck) (zie 3820) en Neeltjen
ARIENSDR (zie 3821).
Waaruit geboren:
1. |
Neeltje
Ariensdr LEVELANG (zie 955). |
1912 Roel Jansz van der MEIJE[3],
geboren ca 1610, overleden na 24
januari 1654 te Zevenhuizen
Getrouwd voor de kerk op dinsdag 26 december 1634 te Zevenhuizen met
1913 Pleuntge
Jansdr MEE (van der Walle[4]).
Waaruit geboren:
1. |
Jan
Roelofsz van der MEIJ (zie 956). |
1916 Willem Jansz OLIJ[5],
molenmeester.
f. 46v
26 april 1666
Compareerden
-
Willem Jansz. Olij als oom en
bloedvoogd van de twee minderjarige kinderen van Arij
Claasz. van der Wijck en Pietertje
Jansdr. ter eenre en
-
Pieter Pietersz. Chrijsman als getrouwd hebbende Jaapje Ariensdr.
van der Wijck ter andere zijde
en verklaarden het land dat zij met elkaar nog
in het gemeen bezitten met elkaar in vriendschap gekaveld en gesmaldeeld te hebben.
Getrouwd voor de kerk op zondag 6 februari 1639 te Zevenhuizen met
1917 Crijntje
Willem BRUIJNTS[6],
overlijden aangegeven op 1 december
1698 te Zevenhuizen
Waaruit geboren:
1. |
Arij
Willemsz (zie 958). |
1918 Leendert Claasz
EVENBLIJ[7], molenmeester
van de Catjespolder, geboren ca 1613, overlijden
aangegeven op 11 december 1701 te Zevenhuizen, zn. van Claes
Leendertsz EVENBLIJ (zie 3836) en Ingetjen
Maertens DECKER (zie 3837).
Evenblij, Leenert Claess
Boedelsch. 25- 2-1670 no.319
Ondertrouwd (2) op zaterdag 1 april 1645 te Zevenhuizen met Ariaentge FRANSE.
LENERT Claess Evenblij,
wednr. v. Pleuntien Hubrechts
(Bouman), van Sevenhuijsen, & Ariaentie
Franse, jd. van Waddinxveen.
1,79 otr. 1 april 1645.
[2913] f. 3v d.d. 18 december 1659: Compareerden Dirck Michielsz. Evenblij zoon en mede-erfgenaam van Leentgen
Dircxsdr. die in haar leven weduwe was van Michiel
Claesz. Evenblij zijn vader en moeder zal. ter eenre,
en Leendert Claesz. Evenblij met Cornelis Dircxsz. visser als omen en bloedvoogden van vaderszijde en
moederszijde van de vijf verdere nagelaten kinderen van de voorn. Leentgen Dircxsdr. geprocreerd bij de voorn. Michiel Claesz. Evenblij haar vader en moeder zal. ter andere zijde, en
verklaarden veraccordeerd te zijn over de alimentatie
van het minderjarige weeskind van de voorn. Michiel Claesz. Evenblij
en Leentgen Dircxsdr.
genaamd Leendert Michielsz. Evenblij
oud omtrent 8¼ jaar[8].
[3010] f. 99v d.d. 5 januari 1679: Leendert Claesz. Evenblij laatst weduwnaar van Maritge
Dircksdr. ter eenre, Dirck Ariensz.
Bremer in huwelijk hebbende Ariaentge Huijbertsdr. voor zich zelf en Cornelis Dircksz.
Schipper als oon en voogd over Jan Huijbertsz., Dirck Huijbertsz. en Jan Jansz. Evenblij
kinderen en erfgenamen van de voorsz. Maritge Dircksdr. haar moeder zal. ter andere zijde, en
verklaarden met elkaar geaccordeerd te wezen nopende de voorsz.
vier kinderen moederlijke erfenis[9]
Ondertrouwd (3) op donderdag 30 oktober 1659 te Zevenhuizen met Aeltgen IJsbrants LEEVLANGH, geboren ca 1614 te Zevenhuizen,
dr. van IJsbrand Thonisz
LEEVLANGH en Neeltje Dirksdr
LANGEWEIJ. {Zij was eerder getrouwd voor de kerk op woensdag 2 maart 1639
te Zevenhuizen met Jan Cornelis CLEYN.}
f. 1v
21 november 1659
Compareerden Aeltgen IJsbrantsdr. Levelangh weduwe van
Jan Cornelisz. Cleijn
geassisteerd met Dirck Cornelisz.
schoenmaker haar zwager en gekoren voogd in deze ter
eenre, en Jochem Jansz. Solbol als voogd in deze over
de twee nagelaten weeskinderen van de voorsz. Jan Cornelisz. Cleijn zal. geprocreerd bij de voorsz. Aeltgen IJsbranttsdr. Levelangh als met namen Cornelis Janz. Cleijn
ouf 16 jaar en Aeltgen
Jansdr. Cleijn oud 14 jaar of beiden daaromtrent ter
andere zijde, en verklaarden met elkaar in vriendschap uitkoop gedaan te
hebben.
Ondertrouwd
(4) op zondag 29 januari 1679 te Zevenhuizen met Maertje Cornelis JONGEBUIJREN. {Zij was
eerder ondertrouwd te Zevenhuizen, getrouwd ca 1658 met Claes
Arienss EVENBLIJ, geboren ca 1628, zn. van Arien EVENBLIJ.}
CLAES Arienss (Evenblij) & Maartge Corn. (Jongebuijren), beijde jl. van Sevenhuijsen.
1,73v otr. 13 december 1643; getr.
3 januari 1644. 1,34 31 oktober 1644 Grietie get.
Cornelis Cornelis Lange, Pietertie
Ariens, Weijntie Corn. 1,37
10 mei 1648 Maertie get. Jan Arienss,
Maertie Ariens, Neeltie Cornelisd.
[3000] f. 90
22 februari 1676
Compareerden
-
Maertge Cornelisdr. weduwe van Claes Ariensz. Evenblij geassisteerd
met Inggen Cornelisdr. Krooneveen
haar broeder en voogd ter eenre en
-
Jan Saertsz. Smit als voogd over Grietge Claesdr. oud omtrent 19 jaar, Maertge
Claesedr. oud 16 jaar, Lijsbet
Claesdr. Evenblij oud 15 jaar en Neeltge
Claesdr. Evenblij oud 10 jaar, nagelaten kinderen van
de voorsz. Claes Ariensz. Evenblij verwekt aan de voorsz. Maertge Cornelisdr. ter andere zijde
en verklaarden met elkaar geaccordeerd te zijn
nopende de uitkoop van de voorsz. vier kinderen haar
vaderlijke erfenis[10].
Ondertrouwd
(1) op zondag 29 december 1641 te Zevenhuizen, getrouwd voor de kerk op vrijdag
17 januari 1642 te Zevenhuizen met
1919
Pleuntgen Huybrechtsdr BOUMAN, geboren ca 1617 te Zevenhuizen,
dr. van Huijbert
Jansz BOUMAN (zie 3838) en Yefgen
HUIJBRECHTSDR (zie 3839).
Waaruit geboren:
1. |
Yefje
Leenerts (zie 959). |
1920 Adriaen LOKKERBOL, schipper,
geboren ca 1590.
Waaruit geboren:
1. |
|
2. |
Huybert
Adriaensz (zie 960). |
1976 Aert
van RIETHOVEN.
Waaruit geboren:
1. |
Willem
Aertsz (zie 988). |
2. |
|
3. |
|
4. |
2032 Floris van TOL, geboren ca
1600.
Waaruit geboren:
1. |
Maerten
Florisz (zie 1016). |
2. |
2040 Pieter Ariensz
KRUIJDT (Cruijt)[11],
geboren ca 1605 te Zevenhuizen, overleden na 1687, zn. van Arien
Claesz CRUIJT (zie 4080) en Aeltje
Maertens van der DUYN (zie 4081).
f. 80
14 december 1673
Compareerden Cornelis Feijsz.
weduwnaar van Maria Pietersdr. Kruijt ter eenre en
Pieter Ariensz. Kruijt
grootvader en voogd over Maertgen en Aeltge Cornelisdr. oud omtrent 3 maanden bij hem Cornelis Feijsz. aan de voorn. Maria Pietersdr. verwekt ter andere
zijde, en verklaarden geaccordeerd te zijn nopende de uitkoop van de voorsz. twee kinderen moederlijke erfenis.
f. 85
6 februari 1675
Compareerden Jan Claesz. Bruijnswijck
weduwnaar van Neeltge Pietersdr. Kruijt
ter eenre en Pieter Ariensz. Kruijt
grootvader en voogd over Inggetie Jansdr. oud omtrent
8 jaar en Claes Jansz. Bruijnswijck oud 5 jaar bij
hem Jan Claesz. Bruijnswijck aan de voorn. Neeltge Pietersdr. Kruijt verwekt
ter andere zijde, en verklaarden met elkaar geaccordeerd te zijn nopende de
uitkoop van de voorsz. twee kinderen moederlijke
erfenis.
Ondertrouwd
op zondag 17 maart 1630 te Zevenhuizen (ndg) met
2041 Maertje
Cornelisse van NOORT[12],
geboren ca 1600, overleden na 1687, dr. van Cornelis
Claesz van NOORT (zie 4082) en Aeltgen Lenerts BOGAERT
(zie 4083).
Waaruit geboren:
1. |
Claes
Pieters (zie 1020). |
2042 Claes Jacobsz
van ALPHEN, geboren ca 1607
30 januari 1627
Wij, Willem van Swieten, Schout, Davit Adriaenss van der Gilst ende Diert Jsbrantss Levelangh, schepenen in den Ambachte
van Sevenhuijsen, Oirconden,
dat voor ons gecompareert sijn:
-
Jan Jan Louweris,
weduwenaer van Claesgen Dircxsdr., ter eenre,
-
Claes Jacobss van Alphen, getrout hebbende Wyve Jansdr.,
ende an Willemss Wever, als
voocht vant Jongste weeskint van de voorn. Claesgen Dircxsdr., erffgen. van de selve Claesgen Dircxsdr., ter andere zyden,
Ende verclaerden met malcanderen
Int minnelijck geschift, scheijden
ende gedeelt te hebben alle de goederen, geen uijtgesondert, die den voorn. Jan Jans smette voorn. Claesgen Dircxsdr. Jn gemeenschap beseten heeft ende
bij de voorn. Claesgen Dircxsdr.
metter Doot ontruijmpt ende naergeLaten syn. Het Jonghste kint, Neeltgen Jansdr., out vijff Jaeren[13].
10 oktober 1630
Wij, Jan Dircxss
Vermeer, Schout, Pr. Corneliss Nelemaet
ende Jan Wouterss van Swieten,
Schepenen jn den Ambachte
van Sevenhuijsen,
Oirconden, dat voor ons gecompareert
sijn:
-
Claes Jacobss van Alphen, getrout hebbende Wijffve Jansdr.,
ter Eenre, Ende
-
Jan Janss Jongste, vader, mitsgs. Jan Willemss Wever, voochden van Neeltgen Jansdr.,
ter andere zijden,
Ende verclaerden met malcanderen
Int minnelyck gesmaldeelt
te hebben soodanige Landen, als haer
door toverlijden van Dircxdr., haer
moeder opgecomen ende naer
voorgaende cavelingh gedaen Jegens haer vader, Jan Janss, te beur gevallen sijn[14].
23 augustus 1631
Claes Leendertsz
van Sijdenbosch, wonend op de Sijde
onder het ambacht van Zevenhuijsen, bekent 46 gulden
schuldig te zijn aan Jan van Camerick, wonend te Hillegersberch, waarvan een gedeelte wegens het tenietdoen
van een obligatie door hem op 22 april 1630 gepasseerd ten behoeve van Claes Jacobsz van Alphen; verder een bedrag van 50 gulden wegens
koop van twee voeten runderenvleys[15].
19 april 1633
Wij, Jan Dircxss
Vermeer, Schout, Michiel Janss ende Plonis Janss Sootgevisch,
Schepenen in den Ambachte van Sevenhuijsen,
Oirconden, dat voor ons gecompareert
syn:
-
Louris Janss Jongste,
-
Adriaen Prss., woonende
tot Bl., getrout hebbende Teuntge
Jansdr.,
-
Claes Corneliss Licht, getrout
hebbende Aeltge Lenertsdr.,
wees van Jacob Janss Jongste, ende
-
Jan Prss. Van der Braeck,
getrout hebbende Wijve
Jacobsdr., een dr. van de voorn. Jacob Janss, voor hem
selven ende als voochden
van de kinderen van de voorn. Jacob Janss, mitsgaders
Claes Jacobss van Alphen, getrout
hebbende Wyve Jansdr., een dr. van Jan Janss Jongste, voor hem selven,
ende Jan Willemss Wever, als voocht
van Neeltge
Jansdr., naergelate
weeskint van de voorn. Jan Janss,
alle erfgenamen van Jan Louriss Jongste,
Ende verclaerde met malcanderen
Geschift, gescheijden ende gedeelt
te hebben sodanige woninge
ende landen, alsden voorn. Jan Louriss
metter Doot ontruijmpt ende naergelaten
heeft.
..... alles volgende den Testamente bij den voorn. Jan Louriss
Gemaeckt ende metter doot geconfirmeert Jn date den 28en January 1632
etc.[16].
27 augustus 1633
Claes Jacobsz
van Alphen, 27 jaar, verklaart op verzoek van Herman van Wijlijck,
dijckgraeff van Schielant,
dat zijn huis dat in Sevenhuysen staat door
-
Wolphert Jansz, secretaris
van Segwaert
-
Abraham Jacobsz Vergilst
-
Pieter Jansz van Berckel en
-
Leen de scheepmaker;
grotendeels werd vernield. Nadien is Cornelis Leendertsz
Sijdenbosch, scheepmaker, bij hem gekomen om de
vergoeding voor zijn knecht Leen af te handelen. Omdat hij niet alleen met hem
wilde afhandelen werd aan Vergilst verzocht erbij te
zijn, maar deze liet verstek gaan[17].
22 februari 1634
Wy, Jan Dircxss
Vermeer, Schout, Pr. Adriaenss Roos ende Jochem Janss Solbol, Schepenen jn den Ambachte van Sevenhuijsen, Oirconden, dat
voor ons gecompareert
sijn:
-
Claes Jacobss van Alphen, getrout hebbende Wijve Jansdr.,
ter eenre,
-
Louweris Janss Jonghste ende Jan Willemss Wever, voochden van Neeltgen Jansdr., weeskindt van
Jan Janss Jonghsten, ter
andere zijden,
Ende verclaerden met malcanderen
geschift, gescheijden ende gedeelt
te hebben soodanighe wooningh
ende Landen als haer door t' overlijden van haer sa. vader ende Jan Louweriss
Jonghste, haerbestevader, opgecomen ende aenbestorven sij[18].
8 november 1636
Claes Jacobsz van Alphen, wonende te Sevenhuijsen, is 940 gld schuldig aan Jan Jobsz van der Haven, brouwer van de brouwerij de Bijl
alhier voor geleverd bier[19].
15 februari 1639
Jan Jopsz van der Haeven,
brouwer in De Bijl, draagt op 15 februari 1639 over aan Gerrit Willemsz Leeflang een aanspraak ten laste van ene Claes Jacobsz van Alphen, biersteker, wonend te Sevenheuysen wegens geleverde bieren, t.b.v. 678 gulden;
hij moet nog een bedrag van 86 gulden aflossen, die Leeflang aanstaande mei
belooft te betalen, evenals deurwaarderskosten[20].
10 april 1641
Wij, Jan Vermeer, Schoudt,
Geen Pieters Crysman ende Arien Jaspers, Schepenen Jn den Ambachte van Sevenhuijsen, Oirconden, dat voor
ons gecompareert sijn:
-
Abraham Janss van der Vree, getrout hebbende Lijsbeth
Cornelisdr., voor hem selven ende als actie ende trecht vercregend hebbende van
-
Claes Jacobss van Alphen, getrout hebbende Wijven Jansdr.,
-
Gerrit Corneliss Bruijnss,
Oom ende voocht van Cornelis Corneliss
Bruijn, naegelaeten soon
van Cornelis Corneliss Bruijn den ouden, verweckt bij Neeltge Dircxsdr., ende
-
Louweris Janss Jongste, als Oom ende voocht
van Neeltge Jansdr., naegelaeten
dr. van Jan Janss Jongste, verweckt
bij Claesgen Dircxsdr.,
alle kintskinderen ende Erffgenamen van Dirck Dircxss Visser ende Maritge Claesdr., sijn huijsvrou, beijde sa., haer bestevader ende bestemoeder van smoederssyde,
Ende Verclaerden met malcanderen
gecavelt ende gesmaldeelt
te hebben soodanige wooningh
ende Landen als Den voorn. Dirck Dircxsz
Visser ende Maritge Claesdr. beyde
met der doot ontruijmpt
ende naergelaten hebben[21]
24 augustus 1643
Roel Aellewijnsz, wonend te Sevenhuijsen, 38 jr, legt op 24
augustus 1643 een verklaring af op verzoek van de baljuw en dijkgraaf vanSchieland. Hij is op 17 augustus j.l.
bij Jan Cornelisz Locq,
waard in het dorp Sevenhuijsen, samen met Lenaert Alewijnsz gewesst, tegen wie hij zich als eiser in 2 processen moet
verweren, en Crijn Adriaensz
en Jan Schippers.
Lenaert Alewijnsz
noemt hem herhaaldelijk een dief en zijn vrouw Maritgen
Louwen een hoer en slaat hem met een kan op het hoofd.
Mr. Adriaen, chirurgijn, behandelt zijn verwonding.
Maritgen Lourisdr,
vrouw van Roel Alewijnsz, 36 jr,
verklaart dat zij op 17 augustus 's avonds bij Locq
is gekomen waar Lenaertt Adriaensz
haar man meermaals een dief noemt en hem een gat in het hoofd slaat met een
kan, zodat Mr. Adriaen van Sevenhuijsen hem moet
behandelen.
De volgende dag hoort zij in de herberg dat Lenaert Alewijnsz haar man dreigt
te vermoorden.
Jan Cornelisz Locq, 34 jr, Claes Jacobs van
Alphen, 35 jr, en Cornelis Cornelissen van der Wel
??, 40 jr, allen wonend te Sevenhuijsen,
verklaren voor de baljuw en Pietertgen Bastiaensdr dat zij op 17 augustus j.l.
hebben gehoord dat Lenaert Alewijnsz
zijn broer Roel herhaaldelijk verwijt dat hij een dief is en zijn vrouw een
hoer. Roel zou het gelag betalen en Maerten Alewijnsz de impost daarop.
Na het drinken blijkt Roel de volgende dag een gat in
zijn hoofd te hebben.
Lenaert Alewijnsz
dreigt hem meermaals te vermoorden omdat Roel de duivel in zijn ziel en lijf
heeft.
Locq en Pietertge
zeggen gezien te hebben dat Lenaert Alewijnsz zijn broer Roel met een kan op het hoofd slaat,
zodat hij flink bloedt[22].
zn. van Jacob
Jacobsz van ALPHEN (zie 4084) en Pleuntje
CLAESDR (zie 4085).
Getrouwd met
2043 Wijve
Jans JONGSTE, geboren ca 1609, dr. van Jan
JONGSTE (zie 4086).
Waaruit geboren:
1. |
Pluentgen Claes, gedoopt (ndg) op woensdag 16 februari 1628 te Zevenhuizen
(getuige(n): Gerrit Claesen, Annetgen
Jans, Wijve Jacobs). |
2. |
Jacob Claesz, gedoopt (ndg) op zondag 20 mei
1635 te Zevenhuizen (getuige(n): Claes Janss,
Abraham Janss, Maertge
Jacobs). |
3. |
Pleuntje
Claasdr (zie 1021). |
4. |
Jan Claesz, gedoopt (ndg) op zondag 22
september 1641 te Zevenhuizen (getuige(n): Abraham Janss,
Cornelis Cornelisz, Ingetje
Cornelis). |
Generatie
XII |
2240 Mahieu III d'ENGREMONT,
koopman en landeigenaar te Orchès, geboren ca 1500 te Orchès
zn. van Seigneur
Mahieu II d'AIGREMONT (zie 4480) en Marie
le NAVATEUR (zie 4481).
Getrouwd met
2241 Barbe
BULTEAU, geboren ca 1502.
Waaruit geboren:
1. |
Mahieu
(zie 1120). |
2. |
2248 Mr Jean LESTEVENON, Jean was een voornaam rechtsgeleerde.
Hij vluchtte naar Wesel waar hij burgemeester werd.
Geboren
1542 te Duellemont, zn. van Mr
Martin LESTEVENON (zie 4496) en Jeanne
de MORINGES (zie 4497).
Getrouwd met
2249 Vreesken
ter SMITTEN, geboren ca 1544, dr. van Anthony
Petersz Ter SMITTEN (zie 4498) en Jenneken
van BARREN (zie 4499).
Waaruit geboren:
1. |
|
2. |
|
3. |
Jean
(zie 1124). |
2250 Jan JUDAH, geboren ca 1550.
Waaruit geboren:
1. |
Anna
(zie 1125). |
2252 Laurent VENTURINI.
Waaruit geboren:
1. |
Jacques
/ Jacob (Giacopo Ventorino) (zie 1126). |
2254 Ferdinand PUERARI, geboren
1541 te Cremona, overleden op dinsdag 6 april 1604 te Genève, zn. van Buono
PUERARO (zie 4508) en Hortense
(zie 4509).
Getrouwd op zondag 8 juni 1567 te Genève met de 15-jarige
2255 Filippa
BALBANI, geboren op maandag 1 februari 1552 te Lucca, overleden op
donderdag 6 december 1618 te Genève op 66-jarige leeftijd, dr. van Nicolao
BALBANI (zie 4510) en Lucrezia
MONTECATINI (zie 4511).
Waaruit geboren:
1. |
|
2. |
|
3. |
|
4. |
Elisabetta
(Prievari) (zie 1127). |
5. |
noble Daniël, geboren op donderdag 14
december 1581 te Genève, overleden op dinsdag 14 augustus 1663 te Genève op
81-jarige leeftijd, getrouwd voor de kerk op 28-jarige leeftijd op vrijdag 12
februari 1610 met Jeanne MARCET. |
6. |
|
7. |
|
8. |
|
9. |
|
10. |
Kathedraal van Cremona
2256 Johan van TONGEREN, geboren
ca 1510.
Getrouwd ca 1578 met
2257 Elisabeth van BLOEM(EN)DAEL,
geboren ca 1512, dr. van Geerloff
BLOEMENDAEL (zie 4514).
Waaruit geboren:
1. |
Evert
(zie 1128). |
2258 Hendrick van BESTEN, geboren
ca 1525.
Gegoed
in Neuenhaus, Laar, Laarwold,
Uelsen, Bentheim, Emlichheim
Burgman van Neuenhaus, bezitter van Brettelers, gedeputeerde van Arnd,
graaf van Bentheim 1544[23].
In 1544 is o.m. Henrick van Besten gedeputeerde van Arnd, graaf van Bentheim
enz., voor het innen van de belasting ter bestrijding van de Turken 34, en
hebben Henrick van Besten en zijn vrouw Maria aan de prior en het convent van
Zibekeloe afgelost 12 mud en 1 schepel rogge uit de Tornsche goederen, uit 20½
mud rogge, waarvan de overblijvende 8 mud en 1 schepel nog aflosbaar blijft
door Harmen van Munster vanwege zijn vrouw[24].
In het verdrag van 1548 over de grensscheiding tussen Keizer
Karel V en de Graaf van Benthem, komen onder degenen ten overstaan van wie de
verschillende punten zijn vastgesteld voor, Henrick van Besten en Geerlich van
Besten, waarbij over de limieten tussen het kerspel Holtheem in Salland en
Laerwold in het graafschap Bentheim bepaald is, dat van de scheidpaal staande
bij de Vegt een andere paal gezet zal worden tegenover het huis van Henrick van
Besten, en vanaf daar tot de iepen tegenover de rosmolen van Hendrik van
Besten, en vanaf daar op de Stondijk en dan langs de woldt en tot aan de
Klokhorst[25].
1562
Henrick van Besten die olde volmechtich durch Anna
geboeren van Teckelenborg Gravinne to Benthem Tekelenborch end Stenfoirden
weduwe vrou to Rhede en Wevelinckhoven, t.b.v. Arent Jongen graven to Benthem
tekelenborch en Stenfoirden oiren zoens[26]1568
oorkonden Henrick van Besten, Albert van Steenwijck en Wolter van Lennep,
vanwege Gerberich van Vylsteren met Jeorgien van Dedem als haar man en momber,
juffer Johan van Vylsteren met jonge Henrick van Besten als haar momber, en
Lutgert van Vylsteren met Melchior van Dedem als haar man en momber, kinderen
van wijlen Otto van Vylsteren[27].
Een erve, geheiten Roderking, gelegen in den kerspel
van Ulsen in der buerschap van Holten.
** Afsplitsing van nr. 1944.
30 oktober 1433 (BC fol 29v) Rembert van Lasterhuysen, zoals hij dat van zijn
"olderen" had geërfd.
Tot 1495 verder als nr. 1944.
27 augustus 1495 (BD fol 206) Wolter van Coevorden na opdracht door Roeloff
van Coevorden.
* Dat erve toe Roederkinck, gelegen in den kerspell
van Ulsen in der buerschap toe Hilten, mit sulcken eygenen ende hoerigen luden
dairtoe behoorende.
Tot 1569 verder als nr. 240 (Johanning te Hengevelde).
2 september 1569 (OC2 fol 6) Wolter van Covorden na de dood van zijn
oom Wolter van Covorden krachtens een "moetzoen".
28 maart 1618 (OD1 fol 80v) Herman van Couverden, zoals Wolter van Couverden
Wolterssen daarmee beleend was.
28 maart1618 (OD1 fol 80v) Lutgert van Besten na opdracht door Herman van
Couverden. Hulder Gerhardt van Wullen.
28 maart 1618 (OD1 fol 81) Adolph van Besten na opdracht door Lutgert van
Besten.
13 juli 1632 (OD3 fol 49v) Vincent van Tongeren tot zijn goede recht na de
dood van Lutgert van Besten.
31 augustus 1643 (OE fol 127v) Arnold Joost van Besten na de dood van zijn
vader Adolff van Besten.
Zn.
van Vincentius
van BESTEN (zie 4516) en Sophia
van COEVERDEN (zie 4517).
Getrouwd met
2259 Maria van LAER, geboren ca
1540, dr. van Johan
van LAER(WOLT) (zie 4518) en Susanna
MULERT (zie 4519).
Waaruit geboren:
1. |
|
2. |
|
3. |
Susanna, geboren voor 1574 getrouwd met Geert
van HAERSOLTE. |
4. |
|
5. |
Maria.,
geboren voor 1552, gegoed in Uelsen, Zwolle, overleden na 1 januari 1616 Getrouwd
(1) voor 14 juni 1603 met Johan WAYER, kamerer van
Zwolle, hopman, geboren voor 1552, overleden 1598, overleden na 21 oktober
1598zn. van Johan WAYERS en Swene. In Zwolle kopen in 1572 Johan Waeyer en
Maria van Besten zijn vrouw een huis en weer in de Waterstraat, verkopen in
1573 Johan Waeier en Maria van Besten zijn vrouw
drie huizen in de Waterstraat door hen bewoond, belend aan Thijman de Goier, schout van
Zwolle, en Johan van Dulmen, richter te Emmelickhem, verkopen in 1577 Johan van Dulman richter te Emlichem en
zijn vrouw Catrina van Gemmen aan Johan Waijer en zijn vrouw Marie twee huizen in de Voorstraat
bij elkaar gelegen, het grootste voor en achter een gemene straat, het
kleinste voor van de straat tot achter aan Johan Waier,
met een jaarrente van enige stadsponden, belend een gemene straat, en Joffer
van Twickel, verkopen in 1579 Lubbert Ulger en zijn
vrouw Mechtelt Brants een jaarrente op een huis in
de Sassenstraat aan Johan Waijer en zijn vrouw
Maria van Besten. verkopen in 1580 Johan Waeier en
zijn vrouw Merrie van Besten aan Wolter Voet en zijn vrouw Fenna Luickenss een huis en were in
de Voorstraat, strekkende tot achter de verkoper, met een jaarrente vao goldgulden 11 st, belend Henrick van Essen, en de verkoper, en verkopen in 1584
Johann Waeijer en zijn vrouw Maria vann Bestenn een huis en were in de Voorstrate bij Unser Frouwenn Kerckhofff aan Arendt van
Bolten en zijn vrouw Bellie Berniersz,
strekkende tot achter Juffer Margarete Luickenss en Reiner Kuijper, met een jaarrente van 10½ ggld, nl. Brueren in het
klooster 6 ggld, de weduwe Luitgen
van Ezen 1½ ggld, de
weeskinderen alhier 1 ggld, St. Barbarabruederschap
2 ggld 42. Johan Waeyer en Maria van Besten
verkopen in 1582 te Zwolle een jaarrente van 6 goudgulden uit een huis in de
Olde Voorstraete. In 1598 bezitten Johan Waeijer, hopman, en zijn vrouw Maria van Besten in het
Grote Kerkhof een jaarrente van 5 en een jaarrente van 4 stadsponden[28]. Getrouwd
(2) voor 29 april 1572 met Johan HUINGA ten Hoogenhuise te
IJsselmuiden, geboren voor 1583, overleden 1625.
Bron: 41. {Hij
was eerder getrouwd met Anna van HAERSOLTE. Hij was
eerder getrouwd met Margaretha van DAVE.} |
6. |
Bele
(zie 1129). |
2260 Johan ten HOLTE, geboren ca
1522, overleden 1554.
Grafzerken in de kerk
met links de grafzerk van Johan ten Holte uit 1554
Zeerijp, 't Zandt, Sectie D 1, nr 108-114
In
1436 is de eerste vermelding van de heerd.
In
1641 wordt de behuizing "adellijk"genoemd met hoven, singels en
grachten. In 1690 wordt "de plaats" ("ploatse") verkocht en
on 1730 blijken er twee huizen op de plaats te staan.
Doke
Sickinghe en Rolof ten Holte zijn de bewoners in de eerste helft van de 16e
eeuw. Nazaten verkopen de borg in 1641 aan hermen Ompteda, maar deze zet er een
meier op. In 1783 wordt de plaats publiek verkocht
zn.
van Rudolf
ten HOLTE (zie 4520) en Trudeke
UFKENS (zie 4521).
Getrouwd voor de kerk op donderdag 1 oktober 1534 met
2261 Margaretha HARKINGE, geboren
ca 1524, overleden na 1559, dr. van Nn
HARKINGE (zie 4522) en Nn
SICKINGE (zie 4523).
Waaruit geboren:
1. |
Roelf,
geboren ca 1545, getrouwd voor de kerk voor mei 1569 met Talle BROERSEMA, geboren ca 1545. |
2. |
Jonker
Writzard (zie 1130). |
2262 Jonker Reint de SIGERS ther BORCH,
ette van Noordensveld (1542-1550), geboren ca 1516, overleden voor 18 augustus 1573 te Zeerijp
Het wapen is afkomstig van de adellijke familie "Sighers ter
Borgh". Leden van deze familie bewoonden in de 16de en 17de eeuw de
havezathe ter Borch in Eelde en vervulden belangrijke posities in het bestuur
van de Landschap Drenthe. Zij bezaten daarnaast ook andere aanzienlijke huizen
in Eelde. Het wapen komt voor op een grafzerk uit 1545 in de Nederlands
Hervormde Kerk van Eelde. Het wapen is ook te vinden in het gebrandschilderde
raam van het huis Vennebroek (zie aldaar).
De naam Elteke Waeijer als echtgenote van Reint de Sigers ther Borch is
vermeld in De Nederlandse Leeuw 1959 met als bepaling van het overlijden van
Reint en Elteke resp. voor en na 18 augustus 1573[30],
waarbij verwezen wordt naar. Echter de grafzerk in de kerk te Eelde toont
Eltike Sigers overleden 1545, de dinsdag voor kerstmis.
Inmiddels is duidelijk geworden dat Eltike de eerste echtgenote is van Reint
de Sigers ther Borch en dat zijn tweede echtgenote Anna Waaijer heet. De
bekende kinderen zijn uit het tweede huwelijk. Zie B. van Dooren, Een nieuwe
stammoeder voor het geslacht De Sigers ther Borch in Gens Nostra 56 (2001), p.
343.
Op de grafzerk van Eltike in de kerk van Eelde komen naast het wapen van De
Sigers ther Borg de wapens voor van Addinge (of Ripperda) en Schaffer. Het
wapen op het vierde hoekpunt is verloren gegaan.
Van Dooren suggereert als mogelijke ouders Omko Ripperda en Hinte, maar
durft op grond van het feitenmateriaal geen definitieve uitspraak te doen.
Anders Daae behandelt in een artikel in Kontakt juni 2004, p. 150 (het orgaan
van de Stichting Ol Eel) de in de kerk aanwezige heraldische tekens en noemt
als mogelijke ouders Derk Schaffer en Bywe Gaykinga, maar zegt erbij dat dit
een hypothese is die nader onderzoek noodzakelijk maakt.
De Sigers ther
Borch, door MR. Hl. L. HOMNES.
Over dit geslacht is wel reeds een en ander gepubliceerd, doch een volledig
overzicht ontbreekt nog. De stamreeks is gegeven in Nederlands Adelsboek, eerst
in 1903 en 1911 ontleend aan de foutieve genealogie bij de Hoge Raad van Adel,
in 1917 gewijzigd naar het artikel van Van Holthe tot Echten: De comparanten in
de ridderschap van Drenthe 1600-1795, en
tenslotte in 1951 nog eens gewijzigd naar aanleiding van mijn bijdrage in dit
maandblad van 1948.
De oudste generaties blijven evenwel nog duister, want ik weet geen
verklaring voor de opschriften van de grafsteen in de kerk te Eelde, waarvan de
beschrijving en afbeelding gegeven wordt op blz. 62 van de Genealogische en
heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken van Drenthe. Deze vermeldt:
Anno domini/ storf vrou Eltike Sigers [to de bo] rc des dinse,/dages voer
Karsmis de got genedic si.
In het midden: Reint Sigers to de borc, met het wapen de Sigers her Borch.
Op de hoeken wapenschilden: 1 De Sigess ther- Borch 3 Schaffer i Addinga 4
ontbreekt.
Bij de bewerking van de genealogie Schaffer
(Ned, Leeuw 1956) is geen alliantie met de Sigers aangetroffen. Ook als voor
Addinga gelezen zou moeten worden Ripperda of te Nansum, die dezelfde
ridderfiguur in het wapen voeren, kan ik geen verband vinden. Van Johan (IV) en
zijn zoons Reint Gijsbert en Herman komen de kwartierstaten voor in De
ridderschap van Drenthe, door J. Westra van Holthe; over hen en hun familie
wordt uitvoerig gehandeld in het bovenaangehaalde artikel van Van
Holthe tot Echten in de Nieuwe Drentsche Volksalmanak en wel over johan in
jaarg. 1896, blz. 246-259, over Reint Gtjsbert in jaarg. 1899, blz. 176-185, en
over Herman in jaarg. 1900, blz. 219-235. Voor de havezathen ter Borch, huis te
Eelde, Vennebroek (Paterswolde) en Vennebroek (Anlo) kan ik naar dit artikel
verwijzen en naar het Bulletin van de Kon. Ned. Oudheidkundige Bond 1957, blz.
171 en vlg. Het is evenwel nog niet duidelijk hoe de havezathe ter Borch aan de
familie .de Sigers gekomen is. Enig verband met het oude geslacht ter Borch
vond ik bij de Ordelen van de Etstoel 1518-1604, uitgegeven door Joosting, op
blz. 82, waar op 5 april 1529 voorkomt: ,,Tuyschen Repnt Sigers ind Jan Gripp
(= Grijp) is gefonden, soe Steuen ter Borch seliger willichs betracht ind
averlacht maich hebben, by synen leven syner huysvrow guederen versath ind eyns
delss doirgebracht toe hebben: ind dat sy billix oire leven lanck wat voir uyt
eygde ind dairover betuchtiget, Reynt ind Jan Gripp oick to Groningen allerley
handelynge gehat hebben dat sy ter begerte des drosten ind Xx1111 noch eyn
frunt dach sullen halden, ind scheyden sich fruntlich tuyschen dyt ind den
naesten latynck soe doich Steuens vrow nae billicheyt wat toebehoerde. Doen sy
des nyet, wyllen die drosten ind etten eintlich wysen ten naesten
latynck."
Op de door nu wijlen Dr. Heerma van Voss in zijn artikel: De
letterlap de Sighers ther Borgh, in de Ned. Leeuw 1927, gestelde vraag naar een
opgave van de voltallige afstammelingen van Gijsbert .de Sigers ther Borch
(1737-1812) is, zoals mij uit de door zijn zoon welwillend ter inzage gestelde
papieren gebleken is, een antwoord binnengekomen van J. S. van Veen, een zwager
van de- laatste afstammelinge van dit geslacht. De mededelingen, die zijn
schoonzuster hem verstrekte, waren echter vrij vaag, zoals: haar zuster Agnes
was getrouwd met de wedr. Karelsen, haar
tante Naatje met Zwens, eerst officier.
Van een oudere generatie wordt gezegd. ,,Van de oudere broers is de oudste
Jan Roelof, ongetrouwd gebleven. Hij had veel geld en reed met twee zwarte
paarden. De tweede is getrouwd; zijn
twee zoons zijn volwassen overleden. De derde .is niet getrouwd; deze heeft
veel goed aan de gemeente gedaan". Over Jan Roelof heb ik niets kunnen
vinden en ook laatstgenoemde bleef mij onbekend. Ik vermoed, dat de toen al
oude dame de door haar bedoelde personen enigszins verward heeft.
In de 18de eeuw is het geslacht blijkbaar wel in aanzien geweest, want in de
officiersboekjes worden Gijsbert (Vbis) en Reint Herman Taco (Vbis, 7) baron
genoemd, maar in de 19de eeuw is het maatschappelijk gedaald. Alleen Roelof
(VII 2) werd in 1816 in de Ridderschap van Drenthe benoemd met het predicaat
van Jonkheer, en Gerhardus Bernardus (1X 2) verkreeg in 1889 een erkenning met
hetzelfde predicaat.
De laatste generaties hebben veel moeite opgeleverd en ik heb dan ook niet
alle gegevens kunnen verkrijgen. De familiepapieren, die in 1937 door
mejuffrouw A. B, Wineke aan ons genootschap zijn geschonken, bevatten
voornamelijk afschriften van geboorte- en andere akten, benodigd voor de
adelserkenning en vrijwel niets over de andere familieleden.
Van belang was daarom de in het Rijksarchief te Groningen aanwezige memorie
van successie van Jhr. Roelof de Sigers ther Borch. Deze heeft 14 juni 1865 een
olographisch testament gemaakt, waarbij hij legaten vermaakt aan de twee
kinderen van zijn zuster, getrouwd met Jacob Sleght Swens, en als erfgenamen
stelt:
de kinderen van zijn neef Gijsbert de Sighrs th.er Borch bij Lutgerdina uan
Taret voor 1/3 gedeelte, n.1.:
Jeannette Gesina, echtg, van Adolf Karel Wineke, drogist te de Rijp,
Gerhardus Bernatdus, ontvanger te Hoogcruts, Beren,dina Gerharda, mede aldaar,
Jan Roelof, militair in Oost-Indië, Hendrik Willem Frede,rik, zeeman,
gedomicilieerd te Hoogeveen, Gezina Johanna Benedicta, te Hoogcruts, Everhardus
Jacobus Alexander, mede aldaar. zijn neef Jan Gijsbert de Sig,ers ther Borch,
gepens. Commies le kl. te Loppersum, voor 1/3 gedeelte. ., / drie dochters van
zijn zuster Johanna Benedicta bij Willem van Voss voor 1/3 gedeelte, n.1.:
Agatha van Voss, weduwe van Willem van Raalfen, te Oosterhout, Lucia Sophia van
Voss, te Oosterhout, Johanna Roelina Maria Gezina van Voss, te Coevorden.
Het geslacht is uitgestorven in 1935 met Johanna Gezina Benedicta de Sigers
ther Borch als weduwe van Dirk Franciscus van Veen getrouwd .
Getrouwd voor de kerk (1) voor 1545 met Eltike.
Vloerplaten van Reint en Eltike (Dorpskerk (St.
Gangulphuskerk, Nederlands Hervormde Kerk))
Getrouwd
voor de kerk (2) na 1546 met
2263
Anna WAAIJER[31] [32],
overleden 1602-1608 te Eelde, overleden
na 18 augustus 1573 te Zeerijp.
Waaruit geboren:
1. |
Geertruijd[33], geboren ca 1546, getrouwd
met Johan van BESTEN, geboren ca 1541. zn. van Henrick van
BESTEN en Maria van LAER. |
2. |
Geert[34], geboren ca 1553, getrouwd
met Johanna de MEPSCHE[35], geboren ca 1555,
overleden voor 1593, dr. van Geert de MEPSCHE[36] en Hille ALBERDA.
{Zij was eerder getrouwd met Johan van BESTEN, geboren ca 1541. In de
verpondingen van Wijhe, buurschap Tongeren, komen in 1601 voor de erfgenamen
van Johan van Besten aan wie den Rettbarg toe behoort en die zij zelf
gebruiken, en in 1602 wordt Johann van Besten als eigenaar van den Rijttbarch
genoemd, met 12 morgen ,hoghe", 12 morgen haver en 1 morgen hooiland. In
1622 vindt in Wijhe een ondervraging plaats door Henrick van Besten over een
stuk land in Lijderbroeck, geheten het vergolden Kampken, dat Jan Smith in
pacht gehad had van Jonker Jan van Besten, en vr wie wijlen Johan van
Tongeren in pacht had van Van Besten en die het verpacht had aan Derck Rolofs
en Jan Oelbers 55.
zn. van Henrick van
BESTEN en Maria van LAER.} |
3. |
Eltike
de SIGERS[37]
(zie 1131). |
Detail van een kaart van Nicolaes Jansz Visscher uit 1663 met Ter
Borch aangegeven
als De Sigers en Mepschehuis als Mepsche
Ter Borch (ook Cantersborg en Sigersborg)
was een havezate in
de Drentse plaats Eelde in het dingspel Noordenveld.
Ter Borch lag ten zuiden van Eelde op het terrein van de
Waterburcht, waar voor de bouw van de havezate ooit een burcht heeft
gestaan en die volgens de kroniek van Emo en Menko in 1266 werd verwoest.[1]
De eerste bewoners van Ter Borch in Eelde waren leden van de
familie Ter Borch. Of de familienaam afkomstig is van de borg of omgekeerd is
niet bekend. In 1529 ontstond er onenigheid over de verdeling van de erfenis
van Steven ter Borch, eigenaar van Ter Borch. Na een uitspraak van de Etstoel kwam Ter Borch
in het bezit van Reint Sigers. Zijn kleinzoon Reint de Sigers ter Borch verzocht
in 1643 om toelating tot de Ridderschap van Drenthe. Na een onderzoek, dat
enkele jaren duurde, werd zijn zoon Johan de Sigers ter Borch toegelaten tot de
Ridderschap en daarmee werd Ter Borch als havezate erkend. Johan vervulde in
die tijd diverse bestuurlijke functies in Drenthe. Hij was ette,
assessor in de Etstoel en gedeputeerde. In die tijd verkreeg de familie De
Sigers ter Borch ook de havezaten Vennebroek en het Mepschehuis in
hun bezit. Ter Borch werd het erfdeel van Reint Gijsberts de Sigers ter Borch,
één van de zonen van Johan. Na zijn overlijden kwam de havezate in handen van
zijn twee zusters. Eén van deze zussen, Florentia Geertruida, werd in 1709 de
nieuwe eigenaar. Zij was getrouwd met de drost van Gorecht, Bartholt
de Canter. Aan de familie de Canter heeft Ter Borch zijn tweede naam Cantersborg te danken. In 1755 werd Ter Borch door
Jan Poppe André Canter per veiling verkocht. Volgens de Groninger Courant d.d.
28 januari 1755 had de havezate tien ruime beneden- en bovenvertrekken, een
keuken en een kelder.
Bij de havezate hoorden ook een schathuis, twee woningen en weide- en
akkerland. De eigenaars van de havezate bezaten een eigen herenbank in de kerk
van Eelde en een eigen grafkelder.[2] De nieuwe eigenaar was de schulte van
Eelde Dubbelt
Willinge, die het huis verhuurde en zelf in Peize bleef wonen. Het
recht van havezate werd op een gekunstelde manier verlegd naar een keuterij op
het landgoed en doorverkocht aan de drost van Drenthe, Alexander Carel
van Heiden. Deze verkocht de keuterij met het recht van havezate
door aan een familielid Frederik Otto van Dörnberg Heiden, die in het
bezit was van Lemferdinge in
Eelde. Hij kreeg toestemming het gekochte recht van havezate te verleggen naar
Lemferdinge. Door deze truc werd hij toegelaten tot de Ridderschap. De
oorspronkelijke havezate Ter Borch werd uiteindelijk in 1798 door Dubbelt
Willinge verkocht aan zijn aangetrouwde neef Jan Wilmsonn Kymmel, eigenaar van
de havezate Mensinge in Roden, die Ter Borch
liet slopen[38].
3208 Cornelis Willems Goosens ROMEIJN[39],
Heemraad Ridderwaard, opperkerkmeester Ridderkerk,
stadhouder van de schout(1591), bezit in 1592 land in Oud Reijerwaard ten
oosten van dat van de nagelaten weeskinderen van Sijmon
THONISZ[40], geboren ca 1545 te
Ridderkerk, overleden voor 1610, zn. van Willem
Goesen Arien ROMEIJN (Jongkint) (zie 6416) en Neeltgen
CORNELISDR (zie 6417).
Getrouwd met
3209 Marijke Cornelisd (Maritge)
STEUIJ[41],
geboren ca 1545, overleden ca 1592, dr. van Cornelis
Claesz STEUIJ (zie 6418).
Waaruit geboren:
1. |
Aeltge Cornelis JONGKINT (Roomeijn), geboren ca 1568 te Ridderkerk. |
2. |
|
3. |
|
4. |
|
5. |
Cornelis
Cornelisse de Jonge (zie 1604). |
6. |
|
7. |
Willem Cornelisz, gedoopt (ndg) op zondag 14 mei 1581 te Ridderkerk. |
8. |
Ploentgen, gedoopt (ndg) op vrijdag 30 december 1583 te Ridderkerk. |
9. |
Fijken Cornelis, gedoopt (ndg) op zondag 28 december 1586 te Ridderkerk. |
3210 Oth Andries SNIDER[42],
geboren ca 1560.
Van
Oth's erfenis komt f 36,- vanwege de 3e penning aan de ambachtsheer van
Moerkerken(1607)[43].
zn. van Andries
SNIDER (zie 6420).
Waaruit geboren:
1. |
|
2. |
Ariaantje
Otten (zie 1605). |
3. |
3280 Cornelis BECK, geboren ca
1570.
Getrouwd met
3181 Marrigje
GERRITS, geboren ca 1572.
Waaruit geboren:
1. |
Willem
(zie 1640). |
3296 Arij TWIGT, geboren ca 1590.
Waaruit geboren:
1. |
Dirk
Ariensz (Wicht) (zie 1648). |
3300 Abraham Ariensz van der MAST,
geboren ca 1600.
Ondertrouwd (1) op zondag 12 juli 1648 te Moordrecht met Lijsbeth
BOLENDR.
Getrouwd
(2) met
3301 Levijntje LIEVENSDR, geboren
ca 1602.
Waaruit geboren:
1. |
Arie
Abrahamse (zie 1650). |
3304 Gerrit DIRKSZ, geboren ca
1565 te Zuidbroek.
Getrouwd ca 1590 met
3305 Ariaantje WILLEMS.
Waaruit geboren:
1. |
Leendert
Gerritsz GANSEMAN (zie 1652). |
3336 Roelant van SCHIE, geboren ca
1552.
Waaruit geboren:
1. |
Dirck
Roelants (zie 1668). |
3340 Jop Jacobsz BERCKEL[44],
secretaris van Berkel, geboren ca 1534, overleden
1591-2.
Getrouwd met
3341 Jannetje SIJMONS[45],
dr. van Sijmon
VRANCKEN (zie 6682) en Adriaantje
JANSDR (zie 6683).
Waaruit geboren:
1. |
Jacob
Joppe (zie 1670). |
2. |
Vranck Jobs[46].
|
3. |
Sijmon Jobs.
|
4. |
|
5. |
Neeltge Jobs, overleden voor 23 februari 1648., getrouwd met Pieter BURG. |
Getrouwd
(2) met Albert Cornelisz CLEIJWEG[47],
brouwer te Schiedam.
Waaruit
geboren:
6. |
|
7. |
3342 Pleun Michielsz van der KOOIJ[48],
kooijker, bouwman in de Zuidpolder van Delfgauw,
gezworene en ambachts-bewaarder Hof van Delft, geboren ca 1557 te Overschie,
overleden op vrijdag 28 oktober 1644 te Delft, begraven op dinsdag 1 november
1644 te Delft, Nieuwe kerk
bouwman in de Zuidpolder van Delfgauw, gezworene en
ambachtsbewaarder van Hof van Delft
zn.
van Michiel
Harmansz van der KOOIJ (Swet) (zie 6684) en Aefgen
Gabrielsdr van THOL (zie 6685).
|
Pleun trouwde in 1584 te Delft met Neeltgen
Claesdr. (b12). De bruidegom wordt beschreven als "jonckgeselle
van Ouderschie, wonende aldaer,
lantman", de bruid als "weduwe van Jacop Gerritsz., wonende tot Delffgauw" (b12). Na de huwelijkssluiting vestigde
het jonge paar zich in het "Zuijdeijnde van Delfgaeu" (b02). Pleun Michielsz. kwam daar in het bezit
van een grote boerderij, die "35 mergen en 3
honden lants" (b13) besloeg. In hoofdzaak
hield hij zich bezig met veeteelt. Het maken van boter en kaas, die in Delft
ter markt werden gebracht, vloeide daaruit voort. Waarschijnlijk echter
bracht ook de vogelvangst belangrijke inkomsten, want achter de boerderij in
het land, dat bij de hofstede behoorde, lag een "vogelcoij"
(b13). Het huwelijk van Pleun Michielsz. en Neeltgen Claesdr. werd met een aantal kinderen gezegend,
nl. vier zoons en vier dochters, te weten Jacob, Maritgen,
Willemken, Abraham, Claesgen,
Isaäck, Aefgen en Gabriël (b13). Toen de jongste kinderen nog klein waren,
verloor Pleun in 1606 (b84) veel te vroeg zijn vrouw. Een zoon en een dochter van Pleun nl. Jacob en Maritgen
zijn vroeg gestorven en lieten kleine kinderen na, welker
lot Pleun zich vermoedelijk heeft aangetrokken. In een akte van 26 maart 1645, verleden voor notaris Quillaume de Graeff te Delft
(b20) ter afwikkeling van de boedelscheiding worden weer alle kinderen
genoemd, maar nu met de achternaam "Van der Koij".
Dit is de eerste authentieke akte, waarin zij met die achternaam worden
genoemd; zij en hun nageslacht zijn deze naam, later geschreven als "Van
der Kooij", blijven voeren tot heden. De kooi van Pleun, die dus duidelijk ten grondslag ligt aan de
familienaam Van der Kooij, is helaas slechts enkele generaties in het bezit
van "onze familie" geweest. Maar die eendenkooi is nog steeds
aanwezig in Delfgauw, als een tastbaar stuk historie van de familie Van der
Kooij, die van Pleun afstamt. Een ambachtsbewaarder was belast
met het algehele beheer van het Ambacht, speciaal inzake de geldmiddelen. Hij
had één van de twee sleutels van de ambachtskist, waarin de papieren en
gelden werden bewaard; de andere sleutel berustte bij één der schepenen die
als sleutelbewaarder was aangewezen en die er dus ook bij moest zijn om de
kist te openen. Aan het eind van het jaar moest de Ambachtsbewaarder
verantwoording afleggen aan de geërfden van het ambacht. |
Ondertrouwd op zaterdag 13 oktober 1584 te Delft, getrouwd voor de kerk op
donderdag 1 november 1584 te Delft (ndg).
Neeltgen
Claesdr. van Tol is begraven in de Nieuwe Kerk te Delft.
Frans van Rooijen geeft als huwelijksdatum tussen Neeltgen en Pleun
Michielsz van der Kooij 1 nov 1584 te Delft
met
3343 Neeltgen Claesdr van THOL,
geboren ca 1560, overleden op dinsdag 26 september 1606 te Delfgauw, begraven
op zaterdag 30 september 1606 te Delft, dr. van Claes
Hendriksz van THOL (zie 6686) en Aegje
CLAESEN (zie 6687).
Waaruit geboren:
1. |
Jacob Pleunen, geboren ca 1585 te Pijnacker, begraven op woensdag 20
februari 1619 te Delft. |
2. |
Willempje
Pleunsen (zie 1671). |
3. |
Maritgen
Pleunen,
geboren ca 1587. |
4. |
|
5. |
|
6. |
|
7. |
Gabriël Pleunen, bouman
Cathuserswoning Delft, geboren
ca 1598 te Delfgauw, begraven op vrijdag 6 januari 1668 te Delft getrouwd met
Machteld Claesdr LANGELAEN, geboren ca 1600, dr.
van Claes
LANGELAEN (zie 3390). |
Getrouwd
(1) ca 1580 met Jacob GERRITSZ.
De Nieuwe Kerk dateert
uit 1496 en heeft een historische band met de Koninklijke familie
In de Nieuwe Kerk bevindt zich het graf van
Neeltje Claesdr van Thol
Prins
Willem van Oranje, de Vader des Vaderlands die in 1584 werd neergeschoten, is
de eerste die er werd begraven. Zeer bijzonder is het indrukwekkende praalgraf
van Willem van Oranje, dat te bezichtigen is. Het praalgraf werd, naar een
ontwerp van bouwmeester Hendrick de Keyser, tussen 1614 en 1622 vervaardigd. In
1997 is het grafmonument ingrijpend gerestaureerd[49].
Oostpoort in Delft, (Johannes Christiaan Karel Klinkenberg)
De Oostpoort
is de enig overgebleven stadspoort van de stad Delft, in de Nederlandse
provincie
Zuid-Holland.
De poort werd rond 1400 gebouwd, de torens werden in de 16e eeuw verhoogd.
De Oostpoort bestaat uit een landpoort en een waterpoort
die met elkaar zijn verbonden door resten van een stadsmuur.
Tegenwoordig[wanneer?] is het gebouw in gebruik
als woning en kunstgalerij.
De naastgelegen Oostpoortbrug dateert uit 1514 en is net
als de poort zelf ook een rijksmonument.
In themapark Huis ten Bosch in Japan is een replica te
vinden van de Oostpoort en de bijgelegen ophaalbrug[50]
3352 Pieter Pietersz POOT, bouwman te Vlaardingerambacht, geboren
ca 1550.
Getrouwd ca 1575 met
3353 Lijsbeth HUIJBRECHTSDR, waardinne in "Bleskensgraaf" te Kethel, geboren ca 1555, overleden
voor 22 juli 1611.
Waaruit geboren:
1. |
Pieter
Pietersz (de oude) (zie 1676). |
3354 Cornelis CRIJNEN, bouwman in Noord-Kethel.
Getrouwd met
3355 Dieuwertje CORNELISDR.
Waaruit geboren:
1. |
Martijntgen
Cornelisdr VERHOUCK (zie 1677). |
3384 Pouwel Fransz VERMEER,
geboren ca 1563, eigenaar van een stuk land in de polder van de Clapmolen te
Bleiswijk,
zn. van Frans
Pietersz VERMEER (van de Meer) (zie 6768) en Ariaentge
CLAESDR (zie 6769).
Getrouwd met
3385 Maritgen CORNELISDR, dr. van Cornelis
PIETRESZ (zie 6770) en Ariaentgen
(zie 6771).
Waaruit geboren:
1. |
Cornelis
Pouwelsz (zie 1692). |
2. |
|
3. |
3386 Cornelis Pietersz BUIJTEWEGH /
BUYT(en) (de jonge), geboren ca 1545.
Comelis Pietersz. Buijtewech, als man ende voicht van Ariaentge
Pouwelsdr., voor hem selven ende noch vervangende Comelis Pauwelsz, sijn
huijsvrouws broeder, wint op 15 juli 1577 een gift van de helft van 9 margen
400 roeden lants, sulcx dat haer aengecomen is deurt overlijden van Pouwels
Jacobsz., heur vader.33 En op 1 september 1577 wint Annetge, Pouwels Jacobsz.
wede., met haer swager Comelis Pietersz. van Buijtenwech ende Comelis
Pouwelsz., heure soon, 'A van een huijs en lant, die Pouwels Jacobsz. te
bruijcke plach, twelck Maritge Lenaert Jansz. wede. achtergelaten heeft.34
Comelis Pietersz. Buytenwech, wonende tot Berckel, Ingetgen Pieters,
wede. van Comelis Jacob Bouwensz., mit Pieter Cornelisz., hare outste zoon, de
kinderen van ouwe Comelis Pietersz. Buytenwech zal., de kinderen van Dirck
Pieterss Buytenwech., en de zn. van Volckgen Pietersdr., alle broeder, suster,
mitsgaders zuster ende broeder kinderen ende kindtskinderen ende erfgenamen van
Claes Pietersz. Buytenwech, gewoond hebbende in Segwaert, transporteren 4 april
1604 aen Comelis Adriaensz. Timmerman 7dalf hondt weylant, leggende Binnewech
in Zegwaart.35
Op 16 maart 1611 compareerden
Comelis Pietersz. Buytenwech, wonende tot Berckel, ende Comelis Pouwelsz.
Berckel, en transporteren aan Adriaen Heyndricxsz. Berckel, schoonzn. van de
voors. Cornells Pietersz. ende betrouwde cosyn van Comelis Pouwelsz., een huys
met een stucke weylant ofte hoeylant, gelegen in Buytenwech in Zegwaart.36
In een 'boelscheybrief van 13 december 1611 compareren Comelis
Pouwelsz. Berckel, buyerman in Segwaert, ter eenre, ende Comelis Pietersz.
Buytenwech, buyerman tot Berckel, getrouwd hebbende Aryaentgen Pouwelsdr.,
kinderen ende erfgenamen van zaliger Annetgen Cornelisdr., laest wede. van
Claes Pietersz. Buytenwech, beyde in Segwaert overleden, ter andere zyde, ende
bekenden geschift te hebben alle de goederen zulcxs de voorsz. Annetge
Cornelisdr., haer moeder, mitter doot geruympt heeft
Getrouwd
voor de kerk voor 15 juli 1577 met
3387 Arijaentgen POUWELSDR,
geboren ca 1547, overleden na 16 december 1611, dr. van Pouwel
JACOBSZ (zie 6774) en Annetge
CORNELISDR (zie 6775).
Waaruit geboren:
1. |
Trijntje BUIJTEWEGH, geboren ca 1580 ondertrouwd op zaterdag 30 april 1605 te
Zoetermeer met Adriaen Hendricksz BERCKELAIR. |
2. |
Pieter Cornelisz BUIJTEWEGH, geboren ca 1582 te
Berkel.
|
3. |
Dirck Cornelisz BUIJTEWEGH, geboren ca 1586 te
Berkel, overleden op vrijdag 2 mei 1653 te Schiedam, overleden voor 7
maart 1657, begraven op woensdag 7 mei 1653 te Schiedam. Dirck is in 1611 j.m. van Berkel. Op 23 oktober 1634 sijn gestelt
als voochden van de drije kinderen van Maertgen Claes daer vader aff is Dirck
Cornelisz., Arijen Claesz. Woonende in Schiebrouck en Jooris Willemsz.
getrout hebbende Annitgen Dircx, suster van de voorsz. weeskinderen.8 Op 28 april 1635 gaan in ondertrouw te Schiedam Genoemd bij de pachters van weeshuis te Schiedam met 3 morgen 3
hont in Nieuw-Mathenesse Dirck Cornelisz. Buytewech getr. met wed. Pieter Jans Schieveen 14
februari 1636; wed. van Dirk Cornelisz. Buytewech 7 maart 1657. Op 4 februari 1654 is inventaris gedaen bij Tnjntgen Arijensdr.
weduwe van Dirck Cornelisz. Buijttewech zal. die overleden is op den 2e meij
1653 binnen Schiedam. Genoemd oa. een seecker huijs ende erve mitsgaders
bouhuijs staende binnen der stede Schiedam inde Booterstraet. Onder de lasten
komt voor Maertgen Dircks comt vant geene haer vader sal. in sijn leven van
haer geleent heeft 12 gulden." Op 9 april 1654 compareerden Cornelis Dircksz. Buijttewech,
Cornelis Dircksz. getrout sijnde met Aechgen Dircks Buijttewech, ende Sijmon
Meesz. Maen als man ende voocht van Anneken Dircks Buijttewech te saemen
voorkinderen van Dirck Cornelisz. Buijttewech sal. die hij geprocureert heeft
met Maertgen Claes sal. ter eenre, ende Trijntgen Arijens laest weduwe van
den voorn. Dirck Buijttewech sal. Ter andere sijde, en bekennen vrundelijck
geaccordeert te sijn het patrimoniale goet dat de voorn kinderen competeren
uit de naegelaten boedel van haer vader sal. Verwijst naar testamentaire
dispositie die Dirck Cornelisz. Buijttewech sal. ende sijn huijsvrouw beijde
gemaeckt ende verleeden hebben voor den notaris Adriaen Sprockenburch te
Overschie op 30 oktober 1650. De weesmeesters van Schiedam als oppervoochden over de naergelaten
weeskinderen van Dirck Cornelisz. Buijtewech ende Trijntjen Arijens beijde
zal. authoriseren op 5 mei 1659 Cornelis Gerritsz. van Luchtigheijt ende
Dirck Huijgen Backer als voochden over de voorsz. weeskinderen, om te
compareren voor het gerecht van Sestienhoven, ende aldaer benevens Pieter
Pietersz. Schieveen voor-soone vande voorsz. Trijntjen Arijens behoorlijcke
opdrachte te doen aen Cornelis Jansz. Cool als cooper vande helft van ontrent
5 margen 1 hond 75 roeden slaghturfland gelegen in Sestienhoven voorsz., daer
van de wederhelft is toebehoorende Bonefaes Pietersz. 2 maart 1697 8 mei 1707
|
4. |
Pouwel Cornelisz BUIJTEWEGH, geboren ca 1588, getrouwd
voor de kerk op zaterdag 25 april 1615 te Berkel met Betje
Lourisdr VALCKESTEIJN. |
5. |
Claesje
Cornelisdr BUIJTEWEGH (zie 1693). |
6. |
|
7. |
Cornelis BUIJTEWEGH, gedoopt op vrijdag 15 april 1594 te Berkel. |
3388 = 1760
Cornelis Meesz van VALCKENBURG.
3389 = 1761
Lysbeth Bruynsdr van der MOSCH.
3390 Claes LANGELAEN.
Getrouwd met
3391 Annetge Ariens van PIJNACKER.
Waaruit geboren:
1. |
Maritge
Claes (zie 1695). |
3416 Floren CORNELISZ[53].
Waaruit geboren:
1. |
Cornelis
FLORENSZ (Stenevelt) (zie 1708). |
3420 Jacob Cornelisz HOREWECH[54],
geboren ca 1575, overleden na 1646, zn. van Cornelis
(zie 6840) en Jannetje
Cornelis HOOREWECH (zie 6841).
Getrouwd.
Waaruit geboren:
1. |
Michiel
Jacobsz HORENWECH (zie 1710). |
3520 Mees Jacobsz van der SLUIJS[55],
landbouwer te Valkenburg bij de Wassenaarse sluis
(16 januari 1596), geboren
ca 1538 te Valkenburg.
Op
31 juli 1614, als Mees "sieckelijk te bedde leggende" was, werd de
Leidse notaris Van der Laen verzocht naar Valkenburg te komen, naar het huis
aan de Hoge Rijndijk bij de Wassenaarse watering, voor het maken van een
testament. Mees overleed vermoedelijk kort na 31 juli 1614.
zn. van Jacob
Meesz van EGMOND (van der Sluijs) (zie 7040) en Marijtje
CORNELISDR (zie 7041).
Getrouwd met
3521 Catharina (Katryn)
HUYGENSDR[56],
geboren ca 1502 vermoedelijk te Rijnsburg, overleden voor 1588 te Rijnsburg,
dr. van Huijgh
JANS (zie 7042).
Waaruit geboren:
1. |
Cornelis
Meesz van VALCKENBURG (zie 1760). |
2. |
|
3. |
Jacob MEESZ, geb. Valkenburg ca. 1570, landbouwer te Valkenburg en mogelijk te
Rijnsburg, overl.
voor 1616. Hij trouwde (huw. voorw. 10 mei 1599) met Aaltje Claesdr. Corsteman, dr. van Claes Cornelisz.
Corsteman en Marijtje Vranckendr. Nakomelingen van dit echtpaar gingen zich Van
Egmond noemen en vormden de Rooms (Oud)-Katholieke tak. |
3522 Bruyn Jansz van der MOSCH[57],
geboren ca 1553, begraven op zondag 5 december 1599 te Oegstgeest.
Ondertrouwd op zaterdag 16 november 1577 te Oegstgeest en Rijnsburg met
3523 Marijtje Sijmons van der KODDE(N) [58],
geboren ca 1556 te Rijnsburg, overleden na 21 april 1634 te Rijnsburg.
Waaruit geboren:
1. |
Lysbeth
Bruynsdr (zie 1761). |
Blad 6 van 31 bladen |
gemaakt met PRO-GEN
'Genealogie à la Carte' software
[2] Kwartierstaat Tol
(Hogenda).
[3] Kwartierstaat Tol
(Hogenda).
[4] Kwartierstaat Tol
(Hogenda)
[5] Kwartierstaat Tol
(Hogenda).
[6] Kwartierstaat Tol
(Hogenda).
[7] Kwartierstaat Tol
(Hogenda).
[8] Weesboek Zevenhuizen 1659 – 1751 (SAHM – Weeskamer Zevenhuizen inv. 6) Teun van der Vorm
[9] Weesboek Zevenhuizen 1659 – 1751 (SAHM – Weeskamer Zevenhuizen inv. 6) Teun van der Vorm
[10] Weesboek Zevenhuizen 1659 – 1751 (SAHM – Weeskamer Zevenhuizen inv. 6) Teun van der Vorm
[11] Genealogische verkenningen op het eiland IJsselmonde,
Schiedam, Delfshaven en daarbuiten
[12] Genealogische verkenningen op het eiland IJsselmonde,
Schiedam, Delfshaven en daarbuiten
[13] Zevenhuizen
Weeskamer folio 66v
[14] Zevenhuizen
Weeskamer fol. 139v
[15] Notarissen
te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA) akte 164 blz. 335 t/m 336
[16] Zevenhuizen
Weeskamer folio 207
[17] Notarissen
te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA) akte 655 blz. 1074 t/m 1074
[18] Zevenhuizen
Weeskamer folio 225v
[19] Notarissen
te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA) akte 82 blz 134-135
[20] Notarissen
te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA) akte 50 blz 69 t.tm. 70
[21] Zevenhuizen
Weeskamer 1641 fol 64
[22] Zevenhuizen
RA no 40 fol 23
[23] http://www.vanbatenborgh.nl/publicaties/gelderse_familierelaties/vanbesten
[24] Rijksarchief
Overijssel Archief van het klooster Galilea te Sibculo, inv. nr 81, 7 nov. 1544
[25] Rijksarchief
Overijssel Arch. Heerkens, aantek. van Besten, met ref. Rijksarchief
OverijsselER 7e stuk p. 335-336
[26] Rijksarchief
Overijssel Graswinckel Hollandsche Rekenkamer 7v, 9 april 1562
[27] Rijksarchief
Overijssel Inv. huis Oldhagensdorp regest no 349, 23 maart 1568
[28] Zwolle
Gemeente archief regest 6879, 9 febr. 1582, RA 1-24 blz. 383, 21 okt. 1598
[29] Zwolle
Gemeente archief A1-498, blz. 577
[30] J.H. Westra
van Holthe, De Ridderschap van Drenthe, blz. 99 noot 3
[31] Nederlandsche Leeuw 1959, Sighers ter Borch,
[32] J.H. Westra-van Holthe, de ridderschap van Drenthe, blz 99
noot 3.
[33] Nederlandsche Leeuw 1959, Sighers ter Borch
[34] Nederlandsche Leeuw 1959, Sighers ter Borch
[35] Nederlandsche Leeuw 1959, Sighers ter Borch
[36] Nederlandsche Leeuw 1959, Sighers ter Borch
[37] Nederlandsche Leeuw 1959, Sighers ter Borch
[38] Wikipedia
[39] Genealogie databank Reijerkerk-Bronner
[40] ORA
Ridderkerk 87, 4 Feb 1592
[41] Genealogie databank Reijerkerk-Bronner
[42] Genealogie databank Reijerkerk-Bronner
[43] Streekmuseum Hoeksewaard
[44] Het geslacht Berkel te Overschie (T. v.d. Loos)
[45] Het geslacht Berkel te Overschie (T. v.d. Loos)
[46] Het geslacht Berkel te Overschie (T. v.d. Loos)
[47] Het geslacht Berkel te Overschie (T. v.d. Loos)
[48] http://home.planet.nl/~jkhoek/kk/kk-00075.htm#BM5886
[49]
https://www.delft.nl/Toeristen/Highlights/Oranje/Bezienswaardigheden/Nieuwe_Kerk
[50] Wikipedia
[51]
Gemeentearchief Rotterdam (GAR), ona Berkel. inv.nr. 7, akte no. 6
[52] NA, Gaarder
Berkel. inv.nr. 2, fol. 111
[53] Kwartierstaat
Steenveld (Ben Wilbrink)
[54] Kwartierstaat Bree-Poot
[55] Stamreeks Valkenburg (Delft) (H.K. Nagtegaal)
[56] Stamreeks Valkenburg (Delft) (H.K. Nagtegaal)
[57] Stamreeks Valkenburg (Delft) (H.K. Nagtegaal)
[58] Stamreeks Valkenburg (Delft) (H.K. Nagtegaal)