Eerste blad    Vorig blad   15-11-21

Blad 6 van 31 bladen

Volgend blad    Laatste blad


 
1836    Claes Pleunen SOLBOL, geboren ca 1584 te Zevenhuizen, overleden 1629-1633, zn. van Plonis Lenertsz SOLBOL (zie 3672) en Neeltgen Cornelisdr OCKERS (zie 3673).
Getrouwd voor de kerk voor 1611 met
1837    Kniertje GIELEN, geboren ca 1586, overleden 1657-1669, dr. van Michiel Feijsz CODEBY (zie 3674) en Neeltge CORNELISDR (Kerckhoff) (zie 3675).
Waaruit geboren:

   1. 

Pleun Claesz JONGEGROOT (zie 918).


1838    Aelbrecht PIETERSZ, geboren ca 1587.
Getrouwd met
1839    Ariaentje HUYBERTS, geboren ca 1589, overleden voor 1653.
Waaruit geboren:

   1. 

Betge AELBRECHTSDR (zie 919).


1904    Jan Huijbertsz BOUMAN[1], overleden te Zevenhuizen tussen 21 oktober 1682 en 26 juni 1691
Getrouwd met
1905    Neeltje Chielen HARTEVELD[2], overleden te Zevenhuizen tussen 26 juni 1691 en 1 maart 1695, dr. van Michiel LEIJNEN (zie 3810) en Annetgen JOCHUMSDR (zie 3811).
Waaruit geboren:

   1. 

Michiel Jansz (zie 952).


1908    Arij Willemsz de KRAAY.
Getrouwd met
1909    Martijntje ARIENSDR.
Waaruit geboren:

   1. 

Arij Dirksz (zie 954).


1910    Adriaen Thonisz LEEFLANGH, geboren ca 1582 te Zevenhuizen, overleden na 2/01/1661 te Zevenhuizen, zn. van Thonis Michielsz LEEFLANGH (Levelanck) (zie 3820) en Neeltjen ARIENSDR (zie 3821).
Waaruit geboren:

   1. 

Neeltje Ariensdr LEVELANG (zie 955).


1912    Roel Jansz van der MEIJE[3], geboren ca 1610, overleden na 24 januari 1654 te Zevenhuizen
Getrouwd voor de kerk op dinsdag 26 december 1634 te Zevenhuizen met
1913    Pleuntge Jansdr MEE (van der Walle[4]).
Waaruit geboren:

   1. 

Jan Roelofsz van der MEIJ (zie 956).


1916    Willem Jansz OLIJ[5],
molenmeester.

 

f. 46v

26 april 1666

Compareerden

-          Willem Jansz. Olij als oom en bloedvoogd van de twee minderjarige kinderen van Arij Claasz. van der Wijck en Pietertje Jansdr. ter eenre en

-          Pieter Pietersz. Chrijsman als getrouwd hebbende Jaapje Ariensdr. van der Wijck ter andere zijde

 

en verklaarden het land dat zij met elkaar nog in het gemeen bezitten met elkaar in vriendschap gekaveld en gesmaldeeld te hebben.


Getrouwd voor de kerk op zondag 6 februari 1639 te Zevenhuizen met
1917    Crijntje Willem BRUIJNTS[6], overlijden aangegeven op 1 december 1698 te Zevenhuizen
Waaruit geboren:

   1. 

Arij Willemsz (zie 958).


1918    Leendert Claasz
EVENBLIJ[7], molenmeester van de Catjespolder, geboren ca 1613, overlijden aangegeven op 11 december 1701 te Zevenhuizen, zn. van Claes Leendertsz EVENBLIJ (zie 3836) en Ingetjen Maertens DECKER (zie 3837).

 

Evenblij, Leenert Claess Boedelsch. 25- 2-1670 no.319


Ondertrouwd (2) op zaterdag 1 april 1645 te Zevenhuizen met Ariaentge FRANSE.

LENERT Claess Evenblij, wednr. v. Pleuntien Hubrechts (Bouman), van Sevenhuijsen, & Ariaentie Franse, jd. van Waddinxveen.
1,79 otr. 1 april 1645.


[2913] f. 3v d.d. 18 december 1659: Compareerden Dirck Michielsz. Evenblij zoon en mede-erfgenaam van Leentgen Dircxsdr. die in haar leven weduwe was van Michiel Claesz. Evenblij zijn vader en moeder zal. ter eenre, en Leendert Claesz. Evenblij met Cornelis Dircxsz. visser als omen en bloedvoogden van vaderszijde en moederszijde van de vijf verdere nagelaten kinderen van de voorn. Leentgen Dircxsdr. geprocreerd bij de voorn. Michiel Claesz. Evenblij haar vader en moeder zal. ter andere zijde, en verklaarden veraccordeerd te zijn over de alimentatie van het minderjarige weeskind van de voorn. Michiel Claesz. Evenblij en Leentgen Dircxsdr. genaamd Leendert Michielsz. Evenblij oud omtrent 8¼ jaar[8].

 

[3010] f. 99v d.d. 5 januari 1679: Leendert Claesz. Evenblij laatst weduwnaar van Maritge Dircksdr. ter eenre, Dirck Ariensz. Bremer in huwelijk hebbende Ariaentge Huijbertsdr. voor zich zelf en Cornelis Dircksz. Schipper als oon en voogd over Jan Huijbertsz., Dirck Huijbertsz. en Jan Jansz. Evenblij kinderen en erfgenamen van de voorsz. Maritge Dircksdr. haar moeder zal. ter andere zijde, en verklaarden met elkaar geaccordeerd te wezen nopende de voorsz. vier kinderen moederlijke erfenis[9]


Ondertrouwd (3) op donderdag 30 oktober 1659 te Zevenhuizen met Aeltgen IJsbrants LEEVLANGH, geboren ca 1614 te Zevenhuizen, dr. van IJsbrand Thonisz LEEVLANGH en Neeltje Dirksdr LANGEWEIJ. {Zij was eerder getrouwd voor de kerk op woensdag 2 maart 1639 te Zevenhuizen met Jan Cornelis CLEYN.}

 

f. 1v

21 november 1659

Compareerden Aeltgen IJsbrantsdr. Levelangh weduwe van Jan Cornelisz. Cleijn geassisteerd met Dirck Cornelisz. schoenmaker haar zwager en gekoren voogd in deze ter eenre, en Jochem Jansz. Solbol als voogd in deze over de twee nagelaten weeskinderen van de voorsz. Jan Cornelisz. Cleijn zal. geprocreerd bij de voorsz. Aeltgen IJsbranttsdr. Levelangh als met namen Cornelis Janz. Cleijn ouf 16 jaar en Aeltgen Jansdr. Cleijn oud 14 jaar of beiden daaromtrent ter andere zijde, en verklaarden met elkaar in vriendschap uitkoop gedaan te hebben.

Ondertrouwd (4) op zondag 29 januari 1679 te Zevenhuizen met Maertje Cornelis JONGEBUIJREN. {Zij was eerder ondertrouwd te Zevenhuizen, getrouwd ca 1658 met Claes Arienss EVENBLIJ, geboren ca 1628, zn. van Arien EVENBLIJ.}

 

CLAES Arienss (Evenblij) & Maartge Corn. (Jongebuijren), beijde jl. van Sevenhuijsen. 1,73v otr. 13 december 1643; getr. 3 januari 1644. 1,34 31 oktober 1644 Grietie get. Cornelis Cornelis Lange, Pietertie Ariens, Weijntie Corn. 1,37 10 mei 1648 Maertie get. Jan Arienss, Maertie Ariens, Neeltie Cornelisd.

 

[3000] f. 90

22 februari 1676

Compareerden

-          Maertge Cornelisdr. weduwe van Claes Ariensz. Evenblij geassisteerd met Inggen Cornelisdr. Krooneveen haar broeder en voogd ter eenre en

-          Jan Saertsz. Smit als voogd over Grietge Claesdr. oud omtrent 19 jaar, Maertge Claesedr. oud 16 jaar, Lijsbet Claesdr. Evenblij oud 15 jaar en Neeltge Claesdr. Evenblij oud 10 jaar, nagelaten kinderen van de voorsz. Claes Ariensz. Evenblij verwekt aan de voorsz. Maertge Cornelisdr. ter andere zijde

en verklaarden met elkaar geaccordeerd te zijn nopende de uitkoop van de voorsz. vier kinderen haar vaderlijke erfenis[10].

 

Ondertrouwd (1) op zondag 29 december 1641 te Zevenhuizen, getrouwd voor de kerk op vrijdag 17 januari 1642 te Zevenhuizen met



1919    Pleuntgen Huybrechtsdr BOUMAN, geboren ca 1617 te Zevenhuizen, dr. van Huijbert Jansz BOUMAN (zie 3838) en Yefgen HUIJBRECHTSDR (zie 3839).
Waaruit geboren:

   1. 

Yefje Leenerts (zie 959).

 
1920    Adriaen LOKKERBOL,
schipper, geboren ca 1590.
Waaruit geboren:

   1. 

Gerrit Adriaensz, geboren ca 1613 te Raamsdonk.

   2. 

Huybert Adriaensz (zie 960).


1976    Aert van RIETHOVEN.
Waaruit geboren:

   1. 

Willem Aertsz (zie 988).

   2. 

Jan, getrouwd met Lijsbeth WESSELS.

   3. 

Lijsbeth.

   4. 

Elijsabeth.


2032    Floris van TOL, geboren ca 1600.
Waaruit geboren:

   1. 

Maerten Florisz (zie 1016).

   2. 

Gijsbert Floris, backer.


2040    Pieter Ariensz KRUIJDT (Cruijt)[11], geboren ca 1605 te Zevenhuizen, overleden na 1687, zn. van Arien Claesz CRUIJT (zie 4080) en Aeltje Maertens van der DUYN (zie 4081).

f. 80

14 december 1673

Compareerden Cornelis Feijsz. weduwnaar van Maria Pietersdr. Kruijt ter eenre en Pieter Ariensz. Kruijt grootvader en voogd over Maertgen en Aeltge Cornelisdr. oud omtrent 3 maanden bij hem Cornelis Feijsz. aan de voorn. Maria Pietersdr. verwekt ter andere zijde, en verklaarden geaccordeerd te zijn nopende de uitkoop van de voorsz. twee kinderen moederlijke erfenis.

 

f. 85

6 februari 1675

Compareerden Jan Claesz. Bruijnswijck weduwnaar van Neeltge Pietersdr. Kruijt ter eenre en Pieter Ariensz. Kruijt grootvader en voogd over Inggetie Jansdr. oud omtrent 8 jaar en Claes Jansz. Bruijnswijck oud 5 jaar bij hem Jan Claesz. Bruijnswijck aan de voorn. Neeltge Pietersdr. Kruijt verwekt ter andere zijde, en verklaarden met elkaar geaccordeerd te zijn nopende de uitkoop van de voorsz. twee kinderen moederlijke erfenis.

 

Ondertrouwd op zondag 17 maart 1630 te Zevenhuizen (ndg) met
2041    Maertje Cornelisse van NOORT[12], geboren ca 1600, overleden na 1687, dr. van Cornelis Claesz van NOORT (zie 4082) en Aeltgen Lenerts BOGAERT (zie 4083).
Waaruit geboren:

   1. 

Claes Pieters (zie 1020).


2042    Claes Jacobsz van ALPHEN, geboren ca 1607

30 januari 1627

Wij, Willem van Swieten, Schout, Davit Adriaenss van der Gilst ende Diert Jsbrantss Levelangh, schepenen in den Ambachte van Sevenhuijsen, Oirconden, dat voor ons gecompareert sijn:

-          Jan Jan Louweris, weduwenaer van Claesgen Dircxsdr., ter eenre,

-          Claes Jacobss van Alphen, getrout hebbende Wyve Jansdr., ende an Willemss Wever, als voocht vant Jongste weeskint van de voorn. Claesgen Dircxsdr., erffgen. van de selve Claesgen Dircxsdr., ter andere zyden,

Ende verclaerden met malcanderen Int minnelijck geschift, scheijden ende gedeelt te hebben alle de goederen, geen uijtgesondert, die den voorn. Jan Jans smette voorn. Claesgen Dircxsdr. Jn gemeenschap beseten heeft ende bij de voorn. Claesgen Dircxsdr. metter Doot ontruijmpt ende naergeLaten syn. Het Jonghste kint, Neeltgen Jansdr., out vijff Jaeren[13].

10 oktober 1630
Wij, Jan Dircxss Vermeer, Schout, Pr. Corneliss Nelemaet ende Jan Wouterss van Swieten, Schepenen jn den Ambachte van Sevenhuijsen,
Oirconden, dat voor ons gecompareert sijn:

-          Claes Jacobss van Alphen, getrout hebbende Wijffve Jansdr., ter Eenre, Ende

-          Jan Janss Jongste, vader, mitsgs. Jan Willemss Wever, voochden van Neeltgen Jansdr., ter andere zijden,

Ende verclaerden met malcanderen Int minnelyck gesmaldeelt te hebben soodanige Landen, als haer door toverlijden van Dircxdr., haer moeder opgecomen ende naer
voorgaende cavelingh gedaen Jegens haer vader, Jan Janss, te beur gevallen sijn[14].

 

23 augustus 1631
Claes Leendertsz van Sijdenbosch, wonend op de Sijde onder het ambacht van Zevenhuijsen, bekent 46 gulden schuldig te zijn aan Jan van Camerick, wonend te Hillegersberch, waarvan een gedeelte wegens het tenietdoen van een obligatie door hem op 22 april 1630 gepasseerd ten behoeve van Claes Jacobsz van Alphen; verder een bedrag van 50 gulden wegens koop van twee voeten runderenvleys[15].


19 april 1633
Wij, Jan Dircxss Vermeer, Schout, Michiel Janss ende Plonis Janss Sootgevisch, Schepenen in den Ambachte van Sevenhuijsen, Oirconden, dat voor ons gecompareert syn:

-          Louris Janss Jongste,

-          Adriaen Prss., woonende tot Bl., getrout hebbende Teuntge Jansdr.,

-          Claes Corneliss Licht, getrout hebbende Aeltge Lenertsdr., wees van Jacob Janss Jongste, ende

-          Jan Prss. Van der Braeck, getrout hebbende Wijve Jacobsdr., een dr. van de voorn. Jacob Janss, voor hem selven ende als voochden van de kinderen van de voorn. Jacob Janss, mitsgaders Claes Jacobss van Alphen, getrout hebbende Wyve Jansdr., een dr. van Jan Janss Jongste, voor hem selven, ende Jan Willemss Wever, als voocht van Neeltge
Jansdr., naergelate weeskint van de voorn. Jan Janss, alle erfgenamen van Jan Louriss Jongste,

Ende verclaerde met malcanderen Geschift, gescheijden ende gedeelt te hebben sodanige woninge ende landen, alsden voorn. Jan Louriss metter Doot ontruijmpt ende naergelaten heeft.
..... alles volgende den Testamente bij den voorn. Jan Louriss Gemaeckt ende metter doot geconfirmeert Jn date den 28en January 1632 etc.[16].

27 augustus 1633
Claes Jacobsz van Alphen, 27 jaar, verklaart op verzoek van Herman van Wijlijck, dijckgraeff van Schielant, dat zijn huis dat in Sevenhuysen staat door

-          Wolphert Jansz, secretaris van Segwaert

-          Abraham Jacobsz Vergilst

-          Pieter Jansz van Berckel en

-          Leen de scheepmaker;

grotendeels werd vernield. Nadien is Cornelis Leendertsz Sijdenbosch, scheepmaker, bij hem gekomen om de vergoeding voor zijn knecht Leen af te handelen. Omdat hij niet alleen met hem wilde afhandelen werd aan Vergilst verzocht erbij te zijn, maar deze liet verstek gaan[17].


 22 februari 1634
Wy, Jan Dircxss Vermeer, Schout, Pr. Adriaenss Roos ende Jochem Janss Solbol, Schepenen jn den Ambachte van Sevenhuijsen, Oirconden, dat
voor ons gecompareert sijn:

-          Claes Jacobss van Alphen, getrout hebbende Wijve Jansdr., ter eenre,

-          Louweris Janss Jonghste ende Jan Willemss Wever, voochden van Neeltgen Jansdr., weeskindt van Jan Janss Jonghsten, ter andere zijden,

Ende verclaerden met malcanderen geschift, gescheijden ende gedeelt te hebben soodanighe wooningh ende Landen als haer door t' overlijden van haer sa. vader ende Jan Louweriss Jonghste, haerbestevader, opgecomen ende aenbestorven sij[18].

8 november 1636

Claes Jacobsz van Alphen, wonende te Sevenhuijsen, is 940 gld schuldig aan Jan Jobsz van der Haven, brouwer van de brouwerij de Bijl alhier voor geleverd bier[19].

 

15 februari 1639

Jan Jopsz van der Haeven, brouwer in De Bijl, draagt op 15 februari 1639 over aan Gerrit Willemsz Leeflang een aanspraak ten laste van ene Claes Jacobsz van Alphen, biersteker, wonend te Sevenheuysen wegens geleverde bieren, t.b.v. 678 gulden; hij moet nog een bedrag van 86 gulden aflossen, die Leeflang aanstaande mei belooft te betalen, evenals deurwaarderskosten[20].

10 april 1641
Wij, Jan Vermeer, Schoudt, Geen Pieters Crysman ende Arien Jaspers, Schepenen Jn den Ambachte van Sevenhuijsen, Oirconden, dat voor ons gecompareert sijn:

-          Abraham Janss van der Vree, getrout hebbende Lijsbeth Cornelisdr., voor hem selven ende als actie ende trecht vercregend hebbende van

-          Claes Jacobss van Alphen, getrout hebbende Wijven Jansdr.,

-          Gerrit Corneliss Bruijnss, Oom ende voocht van Cornelis Corneliss Bruijn, naegelaeten soon van Cornelis Corneliss Bruijn den ouden, verweckt bij Neeltge Dircxsdr., ende

-          Louweris Janss Jongste, als Oom ende voocht van Neeltge Jansdr., naegelaeten dr. van Jan Janss Jongste, verweckt bij Claesgen Dircxsdr.,

alle kintskinderen ende Erffgenamen van Dirck Dircxss Visser ende Maritge Claesdr., sijn huijsvrou, beijde sa., haer bestevader ende bestemoeder van smoederssyde, Ende Verclaerden met malcanderen gecavelt ende gesmaldeelt te hebben soodanige wooningh ende Landen als Den voorn. Dirck Dircxsz Visser ende Maritge Claesdr. beyde met der doot ontruijmpt ende naergelaten hebben[21]

24 augustus 1643

Roel Aellewijnsz, wonend te Sevenhuijsen, 38 jr, legt op 24 augustus 1643 een verklaring af op verzoek van de baljuw en dijkgraaf vanSchieland. Hij is op 17 augustus j.l. bij Jan Cornelisz Locq, waard in het dorp Sevenhuijsen, samen met Lenaert Alewijnsz gewesst, tegen wie hij zich als eiser in 2 processen moet verweren, en Crijn Adriaensz en Jan Schippers.

Lenaert Alewijnsz noemt hem herhaaldelijk een dief en zijn vrouw Maritgen Louwen een hoer en slaat hem met een kan op het hoofd.
Mr. Adriaen, chirurgijn, behandelt zijn verwonding.
Maritgen Lourisdr, vrouw van Roel Alewijnsz, 36 jr, verklaart dat zij op 17 augustus 's avonds bij Locq is gekomen waar Lenaertt Adriaensz haar man meermaals een dief noemt en hem een gat in het hoofd slaat met een kan, zodat Mr. Adriaen van Sevenhuijsen hem moet behandelen.
De volgende dag hoort zij in de herberg dat Lenaert Alewijnsz haar man dreigt te vermoorden.
Jan Cornelisz Locq, 34 jr, Claes Jacobs van Alphen, 35 jr, en Cornelis Cornelissen van der Wel ??, 40 jr, allen wonend te Sevenhuijsen, verklaren voor de baljuw en Pietertgen Bastiaensdr dat zij op 17 augustus j.l. hebben gehoord dat Lenaert Alewijnsz zijn broer Roel herhaaldelijk verwijt dat hij een dief is en zijn vrouw een hoer. Roel zou het gelag betalen en Maerten Alewijnsz de impost daarop.
Na het drinken blijkt Roel de volgende dag een gat in zijn hoofd te hebben.
Lenaert Alewijnsz dreigt hem meermaals te vermoorden omdat Roel de duivel in zijn ziel en lijf heeft.
Locq en Pietertge zeggen gezien te hebben dat Lenaert Alewijnsz zijn broer Roel met een kan op het hoofd slaat, zodat hij flink bloedt[22].

zn. van Jacob Jacobsz van ALPHEN (zie 4084) en Pleuntje CLAESDR (zie 4085).
Getrouwd met
2043    Wijve Jans JONGSTE, geboren ca 1609, dr. van Jan JONGSTE (zie 4086).
Waaruit geboren:

   1. 

Pluentgen Claes, gedoopt (ndg) op woensdag 16 februari 1628 te Zevenhuizen (getuige(n): Gerrit Claesen, Annetgen Jans, Wijve Jacobs).

   2. 

Jacob Claesz, gedoopt (ndg) op zondag 20 mei 1635 te Zevenhuizen (getuige(n): Claes Janss, Abraham Janss, Maertge Jacobs).

   3. 

Pleuntje Claasdr (zie 1021).

   4. 

Jan Claesz, gedoopt (ndg) op zondag 22 september 1641 te Zevenhuizen (getuige(n): Abraham Janss, Cornelis Cornelisz, Ingetje Cornelis).

 

Generatie XII


 
2240    Mahieu III d'ENGREMONT,
koopman en landeigenaar te Orchès, geboren ca 1500 te Orchès

 

https://images.memorix.nl/cbg/thumb/150x150-cbg/17486a2a-fa92-2369-5318-07371f5848ae.jpg

 

 zn. van Seigneur Mahieu II d'AIGREMONT (zie 4480) en Marie le NAVATEUR (zie 4481).
Getrouwd met
2241    Barbe BULTEAU, geboren ca 1502.
Waaruit geboren:

   1. 

Mahieu (zie 1120).

   2. 

Giles.


2248    Mr Jean LESTEVENON,
Jean was een voornaam rechtsgeleerde.

 

https://images.memorix.nl/cbg/thumb/350x350/ebaa8f2d-bdfe-0298-d715-5780f15d07ef.jpg

 Hij vluchtte naar Wesel waar hij burgemeester werd.

 

Geboren 1542 te Duellemont, zn. van Mr Martin LESTEVENON (zie 4496) en Jeanne de MORINGES (zie 4497).
Getrouwd met
2249    Vreesken ter SMITTEN, geboren ca 1544, dr. van Anthony Petersz Ter SMITTEN (zie 4498) en Jenneken van BARREN (zie 4499).
Waaruit geboren:

   1. 

Johan, geboren ca 1558 te Wesel Westfalen.

   2. 

Daniël, geboren ca 1560 te Wesel Westfalen.

   3. 

Jean (zie 1124).


2250    Jan JUDAH, geboren ca 1550.
Waaruit geboren:

   1. 

Anna (zie 1125).


2252    Laurent VENTURINI.
Waaruit geboren:

   1. 

Jacques / Jacob (Giacopo Ventorino) (zie 1126).


2254    Ferdinand PUERARI, geboren 1541 te Cremona, overleden op dinsdag 6 april 1604 te Genève, zn. van Buono PUERARO (zie 4508) en Hortense (zie 4509).
Getrouwd op zondag 8 juni 1567 te Genève met de 15-jarige
2255    Filippa BALBANI, geboren op maandag 1 februari 1552 te Lucca, overleden op donderdag 6 december 1618 te Genève op 66-jarige leeftijd, dr. van Nicolao BALBANI (zie 4510) en Lucrezia MONTECATINI (zie 4511).
Waaruit geboren:

   1. 

Priscilla, geboren 1568.

   2. 

Hortensia, geboren 1573.

   3. 

Philippo, geboren september 1575.

   4. 

Elisabetta (Prievari) (zie 1127).

   5. 

noble Daniël, geboren op donderdag 14 december 1581 te Genève, overleden op dinsdag 14 augustus 1663 te Genève op 81-jarige leeftijd, getrouwd voor de kerk op 28-jarige leeftijd op vrijdag 12 februari 1610 met Jeanne MARCET.

   6. 

Giovanni, geboren 1584.

   7. 

Maria, geboren 1586.

   8. 

Nicolao, geboren 1589.

   9. 

Sara, geboren 1591.

   10. 

Camilla, geboren 1593.

 

https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/9/9a/Cremona_Duomo.jpg/1280px-Cremona_Duomo.jpg

Kathedraal van Cremona


2256    Johan van TONGEREN, geboren ca 1510.
Getrouwd ca 1578 met
2257    Elisabeth van BLOEM(EN)DAEL, geboren ca 1512, dr. van Geerloff BLOEMENDAEL (zie 4514).
Waaruit geboren:

   1. 

Evert (zie 1128).


2258    Hendrick van BESTEN, geboren ca 1525.


Gegoed in Neuenhaus, Laar, Laarwold, Uelsen, Bentheim, Emlichheim

 

Burgman van Neuenhaus, bezitter van Brettelers, gedeputeerde van Arnd, graaf van Bentheim 1544[23].


In 1544 is o.m. Henrick van Besten gedeputeerde van Arnd, graaf van Bentheim enz., voor het innen van de belasting ter bestrijding van de Turken 34, en hebben Henrick van Besten en zijn vrouw Maria aan de prior en het convent van Zibekeloe afgelost 12 mud en 1 schepel rogge uit de Tornsche goederen, uit 20½ mud rogge, waarvan de overblijvende 8 mud en 1 schepel nog aflosbaar blijft door Harmen van Munster vanwege zijn vrouw[24].

In het verdrag van 1548 over de grensscheiding tussen Keizer Karel V en de Graaf van Benthem, komen onder degenen ten overstaan van wie de verschillende punten zijn vastgesteld voor, Henrick van Besten en Geerlich van Besten, waarbij over de limieten tussen het kerspel Holtheem in Salland en Laerwold in het graafschap Bentheim bepaald is, dat van de scheidpaal staande bij de Vegt een andere paal gezet zal worden tegenover het huis van Henrick van Besten, en vanaf daar tot de iepen tegenover de rosmolen van Hendrik van Besten, en vanaf daar op de Stondijk en dan langs de woldt en tot aan de Klokhorst[25].

1562

Henrick van Besten die olde volmechtich durch Anna geboeren van Teckelenborg Gravinne to Benthem Tekelenborch end Stenfoirden weduwe vrou to Rhede en Wevelinckhoven, t.b.v. Arent Jongen graven to Benthem tekelenborch en Stenfoirden oiren zoens[26]1568 oorkonden Henrick van Besten, Albert van Steenwijck en Wolter van Lennep, vanwege Gerberich van Vylsteren met Jeorgien van Dedem als haar man en momber, juffer Johan van Vylsteren met jonge Henrick van Besten als haar momber, en Lutgert van Vylsteren met Melchior van Dedem als haar man en momber, kinderen van wijlen Otto van Vylsteren[27].

Een erve, geheiten Roderking, gelegen in den kerspel van Ulsen in der buerschap van Holten.
** Afsplitsing van nr. 1944.
30 oktober 1433 (BC fol 29v) Rembert van Lasterhuysen, zoals hij dat van zijn "olderen" had geërfd.

Tot 1495 verder als nr. 1944.
27 augustus 1495 (BD fol 206) Wolter van Coevorden na opdracht door Roeloff van Coevorden.
* Dat erve toe Roederkinck, gelegen in den kerspell van Ulsen in der buerschap toe Hilten, mit sulcken eygenen ende hoerigen luden dairtoe behoorende.
Tot 1569 verder als nr. 240 (Johanning te Hengevelde).
2 september 1569 (OC2 fol 6) Wolter van Covorden na de dood van zijn oom Wolter van Covorden krachtens een "moetzoen".
28 maart 1618 (OD1 fol 80v) Herman van Couverden, zoals Wolter van Couverden Wolterssen daarmee beleend was.
28 maart1618 (OD1 fol 80v) Lutgert van Besten na opdracht door Herman van Couverden. Hulder Gerhardt van Wullen.
28 maart 1618 (OD1 fol 81) Adolph van Besten na opdracht door Lutgert van Besten.
13 juli 1632 (OD3 fol 49v) Vincent van Tongeren tot zijn goede recht na de dood van Lutgert van Besten.
31 augustus 1643 (OE fol 127v) Arnold Joost van Besten na de dood van zijn vader Adolff van Besten.

 

Zn. van Vincentius van BESTEN (zie 4516) en Sophia van COEVERDEN (zie 4517).
Getrouwd met
2259    Maria van LAER, geboren ca 1540, dr. van Johan van LAER(WOLT) (zie 4518) en Susanna MULERT (zie 4519).
Waaruit geboren:

   1. 

Henrick, geboren voor 1547.

   2. 

Reinhard, geboren voor 28 juni1570.

   3. 

Susanna, geboren voor 1574 getrouwd met Geert van HAERSOLTE.

   4. 

Lutgert, geboren voor 1610, overleden voor 13 juli 1632.

   5. 

Maria., geboren voor 1552, gegoed in Uelsen, Zwolle, overleden na 1 januari 1616

Getrouwd (1) voor 14 juni 1603 met Johan WAYER, kamerer van Zwolle, hopman, geboren voor 1552, overleden 1598, overleden na 21 oktober 1598zn. van Johan WAYERS en Swene.

In Zwolle kopen in 1572 Johan Waeyer en Maria van Besten zijn vrouw een huis en weer in de Waterstraat, verkopen in 1573 Johan Waeier en Maria van Besten zijn vrouw drie huizen in de Waterstraat door hen bewoond, belend aan Thijman de Goier, schout van Zwolle, en Johan van Dulmen, richter te Emmelickhem, verkopen in 1577 Johan van Dulman richter te Emlichem en zijn vrouw Catrina van Gemmen aan Johan Waijer en zijn vrouw Marie twee huizen in de Voorstraat bij elkaar gelegen, het grootste voor en achter een gemene straat, het kleinste voor van de straat tot achter aan Johan Waier, met een jaarrente van enige stadsponden, belend een gemene straat, en Joffer van Twickel, verkopen in 1579 Lubbert Ulger en zijn vrouw Mechtelt Brants een jaarrente op een huis in de Sassenstraat aan Johan Waijer en zijn vrouw Maria van Besten. verkopen in 1580 Johan Waeier en zijn vrouw Merrie van Besten aan Wolter Voet en zijn vrouw Fenna Luickenss een huis en were in de Voorstraat, strekkende tot achter de verkoper, met een jaarrente vao goldgulden 11 st, belend Henrick van Essen, en de verkoper, en verkopen in 1584 Johann Waeijer en zijn vrouw Maria vann Bestenn een huis en were in de Voorstrate bij Unser Frouwenn Kerckhofff aan Arendt van Bolten en zijn vrouw Bellie Berniersz, strekkende tot achter Juffer Margarete Luickenss en Reiner Kuijper, met een jaarrente van 10½ ggld, nl. Brueren in het klooster 6 ggld, de weduwe Luitgen van Ezenggld, de weeskinderen alhier 1 ggld, St. Barbarabruederschap 2 ggld 42.

Johan Waeyer en Maria van Besten verkopen in 1582 te Zwolle een jaarrente van 6 goudgulden uit een huis in de Olde Voorstraete. In 1598 bezitten Johan Waeijer, hopman, en zijn vrouw Maria van Besten in het Grote Kerkhof een jaarrente van 5 en een jaarrente van 4 stadsponden[28].

 

Getrouwd (2) voor 29 april 1572 met Johan HUINGA ten Hoogenhuise te IJsselmuiden, geboren voor 1583, overleden 1625.


In de stukken van het proces tussen Johan Huijnga als man van Maria van Besten, eerder weduwe van Johan Waijer, en de erfgenamen ex testamento van Johan Waijer, wordt op 4 juni 1603 de schult van Ommen [Evert van Tongeren getrouwd met Bele van Besten] zwager genoemd van Juffer Huijnga[29].


In Kampen testeren in 1606 Johan Huijnga en joffer Maria van Besten zijn vrouw, waarbij hij haar 30 gld 's jaars testeert en zij dit aan Anna van Haersolte, haar zusters dochter, vermaakt 40. In 1610 kopen Johan Huinga en zijn vrouw Maria van Besten de havezathe Het Hooge Huis te IJsselmuiden.


1 januari 1616 wordt Johan Huininga, na opdracht van zijn vrouw Maria van Besten, met haar voogd Johan Wolffs landrentemeester van Vollenhove, beleend met de helft van de tienden van Rotgerinck, Vrijlinck, Wolferdinck enz. onder Hardenberch

Bron: 41.

{Hij was eerder getrouwd met Anna van HAERSOLTE. Hij was eerder getrouwd met Margaretha van DAVE.}

   6. 

Bele (zie 1129).


2260    Johan ten HOLTE, geboren ca 1522, overleden 1554.

 

https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/c/c9/Jacobuskerk_-_grafzerken.jpg/1280px-Jacobuskerk_-_grafzerken.jpg

Grafzerken in de kerk met links de grafzerk van Johan ten Holte uit 1554

Zeerijp, 't Zandt, Sectie D 1, nr 108-114
In 1436 is de eerste vermelding van de heerd.
In 1641 wordt de behuizing "adellijk"genoemd met hoven, singels en grachten. In 1690 wordt "de plaats" ("ploatse") verkocht en on 1730 blijken er twee huizen op de plaats te staan.
Doke Sickinghe en Rolof ten Holte zijn de bewoners in de eerste helft van de 16e eeuw. Nazaten verkopen de borg in 1641 aan hermen Ompteda, maar deze zet er een meier op. In 1783 wordt de plaats publiek verkocht

 

zn. van Rudolf ten HOLTE (zie 4520) en Trudeke UFKENS (zie 4521).
Getrouwd voor de kerk op donderdag 1 oktober 1534 met
2261    Margaretha HARKINGE, geboren ca 1524, overleden na 1559, dr. van Nn HARKINGE (zie 4522) en Nn SICKINGE (zie 4523).
Waaruit geboren:

   1. 

Roelf, geboren ca 1545, getrouwd voor de kerk voor mei 1569 met Talle BROERSEMA, geboren ca 1545.

   2. 

Jonker Writzard (zie 1130).


2262    Jonker Reint de SIGERS ther BORCH,
ette van Noordensveld (1542-1550), geboren ca 1516, overleden voor 18 augustus 1573 te Zeerijp

 


Het wapen is afkomstig van de adellijke familie "Sighers ter Borgh". Leden van deze familie bewoonden in de 16de en 17de eeuw de havezathe ter Borch in Eelde en vervulden belangrijke posities in het bestuur van de Landschap Drenthe. Zij bezaten daarnaast ook andere aanzienlijke huizen in Eelde. Het wapen komt voor op een grafzerk uit 1545 in de Nederlands Hervormde Kerk van Eelde. Het wapen is ook te vinden in het gebrandschilderde raam van het huis Vennebroek (zie aldaar).


De naam Elteke Waeijer als echtgenote van Reint de Sigers ther Borch is vermeld in De Nederlandse Leeuw 1959 met als bepaling van het overlijden van Reint en Elteke resp. voor en na 18 augustus 1573[30], waarbij verwezen wordt naar. Echter de grafzerk in de kerk te Eelde toont Eltike Sigers overleden 1545, de dinsdag voor kerstmis.

Inmiddels is duidelijk geworden dat Eltike de eerste echtgenote is van Reint de Sigers ther Borch en dat zijn tweede echtgenote Anna Waaijer heet. De bekende kinderen zijn uit het tweede huwelijk. Zie B. van Dooren, Een nieuwe stammoeder voor het geslacht De Sigers ther Borch in Gens Nostra 56 (2001), p. 343.


Op de grafzerk van Eltike in de kerk van Eelde komen naast het wapen van De Sigers ther Borg de wapens voor van Addinge (of Ripperda) en Schaffer. Het wapen op het vierde hoekpunt is verloren gegaan.
Van Dooren suggereert als mogelijke ouders Omko Ripperda en Hinte, maar durft op grond van het feitenmateriaal geen definitieve uitspraak te doen. Anders Daae behandelt in een artikel in Kontakt juni 2004, p. 150 (het orgaan van de Stichting Ol Eel) de in de kerk aanwezige heraldische tekens en noemt als mogelijke ouders Derk Schaffer en Bywe Gaykinga, maar zegt erbij dat dit een hypothese is die nader onderzoek noodzakelijk maakt.

De Sigers ther Borch, door MR. Hl. L. HOMNES.
Over dit geslacht is wel reeds een en ander gepubliceerd, doch een volledig overzicht ontbreekt nog. De stamreeks is gegeven in Nederlands Adelsboek, eerst in 1903 en 1911 ontleend aan de foutieve genealogie bij de Hoge Raad van Adel, in 1917 gewijzigd naar het artikel van Van Holthe tot Echten: De comparanten in de  ridderschap van Drenthe 1600-1795, en tenslotte in 1951 nog eens gewijzigd naar aanleiding van mijn bijdrage in dit maandblad van 1948.

De oudste generaties blijven evenwel nog duister, want ik weet geen verklaring voor de opschriften van de grafsteen in de kerk te Eelde, waarvan de beschrijving en afbeelding gegeven wordt op blz. 62 van de Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken van Drenthe. Deze vermeldt:
Anno domini/ storf vrou Eltike Sigers [to de bo] rc des dinse,/dages voer Karsmis de got genedic si.
In het midden: Reint Sigers to de borc, met het wapen de Sigers her Borch. Op de hoeken wapenschilden: 1 De Sigess ther- Borch 3 Schaffer i Addinga 4 ontbreekt.

 

Bij de bewerking van de genealogie Schaffer (Ned, Leeuw 1956) is geen alliantie met de Sigers aangetroffen. Ook als voor Addinga gelezen zou moeten worden Ripperda of te Nansum, die dezelfde ridderfiguur in het wapen voeren, kan ik geen verband vinden. Van Johan (IV) en zijn zoons Reint Gijsbert en Herman komen de kwartierstaten voor in De ridderschap van Drenthe, door J. Westra van Holthe; over hen en hun familie wordt uitvoerig gehandeld in het bovenaangehaalde artikel van Van
Holthe tot Echten in de Nieuwe Drentsche Volksalmanak en wel over johan in jaarg. 1896, blz. 246-259, over Reint Gtjsbert in jaarg. 1899, blz. 176-185, en over Herman in jaarg. 1900, blz. 219-235. Voor de havezathen ter Borch, huis te Eelde, Vennebroek (Paterswolde) en Vennebroek (Anlo) kan ik naar dit artikel verwijzen en naar het Bulletin van de Kon. Ned. Oudheidkundige Bond 1957, blz. 171 en vlg. Het is evenwel nog niet duidelijk hoe de havezathe ter Borch aan de familie .de Sigers gekomen is. Enig verband met het oude geslacht ter Borch vond ik bij de Ordelen van de Etstoel 1518-1604, uitgegeven door Joosting, op blz. 82, waar op 5 april 1529 voorkomt: ,,Tuyschen Repnt Sigers ind Jan Gripp (= Grijp) is gefonden, soe Steuen ter Borch seliger willichs betracht ind averlacht maich hebben, by synen leven syner huysvrow guederen versath ind eyns delss doirgebracht toe hebben: ind dat sy billix oire leven lanck wat voir uyt eygde ind dairover betuchtiget, Reynt ind Jan Gripp oick to Groningen allerley handelynge gehat hebben dat sy ter begerte des drosten ind Xx1111 noch eyn frunt dach sullen halden, ind scheyden sich fruntlich tuyschen dyt ind den naesten latynck soe doich Steuens vrow nae billicheyt wat toebehoerde. Doen sy des nyet, wyllen die drosten ind etten eintlich wysen ten naesten latynck."


Op de door nu wijlen Dr. Heerma van Voss in zijn artikel: De letterlap de Sighers ther Borgh, in de Ned. Leeuw 1927, gestelde vraag naar een opgave van de voltallige afstammelingen van Gijsbert .de Sigers ther Borch (1737-1812) is, zoals mij uit de door zijn zoon welwillend ter inzage gestelde papieren gebleken is, een antwoord binnengekomen van J. S. van Veen, een zwager van de- laatste afstammelinge van dit geslacht. De mededelingen, die zijn schoonzuster hem verstrekte, waren echter vrij vaag, zoals: haar zuster Agnes was  getrouwd met de wedr. Karelsen, haar tante Naatje met Zwens, eerst officier.
Van een oudere generatie wordt gezegd. ,,Van de oudere broers is de oudste Jan Roelof, ongetrouwd gebleven. Hij had veel geld en reed met twee zwarte paarden. De tweede is  getrouwd; zijn twee zoons zijn volwassen overleden. De derde .is niet getrouwd; deze heeft veel goed aan de gemeente gedaan". Over Jan Roelof heb ik niets kunnen vinden en ook laatstgenoemde bleef mij onbekend. Ik vermoed, dat de toen al oude dame de door haar bedoelde personen enigszins verward heeft.
In de 18de eeuw is het geslacht blijkbaar wel in aanzien geweest, want in de officiersboekjes worden Gijsbert (Vbis) en Reint Herman Taco (Vbis, 7) baron genoemd, maar in de 19de eeuw is het maatschappelijk gedaald. Alleen Roelof (VII 2) werd in 1816 in de Ridderschap van Drenthe benoemd met het predicaat van Jonkheer, en Gerhardus Bernardus (1X 2) verkreeg in 1889 een erkenning met hetzelfde predicaat.
De laatste generaties hebben veel moeite opgeleverd en ik heb dan ook niet alle gegevens kunnen verkrijgen. De familiepapieren, die in 1937 door mejuffrouw A. B, Wineke aan ons genootschap zijn geschonken, bevatten voornamelijk afschriften van geboorte- en andere akten, benodigd voor de adelserkenning en vrijwel niets over de andere familieleden.
Van belang was daarom de in het Rijksarchief te Groningen aanwezige memorie van successie van Jhr. Roelof de Sigers ther Borch. Deze heeft 14 juni 1865 een olographisch testament gemaakt, waarbij hij legaten vermaakt aan de twee kinderen van zijn zuster, getrouwd met Jacob Sleght Swens, en als erfgenamen stelt:
de kinderen van zijn neef Gijsbert de Sighrs th.er Borch bij Lutgerdina uan Taret voor 1/3 gedeelte, n.1.:
Jeannette Gesina, echtg, van Adolf Karel Wineke, drogist te de Rijp, Gerhardus Bernatdus, ontvanger te Hoogcruts, Beren,dina Gerharda, mede aldaar, Jan Roelof, militair in Oost-Indië, Hendrik Willem Frede,rik, zeeman, gedomicilieerd te Hoogeveen, Gezina Johanna Benedicta, te Hoogcruts, Everhardus Jacobus Alexander, mede aldaar. zijn neef Jan Gijsbert de Sig,ers ther Borch, gepens. Commies le kl. te Loppersum, voor 1/3 gedeelte. ., / drie dochters van zijn zuster Johanna Benedicta bij Willem van Voss voor 1/3 gedeelte, n.1.: Agatha van Voss, weduwe van Willem van Raalfen, te Oosterhout, Lucia Sophia van Voss, te Oosterhout, Johanna Roelina Maria Gezina van Voss, te Coevorden.
Het geslacht is uitgestorven in 1935 met Johanna Gezina Benedicta de Sigers ther Borch als weduwe van Dirk Franciscus van Veen getrouwd .


Getrouwd voor de kerk (1) voor 1545 met Eltike.

Floor slab of Reint and Eltike de Sigers ter Borch   Floor slab of Reint and Eltike de Sigers ter Borch

Vloerplaten van Reint en Eltike (Dorpskerk (St. Gangulphuskerk, Nederlands Hervormde Kerk))

 

Getrouwd voor de kerk (2) na 1546 met

2263    Anna WAAIJER[31] [32], overleden 1602-1608 te Eelde, overleden na 18 augustus 1573 te Zeerijp.
Waaruit geboren:

   1. 

Geertruijd[33], geboren ca 1546, getrouwd met Johan van BESTEN, geboren ca 1541.

In de maandrekeningen van Zwolle komt in 1567 voor Besten zwager van Johan Waeier, en in 1584 en 1584 Jan van Besten. In 1590 zijn de erfgenamen van Reynalt Waeyer, vrouw van van Andries van Lynneren: Johan Waeyer, Hans van Bolten, Anna Waeyer weduwe van Reynt de Zygher met Johan van Besten als haar momber, Johan van Uterwijck en Johanna van Uterwijck weduwe van Henrick van Corlaer 54. In de verpondingen van Wijhe, buurschap Tongeren, komen in 1601 voor de erfgenamen van Johan van Besten aan wie den Rettbarg toe behoort en die zij zelf gebruiken, en in 1602 wordt Johann van Besten als eigenaar van den Rijttbarch genoemd, met 12 morgen ,hoghe", 12 morgen haver en 1 morgen hooiland. In 1622 vindt in Wijhe een ondervraging plaats door Henrick van Besten over een stuk land in Lijderbroeck, geheten het vergolden Kampken, dat Jan Smith in pacht gehad had van Jonker Jan van Besten, en vr wie wijlen Johan van Tongeren in pacht had van Van Besten en die het verpacht had aan Derck Rolofs en Jan Oelbers 55.
In Wijhe wordt in 1609 een vriendelijk accord en moetzoen gehouden tussen Herman Jansen en Joffer Swane van Besten zijn huisvrouw, ter eenre, en Johan van Dulman en Joffer Anna van Besten zijn huisvrouw, ter andere zijde, betreffende het kindsdeel en de aanspraken van Joffer Anna, haar na de dood vna haar moeder en naderhand van haar broer Reint en zusters Marien en Sophia van Besten aangesorven. Herman en Swaene zullen nog 350 goldgulden van 28 stuivers betalen, die tevoren opgenomen zijn van Rijckelt Ossenweijder ten behoeve van Joffer Anna, alle lasten van de Rietberch die Joffer Anna haar derdedeel betreffen, en nog het onderhoud en onkosten van zal. Reint van Besten. Joffer Swaene geeft haar aanspraken op, en Dulman zal de kostpenningen van zal. Joffer Sophia niet aan Joffer Swaene in rekening brengen. De begrafeniskosten van Joffer Soffien van Besten binnen Nijenhuis zullen de drie erfgenamen gelijkelijk dragen. De derde zuster Joffer Henricken van Besten zal geen schade mogen ondervinden van deze moetzoen. Dulman belooft Herman en Joffer Swaene schadeloos te houden voor hun derdedeel aangaande eventuele aanspraken van hun vader Johan van Besten vanwege het versterf van Reint, Marien en Sofia van Besten. Was ondertekend door: Dijderich van Voorte ten Haegenvoorde, Hermen vander Beeck, Johan van Dulmen, Anna van Besten anders genaamt van Dulman, Swaene van Besten, anders Rietberch, Gerhart de Baecke durch begeerte, Herman van den Rietberch, Johan van Tongeren, Fincent van Tongeren, Gerhart de Baecke
. 56

 

zn. van Henrick van BESTEN en Maria van LAER.

   2. 

Geert[34], geboren ca 1553, getrouwd met Johanna de MEPSCHE[35], geboren ca 1555, overleden voor 1593, dr. van Geert de MEPSCHE[36] en Hille ALBERDA. {Zij was eerder getrouwd met Johan van BESTEN, geboren ca 1541.

In de maandrekeningen van Zwolle komt in 1567 voor Besten zwager van Johan Waeier, en in 1584 en 1584 Jan van Besten. In 1590 zijn de erfgenamen van Reynalt Waeyer, vrouw van van Andries van Lynneren: Johan Waeyer, Hans van Bolten, Anna Waeyer weduwe van Reynt de Zygher met Johan van Besten als haar momber, Johan van Uterwijck en Johanna van Uterwijck weduwe van Henrick van Corlaer 54.

In de verpondingen van Wijhe, buurschap Tongeren, komen in 1601 voor de erfgenamen van Johan van Besten aan wie den Rettbarg toe behoort en die zij zelf gebruiken, en in 1602 wordt Johann van Besten als eigenaar van den Rijttbarch genoemd, met 12 morgen ,hoghe", 12 morgen haver en 1 morgen hooiland. In 1622 vindt in Wijhe een ondervraging plaats door Henrick van Besten over een stuk land in Lijderbroeck, geheten het vergolden Kampken, dat Jan Smith in pacht gehad had van Jonker Jan van Besten, en vr wie wijlen Johan van Tongeren in pacht had van Van Besten en die het verpacht had aan Derck Rolofs en Jan Oelbers 55.


In Wijhe wordt in 1609 een vriendelijk accord en moetzoen gehouden tussen Herman Jansen en Joffer Swane van Besten zijn huisvrouw, ter eenre, en Johan van Dulman en Joffer Anna van Besten zijn huisvrouw, ter andere zijde, betreffende het kindsdeel en de aanspraken van Joffer Anna, haar na de dood vna haar moeder en naderhand van haar broer Reint en zusters Marien en Sophia van Besten aangesorven. Herman en Swaene zullen nog 350 goldgulden van 28 stuivers betalen, die tevoren opgenomen zijn van Rijckelt Ossenweijder ten behoeve van Joffer Anna, alle lasten van de Rietberch die Joffer Anna haar derdedeel betreffen, en nog het onderhoud en onkosten van zal. Reint van Besten. Joffer Swaene geeft haar aanspraken op, en Dulman zal de kostpenningen van zal. Joffer Sophia niet aan Joffer Swaene in rekening brengen. De begrafeniskosten van Joffer Soffien van Besten binnen Nijenhuis zullen de drie erfgenamen gelijkelijk dragen. De derde zuster Joffer Henricken van Besten zal geen schade mogen ondervinden van deze moetzoen. Dulman belooft Herman en Joffer Swaene schadeloos te houden voor hun derdedeel aangaande eventuele aanspraken van hun vader Johan van Besten vanwege het versterf van Reint, Marien en Sofia van Besten. Was ondertekend door: Dijderich van Voorte ten Haegenvoorde, Hermen vander Beeck, Johan van Dulmen, Anna van Besten anders genaamt van Dulman, Swaene van Besten, anders Rietberch, Gerhart de Baecke durch begeerte, Herman van den Rietberch, Johan van Tongeren, Fincent van Tongeren, Gerhart de Baecke
. 56,

 

zn. van Henrick van BESTEN en Maria van LAER.}

   3. 

Eltike de SIGERS[37] (zie 1131).

 

Ter Borch (havezate)

https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/7/70/Fragment_kaart_1663.jpg/300px-Fragment_kaart_1663.jpg

Detail van een kaart van Nicolaes Jansz Visscher uit 1663 met Ter Borch aangegeven als De Sigers en Mepschehuis als Mepsche

 

Ter Borch (ook Cantersborg en Sigersborg) was een havezate in de Drentse plaats Eelde in het dingspel Noordenveld. Ter Borch lag ten zuiden van Eelde op het terrein van de Waterburcht, waar voor de bouw van de havezate ooit een burcht heeft gestaan en die volgens de kroniek van Emo en Menko in 1266 werd verwoest.[1]

De eerste bewoners van Ter Borch in Eelde waren leden van de familie Ter Borch. Of de familienaam afkomstig is van de borg of omgekeerd is niet bekend. In 1529 ontstond er onenigheid over de verdeling van de erfenis van Steven ter Borch, eigenaar van Ter Borch. Na een uitspraak van de Etstoel kwam Ter Borch in het bezit van Reint Sigers. Zijn kleinzoon Reint de Sigers ter Borch verzocht in 1643 om toelating tot de Ridderschap van Drenthe. Na een onderzoek, dat enkele jaren duurde, werd zijn zoon Johan de Sigers ter Borch toegelaten tot de Ridderschap en daarmee werd Ter Borch als havezate erkend. Johan vervulde in die tijd diverse bestuurlijke functies in Drenthe. Hij was ette, assessor in de Etstoel en gedeputeerde. In die tijd verkreeg de familie De Sigers ter Borch ook de havezaten Vennebroek en het Mepschehuis in hun bezit. Ter Borch werd het erfdeel van Reint Gijsberts de Sigers ter Borch, één van de zonen van Johan. Na zijn overlijden kwam de havezate in handen van zijn twee zusters. Eén van deze zussen, Florentia Geertruida, werd in 1709 de nieuwe eigenaar. Zij was getrouwd met de drost van Gorecht, Bartholt de Canter. Aan de familie de Canter heeft Ter Borch zijn tweede naam Cantersborg te danken. In 1755 werd Ter Borch door Jan Poppe André Canter per veiling verkocht. Volgens de Groninger Courant d.d. 28 januari 1755 had de havezate tien ruime beneden- en bovenvertrekken, een keuken en een kelder.

Bij de havezate hoorden ook een schathuis, twee woningen en weide- en akkerland. De eigenaars van de havezate bezaten een eigen herenbank in de kerk van Eelde en een eigen grafkelder.[2] De nieuwe eigenaar was de schulte van Eelde Dubbelt Willinge, die het huis verhuurde en zelf in Peize bleef wonen. Het recht van havezate werd op een gekunstelde manier verlegd naar een keuterij op het landgoed en doorverkocht aan de drost van Drenthe, Alexander Carel van Heiden. Deze verkocht de keuterij met het recht van havezate door aan een familielid Frederik Otto van Dörnberg Heiden, die in het bezit was van Lemferdinge in Eelde. Hij kreeg toestemming het gekochte recht van havezate te verleggen naar Lemferdinge. Door deze truc werd hij toegelaten tot de Ridderschap. De oorspronkelijke havezate Ter Borch werd uiteindelijk in 1798 door Dubbelt Willinge verkocht aan zijn aangetrouwde neef Jan Wilmsonn Kymmel, eigenaar van de havezate Mensinge in Roden, die Ter Borch liet slopen[38].
 
3208    Cornelis Willems Goosens ROMEIJN[39],
Heemraad Ridderwaard, opperkerkmeester Ridderkerk, stadhouder van de schout(1591), bezit in 1592 land in Oud Reijerwaard ten oosten van dat van de nagelaten weeskinderen van Sijmon THONISZ[40], geboren ca 1545 te Ridderkerk, overleden voor 1610, zn. van Willem Goesen Arien ROMEIJN (Jongkint) (zie 6416) en Neeltgen CORNELISDR (zie 6417).
Getrouwd met
3209    Marijke Cornelisd (Maritge) STEUIJ[41], geboren ca 1545, overleden ca 1592, dr. van Cornelis Claesz STEUIJ (zie 6418).
Waaruit geboren:

   1. 

Aeltge Cornelis JONGKINT (Roomeijn), geboren ca 1568 te Ridderkerk.

   2. 

Barbelken Cornelis, geboren ca 1570 te Ridderkerk.

   3. 

Leendert Cornelisz, geboren ca 1572 te Ridderkerk.

   4. 

Neelken Cornelis, geboren ca 1576 te Ridderkerk.

   5. 

Cornelis Cornelisse de Jonge (zie 1604).

   6. 

Pieter Cornelisz, geboren ca 1578 te Ridderkerk.

   7. 

Willem Cornelisz, gedoopt (ndg) op zondag 14 mei 1581 te Ridderkerk.

   8. 

Ploentgen, gedoopt (ndg) op vrijdag 30 december 1583 te Ridderkerk.

   9. 

Fijken Cornelis, gedoopt (ndg) op zondag 28 december 1586 te Ridderkerk.


3210    Oth Andries SNIDER[42], geboren ca 1560.


Van Oth's erfenis komt f 36,- vanwege de 3e penning aan de ambachtsheer van Moerkerken(1607)[43].

zn. van Andries SNIDER (zie 6420).
Waaruit geboren:

   1. 

Aeltge Otten, geboren ca 1586 te Mijnsheerenland.

   2. 

Ariaantje Otten (zie 1605).

   3. 

Andries Otten, geboren ca 1590 te Heinenoord.

 

3280    Cornelis BECK, geboren ca 1570.
Getrouwd met
3181    Marrigje GERRITS, geboren ca 1572.
Waaruit geboren:

   1. 

Willem (zie 1640).


3296    Arij TWIGT, geboren ca 1590.
Waaruit geboren:

   1. 

Dirk Ariensz (Wicht) (zie 1648).


3300    Abraham Ariensz van der MAST, geboren ca 1600.
Ondertrouwd (1) op zondag 12 juli 1648 te Moordrecht met Lijsbeth BOLENDR.

Getrouwd (2) met
3301    Levijntje LIEVENSDR, geboren ca 1602.
Waaruit geboren:

   1. 

Arie Abrahamse (zie 1650).

 
3304    Gerrit DIRKSZ, geboren ca 1565 te Zuidbroek.
Getrouwd ca 1590 met
3305    Ariaantje WILLEMS.
Waaruit geboren:

   1. 

Leendert Gerritsz GANSEMAN (zie 1652).


3336    Roelant van SCHIE, geboren ca 1552.
Waaruit geboren:

   1. 

Dirck Roelants (zie 1668).


3340    Jop Jacobsz BERCKEL[44],
secretaris van Berkel, geboren ca 1534, overleden 1591-2.
Getrouwd met
3341    Jannetje SIJMONS[45], dr. van Sijmon VRANCKEN (zie 6682) en Adriaantje JANSDR (zie 6683).
Waaruit geboren:

   1. 

Jacob Joppe (zie 1670).

   2. 

Vranck Jobs[46].


Hij heeft in 1608 in pacht/huur 2 morgen 3 hont land in Mathenes.
Bron:2


Dit gaat in 1622 naar zijn broer Jacob en op 11 februari 1650 naar hem terug. Op 8 maart 1629 in pacht/huur 3 morgen 3 hont land in Nieuw-Mathenesse.
Bron: 3


Getrouwd met Soetje PIETERS.

   3. 

Sijmon Jobs.

Hij testeert op 23 februari 1648 als bejaarde jongeman voor nots. Chr. van Vliet te Delfshaven. Met zijn broer Jacob heeft hij 8 morgen 3 hont 50 roeden land in de Oostzijde Groeneweg in Oud-Mathenesse in pacht/huur op 1 oktober 1616.
Bron:1


Op 20 maart 1635 heeft hij dit met Willemtje Pleune van der Kooy, weduwe van Jacob Joppe Berkel en Cornelis Gerrits in de Boterstraat.

   4. 

Kers Jobs, overleden voor 23 februari 1648.

   5. 

Neeltge Jobs, overleden voor 23 februari 1648., getrouwd met Pieter BURG.

 

Getrouwd (2) met Albert Cornelisz CLEIJWEG[47], brouwer te Schiedam.

Waaruit geboren:

   6. 

Adriaan Albertsz.

   7. 

Cornelis Albertsz.


3342    Pleun Michielsz van der KOOIJ[48],
kooijker, bouwman in de Zuidpolder van Delfgauw, gezworene en ambachts-bewaarder Hof van Delft, geboren ca 1557 te Overschie, overleden op vrijdag 28 oktober 1644 te Delft, begraven op dinsdag 1 november 1644 te Delft, Nieuwe kerk

 

bouwman in de Zuidpolder van Delfgauw, gezworene en ambachtsbewaarder van Hof van Delft

 

zn. van Michiel Harmansz van der KOOIJ (Swet) (zie 6684) en Aefgen Gabrielsdr van THOL (zie 6685).

 

 

Pleun trouwde in 1584 te Delft met Neeltgen Claesdr. (b12). De bruidegom wordt beschreven als "jonckgeselle van Ouderschie, wonende aldaer, lantman", de bruid als "weduwe van Jacop Gerritsz., wonende tot Delffgauw" (b12). Na de huwelijkssluiting vestigde het jonge paar zich in het "Zuijdeijnde van Delfgaeu" (b02).

Pleun Michielsz. kwam daar in het bezit van een grote boerderij, die "35 mergen en 3 honden lants" (b13) besloeg. In hoofdzaak hield hij zich bezig met veeteelt. Het maken van boter en kaas, die in Delft ter markt werden gebracht, vloeide daaruit voort. Waarschijnlijk echter bracht ook de vogelvangst belangrijke inkomsten, want achter de boerderij in het land, dat bij de hofstede behoorde, lag een "vogelcoij" (b13).
De oude boerderij, vroeger "De Kooijwoning" genaamd, is op het einde van de vorige eeuw afgebroken, waarna op dezelfde plaats een nieuwe boerderij werd opgetrokken, die "Vogelenzang" genoemd wordt.

Het huwelijk van Pleun Michielsz. en Neeltgen Claesdr. werd met een aantal kinderen gezegend, nl. vier zoons en vier dochters, te weten Jacob, Maritgen, Willemken, Abraham, Claesgen, Isaäck, Aefgen en Gabriël (b13). Toen de jongste kinderen nog klein waren, verloor  Pleun in 1606 (b84) veel te vroeg zijn vrouw. 

Langzamerhand won Pleun het vertrouwen van zijn mede-ambachtsbewoners en in 1617 (b02) zien wij hem genoemd bij de "achtermannen ofte geswoorens" van het ambacht Hof van Delft, dat wil zeggen dat hij als schepen, die een eed heeft afgelegd, recht en plicht had om in de schepenbank zitting te nemen. De schepenbank had tweeërlei bevoegdheid:  - om op te treden als Dingbank of Rechtbank in kleinere zaken.   - om op te treden als administrerend lichaam bij overdracht van vast goed, het vastleggen van testamenten, enz. Op 20 augustus 1620 (b15) werd hij door de schout van Hof van Delft beëdigd als "ambachtsbewaerder" (b15).

Een zoon en een dochter van Pleun nl. Jacob en Maritgen zijn vroeg gestorven en lieten kleine kinderen na, welker lot Pleun zich vermoedelijk heeft aangetrokken.

In 1638 woonde Pleun nog in 't Zuijdeijnde van Delfgaeu en is dan blijkens een op 10 februari 1638 ten overstaan van notaris Wm  van Assendelft te Delft verleden testament "sieck van lichame" (b14). Van dit ziekbed is Pleun weer hersteld, doch waarschijnlijk bleef hij hulpbehoevend, want hij is daarna naar Delft verhuisd en is gaan wonen bij zijn dochter Aefje en zijn schoonzoon Pieter Maertens van Ruijven "op de Brabantsche Turfmarkt" (b16). Een tweede testament maakte Pleun op "den lesten Novembris in den Jare nae de geboorte onses heere Jesus Christi 1642" (b16), waaruit blijkt, dat hij wederom "sieckelijk van lichame te Bedde" (b16) lag ten huize van Pieter Martensz. van Ruijven, zijn schoonzoon (b16). Hij beval daarin "Godt almachtich sijn siele" (b17) en "sijn lichaem de begravinge ter aerden" (b16). Pleun knapte toch weer op. Eerst twee jaar later op 28 oktober 1644 (b13) stierf hij ten huize van zijn schoonzoon Pieter Maertensz. van Ruijven in de ouderdom van ongeveer 87 jaar. Bij zijn overlijden liet hij ongeveer fl 12.000,- na aan geld, geldswaardige papieren en roerend goed. Bovendien liet hij nog na "een woninge als huijs, schuijr, bargen ende plantage, met een vogelkoij en vijff en dertich mergen ende drie honden lants (b13).

In een akte van 26 maart 1645, verleden voor notaris Quillaume de Graeff te Delft (b20) ter afwikkeling van de boedelscheiding worden weer alle kinderen genoemd, maar nu met de achternaam "Van der Koij". Dit is de eerste authentieke akte, waarin zij met die achternaam worden genoemd; zij en hun nageslacht zijn deze naam, later geschreven als "Van der Kooij", blijven voeren tot heden.

De kooi van Pleun, die dus duidelijk ten grondslag ligt aan de familienaam Van der Kooij, is helaas slechts enkele generaties in het bezit van "onze familie" geweest. Maar die eendenkooi is nog steeds aanwezig in Delfgauw, als een tastbaar stuk historie van de familie Van der Kooij, die van Pleun afstamt.

Een ambachtsbewaarder was belast met het algehele beheer van het Ambacht, speciaal inzake de geldmiddelen. Hij had één van de twee sleutels van de ambachtskist, waarin de papieren en gelden werden bewaard; de andere sleutel berustte bij één der schepenen die als sleutelbewaarder was aangewezen en die er dus ook bij moest zijn om de kist te openen. Aan het eind van het jaar moest de Ambachtsbewaarder  verantwoording afleggen aan de geërfden van het ambacht.    
Pleun boerde niet slecht. De tijdsomstandigheden werkten daartoe mee. Weliswaar was de Tachtigjarige Oorlog nog niet ten einde,  doch in het gewest Holland heerste rust. Tegen de verdrukking in werden de Nederlanden groot. Nieuwe gebieden werden ontdekt; de weg naar Indië was gevonden en schepen brachten hun schatten mee naar onze gewesten. Er heerste daardoor welvaart in Holland en ook de plattelandsbevolking kreeg het beter. Waarschijnlijk echter waren hem uit de nalatenschap van zijn ouders ook belangrijke baten te beurt gevallen. Pleun was een welgesteld man geworden.

 

 


Ondertrouwd op zaterdag 13 oktober 1584 te Delft, getrouwd voor de kerk op donderdag 1 november 1584 te Delft (ndg).


Neeltgen Claesdr. van Tol is begraven in de Nieuwe Kerk te Delft.
Frans van Rooijen geeft als huwelijksdatum tussen Neeltgen en Pleun Michielsz van der Kooij 1 nov 1584 te Delft

met
3343    Neeltgen Claesdr van THOL, geboren ca 1560, overleden op dinsdag 26 september 1606 te Delfgauw, begraven op zaterdag 30 september 1606 te Delft, dr. van Claes Hendriksz van THOL (zie 6686) en Aegje CLAESEN (zie 6687).
Waaruit geboren:

   1. 

Jacob Pleunen, geboren ca 1585 te Pijnacker, begraven op woensdag 20 februari 1619 te Delft.
Getrouwd voor de kerk op zondag 22 mei 1605 te Delft met Hilletgen Joosten van der HOEFF.

   2. 

Willempje Pleunsen (zie 1671).

   3. 

Maritgen Pleunen, geboren ca 1587.

   4. 

Abraham Pleunen. geboren ca 1590.

   5. 

Claesgen Pleunen, geboren ca 1593.

   6. 

Isaack Pleunen, geboren ca 1595.

   7. 

Gabriël Pleunen, bouman Cathuserswoning Delft, geboren ca 1598 te Delfgauw, begraven op vrijdag 6 januari 1668 te Delft getrouwd met Machteld Claesdr LANGELAEN, geboren ca 1600, dr. van Claes LANGELAEN (zie 3390).

 

Getrouwd (1) ca 1580 met Jacob GERRITSZ.

 

De Nieuwe Kerk dateert uit 1496 en heeft een historische band met de Koninklijke familie

Nieuwe Kerk te Delft

 

In de Nieuwe Kerk bevindt zich het graf van Neeltje Claesdr van Thol

 

Prins Willem van Oranje, de Vader des Vaderlands die in 1584 werd neergeschoten, is de eerste die er werd begraven. Zeer bijzonder is het indrukwekkende praalgraf van Willem van Oranje, dat te bezichtigen is. Het praalgraf werd, naar een ontwerp van bouwmeester Hendrick de Keyser, tussen 1614 en 1622 vervaardigd. In 1997 is het grafmonument ingrijpend gerestaureerd[49].

 

Oostpoort in Delft, (Johannes Christiaan Karel Klinkenberg)

 

De Oostpoort is de enig overgebleven stadspoort van de stad Delft, in de Nederlandse provincie Zuid-Holland. De poort werd rond 1400 gebouwd, de torens werden in de 16e eeuw verhoogd.

De Oostpoort bestaat uit een landpoort en een waterpoort die met elkaar zijn verbonden door resten van een stadsmuur.

Tegenwoordig[wanneer?] is het gebouw in gebruik als woning en kunstgalerij.

De naastgelegen Oostpoortbrug dateert uit 1514 en is net als de poort zelf ook een rijksmonument.

In themapark Huis ten Bosch in Japan is een replica te vinden van de Oostpoort en de bijgelegen ophaalbrug[50]


3352    Pieter Pietersz POOT,
bouwman te Vlaardingerambacht, geboren ca 1550.
Getrouwd ca 1575 met
3353    Lijsbeth HUIJBRECHTSDR,
waardinne in "Bleskensgraaf" te Kethel, geboren ca 1555, overleden voor 22 juli 1611.
Waaruit geboren:

   1. 

Pieter Pietersz (de oude) (zie 1676).


3354    Cornelis CRIJNEN
, bouwman in Noord-Kethel.
Getrouwd met
3355    Dieuwertje CORNELISDR.
Waaruit geboren:

   1. 

Martijntgen Cornelisdr VERHOUCK (zie 1677).


3384    Pouwel Fransz VERMEER, geboren ca 1563,
eigenaar van een stuk land in de polder van de Clapmolen te Bleiswijk, zn. van Frans Pietersz VERMEER (van de Meer) (zie 6768) en Ariaentge CLAESDR (zie 6769).
Getrouwd met
3385    Maritgen CORNELISDR, dr. van Cornelis PIETRESZ (zie 6770) en Ariaentgen (zie 6771).
Waaruit geboren:

   1. 

Cornelis Pouwelsz (zie 1692).

   2. 

Paulus.

   3. 

Cornelis.


3386    Cornelis Pietersz BUIJTEWEGH / BUYT(en) (de jonge), geboren ca 1545.

 

Comelis Pietersz. Buijtewech, als man ende voicht van Ariaentge Pouwelsdr., voor hem selven ende noch vervangende Comelis Pauwelsz, sijn huijsvrouws broeder, wint op 15 juli 1577 een gift van de helft van 9 margen 400 roeden lants, sulcx dat haer aengecomen is deurt overlijden van Pouwels Jacobsz., heur vader.33 En op 1 september 1577 wint Annetge, Pouwels Jacobsz. wede., met haer swager Comelis Pietersz. van Buijtenwech ende Comelis
Pouwelsz., heure soon, 'A van een huijs en lant, die Pouwels Jacobsz. te bruijcke plach, twelck Maritge Lenaert Jansz. wede. achtergelaten heeft.34

 

Comelis Pietersz. Buytenwech, wonende tot Berckel, Ingetgen Pieters, wede. van Comelis Jacob Bouwensz., mit Pieter Cornelisz., hare outste zoon, de kinderen van ouwe Comelis Pietersz. Buytenwech zal., de kinderen van Dirck Pieterss Buytenwech., en de zn. van Volckgen Pietersdr., alle broeder, suster, mitsgaders zuster ende broeder kinderen ende kindtskinderen ende erfgenamen van Claes Pietersz. Buytenwech, gewoond hebbende in Segwaert, transporteren 4 april 1604 aen Comelis Adriaensz. Timmerman 7dalf hondt weylant, leggende Binnewech in Zegwaart.35

 

Op 16 maart 1611  compareerden Comelis Pietersz. Buytenwech, wonende tot Berckel, ende Comelis Pouwelsz. Berckel, en transporteren aan Adriaen Heyndricxsz. Berckel, schoonzn. van de voors. Cornells Pietersz. ende betrouwde cosyn van Comelis Pouwelsz., een huys met een stucke weylant ofte hoeylant, gelegen in Buytenwech in Zegwaart.36

 

In een 'boelscheybrief van 13 december 1611 compareren Comelis Pouwelsz. Berckel, buyerman in Segwaert, ter eenre, ende Comelis Pietersz. Buytenwech, buyerman tot Berckel, getrouwd hebbende Aryaentgen Pouwelsdr., kinderen ende erfgenamen van zaliger Annetgen Cornelisdr., laest wede. van Claes Pietersz. Buytenwech, beyde in Segwaert overleden, ter andere zyde, ende bekenden geschift te hebben alle de goederen zulcxs de voorsz. Annetge Cornelisdr., haer moeder, mitter doot geruympt heeft

 

Getrouwd voor de kerk voor 15 juli 1577 met
3387    Arijaentgen POUWELSDR, geboren ca 1547, overleden na 16 december 1611, dr. van Pouwel JACOBSZ (zie 6774) en Annetge CORNELISDR (zie 6775).
Waaruit geboren:

   1. 

Trijntje BUIJTEWEGH, geboren ca 1580 ondertrouwd op zaterdag 30 april 1605 te Zoetermeer met Adriaen Hendricksz BERCKELAIR.

   2. 

Pieter Cornelisz BUIJTEWEGH, geboren ca 1582 te Berkel.
Getrouwd voor de kerk (1) op zondag 6 december 1609 te Berkel met Maritgen CORSDR.


Getrouwd voor de kerk (2) op zondag 28 maart 1638 te Berkel met Haesge JACOBSDR.

   3. 

Dirck Cornelisz BUIJTEWEGH, geboren ca 1586 te Berkel, overleden op vrijdag 2 mei 1653 te Schiedam, overleden voor 7 maart 1657, begraven op woensdag 7 mei 1653 te Schiedam.

Dirck is in 1611 j.m. van Berkel. Op 23 oktober 1634 sijn gestelt als voochden van de drije kinderen van Maertgen Claes daer vader aff is Dirck Cornelisz., Arijen Claesz. Woonende in Schiebrouck en Jooris Willemsz. getrout hebbende Annitgen Dircx, suster van de voorsz. weeskinderen.8

Vervolgens op 30 oktober 1634 passeert de acte van voogdij over de 3 minderjarige kinderen van Dirck Cornelisz Buijtenwech en wijlen Maertgen Claes, met namen Aechgen Dircx out 16 jaren, Cornelis Dircxsz out 14 jaren en Annitgen Dircx out 9 jaren.

 

Op 28 april 1635 gaan in ondertrouw te Schiedam
Dirck Cornelisz. Buijtewech, wednr., geassist. met Joris Willemsz. zijn zwager, en Trijntgen Arens, wed., beijden van Schiedam, geasst. met Aechgen Dircx haer snaer.

 

Genoemd bij de pachters van weeshuis te Schiedam met 3 morgen 3 hont in Nieuw-Mathenesse

Dirck Cornelisz. Buytewech getr. met wed. Pieter Jans Schieveen 14 februari 1636; wed. van Dirk Cornelisz. Buytewech 7 maart 1657.

 

Op 4 februari 1654 is inventaris gedaen bij Tnjntgen Arijensdr. weduwe van Dirck Cornelisz. Buijttewech zal. die overleden is op den 2e meij 1653 binnen Schiedam. Genoemd oa. een seecker huijs ende erve mitsgaders bouhuijs staende binnen der stede Schiedam inde Booterstraet. Onder de lasten komt voor Maertgen Dircks comt vant geene haer vader sal. in sijn leven van haer geleent heeft 12 gulden."

 

Op 9 april 1654 compareerden Cornelis Dircksz. Buijttewech, Cornelis Dircksz. getrout sijnde met Aechgen Dircks Buijttewech, ende Sijmon Meesz. Maen als man ende voocht van Anneken Dircks Buijttewech te saemen voorkinderen van Dirck Cornelisz. Buijttewech sal. die hij geprocureert heeft met Maertgen Claes sal. ter eenre, ende Trijntgen Arijens laest weduwe van den voorn. Dirck Buijttewech sal. Ter andere sijde, en bekennen vrundelijck geaccordeert te sijn het patrimoniale goet dat de voorn kinderen competeren uit de naegelaten boedel van haer vader sal. Verwijst naar testamentaire dispositie die Dirck Cornelisz. Buijttewech sal. ende sijn huijsvrouw beijde gemaeckt ende verleeden hebben voor den notaris Adriaen Sprockenburch te Overschie op 30 oktober 1650.

 

De weesmeesters van Schiedam als oppervoochden over de naergelaten weeskinderen van Dirck Cornelisz. Buijtewech ende Trijntjen Arijens beijde zal. authoriseren op 5 mei 1659 Cornelis Gerritsz. van Luchtigheijt ende Dirck Huijgen Backer als voochden over de voorsz. weeskinderen, om te compareren voor het gerecht van Sestienhoven, ende aldaer benevens Pieter Pietersz. Schieveen voor-soone vande voorsz. Trijntjen Arijens behoorlijcke opdrachte te doen aen Cornelis Jansz. Cool als cooper vande helft van ontrent 5 margen 1 hond 75 roeden slaghturfland gelegen in Sestienhoven voorsz., daer van de wederhelft is toebehoorende Bonefaes Pietersz.

 

2 maart 1697
Testament van Dirck Jansz. Cock, won. Noordeinde van Berkel. Hierin genoemd zijn zuster Arijaentje Jansdr. Cock, laatst wede. van Jan Leendertsz. Rosendael, en Dirck Cornelisz. Buijtewegh, zijn neef, zn. van zijn zuster Arijaentje. Neef Dirck benoemt hij tot voogd[51].

 

8 mei 1707
Aangifte door Dirk Cornelisz. Buiteweg van het lijk van zijn moeder Ariaantje Jans Kok, laatst wede. van Jan Rosendaal[52].


Getrouwd voor de kerk (1) op zondag 18 december 1611 te Berkel met Marietje CLAESDR, overleden voor 23 oktober 1634.


Getrouwd voor de kerk (2) op zondag 20 mei 1635 te Schiedam met Trijntje ADRIAENSDR, geboren ca 1590, overleden tussen 7 maart 1657 en 5 mei 1659.

   4. 

Pouwel Cornelisz BUIJTEWEGH, geboren ca 1588, getrouwd voor de kerk op zaterdag 25 april 1615 te Berkel met Betje Lourisdr VALCKESTEIJN.

   5. 

Claesje Cornelisdr BUIJTEWEGH (zie 1693).

   6. 

Nn BUIJTEWEGH, gedoopt op zondag 16 mei 1593 te Berkel.

   7. 

Cornelis BUIJTEWEGH, gedoopt op vrijdag 15 april 1594 te Berkel.
Getrouwd voor de kerk op 23-jarige leeftijd op woensdag 20 december 1617 te Berkel met Reyseltge Teunisdr SUYLEN.


3388 =    1760 Cornelis Meesz van VALCKENBURG.
3389 =    1761 Lysbeth Bruynsdr van der MOSCH.
 
3390    Claes LANGELAEN.
Getrouwd met
3391    Annetge Ariens van PIJNACKER.
Waaruit geboren:

   1. 

Maritge Claes (zie 1695).


3416    Floren CORNELISZ[53].
Waaruit geboren:

   1. 

Cornelis FLORENSZ (Stenevelt) (zie 1708).


3420    Jacob Cornelisz HOREWECH[54], geboren ca 1575, overleden na 1646, zn. van Cornelis (zie 6840) en Jannetje Cornelis HOOREWECH (zie 6841).
Getrouwd.
Waaruit geboren:

   1. 

Michiel Jacobsz HORENWECH (zie 1710).


3520    Mees Jacobsz van der SLUIJS[55],
landbouwer te Valkenburg bij de Wassenaarse sluis (16 januari 1596), geboren ca 1538 te Valkenburg.

Op 31 juli 1614, als Mees "sieckelijk te bedde leggende" was, werd de Leidse notaris Van der Laen verzocht naar Valkenburg te komen, naar het huis aan de Hoge Rijndijk bij de Wassenaarse watering, voor het maken van een testament. Mees overleed vermoedelijk kort na 31 juli 1614.

zn. van Jacob Meesz van EGMOND (van der Sluijs) (zie 7040) en Marijtje CORNELISDR (zie 7041).
Getrouwd met
3521    Catharina (Katryn) HUYGENSDR[56], geboren ca 1502 vermoedelijk te Rijnsburg, overleden voor 1588 te Rijnsburg, dr. van Huijgh JANS (zie 7042).
Waaruit geboren:

   1. 

Cornelis Meesz van VALCKENBURG (zie 1760).

   2. 

Dirck MEESZ.

   3. 

Jacob MEESZ, geb. Valkenburg ca. 1570, landbouwer te Valkenburg en mogelijk te Rijnsburg, overl. voor 1616. Hij trouwde (huw. voorw. 10 mei 1599) met Aaltje Claesdr. Corsteman, dr. van Claes Cornelisz. Corsteman en Marijtje Vranckendr. Nakomelingen van dit echtpaar gingen zich Van Egmond noemen en vormden de Rooms (Oud)-Katholieke tak.


3522    Bruyn Jansz van der MOSCH[57], geboren ca 1553, begraven op zondag 5 december 1599 te Oegstgeest.
Ondertrouwd op zaterdag 16 november 1577 te Oegstgeest en Rijnsburg met
3523    Marijtje Sijmons van der KODDE(N) [58], geboren ca 1556 te Rijnsburg, overleden na 21 april 1634 te Rijnsburg.
Waaruit geboren:

   1. 

Lysbeth Bruynsdr (zie 1761).


Eerste blad    Vorig blad   

Blad 6 van 31 bladen

Volgend blad    Laatste blad

Homepage | E-mail

 


gemaakt met PRO-GEN 'Genealogie à la Carte' software



Bronnen

 

 

 

 

 

 

[1]  Kwartierstaat Tol (Hogenda).

[2]  Kwartierstaat Tol (Hogenda).

[3]  Kwartierstaat Tol (Hogenda).

[4]  Kwartierstaat Tol (Hogenda)

[5]  Kwartierstaat Tol (Hogenda).

[6]  Kwartierstaat Tol (Hogenda).

[7]  Kwartierstaat Tol (Hogenda).

[8] Weesboek Zevenhuizen 1659 – 1751 (SAHM – Weeskamer Zevenhuizen inv. 6) Teun van der Vorm

[9] Weesboek Zevenhuizen 1659 – 1751 (SAHM – Weeskamer Zevenhuizen inv. 6) Teun van der Vorm

[10] Weesboek Zevenhuizen 1659 – 1751 (SAHM – Weeskamer Zevenhuizen inv. 6) Teun van der Vorm

[11] Genealogische verkenningen op het eiland IJsselmonde, Schiedam, Delfshaven en daarbuiten

[12] Genealogische verkenningen op het eiland IJsselmonde, Schiedam, Delfshaven en daarbuiten

[13] Zevenhuizen Weeskamer folio 66v

[14] Zevenhuizen Weeskamer fol. 139v

[15] Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA) akte 164 blz. 335 t/m 336

[16] Zevenhuizen Weeskamer folio 207

[17] Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA) akte 655 blz. 1074 t/m 1074

[18] Zevenhuizen Weeskamer folio 225v

[19] Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA) akte 82 blz 134-135

[20] Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA) akte 50 blz 69 t.tm. 70

[21] Zevenhuizen Weeskamer 1641 fol 64

[22] Zevenhuizen RA no 40 fol 23

[23]  http://www.vanbatenborgh.nl/publicaties/gelderse_familierelaties/vanbesten

[24] Rijksarchief Overijssel Archief van het klooster Galilea te Sibculo, inv. nr 81, 7 nov. 1544

[25] Rijksarchief Overijssel Arch. Heerkens, aantek. van Besten, met ref. Rijksarchief OverijsselER 7e stuk p. 335-336

[26] Rijksarchief Overijssel Graswinckel Hollandsche Rekenkamer 7v, 9 april 1562

[27] Rijksarchief Overijssel Inv. huis Oldhagensdorp regest no 349, 23 maart 1568

[28] Zwolle Gemeente archief regest 6879, 9 febr. 1582, RA 1-24 blz. 383, 21 okt. 1598

[29] Zwolle Gemeente archief A1-498, blz. 577

[30] J.H. Westra van Holthe, De Ridderschap van Drenthe, blz. 99 noot 3

[31] Nederlandsche Leeuw 1959, Sighers ter Borch,

[32] J.H. Westra-van Holthe, de ridderschap van Drenthe, blz 99 noot 3.

[33] Nederlandsche Leeuw 1959, Sighers ter Borch

[34] Nederlandsche Leeuw 1959, Sighers ter Borch

[35] Nederlandsche Leeuw 1959, Sighers ter Borch

[36] Nederlandsche Leeuw 1959, Sighers ter Borch

[37] Nederlandsche Leeuw 1959, Sighers ter Borch

[38] Wikipedia

[39] Genealogie databank Reijerkerk-Bronner

[40] ORA Ridderkerk 87, 4 Feb 1592

[41] Genealogie databank Reijerkerk-Bronner

[42] Genealogie databank Reijerkerk-Bronner

[43] Streekmuseum Hoeksewaard

[44] Het geslacht Berkel te Overschie (T. v.d. Loos)

[45] Het geslacht Berkel te Overschie (T. v.d. Loos)

[46] Het geslacht Berkel te Overschie (T. v.d. Loos)

[47] Het geslacht Berkel te Overschie (T. v.d. Loos)

[48] http://home.planet.nl/~jkhoek/kk/kk-00075.htm#BM5886

[49] https://www.delft.nl/Toeristen/Highlights/Oranje/Bezienswaardigheden/Nieuwe_Kerk

[50] Wikipedia

[51] Gemeentearchief Rotterdam (GAR), ona Berkel. inv.nr. 7, akte no. 6

[52] NA, Gaarder Berkel. inv.nr. 2, fol. 111

[53]  Kwartierstaat Steenveld (Ben Wilbrink)

[54] Kwartierstaat Bree-Poot

[55] Stamreeks Valkenburg (Delft) (H.K. Nagtegaal)

[56] Stamreeks Valkenburg (Delft) (H.K. Nagtegaal)

[57] Stamreeks Valkenburg (Delft) (H.K. Nagtegaal)

[58] Stamreeks Valkenburg (Delft) (H.K. Nagtegaal)