Eerste blad    Vorig blad   

Blad 30 van 43 bladen

Volgend blad    Laatste blad


 
1764500382 =    882250132 Ezzo Ehrenfried von LOTHARINGEN.
1764500383 =    882250133 Mathilde (Withildis) von SACHSEN LUDOLF.
 

 

 

 

 


1764500408    Konrad II van SPIERS, geboren ca 990, overleden op 4 juni 1039 te Utrecht, begraven te Spiers.

 

Afbeelding met tekst, krant, versierd, schilderij

Automatisch gegenereerde beschrijving   Afbeelding met tekst

Automatisch gegenereerde beschrijving

 

Koenraad II (rond 990 – Utrecht4 juni 1039) was vanaf 1024 koning van Duitsland en vanaf 1027 keizer van het Heilige Roomse Rijk. Koenraad was de eerste keizer uit de Salische dynastie. Onder zijn heerschappij werd het koninkrijk Bourgondië in het keizerrijk opgenomen.

 

Koenraad was de zoon van Hendrik van Spiers en Adelheid van Metz. Koenraad trouwde in 1016 met Gisela van Zwaben (995-1043), haar derde huwelijk. Zij kregen de volgende kinderen:

1.      Hendrik III (1017-1056)

2.      Beatrix (ovl. 24 september 1036)

3.      Mathilde (1027-1034), die zich in 1033 verloofde met koning Hendrik I van Frankrijk (-1060), begraven in de dom van Worms.

 

Zonder land

Koenraads vader was reeds op 20-jarige leeftijd overleden. Daardoor kreeg zijn oom Koenraad de grote erfenis van zijn grootvader Otto I van Karinthië. Koenraad zelf werd in bescheiden omstandigheden opgevoed door Burchard, de bisschop van Worms. Hij trouwde in 1016 met Gisela van ZwabenKeizer Hendrik II probeerde (zonder werkelijke grond) het huwelijk te dwarsbomen op grond van bloedverwantschap en liet het paar in de ban doen. Koenraad en Gisela gingen in ballingschap en in 1019 hielp Koenraad zijn neef, de latere hertog Koenraad II van Karinthië tegen de toenmalige hertog van KarinthiëAdalbero van Eppenstein. In 1020 verzoende Koenraad zich met de keizer en deze gaf zijn verzet tegen het huwelijk op.

 

Duits koning

Na de dood van de kinderloze keizer Hendrik werd Koenraad tot koning gekozen en op 8 september 1024 in Mainz gekroond. De adel uit Lotharingen en Saksen had zijn uitverkiezing echter niet gesteund. Het koningschap stelde Koenraad voor talrijke problemen. Om zijn heerschappij in het gehele rijk te verzekeren, moest hij de hoge adel in de hertogdommen Lotharingen en Saksen voor zich zien te winnen. Ook met zijn neef met dezelfde naam was het nog niet tot een blijvende verzoening gekomen. Nog voordat Koenraad zich op weg begaf voor zijn koningsrondrit, verkregen Bruno van Augsburg en Werner van Straatsburg belangrijke hofambten. Met de maanden durende rondrit door grote delen van het rijk probeerde Koenraad een algemene bevestiging te verkrijgen voor zijn uitverkiezing tot koning. De koningsrondrit begon met de reis van Keulen naar Aken. Daar kwam het koninklijk paar twee dagen na de kroning van Gisela in Keulen aan. Koenraad nam in Aken op de troon van Karel de Grote plaats. Hierdoor stelde hij zich bewust in de Karolingische traditie. Sinds Otto de Grote was de inbezitname van de troon, de "aartstroon van het Rijk", een onmisbaar onderdeel van de heerschapsovername in het rijk. In Aken hield hij een hofdag.

Toch slaagde Koenraad er bij deze gelegenheid niet in om de Lotharingse hoge adel voor zich te winnen.

 

Aansluitend voerde de route via Luik en Nijmegen naar Vreden, aan de grens van het Saksische gebied. Hier werden de keizer en keizerin hartelijk ontvangen door Adelheid van Quedlinburg en haar zuster Sophia van Gandersheim. Aangezien beide zusters dochters waren van Otto II en daardoor de oude Ottoonse keizersdynastie vertegenwoordigden, kan deze vriendelijkheid een indicatie zijn geweest voor de houding van de hoge Saksische adel tegenover het koningschap van Koenraad[1]. In de eerste helft van december hadden de Westfaalse bisschoppen en andere rijksgroten een ontmoeting met Koenraad. Bij deze gelegenheid werd hij ingehuldigd. In Dortmund werden intussen gedetailleerde onderhandelingen gevoerd; dit ter voorbereiding van een zorgvuldig geënsceneerde hofdag die ter gelegenheid van Kerstmis in Minden zou plaatsvinden. Daar vierde Koenraad het Kerstfeest. Volgens de bronnen waren hierbij de aartsbisschoppen Aribo van MainzPilgrim van Keulen, Hunfried van Magdeburg, Unwan van Hamburg-Bremen en de bisschoppen Bruno van Augsburg, Wigger van Verden en natuurlijk de lokale bisschop Sigebert van Minden aanwezig. Ook waren vele Saksische rijksgroten onder leiding van hertog Bernhard II present[2]. Nadat Koenraad hun beloofd had om de oude Saksische wetten te respecteren, werd hij door de Saksische rijksgroten als koning erkend. Dit betekende de feitelijke erkenning van de Salische koningsheerschappij door de Saksen. Bernhard II en Koenraad hebben elkaar in de daaropvolgende periode gerespecteerd. Koenraads koningschap was het enige in de 11e eeuw tegen welke zover ons bekend geen sterkere oppositie of zelfs rebellie van de hoge Saksische adel is overgeleverd[3].

 

In 1025 volgde de huldiging door de Italiaanse bisschoppen te Konstanz en besprekingen met de bevolking van Pavia die na de dood van Hendrik de koninklijke palts in die stad had verwoest. In 1026 werd Koenraad in Milaan tot koning van Italië gekroond. Ook was Koenraad in 1026/1027 hertog van het hertogdom Beieren.

Het koninklijk paar hield zich nog zo'n drie maanden in Saksen op. Men bezocht onder andere PaderbornAbdij van CorveyHildesheimGoslar en met name Maagdenburg. In maart 1025 verliet het paar Saksen. Via het Hessische Fulda reisde men naar Zwaben. In Augsburg vierde hij op 18 april het Paasfeest. Daar brak een conflict uit met zijn neef, Koenraad de Jongere. De redenen voor dit conflict zijn niet overgeleverd, maar waarschijnlijk eiste de jongere Saliër een schadeloosstelling voor het door hem in Kamba gebrachte offer; mogelijk wilde hij een aandeel in het koninkrijk van Bourgondië of wilde hij het hertogdom Karinthië in leen krijgen.[4]

Koenraad wees de eisen van zijn neef echter af. Van Augsburg ging het naar Regensburg. Daar hield Koenraad begin mei 1025 een hofdag. Hij presenteerde zijn koningschap in deze centraal in Beierse gelegen plaats. De Regensburgse nonnenkloosters Obermünster en Niedermünster kregen privileges toegekend. Vervolgens trok Koenraad verder naar Bamberg, via Würzburg en Tribur naar Konstanz. Daar vierde hij op 6 juni 1025 het Pinksterfeest. Konstanz bracht Koenraad voor het eerst in contact met de Italiaanse heerschapsruimte.

 

Aanspraak op de Bourgondische kroon

Van Konstanz ging het naar Zürich, waar hij door de Italiaanse rijksgroten werd ingehuldigd. In de tweede helft van juni 1025 reisde hij naar Bazel. Op 23 juni hield Koenraad daar een hofdag. In Bazel werd Uldarich tot bisschop verheven. Koenraads voorganger Hendrik I had Bazel in 1007 van Rudolf III als vuistpand verworven voor de toekomstige aansluiting van het gehele koninkrijk Bourgondië bij het Heilige Roomse Rijk. De dood van de kinderloze Hendrik had de erfopvolgingsvraag opnieuw geopend. De hofdag en de investituur van de bisschop verduidelijkten Koenraads aanspraak om onmiddellijk in de voetsporen van zijn voorganger te willen treden[4].

 

Volgens Wipo eindigde de koningsrondrit van Koenraad II in Bazel. '(iter regis per regna)'. In de voorgaande tien maanden had de Saliër met Lotharingen, Saksen, Zwaben, Beieren en Franken alle belangrijke regio's van zijn rijk doorkruist. Toch had hertog Gozelo van Neder-Lotharingen na de koningsverkiezing in Kamba de bisschoppen en wereldlijke magnaten in zijn hertogdom, zoals hertog Frederik II van Opper-Lotharingen, onder ede verplicht om Koenraad niet zonder zijn toestemming in te huldigen.

 

Er is weinig bekend over de activiteiten van Koenraad in de zomer- en herfstmaanden van 1025. Gedurende deze tijd bundelden de verschillende oppositiegroepen tegen Koenraad hun krachten. Tot hen behoorden de hertogen Ernst van ZwabenFrederik van Opper-LotharingenKoenraad de Jongere en de Zwabische graaf Welf II. Intussen trok Koenraad van Bazel, via Straatsburg en Speyer naar Tribur, waar hij een hofdag hield. Misschien werden in Tribur al de eerste voorbereidingen getroffen voor een Italiaanse expeditie[5]. Pas met kerstmis 1025 huldigden Gozelo, Frederik en de bisschop van Kamerijk Gerhard als laatste van de rijksgroten het koningschap van Koenraad.

 

Keizer

 

Kroning

Op 26 maart 1027 werden Koenraad en Gisela in Rome tot keizer en keizerin van het Heilige Roomse Rijk gekroond door paus paus Johannes XIX. Deze kroning geldt als een van de meest glamoureuze in de Middeleeuwen[6]. Aanwezig waren onder andere de koningen Knoet de Grote van Engeland, Denemarken en Noorwegen en Rudolf III van Bourgondiëgrootabt Odilo van Cluny en ten minste 70 andere hooggeplaatste geestelijken, waaronder de aartsbisschoppen van KeulenMainzTrierMagdeburgSalzburgMilaan en Ravenna. Ook Koenraad troonopvolger Hendrik was naar Italië gekomen.[8] 

 

De deelname van Rudolf betekende een toenadering tussen het koninkrijk Bourgondië en het Heilige Roomse Rijk. Tijdens de zeven dagen durende kroningceremonie, ontstond een ranggeschil tussen de aartsbisschoppen van Milaan en Ravenna over de ceremoniële voorrang in het gevolg van de Keizer. Dit geschil werd in het voordeel van Milaan beslist.

 

Zijn zoon Hendrik III werd in 1028 tot medekoning gekroond en zou zich al snel ontwikkelen tot een belangrijke adviseur van zijn vader.

 

Polen en Hongarije

Koenraad voerde een actieve en agressieve politiek tegen de oostelijke buurlanden van Duitsland. In 1028 hield hij een veldtocht tegen Polen. Koning Mieszko moest alle westelijke veroveringen van zijn vader opgeven en was ook gedwongen zijn koningstitel op te geven en Koenraad als leenheer te erkennen. In 1029 hield Koenraad een veldtocht tegen Hongarije maar die liep op een mislukking uit en het Duitse leger moest zich zelfs bij Wenen overgeven. Koenraad sloot een bondgenootschap met Knoet de Grote en gaf hem gebieden in het noorden van Duitsland in leen. In 1036 liet Koenraad ook zijn zoon Hendrik trouwen met een dochter van Knoet. In 1033 organiseerde Koenraad een nieuwe aanval op Polen, van drie zijden: Polen werd tegelijk door Duitsland, de Denen en door het Kievse Rijk aangevallen.

 

Bourgondië

Koning Rudolf III van Bourgondië had in 1016 keizer Hendrik II als leenheer gehuldigd en beloofd dat hij Bourgondië aan hem zou nalaten als hij zonder directe erfgenamen zou overlijden. Na de dood van Hendrik verviel deze belofte maar zijn nicht, keizerin Gisela, wist te bereiken dat Rudolf de belofte hernieuwde aan Koenraad. Dit leidde direct tot verzet van Gisela's zoon uit een eerder huwelijk, Ernst II van Zwaben, die zichzelf als kandidaat voor de opvolging van Rudolf zag. Ernst kwam in opstand tegen Koenraad. Verzoeningspogingen door Gisela mislukten en uiteindelijk werd Ernst in 1030 gedood door de bisschop van Konstanz. Rudolf overleed in 1032 en zijn neef Odo II van Blois, de machtigste edelman van Frankrijk, greep de macht in Bourgondië en riep zich uit tot koning. Koenraad liet zich op 2 februari 1033 te Payerne tot koning van Bourgondië kronen. Hij vermeed een directe confrontatie met Odo maar wist door diplomatie te bereiken dat steeds meer edelen en geestelijken in Bourgondië zijn aanspraken steunden. In 1034 werd hij uiteindelijk in Zürich door de edelen als koning van Bourgondië gehuldigd.

 

Italië

In het zuiden ontnam Koenraad in 1035 markgraaf Adalbero van Eppenstein zijn functies in de marken Karinthië en Verona, en gaf deze functies aan zijn neef Koenraad II van Karinthië. Koenraad had de controle over alle belangrijke Alpenpassen nu vast in handen en kon zich nu actief met Italiaanse zaken bezighouden. In 1038 mengde Koenraad zich in de Italiaanse twisten tussen de bisschoppen en de hoge adel enerzijds, en de lage adel en steden anderzijds. Toen hij de bisschop van Milaan gevangen zette, ontstond echter een algemeen anti-Duitse weerstand. Dat anti-Duitse sentiment was over de jaren versterkt door Koenraads beleid om Duitse bisschoppen in Italië te benoemen en door de hoge Italiaanse adel bij voorkeur met Duitse families te laten trouwen. Door slimme wetgeving wist hij de meeste edelen echter weer aan zijn kant te krijgen. Koenraad stelde ook orde op zaken in Zuid-Italië waardoor het keizerrijk ook daar een aantal vazallen kreeg. Op de terugweg brak een epidemie uit in het leger waardoor onder andere zijn schoondochter en zijn stiefzoon overleden. Koenraad zelf bleef gezond.

 

Overlijden in Utrecht en begrafenis in Speyer

Begin juni 1039 stierf Koenraad in Utrecht aan een aanval van jicht. In de winter van 1038 op 1039 was Koenraad in het oosten van Saksen actief met het invoeren van maatregelen om de vrede en de rechtszekerheid in dat gebied te bevorderen. Hij vierde het Kerstfeest in de keizerpalts Goslar. Van eind februari tot eind mei 1039 bracht een zieke Koenraad drie maanden in de keizerlijke residentie in Nijmegen door. Daar werden ook zijn twee laatst bewaard gebleven oorkonden opgesteld. Eind mei trok hij naar de bisschopsstad Utrecht om daar op 3 juni het Pinksterfeest te vieren. Hier overleed hij echter. Koenraads overlijden kwam voor zijn familie en de bisschoppen in zijn entourage plotseling en onverwacht. Als oorzaak voor zijn dood wordt algemeen de jicht (podagra) genoemd. Volgens een Milanese bron uit het midden van de 11e eeuw zou Koenraad al met zieke voeten en pijnlijke gewrichten terug zijn gekomen uit Italië[7].

 

Na zijn onverwachte dood werd Koenraads lichaam opgebaard in de dom van Utrecht. Zijn ingewanden werden hier ook bijgezet, mogelijk om die reden heeft zijn zoon rondom de dom een vermoedelijk kerkenkruis laten bouwen.

Vanuit Utrecht werd zijn stoffelijk overschot met grote pracht en praal in een plechtige processie per schip Rijnopwaarts vervoerd. In verschillende bisschopssteden langs de Rijn, waaronder KeulenMainz en Worms, werd de overledene door de bevolking naar de plaatselijke dom gebracht en daar opgebaard. Een maand na de dood van de heerser bereikte de begrafenisstoet op 3 juli Speyer. Hier vond de begrafenisplechtigheid plaats. Zijn stoffelijk overschot werd bijgezet in de dom van Speyer.

 

Koenraad wordt algemeen gezien als een zeer bekwaam bestuurder en diplomaat, ambitieus maar voorzichtig. Hij continueerde het beleid van de Ottonen op het gebied van godsdienst met een voortzetting van de Rijkskerk en steunde de hervorming van de kloosters, mede om de politieke rol van de kloosters in te perken. Zijn bestuur steunde niet zo zeer op de hoge adel maar op de lage edelen, de opkomende steden en op zijn ministerialen. Hij stelde nieuwe wetboeken op voor Saksen en voor Italië. Koenraad zou de eerste van de middeleeuwse vorsten zijn die een duidelijk onderscheid zag in zijn eigen positie en de staat als zelfstandig instituut. Dit kwam naar voren in de berechting van een edelman die zich had verrijkt uit algemene middelen maar zorgvuldig had vermeden de belangen van Koenraad te schaden. Het verweer van de edelman was dat hij onschuldig was omdat hij de koning niet had benadeeld. Koenraad veroordeelde hem toch. Daarbij gebruikte hij een beeldspraak waarin hij de koning vergeleek met een scheepskapitein en de staat met een schip, en dat het beschadigen van het schip als een misdaad op zich moest worden beschouwd.
Aan de andere kant was Koenraad persoonlijk hebzuchtig en maakte hij voortdurend gebruik (misbruik) van zijn positie om voor zichzelf bezittingen te verwerven. Ook bij de benoeming van hoge geestelijken keek hij alleen naar politieke en persoonlijke belangen; sommige ambten werden openlijk verkocht. De geschiktheid van geestelijken voor hun ambt deed voor Koenraad niet ter zake.
Koenraad gaf opdracht om in Nijmegen, op de restanten van de palts van Karel de Grote, de Sint-Nicolaaskapel te bouwen.

 

Voorouders

Voorouders van Keizer Koenraad II (990-1039)

Overgrootouders

Koenraad de Rode (922-955)
∞ 909
Liutgard van Saksen (931-953)

Arnulf I van Beieren (880-937)
∞ ca. 890
Judith van Sülichgau (ca. 870-?)

Gerard II van Metz (ca. 915-na 963)

? (-)

? (-)

? (-)

Grootouders

Otto I van Karinthië (948-1004)
∞ 909
Judith van Beieren (955-991)

Richard van Metz (ca. 950 - 986)

? (-)

Ouders

Hendrik van Spiers (970-989/1000)
∞ 909
Adelheid van Metz (970-1039/46)

 

 


 zn. van Comte Hendrik van SPIERS (zie 3529000816) en Adelaïde de METZ (zie 3529000817).
Getrouwd 1016 met
1764500409    Gisela von SCHWABEN, geboren op 11 november 990, overleden op 14 februari 1043 te Goslar op 52-jarige leeftijd, begraven op 11 maart 1043 te Spiers.

 

Gisela van Zwaben

 

Keizerin van het Heilige Romijnse Rijk.

Gisela was een dr. van Herman II van Zwaben en van Gerberga van Bourgondië. In haar eerste huwelijk trouwde ze met Bruno van Brunswijk (ca. 970 - Brunswijk, 10 december 1014). Bruno was graaf van Brunswijk, de Noordthüringengau en in de Derlingau. Volgens middeleeuwse overlevering was Bruno stichter van de stad Brunswijk maar het is aangetoond, dat de twee nederzettingen waaruit die stad is ontstaan, reeds uit de negende eeuw dateren. Bruno nam in 990 deel aan een veldtocht tegen Bohemen. Hij werd in zijn eigen kasteel gedood door ene Milo, een persoonlijke vijand.

In haar tweede huwelijk trouwde Gisela met Ernst I van Zwaben. Na diens dood werd zij in 1015 regent van het hertogdom Zwaben.

Zij huwde ten slotte in 1016 met Koenraad, graaf van Spiers en Worms. Koenraad was afkomstig uit de hoge adel maar had slechts een bescheiden positie geërfd. De beide echtelieden waren familie in de achtste graad (ze stammen allebei af van Hendrik de Vogelaar, de moeder van Gisela, Gerberga van Bourgondië, en de grootvader van vaderskant van Koenraad, Otto I van Karinthië, waren achternicht en achterneef van elkaar). Dit was volgens de regels van die tijd een legaal huwelijk (verwantschap in de zevende graad was verboden) maar keizer Hendrik II de Heilige, die bloedverwantschap graag gebruikte om de huwelijkspolitiek van de adel te frustreren, maakte bezwaar tegen het huwelijk. Koenraad en Gisela werden verbannen en Gisela verloor haar functie als regent van Zwaben. In 1020 verzoenden Koenraad en Hendrik zich weer en konden Koenraad en Gisela terugkeren.

Koenraad werd in 1024 tot koning gekozen, en gekroond door de aartsbisschop van Mainz. Die weigerde echter om Gisela te kronen waardoor die op 21 september 1024 te Keulen apart tot koningin werd gekroond. Op 26 maart 1027 werden Koenraad en Gisela te Rome ook tot keizer en keizerin gekroond. Op de terugweg gaf ze schenkingen aan de abdij van Sankt Gallen, voor het lezen van missen voor zichzelf en voor haar zoon Hendrik.

Gisela was politiek zeer actief. Ze nam deel aan meerdere synodes. In 1027 wist ze te bereiken dat haar neef, Rudolf III van Bourgondië, bij testament zijn koninkrijk aan Koenraad naliet. In 1034 kwam Bourgondië, na twee jaar verzet door een groep weerspannige edelen en bisschoppen, daarmee definitief bij Duitsland. In 1039 zou Bourgondië een verregaande autonomie krijgen van Hendrik III. Ook wist zij in 1033 te Merseburg een vrede met Mieszko II Lambert van Polen te sluiten. Ze bemoeide zich volop met benoemingen van bisschoppen en abten. En ook bemiddelde Gisela regelmatig tussen Koenraad en haar zoon Ernst II van Zwaben, die herhaaldelijk in opstand kwam tegen zijn stiefvader. Uiteindelijk gaf ze op en liet ze Ernst vallen, die in 1030 dan ook om het leven kwam (en dan kan die nog niet ouder dan 15 zijn geweest!). Ernst II zou voortleven in de literatuur: hij is de inspiratie voor het middeleeuwse epos "hertog Ernst". Herman, de tweede zoon uit het huwelijk van Gisela met Ernst, werd hierdoor later hertog van Zwaben. In 1037 bezocht Gisela de graven van de apostelen in Rome. Na het overlijden van Koenraad steunde Gisela haar zoon Hendrik III maar dit leidde tot spanningen en haar invloed nam snel af. Gisela werd begraven in de dom van Spiers, waar het lichaam van Koenraad al eerder was begraven.


Dr. van Graf Herman II von ZWABEN (zie 1764500366) en Gerberga (Gepa) de BOURGOGNE (zie 1764500367).
Waaruit geboren:

   5. 

Mathilde[8], geboren ca 1017, overleden ca 1034,

Verloofde van koning Hendrik I van Frankrijk (-1060), begraven in de dom van Worms.

Getrouwd ca. 1030 met Roi Henri I CAPET de FRANCE (zie 441125904).

   6. 

Hendrik III van FRANKENLAND (de Vrome, de Zwarte) [9] (zie 882250204).

   7. 

Beatrix van FRANKENLAND[10], overleden op 24 december 1036.

 

Getrouwd (1) ca. 1005 met Bruno von BRUNSWIJK BILLUNG[11] (zie 7058015416).
Waaruit geboren:

   1. 

Liudolf[12] (zie 3529007708).

   2. 

Dochter, geboren ca 1016, getrouwd met Thiemo II van de SCHWEINACHGAU.

 

Getrouwd (2) ca 1012 met Ernst I van BABENBERG, geboren ca 980, overleden op 31 mei 1015 te Wurzburg, begraven te Wurzburg. Hertog van Zwaben, zn. van Luitpold van BABENBERG en Richwara in die BLIESGAU.
Waaruit geboren:

   3. 

Ernst II von ZWABEN[13], geboren ca 1012.

   4. 

Herman IV[14], geboren ca 1015, overleden op 28 juli 1038 te Trento, overleden aan de pest, begraven te Trento, Hertog van Zwaben, getrouwd ca. 1036 met Adelheid di SUSA TURIJN (zie 882250207).

 

Getrouwd (3) 1016 met Konrad II van SPIERS (zie 1764500408).

 

 

 

 


1764500410 =    1764499836 Willem III (V) d'AQUITANIE (de Grote).
1764500411 =    1764499837 Agnes de BOURGOGNE.
 

 

 

 

 


1764500412    Humberto I de SAVOYE, geboren ca 990, overleden op 19 juli 1047 te Hermillon, begraven te Saint-Jean-de-Maurienne.

Graaf van Aosta, Maurienne.

 

Zn. van Humbert de MAURIENNE (zie 3529000824) en Railinda (zie 3529000825)
Getrouwd ca. 1020 met
1764500413    Auxilia van NOYEN, geboren ca 1000, overleden ca 1050.

 

Dr. van Arnold von LENSBURG (zie 3529000826) en Alduid (zie 3529000827)
Waaruit geboren:

   1. 

Comte Otto (zie 882250206).

 

 

Huis van Savoye

Het huis van Savoye (Casa Savoia) is een van de oudste adellijke families en een belangrijke in de geschiedenis van Italië. Sinds de oprichting in 1003 is het onder andere koning van Sardinië, Piëmont en het verenigd koninkrijk Italië geweest. 

 

Oprichting van het huis

Humberto I was de oprichter van de adelijke familie. Door zijn verdienste aan de Duitse keizer Hendrik II kreeg hij stukken land waar onder andere Aosta, Wallis en het graafschap Savoye ondervielen. Vanaf toen was hij de beheerser van een groot aantal passen in de Alpen. 

Uitbreiding en naam

De zoon van Humberto, Otto, trouwde met de dochter van Manfred II Olderik, die regeerde over onder andere Turijn en Asti. Vanaf toen had de familie van Savoye dus ook het gezag over de huidige regio Piëmont, waardoor hun macht flink vergroot werd.  Toen ze later nog meer gebieden veroverden, werd de naam van de familie veranderd in Savoye (Savoia in het Italiaans). Savoye was een regio dat lag op in het alpengebied  van wat nu tussen Italië en Frankrijk valt. 

Savoia in Turijn

 

 

 

 


1764500414 =    882250030 Graf Manfred Odalrich di SUSA.
1764500415 =    882250031 Bertha d' ESTE.
 

 

 

 

 


1764500480    Theodorich I de FOURON (van VOEREN), geboren ca 955, overleden ca 1016

Of Thiebaut I (Graaf in de Ardennen, Castelijn te Baelen - Limburg 1033-1052, Lenna, Heer te Fouron 1041-1072)

 

Graaf van Luikgau, heer van Voeren, heer van Kartelswittem.

 

zn. van Diederik I de BAR-le DUC (zie 3529000960) en Richildis de METZ-LUNEVILLE (zie 3529000961).

Getrouwd met

1764500481    Jutta van NEDER_LOTHARINGEN

 

 

Dr, van Charles de FRANCE (zie ..) en Adelaïde de TROYES ( zie ..)
Waaruit geboren:

   1. 

Lambert I (Senioris)  de FOURON (zie 882250240).

 

 

 

 

 

 


1764503616 =    882254634 Hugues CAPET.
1764503617 =    882254635 Alice de POITIERS.
 

 

 

 

 

 


1764503618    Comte Guillaume I de PROVENCE[15], geboren ca 955, overleden ca 994.


Graaf van Arles en Provence

zn. van Boso de PROVENCE (zie 3529007236) en Constance de VIENNE (zie 3529007237).
Getrouwd (1) ca. 980 met Arsende van COMMIGNES, geboren ca 960, overleden ca 983.

Getrouwd (2) ca. 984 met

1764503619    Adelaïde Blanche d'ANJOU[16], geboren ca 970, overleden 1026, dr. van Comte Godfried (Grisgonelle) d'ANJOU (zie 3529007238) en Adelheid de VERMANDOIS (Meaux) (zie 3529007239).
Getrouwd (1) ca. 982 met Roi Louis V des FRANCS, geboren ca 967, overleden op 21 mei 987.

Koning der West Franken, Kon. v. Aquitanie.

 

zn. van Lotharius de FRANCE OCCIDENTALE en Emma d'ITALIE (Arles).

Waaruit geboren:

   1. 

Comte Guiilaume III, geboren ca 982, overleden op 30 april 1018. Markgraaf van Provence.
Getrouwd ca. 1002 met Gerberga de BOURGOGNE, geboren ca 980, overleden ca 1024, dr. van
Comte Odo Guillaume (de Gevangene) de BOURGOGNE (zie 1764503640) en Ermentrudis de ROUCY (zie 1764503641).

   2. 

Irmgard de PROVENCE TOULOUSE (zie 1764512803).

   3. 

Constance (d'Arlés) (zie 882251809).


Getrouwd (3) ca. 1015 met
Comte Odo Guillaume (de Gevangene) de BOURGOGNE (zie 1764503640).

Getrouwd (4) met Etienne de GEVAUDAN.

 

 

 


 
1764503620    Wladimir van KIEV
[17] (de Grote), geboren ca 956 te Kiev of Boedoetin, overleden op 15 juli 1015 te Berestove.

 

Vladimir van Kiev


Wladimier was grootvorst van Kiev en geheel Rusland. Hij was een kleinzoon van de H. Olga en werd na zijn dood vereerd als de bekeerder van Rusland. De naam "Vladimir" is het gevolg van volksetymologie: in het Russisch betekent hij "heerser van de wereld", maar in werkelijkheid is de naam de Slavische versie van het Oudnoorse "Valdemar", wat "beroemd door macht" betekent

Hij was de jongste zoon van de heerser van Kiev, Svjatoslav (zn. van Olga) en diens minnares Maloesja. Over Maloesja doen verschillende overleveringen de ronde: volgens een daarvan was ze een prinses van de Drevljanen, gevangengenomen en tot slavin gemaakt door Olga nadat ze de moord op haar echtgenoot Igor gewroken had. Omdat Olga de verhouding tussen Svjatoslav en Maloesja afkeurde, zou zij Maloesja hebben laten bevallen in het land van de Drevljanen (ongeveer het huidige Galicië). Volgens andere overleveringen was ze de hof-waarzegster van Svjatoslav, of het hoofd van de huishouding van Olga of Svjatoslav.

Voor zijn dood in 972 verdeelde Svjatoslav zijn rijk onder zijn twee wettelijke zonen: Jaropolk krijgt het hertogdom Kiev, Galicië gaat naar Oleg.

Nog tot de 18e eeuw zouden Rusland en zijn voorlopers, het Kievse Rijk en Moskovië, het zonder vaste opvolgingsregels moeten doen. Het resultaat was dat bijna elke troonopvolging tot een burgeroorlog leidde. Toen Novgorod in 970 tegen de verdeling in opstand dreigde te komen weigerden beide zoons daarheen te gaan om de mogelijke opstand te bezweren. Svjatoslav zond daarop Vladimir (begeleid door zijn oom, Dobrynja) naar Novgorod en droeg het bestuur over die stad aan Vladimir over. Van 972 tot 977 woedde in het Kievse Rijk een burgeroorlog tussen Jaropolk en Oleg. Na de nederlaag van Oleg vluchtte Vladimir naar de Varjagen in Scandinavië, waar hij troepen ronselde om Novgorod en tenslotte heel Rusland terug te veroveren.

Vladimir and Rogneda (1770).
Vladimir viel in 980 het Kievse Rijk binnen. Op weg naar Kiev vroeg Vladimir in Polotsk de hand van Rogneda (Oudnoors: Ragnhild) dr. van Rogvolod (Ragnvald), prins van het vorstendom Polotsk, en verloofde van Jaropolk. Rogneda vond zichzelf te edel om met de zn. van een slavin te trouwen, maar Vladimir beantwoordde haar weigering met de verovering van de vesting van Polotsk en het doden van Rogvolod. Hij dwong Rogneda daarna tot een huwelijk. Polotsk was een belangrijke vesting op weg naar Kiev en nadat hij ook Smolensk veroverde, verzekerde Vladimir tamelijk gemakkelijk zijn intrede in Kiev (980).

Jaropolks raadgever, de bojaar Bloed, zette hem ertoe aan om eerst naar Rodnja te vluchten, en daarna om zich over te geven. Jaropolk vertrouwde Bloeds en Vladimirs genadevoorstellen, maar werd op weg naar het hoofdkwartier van Vladimir door twee Varjagen gedood. Jaropolks postume zoon, Svjatopolk (volgens sommigen eerder de zn. van Vladimir na de verkrachting van Jaropolks weduwe) werd uitgehuwelijkt aan een Poolse prinses om hem buiten de erfopvolging van Kiev te houden. Deze manoeuvre mislukte toen de Poolse schoonvader van Svjatopolk oorlog ging voeren met Vladimir. Svjatopolk werd door Vladimir gevangen gezet.

Volgens vele historici was Vladimir de kandidaat van de heidenen, die bang waren dat Jaropolk Christen zou worden (of al was). Na de machtsverovering liet Vladimir in elk geval een aantal heidense standbeelden en heiligdommen optrekken in Kiev. Het heidendom leefde ook nog sterk onder het volk: volgens de Nestorkroniek zou in 983 in Kiev de Christelijke Varingiër Theodoor terechtgesteld zijn, samen met zijn zoon Johannes die hij niet aan de goden wou offeren
[18].

Vladimir trekt op tegen de Vjatitsjen
Van 980 tot 987 ging Vladimir op veroveringstocht: hij versloeg de Vjatitsjen, de Radimitsjen en de Baltische Jatvingiërs. Hij streed met de Polen over handelsrechten en het statuut van Svjatopolk, onderwierp Chazarië en veroverde delen van het grondgebied van de Wolga-Bulgaren waar hij vestingen en steden bouwde. Zoals Peter de Grote en Catharina de Grote later liet hij andere volkeren zich in ruil voor trouw aan de heerser van Kiev in Rus vestigen: de Turkse stammen der Torki en Berendei.

Nadat Vladimir in 987 Chersonesos op de Krim veroverde, raakte hij verwikkeld in de hofintriges van Constantinopel. Hij zond 6000 soldaten naar Constantinopel als hulp voor Basileios II tegen Bardas Fokas en vroeg de hand van Basileios' zuster Anna.

Volgens vele historici was Vladimir de kandidaat van de heidenen, die bang waren dat Jaropolk Christen zou worden (of al was). Na de machtsverovering liet Vladimir in elk geval een aantal heidense standbeelden en heiligdommen optrekken in Kiev. Het heidendom leefde ook nog sterk onder het volk: volgens de Nestorkroniek zou in 983 in Kiev de Christelijke Varingiër Theodoor terechtgesteld zijn, samen met zijn zoon Johannes die hij niet aan de goden wou offeren.[1]

Vladimir trekt op tegen de Vjatitsjen
Van 980 tot 987 ging Vladimir op veroveringstocht: hij versloeg de Vjatitsjen, de Radimitsjen en de Baltische Jatvingiërs. Hij streed met de Polen over handelsrechten en het statuut van Svjatopolk, onderwierp Chazarië en veroverde delen van het grondgebied van de Wolga-Bulgaren waar hij vestingen en steden bouwde. Zoals Peter de Grote en Catharina de Grote later liet hij andere volkeren zich in ruil voor trouw aan de heerser van Kiev in Rus vestigen: de Turkse stammen der Torki en Berendei.

Nadat Vladimir in 987 Chersonesos op de Krim veroverde, raakte hij verwikkeld in de hofintriges van Constantinopel. Hij zond 6000 soldaten naar Constantinopel als hulp voor Basileios II tegen Bardas Fokas en vroeg de hand van Basileios' zuster Anna.

Bekering van Rusland[bewerken]
Hoewel het christendom zich al sedert de negende eeuw verspreid had in het Kievse rijk, en zowel de Duitse keizer Otto I de Grote als de Byzantijnse keizers missionarissen gestuurd hadden, waren de heersers van Kiev steeds heiden gebleven. Volgens de overlevering had Vladimir gezanten uitgezonden naar Rome, Constantinopel, de joodse Chazaren en het islamitische Wolga-Bulgarije om het beste geloof vast te stellen. In elk geval besloot Vladimir, die zelf zeven vrouwen en honderden concubines had, dat het moment gekomen was om zich te bekeren tot de monotheïstische godsdienst die volgens hem Rusland het meeste voordeel zou verschaffen: de Byzantijnse liturgie van het christendom, die de lokale kerken meer autonomie bood dan Rome (inzake taal van de liturgie) terwijl de vorst meer controle uitoefende over de lokale kerk dan volgens de in het westen geldende regels.

In 988 liet Vladimir zich in Chersonesos dopen. Volgens de overlevering kreeg hij daarbij zijn gezichtsvermogen terug, dat hij door een oogziekte tijdelijk verloren had. Vanaf de Krim kwam hij met zijn nieuwe bruid naar Kiev terug. Deze vorm van bekering sprak veel meer tot de verbeelding van de Kievse bevolking dan een bekering door een gewone priester in Kiev.

Nadat hij de leden van zijn familie bekeerde, en zijn vele vrouwen verstoten had, liet Vladimir het houten afgodsbeeld van Peroen neerhalen, door paarden meeslepen, geselen en in de Dnjepr werpen. Hij beviel alle inwoners van Kiev zich tijdens een massale plechtigheid te laten dopen. Iedereen werd opgeroepen naar de Dnjepr te komen, waarna de priesters vanaf de oever de doopgebeden voorlazen, waarbij hele groepen inwoners onder dezelfde naam aangeroepen werden.

Doop van Rusland
Het gebrek aan weerstand en het gemak waarmee de inwoners van Kiev zich lieten dopen, laten veronderstellen dat velen toen al in het geheim christen waren. Het christendom had in het Kievse rijk al voor de Heilige Olga wortel geschoten. In 867 had patriarch Fotius I al geclaimd dat de Russen tot het christendom waren overgegaan. Kiev werd door Constantinopel zelfs vernoemd in een lijst van Orthodoxe bisdommen. Het is dan ook niet te verwonderen dat Griekse bronnen uit de 10e eeuw deze massale "doop van Rusland" niet vermelden, en de latere Nestorkroniek enkel door Arabische bronnen (o.a. Yahya van Antiochië) bevestigd wordt.

Vladimir probeerde een christelijk leven te leiden, en bouwde kerken (de eerste stenen kerk van het Kievse rijk, de kerk van de tienden en een kerk op de heuvel waar vroeger de heidense afgoden aanbeden werden), scholen en ziekenhuizen.

Vladimir zond zijn oom Dobrynja naar Novgorod om de stad tot het christendom te bekeren. Toch slaagde Vladimir er niet in om nog tijdens zijn leven alle Oost-Slaven te bekeren: aan de oevers van de Oka, in de buurt van Rostov, leefden tot in de 12e eeuw heidenen.

Naar het einde van zijn leven verdeelde Vladimir het rijk van Kiev onder zijn twaalf zonen: een beslissing die volgens velen de eerste stap is geweest tot de versplintering van Rusland in kleine vorstendommetjes. Vladimir stierf op 15 juli 1015 in Berestovo op weg naar Novgorod om zijn zoon Jaroslav te straffen die zich te onafhankelijk had opgesteld. Na zijn dood maakte Vladimirs zoon Svjatopolk zich tijdelijk meester van Kiev. Hij laat zijn broers Boris en Gleb vermoorden, die later evenals Olga en Vladimir heilig verklaard werden.

De onrust in het Kievse rijk hield aan tot Jaroslav de Wijze zich meester maakt van de troon. In de tussentijd werd het Rijk der Chazaren in 1016 door de nomadische Petsjenegen onder de voet gelopen, en Byzantium had zich in 1018 meester gemaakt van het Eerste Bulgaarse Rijk.

Nalatenschap
Na zijn dood werd Vladimir, evenals Anna, begraven in de kerk van de Tienden. Delen van zijn lichaam werden aan verschillende door hem gestichte instellingen geschonken om als relikwieën vereerd te worden.

Vladimir werd pas in de 13e eeuw heilig verklaard (met de eerste kerk die zijn naam draagt, de huidige Vladimirtoren in Novgorod in 1311-2). Vladimir is genoemd als de beschermheilige van de bekeerlingen, de moordenaars, de ouders van grote gezinnen en van Rusland. Hij kreeg ook de titel "Gelijke van de Apostelen" (zo lieten de meeste Griekse heersers van Byzantium zich ook noemen).

Zowel de Oosters-orthodoxe Kerk als de Rooms-katholieke vieren de heilige Vladimir op 15 juli.

De Vladimirkathedraal in Kiev is naar hem genoemd, en de Taras Sjevtsjenko Nationale Universiteit van Kiev droeg voor de revolutie zijn naam. Catharina de Grote startte een Orde van Sint-Vladimir (afgeschaft in 1917, maar opnieuw ingesteld door de Russisch-Orthodoxe kerk in 1959).

Aan Vladimir zijn in de Orthodoxe kerk het Troparion t.4 ("Gij waart een koopman die kostbare parels zocht .") en het Kondakion t.8 ("Gij zijt voor ons als de apostel Paulos geweest.") gewijd.

Hij bleef in vele sagen en legendes met heidense invloed bekend als Krasno Solnysjko, d.i. de Mooie Zon.

Met Vladimir eindigde de Varingische periode in de Oost-Slavische geschiedenis en begon de christelijke periode.

zn. van
Swjatoslaw van KIEV (zie 3529007240) en Predislawa ZERIND (zie 3529007241).
Getrouwd ca 977 met
1764503621    Rogneda van POLOTZK, geboren ca 956, overleden ca 999.
Waaruit geboren:

   1. 

Jaroslaw (Jaropolk) (de Wijze) (zie 882251810).

   2. 

Isjaslaw (Oleg), geboren ca 980, overleden ca 1001.

 

Vorst van Polotzk.


Getrouwd ca. 995 met nn van POLOTZK? Geboren ca 980, overleden ca 1040, onbekende herkomst.

 

 

 

 


1764503622    Olov Eiriksson van ZWEDEN (Skotkonung), geboren ca 980, overleden ca 1022.

 

Koning van Zweden

 

zn. van Erik van ZWEDEN (de Zegenrijke) (zie 3529007244) en Swytoslawa Gunhild van POLEN (zie 3529007245).
Getrouwd ca. 1000 met
1764503623    Estrid der OBOTRITEN, geboren ca 980, overleden ca 1022.
Waaruit geboren:

   1. 

Astrid (zie 1764508167).

   2. 

Emund Slemme Olovsson (de Oude), geboren ca 1000, overleden ca 1060.

 

Koning van Zweden.


Getrouwd ca. 1020 met nn van ZWEDEN? Geboren ca 1000, overleden ca 1060, onbekende herkomst.

   3. 

Ingegerd Anna (zie 882251811).

 

 

 

 

 


1764503636    nn van GENEVE? Geboren ca 970, overleden ca 1020, van onbekende herkomst.
Getrouwd ca. 990 met
1764503637    Mathilde de BOURGOGNE, geboren ca 970, overleden ca 1020, dr. van
Roi Konrad de BOURGOGNE (the Peaceful) (zie 3529000734) en Mathilde de FRANCE OCCIDENTALE (zie 3529000735).
Waaruit geboren:

   1. 

Gerold van GENEVE (zie 882251818).

 

 

 

 

 


1764503640    Comte Odo Guillaume (de Gevangene) de BOURGOGNE, geboren ca 958, overleden op 21 september 1026.

 

Graaf van Macon, Graaf van Bourgondie

 

zn. van Adalbert II d'IVREA (zie 3529007280) en Gerberga de MACON (zie 3529007281).
Getrouwd (2) ca. 1015 met
Adelaïde Blanche d'ANJOU (zie 1764503619).

 

Getrouwd (1) ca 976 met
1764503641    Ermentrudis de ROUCY, geboren ca 952, overleden op 5 maart 1004, dr. van Reinauld/Ragnvald de ROUCY (zie 3528999000) en Alverade von HENNEGAU (zie 3528999001).
Waaruit geboren:

   1. 

Mathilde, geboren ca 976, overleden ca 1005.
Getrouwd ca. 995 met Comte Lambert de NEVERS, geboren ca 975, overleden ca 1028.

 

Heer van Monceau, Graaf van Nevers.

   2. 

Gerberga, geboren ca 980, overleden ca 1024.
Getrouwd ca. 1002 met Comte Guiilaume III de PROVENCE, geboren ca 982, overleden op 30 april 1018. Markgraaf van Provence, zn. van
Comte Guillaume I de PROVENCE (zie 1764503618) en Adelaïde Blanche d'ANJOU (zie 1764503619).

   3. 

Guido, geboren ca 983, overleden ca 1006. Graaf van Macon.
Getrouwd ca. 994 met Adelheid de MACON, geboren ca 975, overleden ca 1006, dr. van
Alberic de MACON (zie 7058037666) en Ermentrudis de ROUCY (zie 1764503641).

   4. 

Reinaud (zie 882251820).

   5. 

Agnes (zie 1764499837).

 

Getrouwd (1) ca 970 met Alberic de MACON (zie 7058037666).
Waaruit geboren:

   1. 

Beatrice (zie 3529018833).

   2. 

Adelheid, geboren ca 975, overleden ca 1006.
Getrouwd ca. 994 met Guido de BOURGOGNE, geboren ca 983, overleden ca 1006. Graaf van Macon, zn. van
Comte Odo Guillaume (de Gevangene) de BOURGOGNE (zie 1764503640) en Ermentrudis de ROUCY (zie 1764503641).


 

 

 


1764503642    Duc Richard II de NORMANDIE[19] (Sans peur), geboren ca 972, overleden op 6 augustus 1027 te Fecamp, begraven te Fecamp.
zn. van Duc Richard I de NORMANDIE (Sans Peur) (zie 1764503656) en Gunnora van DENEMARKEN? (zie 1764503657).
Getrouwd ca. 1000 met
1764503643    Judith de RENNES[20] (de Bretagne), geboren ca 982, overleden op 16 juni1017, begraven te Fecamp (S. Trinite), dr. van Comte Conan I de RENNES (le Tort) (zie 3529007286) en Ermengard (Irmgard) d'ANJOU (zie 3529007287).
Waaruit geboren:

   1. 

Adelheid/Judit[21]h (zie 882251821).

   2. 

Robert I (Duc) [22] (le Diable) (zie 882256404).

   3. 

Duc Richard III[23], geboren 1001, overleden op 6 augustus 1027.
Getrouwd ca. 1027 met Adelaïde (Aelis) CAPET (zie 882256407).

   4. 

Judith (Eleonora) [24] (zie 1764512283).

 

 

 

 

 


1764503644 =    882256392 Gerard de BOUZONVILLE.
1764503645 =    882256393 Gisela de METZ.
 

 

 

 

 


1764503646    Bernard-Roger de FOIX.
Getrouwd met
1764503647    Gersende de BIGORRE, dr. van Garcia de BIGORRE (zie 3529007294) en Richarde d'ASTARAC (zie 3529007295).
Waaruit geboren:

   1. 

Clemence (zie 882251823).

 

 

 

 

 


1764503656    Duc Richard I de NORMANDIE[25] [26] (Sans Peur), geboren ca 933, overleden op 20 november 996 te Fecamp, zn. van Duc Guillaume I de NORMANDIE (Langzwaard) (zie 3529007312) en Sprota de BRETAGNE (zie 3529007313).
Getrouwd (1) ca 960 met Emma CAPET[27] [28], geboren ca 943, overleden op 19 maart 968, dr. van Dux Hugo I CAPET (le Grand) (zie 1764509268) en Hedwich von SACHSEN LUDOLF (zie 1764509269).

Getrouwd (2). Buitenechtelijke relatie  met
1764503657    Gunnora van DENEMARKEN? Geboren ca 945, overleden ca 1031. Konkubine van onbekende herkomst.
Waaruit geboren:

   1. 

Duc Richard II[29] (Sans peur) (zie 1764503642).

   2. 

Hedwig[30], geboren ca 974, overleden op 21 februari 1034.
Getrouwd ca. 996 met Godfried van RENNES, geboren ca 980, overleden ca 1008. Hertog van Bretagne, zn. van Comte Conan I de RENNES (le Tort) (zie 3529007286) en Ermengard (Irmgard) d'ANJOU (zie 3529007287).

   3. 

Emma[31], geboren ca 976, overleden op 6 maart 1052 te Winchester, begraven te Winchester.
Getrouwd (1) ca. 1002 met King Aethelread of WESSEX (the Unready) (zie 7058037320).

Getrouwd (2) op 2 juli 1017 met Knut I van DENEMARKEN (de Grote), geboren ca 998, overleden op 12 november 1035 te Shaftesbury, begraven te Winchester. Koning van Denemarken, zn. van Sven I van DENEMARKEN (Vorkbaard) en Swytoslawa Gunhild van POLEN (zie 3529007245). {Hij was eerder getrouwd op 2 juli 1017.}

   4. 

Comte Robert (le Diable) [32] (zie 882251828).

   5. 

Mathilde[33], geboren ca 980, overleden 1004, getrouwd ca. 1005 met Comte Odo II de BLOIS (zie 882256400).

   6. 

Mauger[34], geboren ca 980, overleden ca 1020.

 

Graaf van Corbeil.

 

Getrouwd ca. 1000 met Germaine van CORBEIL, geboren ca 980, overleden ca 1012

 

Erfdochter van Corbeil.

   7. 

Guillaume (Willem de Veroveraar) (zie 3529018452).

   8. 

Godfried[35], geboren ca 985, overleden ca 1015.

 

Graaf van Eu en Brionne, de Clare,

 

Getrouwd ca. 1000, geen wettelijk huwelijk, maar een buitenechtelijke verbintenis! met Nn de BRIONNE? Geboren ca 985, overleden ca 1020, van onbekende herkomst. {Zij had eer een buittenechtelijke verbintenis!}

   9. 

Fredesende[36], geboren ca 990, overleden ca 1057, getrouwd ca. 1030 met Tancred d’HAUTEVILLE, geboren ca 990, overleden 1041.

 

Graaf van Apulie.

 

{Hij was eerder getrouwd ca. 1020 met Mariella de NORMANDIE, geboren ca 990, overleden ca 1025, dr. van Duc Richard I de NORMANDIE (Sans Peur) (zie 1764503656) en Gunnora van DENEMARKEN? (zie 1764503657).

   10. 

Mariella[37], geboren ca 990, overleden ca 1025, getrouwd ca. 1020 met Tancred d'HAUTEVILLE[38], geboren ca 990, overleden 1041.

 

Graaf van Apulie.

 

Hij is later getrouwd ca. 1030 met Fredesende de NORMANDIE, geboren ca 990, overleden ca 1057, dr. van Duc Richard I de NORMANDIE (Sans Peur) (zie 1764503656) en Gunnora van DENEMARKEN? (zie 1764503657).

 

 

 

 


 
1764503660    Borrell van BARCELONA, geboren ca 930, overleden op 30 september 992. Graaf van Barcelona, Gerona, Osona, Urgel, zn. van Suniardo van BARCELONA (zie 3529007320) en Richilde de TOULOUSE (zie 3529007321).
Getrouwd ca. 965 met
1764503661    Letgarde de TOULOUSE, geboren ca 940, overleden ca 977, dr. van Raymond Pontius van TOULOUSE (zie 3529007322) en Gersende van TOULOUSE? (zie 3529007323).
Waaruit geboren:

   1. 

Ramon Borrel (zie 882251830).

   2. 

Ermengol graaf van URGEL[39] (el Cordoba), geboren ca 975, overleden op 1 oktober 1010, getrouwd ca. 1000 met Tetberga de PROVENCE, geboren ca 985, overleden ca 1010, dr. van Rotbald de PROVENCE en Almodis van GEVAUDAN.

 

 

 

 


1764503662    Seigneur Rodger de COMMINGES, geboren ca 940, overleden ca 1019, zn. van Seigneur Arnold de COMMINGES (zie 3529007324) en Arsinde van CARCASSONNE (zie 3529007325).
Getrouwd ca. 969 met
1764503663    Adelheid de ROUERGUE, geboren ca 940, overleden ca 1000, dr. van Comte Raimond II de ROUERGUE (zie 3529007326) en Bertha d'ARLèS (zie 3529007327).
Waaruit geboren:

   1. 

Bernhard Rodger, geboren ca 970, overleden ca 1036.

 

Heer van Commignes en Bigorre.


Getrouwd ca. 1000 met Gersende de BIGORRE, geboren ca 970, overleden ca 1036.

 

Erfdochter van Bigorre.

 

   2. 

Ermesinde de CARCASSONE (zie 882251831).

 

 

 

 


1764503672    Milon de MONTHELEHERICO, vermeld 1034-57.
Waaruit geboren:

   1. 

Guy I (Guido) de MONTHLERY (zie 882251836).

 

 

 

 


1764503674    Willem de GOMETZ-la-FERTE.
Waaruit geboren:

   1. 

Hodierna de GOMETZ (zie 882251837).

 

 

 

 


1764503848 =    882249916 Graaf Giselbert van LUXEMBURG.
1764503849 =    882249917 nn van SALM?.
 

 

 

 


1764503852    Otto I von NORTHEIM[40], geboren ca 1030, overleden op 11 januari 1083, begraven te Northeim Nicolaaskapel.


Graaf van Northeim, hertog van Beieren (1061-1070). Zou kort voor zijn dood nog een klooster in Northeim hebben gesticht, vermoedelijk het St. Blasiusklooster.

Dochter Richenza zou keizerin van Duitsland worden, als echtgenote van Lothar III. Zn. van Bernhard von NORTHEIM (zie 3529007704) en Eilika von STADE (zie 3529007705).
Getrouwd ca 1052 met
1764503853    Richenza (WERL-NORTHEIM) (Richeza, Richza), geboren ca 1030, overleden ca 1060.


Volgens Winkhaus onduidelijk of zij uit een Zwabisch geslacht stamt

1933 stellte Kimpen die These auf, dass Richenza und Ida von Elsdorf Töchter des Ezzonen Otto, zunächst Pfalzgraf und dann Herzog von Schwaben, gewesen seien. Obwohl Kimpen seine Hypothese später selbst verwarf, wurde sie von den Kommilitonen Lange und Hucke in ihren Dissertationen über die Northeimer und Udonen übernommen. Während die umfangreichen genealogischen Überlegungen zu Ida von Elsdorf diese These nicht bestätigten, wurde die Abstammung ihrer angeblichen Schwester Richenza von Herzog Otto von Schwaben wenig in Frage gestellt. Im Gegenteil diente sie mehrfach als Begründung für den Aufstieg ihres zweiten Ehemanns Otto von Northeim zum Herzog von Bayern. Insbesondere Lewald wies 1979 bei ihrer Untersuchung über die Ezzonen darauf hin, dass Herzog Otto von Schwaben nicht von seiner Schwester beerbt worden sein könnte, wenn er Töchter gehabt hätte. Borchert kam 2005 aufgrund der im Elbe-Weser-Raum liegenden Erbgüter der Richenza zum Ergebnis, dass sie aus einer dortigen Familie stammen müsse. Da Richenza ihren Söhnen drei Haupthöfe entlang des linken Ufers der Unterelbe mit ca. 150 Hufen hinterließ, die im Gemengelage mit dem Erbgut des Billungers Wichmann II. liegen, dürfte sie eine Nachfahrin seines Bruders Ekberts des Einäugigen gewesen sein.


dr. van Paltsgraf Otto I in die BLIESGAU DEUTZ (zie 3529007706) en Nn von EGISHEIM (zie 3529007707).
Getrouwd (1) ca 1045 met Graf Hermann III von WERL, geboren ca 1010, overleden na 1055.


Er war Sohn von Rudolf von Werl, einem Bruder von Hermann II., und einer unbekannten Mutter. Ein Bruder oder Vetter Hermanns dürfte Bischof Rotho von Paderborn gewesen sein. Über sein Leben ist recht wenig bekannt. Er hatte Grafenrechte im friesischen Emsgau. Von ihm sind in Emden geprägte Münzen bekannt. Dort besaß er wohl eine Burg, die über eine St. Walburgiskapelle verfügte. Die Burg hat möglicherweise bereits unter seinem Vater bestanden. Albert K. Hömberg hatte Hermann noch mit einem Vogt des Klosters Werden in Verbindung gebracht. Mittlerweile scheint klar zu sein, dass der Vogt dem Geschlecht der Grafen von Berg angehörte. Der dennoch bedeutende und hochadelige Rang Hermanns wird durch seine Heirat mit Richenza deutlich. Diese stammt auch nach neueren Forschungen wohl aus dem rheinischen Haus der Ezzonen (Daneben gibt es die These einer Abkunft von den Billungern). Sie war Tochter des Herzogs Otto von Schwaben. Aus der Ehe Hermanns mit Richenza ging die Tochter Oda hervor. Diese heiratete um 1065 den Grafen Udo von Stade. Nach dem Tod Hermanns heiratete Richenza Otto von Northeim[41].

zn. van Graf Rudolf von WERL.
Getrouwd (2) ca 1052 met Otto I von NORTHEIM (zie 1764503852).
Waaruit geboren:

   1. 

Oda, geboren ca 1050, overleden op 13 januari 1110.
Getrouwd ca. 1065 met Graf Lothar Udo II von STADE, geboren ca 1025, overleden op 4 mei 1082.


Graaf van Sstade en markgraaf van de Nordmark

Lothar Udo war der vermutlich einzige Sohn des Grafen Lothar Udo I. von Stade, Markgraf der Nordmark aus dem Hause der Udonen und der Adelheid von Rheinfelden, Schwester des Grafen Kuno. Der ursprüngliche Herrschaftsbereich der Grafen von Stade lag an der unteren Elbe um Harsefeld und Stade. Sie besaszen aber infolge einer Eheverbindung, die im 1. Drittel des 11. Jahrhunderts geschlossen wurde, auch im östlichen Sachsen Güter und Rechte. Im Jahr 1044 wurde Wilhelm, Sohn des Grafen Bernhard II. von Haldensleben, neuer Markgraf der Nordmark. 1056, in der Schlacht bei Pritzlawa (bei Werben (Elbe)), wurde das sächsische Heer von den slawischen Liutizen vernichtend geschlagen. Dabei starb auch Wilhelm und Kaiser Heinrich III. belehnte Lothar Udo I., Sohn des Grafen Siegfried II. von Stade, mit der Nordmark. Dieses Reichslehen in der sächsischen Nordmark stärkte die Stellung der Udonen in diesem Raum. Nach dem Tode seines Vaters im Jahre 1057 wurde Lothar Udo II. neuer Markgraf der Nordmark.
Er stellte sich gegen die mit ihm verwandten Billunger und gegen den Erzbischof Adalbert von Bremen. Adalbert hatte groszen Einfluss auf den noch unmündigen König Heinrich IV. gewonnen und wollte das Territorium des Erzbistums Bremen zu Lasten kleinerer Grafschaften erweitern. 1063 erwirkte er die übertragung der Grafschaft Stade im Gebiet zwischen Unterelbe und Unterweser an das Erzbistum Bremen, so dass Udo II. in diesem wichtigen Bestandteil des stadischen Besitzes erzbisch÷flicher Lehnsträger wurde. ZunΣchst hatte Erzbischof Adalbert die Grafen von Stade als Gegengewicht zur starken Stellung der Billunger gef÷rdert. Das Verhältnis der Grafen von Stade zu dieser herzoglichen Familie verschlechterte sich bald danach und es brachen kriegerische Auseinandersetzungen zwischen den Udonen und den Billungern aus. Im Jahr 1065 wurde Heinrich IV. volljährig.
Lothar Udo II. war 1066 deshalb mit den Billungern am Sturz Adalberts beteiligt und gewann alle verlorenen Rechte und Gebiete zurück. Auch Udo nutzte Adalberts SchwΣche zu Besitzerweiterungen aus. Im Jahr 1068 bekam Udo II. die Mark Zeitz dazu. Im gleichen Jahr marschiert er mit König Heinrich IV. gegen die slawischen Liutizen an der Elbe. 1069 wird der Kriegszug erfolglos beendet. Im Jahr 1071 beteiligt er sich an einer Verschwärung der Fⁿrsten in Bardowiek. Zum aufständischen Adel zählten 1073 auch die Grafen von Stade. Von der k÷nigstreuen Politik ihrer erzbischöflichen Lehnsherren, Adalbert und Liemar, dürften sie sich schon vorher abgewandt haben. Der Herzog von Bayern, Otto II. von Northeim, war 1075 der Anführer der aufständischen Sachsen im Sachsenkrieg gegen Heinrich IV. Udo kämpfte in der Schlacht bei Homburg an der Unstrut auf sächsischer Seite. Sie wurden jedoch geschlagen.


Während sich die Mehrzahl der sächsischen Fürsten erst nach langen Verhandlungen zur Unterwerfung bereit fand, verständigte sich Udo bald nach der Niederlage mit dem Köig, der gegen Auslieferung eines seiner Söhne als Geisel darauf verzichtete, ihn in Haft zu nehmen. Gemeinsam mit Erzbischof Liemar ist Udo wenig später als Vermittler zwischen Heinrich IV. und den aufständischen Fürsten tätig geworden. Nach seinem Tod 1082 folgte ihm in der Markgrafschaft sein Sohn Heinrich I. der Lange.

 

Zn. van Lothar Udo I von STADE en Adelheid von OEHNINGEN.

Waaruit geboren:

   2. 

Heinrich (de Vette) (zie 882251926).

   3. 

Siegfried III von BOYNEBURG, Graaf van Boyneburg, geboren ca 1053, overleden 1107.

   4. 

Kuno von NORTHEIM BEICHLINGEN, geboren ca 1055, overleden 1103, vermoord. Graaf van Beichlingen.
Getrouwd ca. 1087 met Kunegonde von WEIMAR, geboren ca. 1060, overleden op 20 maart 1117, erfdr. van Beichlingen, dr. van Otto von WEIMAR en Adele van LEUVEN. {Zij was eerder getrouwd ca. 1073.}

   5. 

Ida, geboren ca 1055, overleden ca 1091.
Getrouwd ca. 1090 met Graf Thimo II von BREHNA (Wettiner), geboren ca 1050, overleden ca 1100. Graaf van Brehna, zn. van Graf Thimo I von WETTIN en nn van BREHNA?

   6. 

Mechtild (Mathilde) (zie 882251933).

   7. 

Ethelinde[42], geboren ca 1060.
Getrouwd (1) ca 1070, gescheiden ca 1070 van Herzog Welf IV von BEIERN (zie 882256140).

Getrouwd (2) ca 1090 met Graf Herman von CALVELAGE, graaf van Calvelage (1115-), geboren ca 1050


vermeld 1105-1144



.

   8. 

Graf Otto II.

 

 

 

 


1764503854    Egbert I von BRUNSWIJK BILLUNG, geboren ca 1036, overleden op 11 januari 1068.

 

Graaf van Brunswijk, Derlingau, Markgraaf van Meissen, Markgraaf van
Friesland, Oostergo, Westergo, Stavoren, Iselgo, Gunzigo en Fivelgo

Graaf van Braunschweig, en heeft daar ook grote bezittingen, en graaf van Derlingau. In 1057 wordt de bisschop van Hildesheim zijn leenheer. Markgraaf van Friesland. Bevordert de handel in Braunschweig en sticht daar het Cyriakosklooster, waar veel van zijn familieleden zullen worden begraven. Wordt in 1067 markgraaf van Meissen.
In 1063 beslist hij in de stiftkerk van Goslar, de bloedige vete tussen de bisschop van Hildesheim en de abt van Fulda, in het voordeel van de bisschop. Een koninklijk onderzoek naar de gang van zaken concludeert dat Egbert daarbij geen misdaad heeft begaan.
Als in 1067 de markgraaf van Meissen overlijdt, ontvangt Egbert dit leengoed. Egbert viert in 1067 het kerstfeest met koning Hendrik IV in Goslar en spreekt daar af om van Irmgard te scheiden en Adela van Leuven, de weduwe van de vorige markgraaf van Meissen, te trouwen. Egbert heeft meerdere redenen om dit te willen. Irmgard is dan al over de 50 en houdt haar bezittingen angstvallig voor zichzelf. Adela is rijk, maar ook jong en mooi, en ze is heel ambitieus. Thuisgekomen schrijft Egbert inderdaad een brief dat hij wil scheiden maar sterft korte tijd later aan een plotselinge koorts. De middeleeuwse kronieken houden het op een combinatie van ziekte en schuldgevoel, maar moord (door Irmgard) lijkt een aannemelijk alternatief. Irmgard vestigt zich een paar jaar later weer op haar bezittingen in Noord Italie

 

zn. van Liudolf von BRUNSWIJK BILLUNG (zie 3529007708) en Gertrude von BILLUNG (zie 3529007709).
Getrouwd ca 1058 met
1764503855 =    441125015 Irmgard di TORINO en SUSA.
 

 

 

 

 


1764503864    Bernhard von WERL-ARNSBERG[43], geboren ca 1000, overleden na 1066
.


Graaf van Werl en in Friesland. Voogd van Soest, Paderborn, Werden und Liesborn. Bouwt het kasteel van Arnsberg.


zn. van Graf Hermann III von ZWABEN (zie 3528999010) en Nn (zie 3529007729).
Getrouwd ca. 1030 met
1764503865    nn von WERL? Geboren ca 1000, overleden ca 1060, onbekende herkomst.
Waaruit geboren:

   1. 

Graf Konrad von ARNSBERG-WERL (zie 882251932).

   2. 

Gräfin Ida von WERL (zie 882256151).

 

 

 

 

 


1764503866 =    1764503852 Otto I von NORTHEIM.
1764503867 =    1764503853 Richenza (WERL-NORTHEIM) (Richeza, Richza).

 

 

 

 

 
1764507648    Heer Dodo II van EGMOND, geboren ca 1010, overleden 1074, zn. van Heer Walgerius van EGMOND (zie 3529015296).
Waaruit geboren:

   1. 

Heer Beerwout I van EGMONT (zie 882253824).

 

 

 

 

 


1764507652 =    882256406 Graaf Boudewijn V van VLAANDEREN (Insulanus).
1764507653 =    882256407 Adelaïde (Aelis) CAPET.

 

 

 

 
1764508032    Heer Jan I van ARKEL[44], geboren ca 990, overleden 1034 te Sirie, gesneuveld in de strijd tegen de heidenen.


Jan stichtte rond 1020 een kerk te Leerbroek. Jan I vertrok naar het Heilige land vermoedelijk op pelgrimstocht om Jeruzalem te bezoeken. Vervolgens zou hij in Byzantijnse dienst getreden zijn en was hij aanwezig bij verscheidene acties tegen de Seltsjoek-Turken. Van Arkel overleed tijdens een hinderlaag in Syrië. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Jan II van Arkel.

zn. van Foppe van ARKEL (zie 3529016064) en Maria van OOYEN (zie 3529016065).
Getrouwd met
1764508033    Elisabeth van CUYCK, geboren ca 990

 

 

 

dr. van Heer Willem van CUYCK (zie 3529016066).
Waaruit geboren:

   1. 

Jan II (zie 882254016).

   2. 

Margaretha.

 

 

 

 


1764508036    Heer Boudewijn II van HEUSDEN, geboren 972, overleden 1028, zn. van Robbrecht III van HEUSDEN (zie 3529016072) en Gertrudis von SPONHEIM (zie 3529016073).
Getrouwd met
1764508037    Aleida van GENNIP, geboren 980, overleden 1030.
Waaruit geboren:

   1. 

Heer Jan II (zie 882254018).

 

 

 

 


1764508128    Engelbertus I van HURNE, geboren ca 1080, overleden na 1102,

" Komt Gerhardus [de Gelren], Engelbertus castellanus et frater eius dominus Walterus, dominus Wilhelmus et dominus Rogerus de Kesnic, dominus Vdo de Lo. et dominus Engelbertus de Hurne ... "was getuige van het handvest uit 1102 waaronder" Anselmus "" filiam mijm Methildem "aan de abdij van Thorn" per manus Gerhardi comitis de Gelren " aanbood [838] .

Zn. van Thierry I (Teodericus, Dirk) van HERLAER HERENTHOUT (zie 3529016256) en Nn1 (zie 3529016257).
Waaruit geboren:

   1. 

Reginbaldus (zie 882254064).

 

 

 

 


1764508152    Lambert II van GENDT, geboren ca 1053, overleden ca 1088.
Getrouwd met
1764508153    Mathilde de SAINT-OMER, geboren ca 1055, dr. van Baudouin de SAINT-OMER (zie 3529016306) en Mahaut de CREQUY (zie 3529016307).
Waaruit geboren:

   1. 

Wennemar I (zie 882254076).

 

 

 

 


1764508154    Comte Boudewijn I de GUINES, geboren ca 1040, overleden ca 1097, zn. van Eustatius comte de GUINES (zie 3529016308) en Susanne van CRAMENE (zie 3529016309).
Getrouwd ca. 1070 met
1764508155    Adèle Christiene van HOLLAND, geboren ca 1055, overleden ca 1085.

 

Zij wordt niet bij Cordfunke (Gravinnen van Holland) genoemd, maar wel bij Dek (Graven van Holland)

 

Dr. van Graaf Floris I van HOLLAND (zie 441125906) en Gertrude von SACHSEN BILLUNG (zie 441125907).
Waaruit geboren:

   1. 

Giselle (zie 882254077).

 

 

 

 


1764508164 =    441124878 Herzog Bernhard II von SACHSEN BILLUNG.
1764508165 =    441124879 Eilica von SCHWEINFURT.
 

 

 

 

 


1764508166    Koning Olaf van NOORWEGEN (de Heilige), geboren ca 995, overleden op 31 augustus 1030, zn. van Harald Granske van NOORWEGEN (de Groenlander) (zie 3529016332).
Getrouwd ca. 1020 met
1764508167    Astrid van ZWEDEN, geboren ca 1000, overleden ca 1030, dr. van Olov Eiriksson van ZWEDEN (Skotkonung) (zie 1764503622) en Estrid der OBOTRITEN (zie 1764503623).
Waaruit geboren:

   1. 

Ulfhild / Wulfhilde (zie 882254083).

 

 

 

 


1764508172    Thimo Dietmar von SCHWEINACHGAU, geboren ca 980, overleden op 7 maart 1049. Graaf van Formbach en Schweinachgau, Reichenhall en de Salzburggau (1005-1050). Voogd van St. Emmeran, Altaich en Formbach. Zn. van Berthold von SCHWEINACHGAU (zie 3529016344) en Hilmtrud (zie 3529016345).
Getrouwd ca. 1010 met
1764508173    nn van QUINZIGAU? Geboren ca 980, overleden ca 1050, van onbekende herkomst. Zie EUROPÄISCHE STAMMTAFELN NEUWE FOLGE Band XVI Tafel 37.
Waaruit geboren:

   1. 

Thimo von FORMBACH, geboren ca 1015, overleden ca 1064. Graaf in Quinzigau.
Getrouwd ca. 1050 met nn van QUINZIGAU? Geboren ca 1020, overleden ca 1065, van onbekende herkomst.

   2. 

Graf Friedrich von FORMBACH (zie 882254086).

   3. 

Meginhard V von FORMBACH, geboren ca 1020, vermoedelijk gedood op 27 februari 1066. Graaf van Windberg en graaf aan de Vils en Isar. Voogd van Nieder-Altaich en Formbach.
Getrouwd ca. 1060 met Mathilde von RHEINHAUSEN, geboren ca 1030.

 

Mathilde sticht met drie broers in 1079 een Mariakapittel buiten Göttingen.

 

Dr. van Elli II von LEINEGAU en nn von KATLENBURG.


1764508174    Konrad von HALDENSLEBEN, geboren ca 1010, overleden op 10 september 1056.

 

Markgraaf van de Nordmark

 

zn. van Bernhard II von HALDENSLEBEN (zie 3529016348) en Nn von ORLAMUNDE (zie 3529016349).
Getrouwd ca. 1040 met
1764508175    Nn van de NORDMARK? Geboren ca 1010, overleden ca 1060, van onbekende herkomst.
Waaruit geboren:

   1. 

Gertrud (zie 882254087).

 

 

 

 

 

 

 

1764508672   Egbert I van AMSTEL, geboren ca 986, overleden ca 1048, zn. van Wolfger van AMSTEL (zie 3529017344).
Waaruit geboren:

   1. 

Egbert II (zie 882254336).

 

 

 

 

 

 


1764509224    Seigneur Bouchard II de MONTMORENCY (le Barbu), geboren ca 1000, overleden ca 1024, zn. van Seigneur Bouchard I de MONTMORENCY (zie 3529018448) en Elizabeth de CRECY (zie 3529018449).
Getrouwd ca. 1020 met
1764509225    nn de MONTMORENCY? Geboren ca 1000, overleden ca 1050, van onbekende herkomst.
Waaruit geboren:

   1. 

Seigneur Herve (zie 882254612).

 

 

 

 


1764509226    Willem de NORMANDIE (Bussac), geboren ca 1010, overleden ca 1076. Graaf van Soissons, zn. van Guillaume de NORMANDIE (Willem de Veroveraar) (zie 3529018452) en Lesselina de TORQUEVILLE (zie 882249749).
Getrouwd ca. 1035 met
1764509227    Adelheid de BAR SUR AUBE, geboren ca 1015, overleden op 18 september 1066
.

 

Erfdochter van Soissons

 

dr. van Reinauld de BAR SUR AUBE (zie 3529018454) en nn de SOISSONS? (zie 3529018455).
Waaruit geboren:

   1. 

Johan de SOISSONS, geboren ca 1050, overleden ca 1118, getrouwd ca. 1070 met Abeline de PIERREFONDS, geboren ca. 1050, overleden ca. 1118.

   2. 

Lithuise de SOISSONS, geboren ca 1050, overleden ca 1100, getrouwd ca. 1070 met Seigneur Milon I de MONTHLERY (le Grand), geboren ca 1043, overleden ca 1102, vermeld 1034-57, zn. van Guy I (Guido) de MONTHLERY (zie 882251836) en Hodierna de GOMETZ (zie 882251837). {Hij is later getrouwd ca. 1090 met Adela Lithuaise de BLOIS CHAMPAGNE, geboren ca 1090, overleden ca 1120, dr. van Etienne II Henri (Stephan) de BLOIS (le Sage) (zie 220564100) en Countes Adèle of ENGLAND (zie 220564101). Hij was ook ooit getrouwd met Lithuaise de TROYES, vicomte de Troyes.}

   3. 

Agnes de SOISSONS (zie 882254613).

   4. 

Ramtrud de SOISSONS, geboren ca 1055, overleden ca 1119, getrouwd ca. 1080 met Ivo van NESLÉ[45], geboren ca. 1055, overleden ca. 1120. Heer van Neslé

 

 

 

 


1764509248    Graaf Boudewijn I VI van VLAANDEREN[46], geboren ca 1030, overleden op 17 juli 1070 te Nicaea-Bythinia, begraven 1070 te Hasnon abdij.

 

Graaf van Vlaanderen, graaf van Henegouwen, regent over Richilde (1051-70)


Boudewijn VI van Hasnon (ca. 1030 - abdij van Hasnon, 17 juli 1070), was graaf van Vlaanderen vanaf 1067 en (als Boudewijn I) ook graaf van Henegouwen vanaf 1051 tot aan zijn dood.

Boudewijn was de zn. van graaf Boudewijn V en van Adela van Mesen en werd (deels als gijzelaar) opgevoed aan het hof van keizer Hendrik III. In 1045 werd hij als leenman van de keizer benoemd tot markgraaf van Antwerpen maar toen zijn vader de opstandige Godfried II van Lotharingen bleef steunen verloor hij deze functie in 1050. In 1051 ging hij onder druk van zijn vader (en in strijd met het canonieke recht) het huwelijk aan met zijn achternicht (5e graad), gravin Richilde van Henegouwen, weduwe van graaf Herman van Bergen (overleden 1050 of 1051). Dit huwelijk maakte hem graaf van het graafschap Henegouwen. In de chronologie van de graven van Henegouwen wordt hij daarom aangeduid als Boudewijn I van Henegouwen. De twee kinderen uit het eerste huwelijk van Richilde werden in de geestelijke stand ondergebracht zodat ze geen bedreiging zouden vormen voor Boudewijns nakomelingen - overigens zijn er aanwijzingen dat haar zoon Rogier (1066 bisschop van Châlons-en-Champagne) een lichamelijk gebrek had.

Boudewijn en Richilde werden in 1052 in de ban gedaan door de bisschop van Kamerijk maar dit werd ongedaan gemaakt door paus Leo IX. Toen Hendrik III in 1054 Vlaanderen aanviel, belegerde Boudewijn hertog Frederik van Neder-Lotharingen in Antwerpen. Toen Hendrik in 1056 overleed beëindigde regentes Agnes van Poitou de vijandelijkheden en kon Boudewijn zijn Duitse lenen behouden. In 1064 herbouwde Boudewijn de abdij van Hasnon.

Toen Boudewijn bij de dood van zijn vader in 1067 hem in Vlaanderen kon opvolgen, werd het graafschap Henegouwen in een personele unie met Vlaanderen verenigd. Boudewijn stichtte in 1068 Geraardsbergen maar hij kreeg al snel ernstig last van zijn gezondheid. In 1070 regelde hij zijn opvolging op een hofdag in Oudenaarde. Hij overleed en werd begraven in de abdij van Hasnon. Boudewijn is de geschiedenis ingegaan als een uitstekend bestuurder.

zn. van Graaf Boudewijn V van VLAANDEREN (Insulanus) (zie 882256406) en Adelaïde (Aelis) CAPET (zie 882256407).
Getrouwd op 31 maart 1051 met
1764509249    Richilde van HENEGOUWEN (de Hainaut, van Egisheim), geboren ca 1035, overleden op 15 maart 1086 te Messines.

 

Comtesse de Hainaut (1036-1087), de Mons, de Valenciennes, de Brabant, regentesse van Henegouwen (1070-71, 1071-1076).

 

Richilde (ca. 1035 - 15 maart 1086), gravin van Henegouwen tussen 1051 en 1076, wordt in de literatuur zowel Richilde van Henegouwen, als Richilde van Egisheim genoemd. De toenaam "van Egisheim" verwijst naar haar moederlijke afstamming (van Dagsburg-Egisheim). Haar mogelijke vader is Reinier van Hasnon, die afstamt uit het geslacht der Reiniers (kleinzn. van Reinier III van Henegouwen).

Richilde mag beschouwd worden als de grondlegster van het graafschap Henegouwen. Zij trouwde eerst omstreeks 1040 met Herman van Bergen, graaf van Bergen en graaf in het zuidelijke deel van de Brabantgouw. Omwille van Richilde's erfrechten werd deze ca. 1049 door keizer Hendrik III van het Heilige Roomse Rijk ook het bestuur van het markgraafschap Valenciennes toevertrouwd. Na Hermans voortijdige dood (1051) hertrouwde zij, in strijd met de voorschriften van het canonieke recht, in 1051 met haar neef Boudewijn VI van Vlaanderen (5e graad bloedverwantschap). Boudewijn en Richilde werden in 1052 in de ban gedaan door de bisschop van Kamerijk maar dit werd ongedaan gemaakt door paus Leo IX. De kinderen uit haar eerste huwelijk werden geestelijken, zodat ze opvolging door kinderen uit haar tweede huwelijk niet zouden belemmeren. Toen Boudewijn in (1070) overleed, regeerde Richilde korte tijd over de graafschappen Vlaanderen en Henegouwen, als regentes voor Arnulf III, oudste zoon uit haar tweede huwelijk.

Om haar positie te versterken trouwde ze nog in 1070 met de machtige Normandische edelman William Fitzosbern, die grote bezittingen had verworven in Engeland. Dit was echter geen belemmering voor haar zwager, Robrecht de Fries om de macht te grijpen in het graafschap Vlaanderen. Richilde kreeg steun van Willem de Veroveraar, koning Filips I van Frankrijk en graaf Hendrik II van Leuven. Maar het leger van Richilde werd verslagen in de Slag bij Kassel (1071), waar haar zoon Arnulf en haar echtgenoot Willem sneuvelden. Na deze rampzalige afloop verkocht Richilde haar graafschappen aan Theoduinus, bisschop van Luik. Deze gaf ze vervolgens in leen aan de hertog van Neder-Lotharingen, die op zijn beurt de graafschappen in leen gaf aan Richilde. Via deze leenroerige constructie kwam het eigenlijke graafschap Henegouwen tot stand en kon het gevrijwaard worden voor Richilde's jongste zoon, Boudewijn II. Met het geld dat ze hierdoor verkreeg financierde ze in 1072 een nieuwe veldtocht tegen Vlaanderen maar haar leger werd al bij Bergen verslagen.

Van Richilde is verder bekend dat ze in 1082 op bedevaart ging naar Rome (stad) maar dat ze onderweg door de graaf van Chiny gevangen werd genomen.

Richilde werd evenals haar tweede echtgenoot Boudewijn, begraven in de door hen begunstigde abdij van Hasnon.

Kinderen uit haar eerste huwelijk:

1. Rogier (+ 1093)
2. Gertrude, trad toe tot de Orde van Sint-Benedictus
Kinderen uit haar tweede huwelijk:

3. Arnulf III van Vlaanderen
4. Boudewijn II van Henegouwen
5. mogelijk Gilbert van Gent, getrouwd met Alice de Montfort

erfdr. van Henegouwen

Het eigenlijke graafschap Henegouwen vindt zijn institutionele grondslag in de vereniging van drie grafelijke entiteiten:

Het allodiale graafschap Bergen (ten zuiden van de rivier de Hene), een stamgraafschap van de Reiniers, in 998 door Reinier IV van Bergen verworven.
Het zuidelijke graafschap uit de Brabantgouw (het deel van Henegouwen ten noorden van de Hene), een hertogelijk leen dat omstreeks 1024 werd verworven door graaf Reinier V van Bergen, mede dankzij zijn huwelijk met Mathilde, een dr. van Herman van Ename, gouwgraaf van Brabant (broer van de toenmalige hertog van Neder-Lotharingen); dit gebied wordt wel het graafschap Chièvres genoemd.
Het markgraafschap Valencijn, een rijksleen dat ca. 1045 ontnomen werd aan Boudewijn V van Vlaanderen wegens diens rebellie tegen keizer Hendrik III. Vermoedelijk werd dit aansluitend aan Reinier van Hasnon, vader van Richilde van Henegouwen, in leen gegeven. Na diens dood (ca.1049) maakte Richilde alleszins erfelijke aanspraak op het graafschap. In haar naam werd het rijksleen aan haar echtgenoot Herman van Bergen toegewezen.
Na haar catastrofale nederlaag in de Slag bij Kassel (1071) probeerde Richilde van Henegouwen haar graafschappen en allodia ten gelde te maken bij de Duitse keizer. Deze gaf opdracht aan de bisschop van Luik om de goederen aan te kopen. Vervolgens werd het geheel van de feodia als het gerefeodeerde graafschap Henegouwen in leen gegeven aan de hertog van Neder-Lotharingen, die het op diens beurt in 1071 in leen terug gaf aan Richilde van Henegouwen.

Latere geschiedenis[bewerken]Ook met het graafschap Vlaanderen realiseerden de graven van Henegouwen goede bindingen. Via het huwelijk van Boudewijn VI van Vlaanderen met Richilde van Henegouwen (onwettig huwelijk in 1051; enkele jaren later gewettigd door paus Leo IX) werden de graafschappen reeds korte tijd verenigd, namelijk tot de dood van Boudewijn VI van Vlaanderen in 1070. Deze situatie werd definitief beslecht door de Slag bij Kassel (1071). Latere huwelijksallianties tussen Vlaanderen en Henegouwen zorgden ervoor dat beide graafschappen in een personele unie tot in 1278 met elkaar verbonden bleven. Maar de twee huwelijken van Margaretha van Constantinopel zorgden ervoor, dat ze voor lange tijd gescheiden werden.

Van 1280 tot 1356 werd Henegouwen geregeerd door het Huis van Avesnes, dat vanaf 1299 in een personele unie ook heerste over de graafschappen Zeeland en Holland.

In 1356 kwam Henegouwen in handen van het Beierse Huis en vanaf 1433 in die van de hertogen van Bourgondië. Zo werd het deel van de Zeventien Provinciën.

Op 2 november 1714 gelastte keizer Karel VI de graaf van Königsegg in zijn naam bezit te nemen van de verschillende grondgebieden die volgens het Verdrag van Utrecht (1713) toekwamen aan Belgium Austriacum, zodra het Barrièretractaat (15 november 1715) ze tot zijn beschikking zou stellen. Henegouwen vormde daar een belangrijk onderdeel van.

In 1790 was het graafschap Henegouwen één van de stichtende leden van de Verenigde Nederlandse Staten.

Een deel van het graafschap werd geannexeerd door de Franse koning Lodewijk XIV en ging samen met het geannexeerde deel van het graafschap Vlaanderen de zelfstandige Franse provincie Flandre vormen. Deze provincie werd bij de Franse Revolutie het Noorderdepartement.

Bij de Franse annexatie in 1795 werd het Nederlands gebleven deel van Henegouwen opgenomen in het departement Jemmape, later Jemappes.

 

Dr. van Graaf Reinier V van HENEGOUWEN (zie 220563658).
Waaruit geboren:

   3. 

Arnulf III (de Ongelukkige), geboren 1055, overleden op 22 februari 1071 te Kassel

 

voor slag bij Kassel zie Robert de Fries.

 

   4. 

Graaf Boudewijn II van HENEGOUWEN (van Jeruzalem) (zie 882254624).

   5. 

Agnes, overleden na 1071.

   6. 

Alix, getrouwd met Alard I van PETHEGEM, geboren ca 1030, overleden na 1067, zn. van seigneur Ingelbert II de PETHEGEM en Glismode.

 

Getrouwd (1) 1040 met Herman van BERGEN, overleden op 27 mei 1050.

 

Herman kwam omstreeks 1049 in het bezit van de mark Valencijn (zie Reinier III van Henegouwen). De Brusselse historicus Vanderkindere heeft de theorie gelanceerd dat de mark geruild werd met een deel van het markgraafschap Ename in een verdrag met graaf Boudewijn V van Vlaanderen. Contemporaine bronnen wijzen er evenwel op dat Boudewijn V de mark werd afgenomen wegens zijn opstand tegen keizer Hendrik III van het Heilige Roomse Rijk (1045). Omstreeks 1049 zou Herman dankzij erfrechten van zijn echtgenote Richilde de mark Valencijn als rijksleen hebben verworven (Bron: Chronicon Hannoniense).
Zijn weduwe Richildis van Egisheim liet de twee kinderen uit haar huwelijk met Herman van Bergen, Rogier en Gertrude, uitsluiten van de erfopvolging, dit ten voordele van haar tweede echtgenoot Boudewijn VI van Vlaanderen (1051). Hierdoor konden diens zonen Arnulf en Boudewijn later opvolgen in het graafschap Henegouwen.
Het graafschap Henegouwen komt pas tot stand onder het bestuur van gravin Richilde, namelijk als refeodatie in 1071 van drie territoria: het graafschap Bergen, het zuidelijk deel van de Brabantgouw en de mark Valencijn.


Zn. van Graaf Reinier V van HENEGOUWEN (zie 220563658) en Mathilda von LOTHARINGEN (zie 220563659).
Getrouwd (2) op 31 maart 1051 met Graaf Boudewijn I VI van VLAANDEREN (zie 1764509248).

Getrouwd (3) 1070 met William FITZOSBERN.
Waaruit geboren:

   1. 

Rogier, overleden 1093.

   2. 

Getrude.

 

 


Eerste blad    Vorig blad   

Blad 30 van 43 bladen

Volgend blad    Laatste blad

Homepage | E-mail

 


gemaakt met PRO-GEN 'Genealogie à la Carte' software



Bronnen

 

 

 

 

 

[1] Franz-Reiner Erkens: Konrad II (um 990-1039) Herrschaft und Reich des ersten Salierkaisers., Regensburg 1998, blz 58

[2] Herwig Wolfram, Konrad II. 990–1039. Kaiser dreier Reiche., München 2000, blz. 77

[3] Herwig Wolfram: Konrad II. 990–1039. Kaiser dreier Reiche., München 2000, blz. 205

[4] Egon Boshof: Die Salier., 5e geactualiseerde editie, Stuttgart 2008, blz. 43

[5] Franz-Reiner Erkens: Konrad II. (um 990–1039). Herrschaft und Reich des ersten Salierkaisers. Regensburg 1998, blz. 71

[6] Egon Boshof: Die Salier. 5e geactualiseerde editie, Stuttgart 2008, blz. 47

[7] Liber gestorum recentium II 14 = MGH SS rer. Germ. 67, 160

[8] Wikipedia

[9] Wikipedia

[10] Wikipedia

[11] Europäische Stammtafeln Neue Folge Band VIII Tafel 131A.

[12] Wikipedia

[13] Wikipedia

[14] Wikipedia

[15] Europäische Stammtafeln Neue Folge 11 Die Könige von Frankreich (986-1223) a.d. H. Capet

[16] Europäische Stammtafeln Neue Folge 11 Die Könige von Frankreich (986-1223) a.d. H. Capet

[17] Wikipedia

[18] Диба Ю. Батьківщина святого Володимира: Волинська земля у подіях X століття (Міждисциплінарні нариси ранньої історії Руси-України). - Львів: Видавництво “Колір ПРО”, 2014. - 484 с.: іл. - (Серія “Невідома давня Україна”. - 1)

[19] Europäische Stammtafeln Neue Folge Tafel 79 Die Grafen, um 1015 Herzoge von der Normandie (911/1087), die Grafen von Evreux und von Corbeil aus diesem Hause

[20] Europäische Stammtafeln Neue Folge Tafel 79 Die Grafen, um 1015 Herzoge von der Normandie (911/1087), die Grafen von Evreux und von Corbeil aus diesem Hause

[21] Europäische Stammtafeln Neue Folge Tafel 79 Die Grafen, um 1015 Herzoge von der Normandie (911/1087), die Grafen von Evreux und von Corbeil aus diesem Hause

[22] Europäische Stammtafeln Neue Folge Tafel 79 Die Grafen, um 1015 Herzoge von der Normandie (911/1087), die Grafen von Evreux und von Corbeil aus diesem Hause

[23] Europäische Stammtafeln Neue Folge Tafel 79 Die Grafen, um 1015 Herzoge von der Normandie (911/1087), die Grafen von Evreux und von Corbeil aus diesem Hause

[24] Europäische Stammtafeln Neue Folge Tafel 79 Die Grafen, um 1015 Herzoge von der Normandie (911/1087), die Grafen von Evreux und von Corbeil aus diesem Hause

[25] Europäische Stammtafeln Neue Folge Tafel 79 Die Grafen, um 1015 Herzoge von der Normandie (911-1087), die Grafen von Evreux und von Corbeil aus diesem Hause

[26] Europäische Stammtafeln Neue Folge Band II Tafel 205

[27] Europäische Stammtafeln Neue Folge Tafel 79 Die Grafen, um 1015 Herzoge von der Normandie (911-1087), die Grafen von Evreux und von Corbeil aus diesem Hause

[28] Europäische Stammtafeln Neue Folge Band II Tafel 205

[29] Europäische Stammtafeln Neue Folge Band II Tafel 205

[30] Europäische Stammtafeln Neue Folge Band II Tafel 205

[31] Europäische Stammtafeln Neue Folge Band II Tafel 205

[32] Europäische Stammtafeln Neue Folge Band II Tafel 205

[33] Europäische Stammtafeln Neue Folge Band II Tafel 205

[34] Europäische Stammtafeln Neue Folge Band II Tafel 205

[35] Europäische Stammtafeln Neue Folge Band II Tafel 205

[36] Europäische Stammtafeln Neue Folge Band II Tafel 205

[37] Europäische Stammtafeln Neue Folge Band II Tafel 205

[38] Europäische Stammtafeln Neue Folge Band II Tafel 205

[39] Europäische Stammtafeln Neue Folge III.132

[40] Wikipedia

[41] Paul Leidinger: Die Grafen von Werl und Werl-Arnsberg (ca. 980-1124): Genealogie und Aspekte ihrer politischen Geschichte in ottonischer und salischer Zeit. In: Harm Klueting (Hrsg.): Das Herzogtum Westfalen. Band 1: Das kurkölnische Herzogtum Westfalen von den Anfängen der kölnischen Herrschaft im südlichen Westfalen bis zur Säkularisation 1803. Aschendorff, Münster 2009, ISBN 978 maart 402-12827-5, S. 119-170, hier S. 146f

[42] Europäische Stammtafeln Neue Folge Band VIII Tafel 99

[43] Wikipedia

[44] Wikipedia

[45] EUROPÄISCHE STAMMTAFELN NEUWE FOLGE Band VII Tafel 16

[46] Europäische Stammtafeln Neue Folge Band II Tafel 6