|
Blad 1 van 31 bladen |
Generatie
I |
1 Cornelis Philippus (Kees) DOCTER,
Chef tijdschrijver metaalfabriek Rademakers te Rotterdam, Kralingse
Veer, geboren op maandag 10 november 1913 te Rotterdam, overleden op maandag 10
mei 1993 om 10.45 uur te Rotterdam op 79-jarige leeftijd[1],
gecremeerd op donderdag 13 mei 1993 te Capelle aan den IJssel. Crematorium
Schollevaar, burg Schalijlaan 2, Capelle ad IJssel.
Gemeenteraadslid voor PvdA Capelle ad IJssel, secretaris metaalbond
FNV.
Op 31 maart 1943 vond in Rotterdam het zogenaamde
“vergissingsbombardement’ van 31 maart 1943 plaats, waarbij Amerikaanse
Vliegende Forten hun explosieve lading per ongeluk op woonwijken in
Rotterdam-West dropten. Bij dat bombardement werden onder andere een groot deel
van de Schiedamseweg en de daar in de buurt liggende
straten getroffen. Daar hoorde ook de Gijsingstraat
bij. Diverse woningen lagen in puin of brandden af’’.
Maar het oorlogsleed was nog lang niet voorbij. Want eind 1944
volgde de razzia, omdat
de ‘weerbare kerels’, zo vreesden de Duitsers, vermoedelijk in opstand zouden
komen tegen de bezetter. Op 10 november 1944 (zijn verjaardag) werd
Cornelis samen met zo’n 50.000 andere Rotterdammers opgepakt bij de razzia van
Rotterdam door de Duitsers. Stelselmatig werden wijken afgezet en de mannen van
17 t.m. 45 jaar gesommeerd zich te melden voor werk
in Duitsland. Op een aantal plekken in Rotterdam werden de mannen verzameld om
vervolgens te voet, per trein of boot weggevoerd te worden.
Op
10 november stonden de meeste mannen in de Bussinghstraat
opgesteld, zoals verordonneerd. Omdat er niets gebeurde, ging iedereen na
verloop van tijd weer naar huis. ,,Behalve één man, die bleef staan. Tegen de
avond kwam een Duitser en hij vroeg aan die man: ‘Wat doe je hier, je had
allang weg moeten zijn!’ Waarop de man antwoordde: ‘En de rest van de mannen
uit de straat dan?’’
Binnen
de kortste keren werd een groot aantal, met geweren gewapende Duitsers
opgetrommeld en werd huis na huis bezocht en gecontroleerd. Alle mannen werden uit de woningen gehaald. Ook Cph.
Wat er vervolgens gebeurde is gereconstrueerd aan de hand van briefjes van
ooggetuigen.
Haarlem,
11 november 1944, vrijdagmorgen 10 uur
In colonne moesten we naar het Marconiplein lopen,
waar we naar loodsen gestuurd werden aan de Keilehaven.
Tot 12 uur stonden we daar in de kou. Vervolgens in de stortregen op mars naar
Delft, waar wij ‘s avonds om 21.30 uur aankwamen. Wij werden naar een lokaal
gebracht en mochten gaan rusten. Goed en wel op de grond gelegen, kwam er een
order dat wij weer weg moesten. Alles weer gepakt en warm eten halen, waarvoor
wij 2 uur in de rij moesten staan. Toen dat met veel gedruis gehaald was konden
wij 3 uur gaan slapen. Natuurlijk geen oog dicht gedaan. Zaterdagnacht 1 uur
voor de deur in de kou gestaan en vervolgens lopend naar station Delft. Wij
werden behandeld als krijgsgevangenen en
niet als tewerkgestelden. Van Delft ging het met het spoor met 60 man in een
beestenwagen, die de Duitsers van buiten afsloten. Binnen was het niet te
harden van de stank. Gisteren tot Haarlem gekomen, waar wij van de bevolking
veel hebben gekregen, onder andere kaken, sigaretten enzovoorts. ‘s Avonds in
het donker zijn wij weer gaan rijden en kwamen ’s morgens om half 3 in
Amersfoort aan. Om 12 uur was er nog altijd niets te eten. Wij huisden nog
steeds in dezelfde spoorwagon met het verschil dat wij er nieuw stro ingelegd
hebben. Verondersteld werd dat de “te werk gestelden”
naar D (Duitsland - red.) gebracht zouden worden om daar gedurende de rest van
de oorlog te blijven. Het verblijf in de wagon was troosteloos en oervervelend.
Schrijven viel niet mee omdat iedereen op je lip zat en mee kon lezen. De
behoefte werd gedaan in een open gat in de wagon, zittend in de wind. De eerste
keer schaam je je dood later wordt het gewoon. De goeden kost, rookartikelen en
5 gulden bleven uit. In Haarlem zijn er een paar gevlucht van wie er 2 dood
geschoten zijn.
Cornelis Philippus is in Wuppertal ondergebracht. Te samen met
straatgenoten en eveneens opgepakte vrienden besloot een aantal van hen bij
elkaar te blijven. Als beroep werd destijds bankwerker opgegeven. Omdat CPh’s enige referentie met de bank die van thuis was en in
het park werd hij ingezet door zijn groep om voor eten te zorgen.
Op 7 mei 1945 is hij ontslagen uit de “arbeitzeinsatz”.
H ij gaf aan 2 van hem afhankelijke
huisgenoten (Neeltje en Hans) te hebben en was werkzaam als kantoorbediende bij
Rademakers te Rotterdam.
Expliciet is vermeld dat hij geen krijgsgevangene was. De onder
vermelde kaart is in het engels opgesteld.
Mogelijkerwijs is hij vrijgelaten door de inmiddels aanwezige Amerikanen.
Samen met zijn vriend Jan Soek (kachelsmid uit Delfshaven)
gingen zij liftend naar Nederland en verbleven enige tijd in Veghel bij een
boerenfamilie. Omdat de ouders van Jan Soek in juni 1945 50 jaar getrouwd waren
besloten Jan en Cph verder liftend naar Rotterdam te
gaan waar zij in juni inderdaad tijdig arriveerden.
Alle
gedeporteerde mannen uit de Bussinghstraat zijn, op
een na, teruggekomen.
zn.
van Arend DOCTER (zie 2) en Anna
DELWEL (zie 3).
Getrouwd op 27-jarige leeftijd op woensdag 4 juni 1941 te Rotterdam[2]
met Neeltje Geertrui (Nel) van LINDT, 25 jaar
oud, geboren op vrijdag 7 januari 1916 te Rotterdam[3],
overleden op maandag 2 april 2007 te Gouda op 91-jarige leeftijd, gecremeerd op
donderdag 5 april 2007 te Gouda.
In
1938 werkte Neeltje bij de familie Boele. Meneer Boele was voorzitter van de werkmansbond, hij had een eigen bedrijf in de Wandeloordstraat. Neeltje mocht alles zelf regelen, de
boodschappen doen, koken en verdiende er 4 1/2 gld per week met een dienstje
van een halve dag. Bij hun huwelijk kregen Neeltje en Cornelis 25 gulden.
Dr.
van Matthijs Johannes Lodewijk van LINDT, werkman
(1900), werknemer van drijfriemenfabrikant Hage te Delft, drijfriemenfabrikant
te Rotterdam (tel 10-55073).
In 1934/35 werd het bedrijf van Matthijs aan de Botersloot door
brand getroffen. Opa werd niet vervolgd omdat hij niet verzekerd was en hij
derhalve geen belang had bij brand. Het gezin woont in de Dirk Smitsstraat,
verhuist naar het pand aan de Botersloot en tenslotte naar het Stokviswater
waar het bedrijf in mei 1940 als gevolg van de bombardementen op Rotterdam
volledig uitbrandde. Matthijs was lid van de SDAP, de VARA en verder van de
oudercommissie van de school aan de Assendelftstraat, waar tante Heintje, Rika,
Wim, Piet en Neeltje naar school gingen.
Hans en Cees (1946) Hans en Cees (ca 1951)
Gerard,
Hans, Peter van Veen, en Cees (ca 1957)
Hans, Cees en Gerard (ca 1951)
Nel, Gerard, Wim (Renswoude?, ca 1956)
Nel, Wim, Gerard (Ermelo 1959?)
Vergeten bombardement
van 31 maart 1943 Het hevigste bombardement Rotterdam na dat van 14 mei
1940 vond plaats op 31 maart 1943. Amerikaanse bommenwerpers uit Groot-Brittannië
voerden die dag een aanval uit op haven- en scheepsbouwinstallaties in een
van de havengebieden in Rotterdam-West.
In plaats van hun doel te raken, het industriegebied tussen Keilehaven en Merwehaven, werd door de Amerikaanse
vliegers grote schade aangericht in nabijgelegen woongebieden, met name het
westelijk deel van de Schiedamseweg
en het westelijk deel van de wijk Bospolder/Tussendijken. Ongeveer 10 ha bebouwd gebied en
8 ha openbare weg werden verwoest en rond de 13.000 mensen raakten dakloos.
Het verwoeste gebied werd begrensd door het Marconiplein, de Mathenesserweg, de Rösener Manzstraat, de Van Duylstraat, de Rosenveldstraat
en de Blokmakerstraat[2] Slachtoffers Het dodental van het
bombardement bedroeg zeker 326.[2] De Rotterdamse brandweerman Gerrit van Ommering was betrokken bij de berging van de
slachtoffers en het zoeken naar overlevenden. Twee dagen na het bombardement
vond hij een nog levend, driejarig meisje dat vijftig uur onder het puin had
gelegen. Een deel van de
slachtoffers werd in een massagraf begraven op
de begraafplaats
Crooswijk. Monument bij gelegenheid
vijftigjarige herdenking Op 31 maart 1993 onthulde
toenmalig premier
Ruud Lubbers een monument in Park 1943 van
kunstenaar Mathieu Ficheroux
ter herinnering aan het bombardement[1].
2e Gijsingstraat met verwoeste panden als gevolg van het
bombardement van 31 maart 1943. Puinruimers aan het werk 2e
Gijshingstraat gezien vanuit de Bussinghstraat Bruijnstraat met gemeentelijk badhuis Het gemeentelijk badhuis
aan de Bruijnstraat was vermoedelijk een oplossing voor vele gezinnen. In
plaats van de wekelijkse teilbeurt in de keuken was daar het Badhuis. Het
water voor de teil werd op het gasfornuis verwarmd (geysers
waren nog geen gemeengoed) en de kinderen gingen achter elkaar in de
teil met hetzelfde water. Als jongere ging je later (wekelijks) naar het
badhuis voor een schrobbeurt. Aangegeven stond een verblijf 20 minuten mocht
duren. Na zo’n 90 minuten werd je door de badmeester dringend verzocht weer te
vertrekken. Dat het badhuis een belangrijke functie had
moge blijken uit de vele objecten die na het sluiten in het gemeentelijk
museum opgenomen zijn. De badmatten, het gevelbord, de witte deur van de
badcel en het witte badbankje waren kennelijk
belangrijk genoeg om bewaard te blijven voor het nageslacht. Verder ontbrak het
reglement niet en was er een duidelijke oproep om vooral niet te zingen
tijdens het ‘baden’ maar de stilte te bewaren.
|
Vergeten bombardement
van 31 maart 1943 Het hevigste bombardement Rotterdam na dat van 14 mei
1940 vond plaats op 31 maart 1943. Amerikaanse bommenwerpers uit Groot-Brittannië
voerden die dag een aanval uit op haven- en scheepsbouwinstallaties in een
van de havengebieden in Rotterdam-West.
In plaats van hun doel te raken, het industriegebied tussen Keilehaven en Merwehaven, werd door de Amerikaanse
vliegers grote schade aangericht in nabijgelegen woongebieden, met name het
westelijk deel van de Schiedamseweg
en het westelijk deel van de wijk Bospolder/Tussendijken. Ongeveer 10 ha bebouwd gebied en
8 ha openbare weg werden verwoest en rond de 13.000 mensen raakten dakloos.
Het verwoeste gebied werd begrensd door het Marconiplein, de Mathenesserweg, de Rösener Manzstraat, de Van Duylstraat, de Rosenveldstraat
en de Blokmakerstraat[2] Slachtoffers Het dodental van het
bombardement bedroeg zeker 326.[2] De Rotterdamse brandweerman Gerrit van Ommering was betrokken bij de berging van de
slachtoffers en het zoeken naar overlevenden. Twee dagen na het bombardement
vond hij een nog levend, driejarig meisje dat vijftig uur onder het puin had
gelegen. Een deel van de
slachtoffers werd in een massagraf begraven op
de begraafplaats
Crooswijk. Monument bij gelegenheid
vijftigjarige herdenking Op 31 maart 1993 onthulde
toenmalig premier
Ruud Lubbers een monument in Park 1943 van
kunstenaar Mathieu Ficheroux
ter herinnering aan het bombardement[2].
2e Gijsingstraat met verwoeste panden als gevolg van het
bombardement van 31 maart 1943. Puinruimers aan het werk 2e
Gijshingstraat gezien vanuit de Bussinghstraat Bruijnstraat met gemeentelijk badhuis Het gemeentelijk badhuis aan de Bruijnstraat was
vermoedelijk een oplossing voor vele gezinnen. In plaats van de wekelijkse
teilbeurt in de keuken was daar het Badhuis. Het water voor de teil werd op
het gasfornuis verwarmd (geysers waren nog geen
gemeengoed) en de kinderen gingen achter elkaar in de teil met hetzelfde water.
Als jongere ging je later (wekelijks) naar het badhuis voor een schrobbeurt.
Aangegeven stond een verblijf 20 minuten mocht duren. Na zo’n 90 minuten werd
je door de badmeester dringend verzocht weer te vertrekken. Dat het badhuis een belangrijke functie had moge blijken uit de vele
objecten die na het sluiten in het gemeentelijk museum opgenomen zijn. De
badmatten, het gevelbord, de witte deur van de badcel en het witte badbankje waren kennelijk belangrijk genoeg om bewaard te
blijven voor het nageslacht. Verder ontbrak het reglement niet en was er een
duidelijke oproep om vooral niet te zingen tijdens het ‘baden’ maar de stilte
te bewaren.
|
Generatie
II |
2 Arend DOCTER, broodbezorger, geboren
op vrijdag 10 juni 1881 te Rotterdam[4],
gedoopt (nh) op zondag 24 juli 1881 te Rotterdam,
Oosterkerk, overleden op woensdag 24 januari 1945 te Rotterdam op 63-jarige
leeftijd.
Arend
woonde aanvankelijk tot ca 1900 bij zijn moeder in de Marnixstraat. Vervolgens
woonde hij in bij Arie van de Bos en verhuisde vervolgens naar de burgemeester
Rijnkade nr 20 en later naar de Palissanderstraat 18b.
Inschrijving
in de militaire zaken registratie
Index op personen in het Lotingsregister, Rotterdam, archief 356,
inventarisnummer 321, folio 396
zoon van Cornelis DOCTER (zie 4) en Heintjen HEUKELS (zie 5).
Getrouwd op 31-jarige leeftijd op woensdag 7 augustus 1912 te Rotterdam[5]
met de 27-jarige
3 Anna DELWEL, geboren op zaterdag 11
april 1885 te Kralingen, overleden op woensdag 1 oktober 1941 te Rotterdam op
56-jarige leeftijd[6], dr. van
Philippus DELWEL (zie 6) en Francina FLOHIL (zie 7).
Waaruit geboren:
1. |
Cornelis Philippus (Kees) (zie 1).
Arend Docter, Cornelis Ph Docter en Anna Delwel
Cornelis Ph Docter Cornelis Ph. al vroeg te paard
Cornelis Ph. op de voorlaatste rij 2e
van rechts (ca 1925) |
2. |
Philippus Cornelis (Flip), geboren op donderdag 2 augustus 1923 te
Rotterdam, overleden op woensdag 8 februari 1950 te Rotterdam op 26-jarige
leeftijd[7]
[8].
Philippus Cornelis
|
Arend gebruikte als broodbezorger een hondenkar
Op
schilderijen van Rotterdam van vroeger zijn regelmatig trekhonden te zien. Ze
worden gebruikt om karren met vracht voort te trekken. Vooral in de 19e en 20e
eeuw zijn hondenkarren veel gebruikt.
In allerlei branches die last te vervoeren hebben, worden
trekhonden ingezet. Op een foto van de bekende Rotterdamse fotograaf Henri Berssenbrugge uit 1912 is te zien hoe trekhonden wachten op
vracht bij de Melkmarkt aan de Coolvest.
Die foto is nu te zien op de tentoonstelling over de
Coolsingel in Museum Rotterdam. Rob Noordhoek van het museum: "In de binnenstad met
kleine steegjes en kleine straatjes was een hondenkar veel handzamer dan een
paardenkar.
En een
hond was veel goedkoper. Je had er geen stal voor nodig en ze hoefden geen
speciaal eten. Het was een goedkoop lastdier voor de kleinere
ondernemers."
Al in 1864 is er aandacht voor het welzijn voor de dieren.
Een ingezonden brief in de krant is ondertekend door Sultan, Nero en Diana. Zij
roepen uit naam van de Gecommiteerden der Rotterdamsche Honden-Conférie de
lezers op om zelf waar te nemen hoezeer de trekhonden te lijden hebben.
De Gecommiteerden menen dat het tijd is voor een
dierenwelzijnswet. Ze vinden dat de politiek in Rotterdam zich moet inspannen
voor het belang van de Rotterdamse hond. Het duurt nog tot 1911 voordat de
Trekhondenwet wordt ingevoerd.
Noordhoek:
"Die wet regelt dat de honden niet worden mishandeld, dat hun tuig aan
voorwaarden voldoet en dat ze een dierwaardig bestaan kunnen leiden." De
wet wordt nauwelijk gehandhaafd.
In 1912 wordt de Anti-Trekhondenbond opgericht, later
omgedoopt tot Bond tot Bescherming van Honden. Doel van deze bond is het
afschaffen van trekhonden. Kleine ondernemers die voor hun broodwinning hun
hondenkar niet kunnen missen, krijgen van de bond een bakfiets.
De
politiek roert zich voorzichtig. "In Rotterdam doet de protestpartij Rapaljepartij in de jaren twintig een oproep tot een zes-urige werkdag voor trekhonden", weet Noordhoek.
Na de
Tweede Wereloorlog zie je nauwelijks trekhonden meer
in Rotterdam. Dat heeft meer te maken met de beschikbare alternatieven om
vracht te vervoeren, dan met dierenwelzijn.
Het
verbod op het gebruik van honden als trekkracht wordt in Nederland in 1962 van
kracht. Dat is laat in vergelijking met andere landen. In bijvoorbeeld Engeland
en Frankrijk is de honderkar al in de negentiende
eeuw verboden.
Arend Docter en Anna
Delwel
Generatie
III |
4 Cornelis DOCTER, sjouwer,
pakhuisknecht, geboren op zaterdag 29 september 1838 te Deventer[9],
overleden op donderdag 5 januari 1899 te Rotterdam op 60-jarige leeftijd[10].
Cornelis
en Heintjen vertrekken op 19 juli 1867 naar
Rotterdam.
Zij wonen achtereenvolgens in de Sophiastraat nr
54, 51a (20 maart 1883), 49a (21 augustus 1886) en tenslotte Marnixstraat 49.
zn. van Jan DOCTER (zie 8) en Derkje(n) (Dirkje) GERRITS (zie
9).
Getrouwd op 25-jarige leeftijd op donderdag 4 februari 1864 te Deventer[11]
met
de 25-jarige
5 Heintjen
HEUKELS, geboren op dinsdag 22 mei 1838 te Deventer, overleden op dinsdag
29 augustus 1905 te Rotterdam op 67-jarige leeftijd[12],
dr. van Wolter HEUKELS (zie 10) en Antonia Cathariena (Catriena) HAMER (zie 11).
Waaruit geboren:
1. |
Jan,
schoenmaker, geboren op zondag 23
oktober 1864 te Deventer[13],
overleden op maandag 22 augustus 1949 te Rotterdam op 84-jarige leeftijd. |
2. |
Wolter, geboren op zondag 23 oktober 1864 te Deventer, overleden
op woensdag 3 oktober 1894 te Rotterdam? op 29-jarige leeftijd. |
3. |
Derkje, geboren op vrijdag 4
januari 1867 te Deventer, overleden op maandag 15 april 1867 te Deventer, 101
dagen oud. |
4. |
Antonia Catharina (Toos), geboren op vrijdag 21 februari 1868 te Rotterdam,
overleden op maandag 28 maart 1932 te Rotterdam op 64-jarige leeftijd. |
5. |
Cornelis Hendrik, geboren op dinsdag 12 april 1870 te Rotterdam, overleden
op dinsdag 25 oktober 1881 te Rotterdam op 11-jarige leeftijd. |
6. |
Gerrit Jan, timmermansknecht, geboren op maandag 4 maart 1872 te Rotterdam, overleden
op donderdag 3 maart 1949 te Rotterdam op 76-jarige leeftijd. |
7. |
Dirk,
meubelmaker, geboren op woensdag 1
april 1874 te Rotterdam, overleden op maandag 30 april 1956 te Rotterdam op
82-jarige leeftijd. |
8. |
Hendrik, bierbrouwersknecht, geboren op dinsdag 16 mei 1876 om 2122 uur te Rotterdam,
overleden op dinsdag 7 januari 1964 te Gouda op 87-jarige leeftijd, woont in de Berkelstraat, Jofferdwarsstraat 44. |
9. |
Johanna (Anna), geboren op zondag 6 oktober 1878 om 4428 uur te
Rotterdam, overleden 1950-60.
zoon
van Nicolaas Johannes van der HORN en Sophia Paulina ROUW. {Hij
was eerder getrouwd ca 1895 met Anna van GESTEL, geboren
ca, overleden op dinsdag 12 augustus 1902 te Ede, dr. van Dirk
van GESTEL, koopman, en Petronella de LEEUW.
Hij was eerder getrouwd op 31-jarige leeftijd op woensdag 23 maart 1904 te
Amsterdam. Hij was eerder getrouwd op 31-jarige leeftijd op woensdag 23 maart
1904 te Amsterdam met Mechelina
BERGERS, overleden op woensdag 11 april 1923 te Rotterdam. Hij was eerder
getrouwd op 52-jarige leeftijd op woensdag 3 december 1924 te Rotterdam.} |
10. |
Arend (zie 2). |
11. |
Reinier, geboren op vrijdag 10 juni 1881 te Rotterdam, overleden
op dinsdag 5 februari 1884 te Rotterdam op 2-jarige leeftijd. |
6 Philippus DELWEL, arbeider, geboren op vrijdag 28
december 1855 te Hillegersberg[18],
overleden op dinsdag 6 maart 1928 te Rotterdam op 72-jarige leeftijd[19],
zn. van Philippus DELWEL (zie 12) en Anna
(Johanna) ZOET (zie 13).
Francina Flohil en Philippus Delwel
Francina Flohil en Philippus Delwel
Getrouwd op 20-jarige leeftijd op donderdag 10 augustus 1876 te Hillegersberg
met
de 18-jarige
7 Francina
FLOHIL, geboren op vrijdag 30 juli 1858 te Ouwerkerk, overleden op maandag
23 november 1953 te Rotterdam op 95-jarige leeftijd
dr.
van Jan FLOHIL (zie 14) en Dirkje
KUIJPER (zie 15).
Waaruit geboren:
1. |
Jan,
geboren op vrijdag 11 augustus 1876 te Kralingen, overleden op dinsdag 1
december 1953 te Rotterdam op 77-jarige leeftijd. |
2. |
Philippus, geboren op donderdag 1 augustus 1878 te Kralingen,
overleden op donderdag 19 november 1925 te Rotterdam op 47-jarige leeftijd. |
3. |
Dirk,
geboren op maandag 21 juni 1880 te Kralingen. |
4. |
Willem, geboren op vrijdag 8 december 1882 te Kralingen,
overleden 1967 te Rotterdam.
|
5. |
Anna (zie 3). |
6. |
Dirkje (Dit), geboren op vrijdag 15 juni 1888 te Kralingen. |
7. |
Cornelia, geboren op vrijdag 17 oktober 1890 te Kralingen,
overleden op woensdag 31 maart 1943 te Rotterdam op 52-jarige leeftijd.
|
8. |
Eva (tante Eef), geboren op zondag 30 april 1893 te Kralingen. Eva
Delwel
Eva
Delwel en Jacobus ter Wee Eva Delwel (ca 1983) Eva en Jaap hebben vele jaren in de Gashouderstraat gewoond |
9. |
Hugo,
geboren op vrijdag 3 januari 1896 te Kralingen, overleden op zondag 10 april
1966 te Rotterdam op 70-jarige leeftijd. |
Francientje,
Anna Delwel, Francina Flohil
Dirkje, Neeltje, Eva en Anna Delwel
Francina
Flohil
Veenpad 51 (huisje van fam Delwel)
Francina
Flohil, Jacobus Ter Wee, Eva Delwel
Eva Delwel, Francina Flohil, Jacobus Ter Wee
HET PAUPERPARADIJS: Heropvoeding van armen in de negentiende eeuw
Het
pauperparadijs is een synoniem voor de gestichten in Veenhuizen waar de armen
van de maatschappij gedwongen in werden opgenomen. Op meerdere plekken in
Nederland waren buurten vergelijkbaar met het pauperparadijs als onderdeel van
‘de Maatschappij van Weldadigheid’, een idee van Johannes van den Bosch met als
doel de armoede in Nederland uit te roeien. In dit pauperparadijs werden
duizenden arme gezinnen, weeskinderen en anderen armen al dan niet gedwongen
opgenomen voor een heropvoedingstraject.
Na de Franse overheersing kwam de Nederlandse economie in
een zware crisis terecht. Dit had grote invloed op de welvaart en de
economische gesteldheid van de Nederlanders. Het aantal arme Nederlanders
groeide. Johannes van den Bosch kwam in 1818 met dé oplossing voor dit
probleem: ‘de Maatschappij van Weldadigheid’. Een gebied op het platteland waar
de armen van de samenleving (vaak afkomstig uit de steden) al dan niet
gedwongen te werk gesteld zouden worden. Het plan werd door van den Bosch
voorgelegd aan Koning Willem I door middel van een verzoekschrift met de volgende
aanhef: “Een aanzienlijk getal onderdanen van Uwe Majesteit hebben zich vereenigd om een Maatschappij van Weldadigheid opterichten onder de bescherming van zijne Koningklijke Hoogheid Prins Frederik, met oogmerk om aan de
talrijke klassen van behoeftige ingezetenen arbeid te verschaffen.”
Door middel van een geldinzamelingsactie, wat wij vandaag
de dag een crowdfunding zouden noemen, konden de rijken
van de maatschappij een stuiver per week bijdragen waarmee Van den Bosch de
heropvoeding van de paupers zou bewerkstelligen. Zo’n 20.000 rijken waren
bereid dit te doen. Op 18 augustus 1818 kocht hij langoed
Westerbeeksloot waar hij kolonistenwoningen op liet bouwen. In deze
‘proefkolonie’ huisvestte zich vanaf 29 oktober 1818 de door Van den Bosch
‘uitverkoren’ gezinnen die mee mochten doen aan dit experiment. Toen de
‘proefkolonie’ als experiment succesvol bevonden werd besloot van den Bosch
meerdere gebieden op te kopen om daar ook koloniën te stichten: het huidige
Frederiksoord, Wilhelminaoord, Boschoord en Willemsoord bijvoorbeeld, maar ook
gebieden in het huidige België.
Om Nederland volledig armoedevrij te maken was het niet
alleen noodzakelijk om de armen aan het werk te zetten in de koloniën, maar ook
om hen her op te voeden. Alleen op deze manier konden zij hun verdere leven
armoedevrij zijn. Om deze reden werden er in de koloniën scholen opgericht. De
armen leerden lezen en schrijven maar er waren bijvoorbeeld ook
beroepsopleidingen om zo hun kansen in het leven te vergroten. Niet iedereen
was echter positief over dit paradijs: “De kolonist Piets Arends vond dat het
leven in de kolonie hem mooier was voorgespiegeld dan het in werkelijkheid was.
Toen hij hierover zijn beklag deed in een brief aan zijn zuster kwam dit de
leiding van de kolonie ter ore. Het kwam hem op een flinke schrobbering van de
directeur van de kolonie te staan, die geen goed woord voor hem over had en hem
‘een grote domme luiaard’ noemde.”
Van den Bosch kwam er al snel achter dat de ruimte die
hij bezat te beperkt was om alle armen onder te brengen. Hij richtte in
Veenhuizen en Ommerschans grootschalige koloniën op. In Veenhuizen deed hij dat
door gestichten op te kopen. Alleen hier was er al ruimte voor zo’n 8000-9000
mensen. Op dat moment bleek dat “de paupers die goed in staat waren te werken
niet wilden komen.” Gedreven om zijn plan te laten slagen wist hij de koning
ervan te overtuigen dat weeskinderen beter af waren in de frisse buitenlucht in
Veenhuizen dan in de stad. Koninklijk besluit maakte het vervolgens mogelijk
dat alle wezen en verlaten kinderen ouder dan zes jaar naar Veenhuizen gestuurd
werden. In feite waren Veenhuizen en Ommerschans dan ook ‘onvrije koloniën’.
Landlopers, bedelaars, weeskinderen of kolonisten die niet goed functioneerden
in de vrije koloniën kwamen hier terecht en werden hier aan het werk gezet.
Generatie
IV |
8 Jan DOCTER, zetschipper, geboren op dinsdag 31
december 1805 te Genemuiden, (gezindte: ng),
overleden op dinsdag 1 december 1891 te Deventer op 85-jarige leeftijd, zn. van
Arent Jan DOCTER (zie 16) en Aaltje
Cornelis NIJBOER (zie 17).
Getrouwd
op 24-jarige leeftijd op dinsdag 1 juni 1830 te Deventer[20]
(getuige(n): Jacob Snorbos)
met
de 25-jarige
9 Derkje(n)
(Dirkje) GERRITS, geboren op maandag 2 juli 1804 te Voorst, gedoopt (ng) op zondag 15 juli 1804 te Voorst, overleden op zaterdag
11 september 1880 te Deventer op 76-jarige leeftijd[21],
dr. van Jan GERRITS (zie 18) en Jenneken WILLEMS (BARLOO) (zie 19).
Waaruit geboren:
1. |
Arend Jan, schipper, kapitein op een stoomboot, werkman, geboren op
zondag 15 augustus 1830 te Deventer[22],
overleden op vrijdag 30 mei 1913 te Deventer op 82-jarige leeftijd. |
2. |
Johanna, geboren op zaterdag 6 juli 1833 te Deventer[23],
overleden op donderdag 28 november 1907 te Rotterdam op 74-jarige leeftijd, vertrekt
in 1867 naar Rotterdam. |
3. |
Aaltjen, geboren op maandag 20
april 1835 te Deventer[24],
overleden op vrijdag 2 oktober 1846 te Deventer op 11-jarige leeftijd. |
4. |
Jenniken, geboren op maandag 10
april 1837 te Deventer[25],
overleden voor 15-05-1919, overleden tussen 1883 en 1919, vertrekt in
1867 naar Rotterdam. Getrouwd
op 36-jarige leeftijd op woensdag 1 april 1874 te Rotterdam met Johannes van WALSUM, 25 jaar oud, boekhouder, geboren
op woensdag 6 september 1848 te Rotterdam, overleden op zaterdag 14 oktober
1893 te Amsterdam op 45-jarige leeftijd, zn. van Jan
van WALSUM (Walsem) en Maria
Joanna van der STEEN. |
5. |
Cornelis (zie 4). |
6. |
Henderika Margrita, geboren op maandag 9
maart 1840 te Zaandam, overleden op donderdag 28 maart 1844 te Duur-Olst op
4-jarige leeftijd. |
7. |
Jacoba, geboren 0 maart 1842 te Kampen, overleden op woensdag 18
mei 1842 te Deventer. |
8. |
Hendrika Margrieta, dienstbaar, geboren op
woensdag 24 april 1844 te Deventer. |
10 Wolter HEUKELS, timmerman,
geboren op zondag 9 december 1810 te Deventer, overleden op maandag 22 mei 1854
te Deventer op 43-jarige leeftijd
zn.
van Hendrik HEUKELS (zie 20) en Reiniertje / Reintje
OLTHOF (zie 21).
Getrouwd op 26-jarige leeftijd op donderdag 6 april 1837 te Deventer
met
de 28-jarige
11 Antonia Cathariena
(Catriena) HAMER, dienstbaar, winkelierster,
grootburgeres van Deventer,
geboren op woensdag 28 december 1808 te Deventer, gedoopt te Deventer,
overleden op maandag 4 april 1853 te Deventer op 44-jarige leeftijd
dr.
van Gerrit Jan HAMER (zie 22) en Isabella
WILMINK (zie 23).
Waaruit geboren:
1. |
Heintjen (zie 5). |
2. |
Isabella, geboren op woensdag 22 januari 1840 te Deventer, overleden
op dinsdag 28 januari 1840 te Deventer, 6 dagen oud. |
3. |
Gerrit Jan, geboren op maandag 18 januari 1841 te Deventer, overleden
op woensdag 16 februari 1842 te Deventer op 1-jarige leeftijd. |
4. |
Gerrit Jan, timmerman, geboren op maandag 16 oktober 1843 te
Deventer, overleden op woensdag 1 maart 1933 te Deventer op 89-jarige
leeftijd. |
5. |
Hendrik, geboren op dinsdag 18 november 1845 te Deventer,
overleden op zondag 18 oktober 1846 te Deventer, 334 dagen oud. |
6. |
Reintje, geboren op woensdag 13
oktober 1847 te Deventer. |
7. |
Bertha, geboren op woensdag 21
juli 1852 te Deventer, overleden op dinsdag 5 april 1853 te Deventer, 258
dagen oud. |
Klooster 3
De burgers van Deventer
In vroeger tijden waren mensen
ingezetenen of burger van een plaatselijke gemeenschap, niet van een groter
geheel als een provincie of land. Zo kende de
stad Deventer ingezetenen en burgers. Eerstgenoemden hadden wel toestemming
gekregen om binnen de stad te wonen, maar ze hadden er verder geen rechten.
Burgers daarentegen mochten zonder beperkingen in de stad handel drijven, waren
vrijgesteld van de betaling van tolgeld dat de stad hief en mochten tot 1545 de
stadsweiden gebruiken. Die weiden waren stroomopwaarts, gelegen aan weerszijden
van de IJssel (dus in de richting van Gorssel en Wilp). Het jaar 1545 viel in
de bloeitijd van Deventer. Het burgerschap was geliefd en het aantal burgers
nam snel toe. Velen van hen maakten gebruik van hun recht om vee op de
stadsweiden te laten grazen en op die weiden werd het dan ook steeds drukker
met koeien en paarden. Daar wilde de stad iets aan doen. Zo kon het gebeuren,
dat in 1545 de stedelijke regering een onderscheid aanbracht tussen de burgers:
grootburgers mochten in het vervolg wel, maar kleinburgers niet meer de weiden
gebruiken. Vandaar dat deze twee soorten Deventenaren
ook bekend stonden als gras-, respectievelijk halfburgers.
Het verschil kwam niet alleen tot uitdrukking in het beschikken over meer of
minder rechten, maar ook in een hogere dan wel een lagere koopprijs voor het
burgerrecht. Het tweede verschil tussen beide categorieën van stedelingen
ontstond in 1560, toen het Burgerweeshuis werd opgericht voor uitsluitend wezen
van grootburgers. Alleenstaande kinderen van kleinburgers, van ingezetenen
en van overleden ouders zonder band met Deventer moesten zich maar wenden tot
het armbestuur en konden vanaf 1679 worden opgenomen in het Kinderhuis. et
grootburgerrecht ging over op in Deventer geboren wettige kinderen waarvan de
vader dat recht bezat. De stad kon het recht ook cadeau doen. Dan gold het als
een secundaire arbeidsvoorwaarde voor van elders komende functionarissen,
bijvoorbeeld voor ambtenaren, organisten en hoogleraren. In de 17e en 18e eeuw
moest een toekomstige grootburger naar het stadhuis komen met zijn eigen geweer
(als teken dat hij de stad wilde helpen verdedigen) en met twee brandemmers in
de hand (als teken dat hij bereid was om mee te helpen met de brandweer). Aldus
toegerust legde de nieuweling voor de stadsregering de burgereed
af. In het midden van de negentiende eeuw hielden steeds minder
stedelingen vee. Na veel discussie heeft de gemeenteraad in 1866 een nieuwe
regeling vastgesteld die nog steeds van toepassing is. Het verkopen of schenken
van het grootburgerrecht werd beëindigd. Degenen die nog over dit recht
beschikten mochten kiezen tussen een jaarlijkse uitkering van dertig gulden of
het weiden van een paard.
Grootburger is men nu wanneer men wettig afstamt
van één van de in 1866 als zodanig geregistreerde families, te Deventer is
geboren en er een zelfstandige huishouding voert. De vererving geschiedt in
mannelijke lijn. Bij vrouwen wordt het recht slapend door huwelijk. Voert de
dochter van een grootburger in ongetrouwde staat een zelfstandig huishouden,
dan heeft zij wel recht op een uitkering. Dat geldt ook wanneer zij weduwe of
wettig gescheiden is. Grootburgers die de stad verlaten, kunnen weer één jaar
nadat zij zijn teruggekomen aanspraak maken op hun recht.
Geleidelijk daalt
het aantal grootburgers. Door het uitsterven, maar vooral door het verhuizen
van families uit de gemeente is hun aantal nu nog 116 en behoren zij tot 30
verschillende families. Tenminste één grootburger laat elk jaar nog een paard
weiden. De uitvoering van de regeling van het recht is in handen van de
afdeling Burgerzaken van de gemeente. Eens in de vijf jaar nodigen burgemeester
en wethouders alle grootburgers uit voor een feestelijke bijeenkomst in het
stadhuis. Iemand houdt daar een inleiding, één van de aanwezigen krijgt haar of
zijn uitkering in contanten uitbetaald en allen ontmoeten elkaar tijdens een
receptie. Zo houdt de gemeente Deventer dit historische recht, herinnering aan
een lange en rijke geschiedenis, in ere.
Grootburgers van
Deventer kunnen aanspraak maken op een jaarlijkse uitkering van € 13,61. De
gemeenteraad heeft op 15 februari 1866 besloten de rechten van de grootburgers
tot het drijven van vee op stadsweiden te vervangen door een jaarlijkse
vergoeding. Dit raadsbesluit is nog steeds geldig.
12 Philippus DELWEL, Sjouwer,
schipper, scheepstimmerman, geboren op dinsdag 9 mei 1815 te Hillegersberg,
overleden op maandag 5 maart 1894 te Kralingen op 78-jarige leeftijd, zn. van Joannes (Jan) DELWEL (zie 24) en Johanna (Anna) van der LUGT (zie 25).
Getrouwd op 19-jarige leeftijd op zaterdag 21 februari 1835 te Kralingen
met de
20-jarige
13 Anna (Johanna) ZOET,
geboren op maandag 30 mei 1814 te Ouderkerk ad IJssel, overleden op maandag 15
januari 1894 te Kralingen op 79-jarige leeftijd, dr. van Jan ZOET (zie 26) en Anna DEKKER (zie 27).
Waaruit geboren:
1. |
Johannes, slepersknecht,
melkventer,
geboren op vrijdag 19 december 1834 te Kralingen, overleden op vrijdag 19
februari 1915 te Rotterdam op 80-jarige leeftijd. |
2. |
Johanna, geboren op dinsdag 9
februari 1836 te Hillegersberg, overleden op maandag 29 mei 1905 te Rotterdam
op 69-jarige leeftijd. |
3. |
Eva, geboren op vrijdag 15
december 1837 te Kralingen, overleden op donderdag 27 juni 1839 te Kralingen
op 1-jarige leeftijd. |
4. |
Wilhelmina, geboren op woensdag 16
januari 1839 te Kralingen, overleden op donderdag 9 mei 1839 te Kralingen,
113 dagen oud. |
5. |
Eva, geboren op zondag 15
maart 1840 te Hillegersberg, overleden op zondag 11 oktober 1914 te Rotterdam
op 74-jarige leeftijd. |
6. |
Klazina, dienstbode, geboren op dinsdag 1 maart
1842 te Kralingen, overleden op maandag 8 april 1907 te Rotterdam op
65-jarige leeftijd. |
7. |
Willem, los werkman,
bootwerker,
geboren op donderdag 6 juni 1844 te Kralingen, overleden op zaterdag 10
december 1910 te Kralingen op 66-jarige leeftijd. |
8. |
Antonia, geboren op dinsdag 17
november 1846 te Hillegersberg, overleden op dinsdag 25 september 1900 te
Rotterdam op 53-jarige leeftijd. |
9. |
Maria, geboren op woensdag 27
september 1848 te Hillegersberg, overleden op dinsdag 25 maart 1913 te
Rotterdam op 64-jarige leeftijd. |
10. |
Cornelia, geboren op zaterdag 31
augustus 1850 te Hillegersberg, overleden op donderdag 2 mei 1929 te
Rotterdam op 78-jarige leeftijd. |
11. |
Wilhelmina, geboren op zaterdag 12
februari 1853 te Hillegersberg, overleden op maandag 15 mei 1911 te Rotterdam
op 58-jarige leeftijd. Getrouwd (2) op 30-jarige
leeftijd op woensdag 19 december 1883 te Kralingen met Leendert
den OUTER, zn. van Leendert
den OUTER en Ariaantje de HEUS. |
12. |
Philippus (zie 6). |
13. |
Elizabeth, geboren op dinsdag 15
december 1857 te Hillegersberg, overleden op zaterdag 19 december 1857 te
Hillegersberg, 4 dagen oud. |
14 Jan FLOHIL, geboren op woensdag 5
augustus 1835 te Ouwerkerk, overleden op zaterdag 31 oktober 1874 te Kralingen
op 39-jarige leeftijd, begraven op maandag 2 november 1874 te Kralingen,
arbeider, vertrekt op 3 maart 1866 naar Kralingen
zn. van Leendert FLOHIL (zie 28) en Francina DAZE (zie 29).
Getrouwd op 22-jarige leeftijd op woensdag 31 maart 1858 te Ouwerkerk
met de
22-jarige
15 Dirkje KUIJPER, geboren op vrijdag
15 januari 1836 te Ouwerkerk, overleden op zaterdag 25 april 1874 te Kralingen
op 38-jarige leeftijd, dr. van Hugo KUIJPER (zie 30) en Wilhelmina Huberdina HEULE (zie 31).
Waaruit geboren:
1. |
Francina (zie 7). |
2. |
Hugo, geboren op maandag 2
januari 1860 te Ouwerkerk, overleden op woensdag 1 augustus 1866 te Rotterdam
op 6-jarige leeftijd. |
3. |
Leendert
Frans,
geboren op vrijdag 18 januari 1861 te Ouwerkerk, overleden op woensdag 7
oktober 1868 te Rotterdam op 7-jarige leeftijd. |
4. |
Willem
Hubert,
geboren op maandag 18 januari 1864 te Ouwerkerk, overleden op woensdag 11
september 1929 te Rotterdam op 65-jarige leeftijd. De inschrijving in
de burgerlijke stand van Rotterdam vermeldt Ouwerkerk aan den IJssel (=
Zeeland) Willem
Hubert wordt op 28 februari 1895 ingeschreven in Kralingen. Aanvankelijk
woonde hij in bij Philippus Delwel en later in
het tehuis voor ouden |
5. |
Cornelis
Josua, geboren op maandag 18
juni 1866 te Kralingen, overleden op maandag 15 februari 1892 te Kralingen op
25-jarige leeftijd.
|
Willem
Hubert Flohil (1864) met Cornelis Philippus Docter
(ca 1920
Francina
Flohil, Eva Delwel en
Philippus Delwel (ca 1920)
Generatie
V |
16 Arent Jan DOCTER, schipper, geboren op maandag 26
oktober 1778 te Veessen, gedoopt (ng) op zondag 1
november 1778 te Veessen.
Jan Docter verkoopt op 31 januari 1811 samen met
Lambert en Arend Docter voor f600 publiek aan Jan Slot en Leida
de Weert een buitendijks huis en grond te Veessen[26]
zoon van Jan DOCTER (zie 32) en Gerritjen van SCHOONHOVEN (zie 33).
Ondertrouwd op zaterdag 26 oktober 1805 te Deventer, getrouwd 0 november 1805
te Deventer met
17 Aaltje Cornelis NIJBOER, geboren
1788 te Genemuiden, overleden op woensdag 1 oktober 1856 te Deventer
dr. van Cnelis Hendriks (Knelis, Cornelis)
NIJEBOER
(zie 34) en Geesken Alberts van den BERG (Assenberg) (zie 35).
Waaruit geboren:
1. |
Jan (zie 8). |
2. |
Gerrigje, geboren op woensdag 27
januari 1808 te Genemuiden (gezindte: ng),
overleden op vrijdag 13 februari 1874 te Zwartsluis op 66-jarige leeftijd. |
3. |
Cornelis, beurtschipper op
Amsterdam, geboren op zondag 29 oktober 1809 te Genemuijden
(gezindte: ng), overleden op woensdag 27 februari
1856 te Apeldoorn op 46-jarige leeftijd,
|
4. |
Gerrit, schipper, geboren op
zondag 20 oktober 1811 te Genemuiden (gezindte: ng),
overleden op maandag 26 maart 1860 te Kampen op 48-jarige leeftijd. Getrouwd (2)
op 33-jarige leeftijd op zaterdag 4 oktober 1845 te Zwartsluis met Roelina Helena ter STEGE
(ter Steeg), 34 jaar oud, geboren op woensdag 13 maart 1811 te Hoogeveen, dr.
van Albertus Johannis ter
STEGE en Jantien ter HOORN. {Zij was eerder
getrouwd op 25-jarige leeftijd op maandag 18 april 1836 te Zwartsluis met Peter Johannes SCHMITZ, 32 jaar oud, geboren op
zondag 30 oktober 1803 te Burscheid, zn. van Johann Peter SCHMITZ en Anna
Christina FRITZ. Zij is later getrouwd op 53-jarige leeftijd op woensdag
14 december 1864 te Amsterdam met Hendrikus Lubertus LOODEWIJK, geboren ca 1806 te Haarlem}. |
18 Jan GERRITS, daghuurder, geboren op woensdag 29 april 1772 te Broek-Voorst, gedoopt
(ng) op zondag 3 mei 1772 te Voorst, 29/03 mei
1772 Jan Gerrit Jan Berends Derkjen Lammers[27], overleden op zaterdag 17
februari 1849 te Terwolde op 76-jarige leeftijd, 76 jr.
Van
Lammert Arens, ontfangen het jaar pagt
van de Ledige Hofstede,
verschenen Petri 1814 10=0=0
verschenen Petri 1815 en 1816 20=0=0
1815 den 27 September bovenstaande stuk land de ledige Hofstede verpagt aan Arent Reuvekamp voor ses jaaren, jaarlijks voor 15
gulden, aanvang nemende Petri 1816.
1816 den 11 April ontfangen Petri 1817 15=0=0
en Petri 1818 15=0=0
1819 den 23 Januarij ontfangen
Petri 1819 15=0=0
Verrekent in 1819.
Nu Jan Garrits (Reuvekamp)
Pauwel.
1823
Mai 10 De pagt verschenen in onderscheiden
termijnen betaald 1820 f. 15,=
1821 15,=
1822 15,=
1823 15,=
1824 15,=
1825 15,=
1826 15,=
Verrekend 20 Julij 1827.
1831 Julij 21 1827 f. 15,=
1828 15,=
1829 15,=
In mindering op 1830 2,=
Bij marken resolutie van 23 Mei 1835 is de resterende pacht kwijtgescholden.
Het
gebruik
De
tekst in zwart is de tekst, zoals deze in de markeboeken
staat opgetekend. De tekst in blauw betreft de beeldgegevens.
Achter
in het tweede deel wordt opnieuw begonnen met paginering in een omgedraaid markeboek. Bij de transcriptie moet de
tekst
van achter naar voren worden gelezen. Het betreft de beeldnummers 143159.
Begin hier met het lezen van de transcriptie
van
beeldnummer 159 linkerzijde, lees vervolgens de transcriptie van beeldnummer
158 rechterzijde, 158 linkerzijde en zo
verder.
Inleiding:
Lang
werd gedacht dat de markeboeken van Appen verloren
waren gegaan. Er bevinden zich echter nog twee markeboeken
in
particulieer bezit. Deze betreffen de periode
16311846.
Het
eerste deel, dat de periode 16311732 beslaat, begint met een afschrift van
het markerecht, dat in 1566 werd vastgesteld. Het tweede deel begint in 1733 en
eindigt met de verdeling van de markegronden en de opheffing van de markeorganisatie in 1846.
De
twee markeboeken zijn in 2012 gedigitaliseerd. Hoewel
de markeboeken dus niet in fysieke vorm aanwezig zijn
in het
gemeentearchief,
is er wel een digitale versie beschikbaar. Deze digitale versie is te
raadplegen in de studiezaal.
De
gedigitaliseerde markeboeken zijn in de periode 2012
- 2013 getranscribeerd door de heer B.W. van 't Erve[28].
Zoon van Gerrit Jan BERENDS (zie 36) en Derkjen LAMMERS (Derkjen
Jansen, Lamers)
(zie 37).
Getrouwd (2) op 48-jarige leeftijd op zaterdag 17 maart 1821 te Voorst, weduwnaar
van Jenneken Barloo weduwe
van Arend Reuvekamp
met Christina Geertruij (Kristina) LAMBERTS (Lammerts), 43 jaar oud,
boerenwerk doende, geboren op zondag 15 juni 1777 te Voorst, gedoopt (ng) op zondag 22 juni 1777 te Broek (Voorst), lidmaat te
Voorst op 1 april 1810, , dr. van Lammert ARENTS,
werkman, en Johanna (Hanna, Maria) HARMS,
werkvrouw. {Zij was eerder ondertrouwd op zaterdag 28 september 1799 te
Garderen met Arend REUVEKAMP, geboren ca 1774,
overleden voor 1821.
Van Arent Reuvekamp,
De pagt van de Ledige Hofstede, verschenen Petri
1804 10=0=0
1805 10=0=0
1806 10=0=0
1807 10=0=0
1808 10=0=0
En Petri 1809 10=0=0
1815
den 27 September bovenstaande stuk land de ledige Hofstede verpagt
aan Arent Reuvekamp voor ses
jaaren, jaarlijks voor 15 gulden, aanvang nemende
Petri 1816[29].
1816 den 11 April ontfangen Petri 1817 15=0=0
en Petri 1818 15=0=0
1819 den 23 Januarij ontfangen
Petri 1819 15=0=0
Verrekent in 1819
Ondertrouwd (1)
op vrijdag 27 februari 1801 te Voorst, getrouwd voor de kerk op 28-jarige
leeftijd op vrijdag 20 maart 1801 te Voorst (ng),
met
19
Jenneken WILLEMS (BARLOO),
Landvrouw, geboren op donderdag 14 oktober 1779 te Voorst, gedoopt (ng) op zondag 24 oktober 1779 te Voorst, overleden op
vrijdag 31 juli 1807 te Voorst op 27-jarige leeftijd,[30] begraven op dinsdag 4
augustus 1807 te Voorst
dr. van Willem
Jansen BAARLOO
(Barlo, Bardeloo) (zie 38) en Gerdina Harms (Gerritje)
WIGMAN (Wichmans)
(zie 39).
Waaruit geboren:
1. |
Gerdina, dienstmeid, geboren op
woensdag 15 april 1801 te Voorst, gedoopt (ng) op
maandag 19 januari 1801 te Voorst[31]. Getrouwd (2)
op 26-jarige leeftijd op vrijdag 27 april 1827 te Apeldoorn met Anthony van TERBURG, zn. van Govert
Franssen van TERBURG en Jannetje
JANSEN. |
2. |
Willemina (Gerres),
boerenwerk doende, geboren op zondag 16 januari 1803 te Voorst, overleden op
dinsdag 24 januari 1865 te Gorssel op 62-jarige leeftijd. |
3. |
Derkje(n) (Dirkje) (zie 9). |
4. |
Janna, geboren op dinsdag 19
november 1805 te Voorst. |
Gezicht
op Deventer
20 Hendrik HEUKELS, schipper(sknecht), gedoopt (ng) op
woensdag 21 september 1774 te Deventer, overleden op dinsdag 19 november 1844
te Deventer op 70-jarige leeftijd[34], zn. van Willem
HEUKELS
(zie 40) en Harmina LUELOF/LULOFS (zie 41).
Getrouwd voor de kerk 9-00-1808 te Deventer met
21 Reiniertje
/ Reintje OLTHOF, geboren te Epse, gedoopt (ng) op zondag 8 maart 1772 te Deventer-Bergkerk, belijdenis
te Epse pasen 1797, overleden op zaterdag 23
maart 1850 te Deventer op 78-jarige leeftijd[35], dr. van Wolter
OLTHOF
(zie 42) en Johanna Maria Roelofs EGGINK (zie 43).
Waaruit geboren:
1. |
Willem, sjouwer, geboren 1809 te
Deventer. Getrouwd (2)
op donderdag 23 maart 1848 te Deventer met Gesina Johanna van KEMPEN, geboren 1803/4
te Deventer, dr. van Hendrik van KEMPEN en Alberdina ten KATE. |
2. |
Wolter (zie 10). |
3. |
Bartje, geboren op zondag 20
april 1817 te Deventer, overleden op zaterdag 1 januari 1876 te Deventer op
58-jarige leeftijd. |
4. |
Lulof, schilder, verver, geboren
op zaterdag 11 september 1819 om 19.00 uur te Deventer, overleden op dinsdag
12 februari 1907 te Deventer op 87-jarige leeftijd, begraven op zaterdag 14
december 1907 te Deventer.
|
22 Gerrit Jan HAMER, grootburger van
Deventer, gedoopt (ng) op dinsdag 23 februari 1768 te
Deventer, overleden op maandag 6 oktober 1845 te Deventer op 77-jarige
leeftijd, belijdenis met pasen 1788[36]
zoon van Henrik
HAMER
(zie 44) en Jacomina BONGAART/D (zie 45).
Getrouwd voor de kerk op 31-jarige leeftijd op zondag 5 mei 1799 te Deventer
met de
31-jarige
23 Isabella WILMINK, geboren te
Bathmen, gedoopt (ng) op zondag 14 februari 1768 te
Bathmen, overleden op vrijdag 10 november 1843 te Deventer op 75-jarige
leeftijd[37].
Dr. van Antonij WILMINK (WILLEMINK) (Teunis Garritsen) (zie 46) en Judith
Aletta ENTING/K
(zie 47).
Waaruit geboren:
1. |
Hen(d)rik, schoenmaker, geboren op donderdag
18 februari 1802 te Deventer, overleden op vrijdag 16 oktober 1874 te
Deventer op 72-jarige leeftijd. |
2. |
Jacomina
Antonia,
gedoopt op zondag 6 november 1803 te Deventer, overleden op woensdag 13
november 1839 te Deventer op 36-jarige leeftijd. |
3. |
Antonia, gedoopt op woensdag 26
februari 1806 te Deventer, overleden op dinsdag 4 maart 1806 te Deventer, 6
dagen oud. |
4. |
Johanna
Berendina, gedoopt op woensdag 7
oktober 1807 te Deventer, overleden op woensdag 25 december 1822 te Deventer
op 15-jarige leeftijd. |
5. |
Antonia
Catriena, geboren op woensdag 28
december 1808 te Deventer (zie 11). |
6. |
Berend, kleermaker, geboren op
woensdag 12 december 1810 te Deventer, overleden op vrijdag 23 december 1887
te Deventer op 77-jarige leeftijd. |
24 Joannes (Jan) DELWEL,
tapper, geboren te Hillegersberg, gedoopt (rk) op
zaterdag 6 maart 1790 te Kralingen (getuige(n): Jacoba van Honswijk,
Henric Bruch), overleden op
dinsdag 9 februari 1847 te Hillegersberg op 56-jarige leeftijd, overleden
als Jan Delwel (moeder Maria van Honswijk),
zn. van Philippus Johannes DELWEL (Delwil, Dellewel) (zie 48) en
Maria Catharina (van) HONS(E)WIJ(C)K
(zie 49).
Getrouwd op 24-jarige leeftijd op woensdag 23 november 1814 te Kralingen `
met
de 22-jarige
25 Johanna (Anna) van der LUGT,
geboren op vrijdag 1 juni 1792 te Kralingen, gedoopt (ng)
op zondag 3 juni 1792 te Kralingen[38],
overleden op maandag 7 september 1846 te Hillegersberg op 54-jarige leeftijd,
dr. van Willem Jansz van der LUGT
(zie 50) en Hester LIJON (Leon)
(zie 51).
Waaruit geboren:
1. |
Philippus (zie 12). |
2. |
Willem DELWEL(l), aschophaalder, bouwman (1874),
geboren op maandag 19 mei 1817 te Hillegersberg, overleden op zondag 10
oktober 1897 te Rotterdam op 80-jarige leeftijd. |
3. |
Gerrit, geboren op woensdag 20 oktober 1819 te Kralingen,
overleden op zondag 25 mei 1902 te Kralingen op 82-jarige leeftijd. |
4. |
Johannes, scheepstimmerman, geboren op woensdag 24 april 1822 te
Rotterdam, overleden op dinsdag 16 november 1869 te Borgerhout op 47-jarige
leeftijd. |
5. |
Anthonie, gistwerker, geboren op zaterdag 26 juni 1824 te
Kralingen, overleden op maandag 22 september 1902 te Kralingen op 78-jarige
leeftijd.
|
26 Jan ZOET, gedoopt op donderdag 5
juni 1783 te Nieuwerkerk aan den IJssel, overleden op woensdag 30 december 1818
te Ouderkerk ad IJssel op 35-jarige leeftijd[39],
zn. van Witte SOET (zie 52) en Eefje (Iefje,
Ijfje) ZEEUW (zie 53).
Getrouwd voor de kerk op 23-jarige leeftijd op zondag 11 januari 1807 te
Ouderkerk aan de IJssel
met
de 23-jarige
27 Anna DEKKER, naaister (1809),
werkster (1829), geboren op zondag 4 januari 1784 te Ouderkerk ad IJssel,
gedoopt (ng) op zondag 11 januari 1784 te Ouderkerk
ad IJssel, overleden op dinsdag 31 juli 1849 te Ouderkerk aan den IJssel op
65-jarige leeftijd[40]
[41]
dr. van Sijmen (Simon) DEKKER
(zie 54) en Lijsbeth
(Lijsje) SCHUURMAN (zie 55).
Waaruit geboren:
1. |
Nn, geboren op maandag 2
januari 1809 te Ouderkerk ad IJssel, overleden op maandag 2 januari 1809 te
Ouderkerk ad IJssel, dagen oud. |
2. |
Iefje (Eva), naaister (1829), geboren
op zondag 7 januari 1810 te Ouderkerk ad IJssel, gedoopt op woensdag 10
januari 1810 te Ouderkerk ad IJssel, overleden op donderdag 5 oktober 1848 te
Ouderkerk aan den IJssel op 38-jarige leeftijd. |
3. |
Anna (Johanna) (zie 13). |
28 Leendert FLOHIL, arbeider, geboren
op maandag 2 januari 1804 te Bruinisse, overleden op dinsdag 12 februari 1867
te Bruinisse op 63-jarige leeftijd
zn.
van Jan Cornelisse FLOHIL (zie
56) en Jozina
Claesse KIK (zie 57).
Getrouwd op 30-jarige leeftijd op zaterdag 11 oktober 1834 te Ouwerkerk[42]
met
de 19-jarige
29 Francina
DAZE, arbeidster, geboren op woensdag 26 oktober 1814 te Oosterland,
overleden te Boston (USA), emigreert in 1869 met 1 kind naar de Verenigde Staten, dr. van Leendert (Leonard) DAZE (zie 58) en Cornelia van der WELLE (zie 59).
Waaruit geboren:
1. |
Jan (zie 14). |
2. |
Leendert, geboren op dinsdag 7 maart 1837 te Ouwerkerk, overleden
op woensdag 15 maart 1837 te Ouwerkerk, 8 dagen oud. |
3. |
Cornelia, geboren op woensdag 9 januari 1839 te Ouwerkerk,
overleden op dinsdag 5 februari 1839 te Ouwerkerk, 27 dagen oud. |
4. |
Cornelia Jozina, geboren op woensdag 2
september 1840 te Ouwerkerk. |
5. |
Jozina, naaister (1862),
arbeidster (1868), geboren op vrijdag 20 oktober 1843 te Ouwerkerk, overleden
op zondag 10 mei 1868 te Ouwerkerk op 24-jarige leeftijd. |
6. |
Leendert, geboren op vrijdag 10 april 1846 te Ouwerkerk. |
7. |
Marina Jacoba, geboren op donderdag 8 februari 1849 te Ouwerkerk. |
8. |
Maria,
geboren op zondag 2 juni 1850 te Ouwerkerk. Maatje en Hugo vertrekken op 29 juli 1869 naar Noord-Amerika.
|
9. |
Bartel, geboren op zondag 8
januari 1854 te Ouwerkerk. Bartel vertrekt op 27
juli 1869 naar Noord-Amerika. |
30 Hugo KUIJPER, geboren op dinsdag
19 maart 1811 te Ouwerkerk (gezindte: ng)
overleden
op zaterdag 16 januari 1869 te Ouwerkerk op 57-jarige leeftijd, zn. van Pieter Huijbrechtsz
KUIJPER (zie 60) en Maria Hugen de DOES (Doeze)
(zie 61).
Getrouwd op 23-jarige leeftijd op donderdag 10 juli 1834 te Ouwerkerk
met
de 22-jarige
31 Wilhelmina Huberdina
HEULE, naaister, geboren op maandag 6 juli 1812 te Ouwerkerk, overleden op
donderdag 7 maart 1895 te Ouwerkerk op 82-jarige leeftijd, dr. van Guillaume (Willem) HEULE (zie
62) en Dirkje de KOK (zie 63).
Waaruit geboren:
1. |
Maria,
geboren op woensdag 7 januari 1835 te Ouwerkerk, overleden op vrijdag 21
december 1923 te Ouwerkerk op 88-jarige leeftijd. |
2. |
Dirkje (zie 15). |
3. |
Pieter, geboren op zaterdag 11 februari 1837 te Ouwerkerk,
overleden op maandag 2 november 1840 te Ouwerkerk op 3-jarige leeftijd. |
4. |
Willem, geboren op vrijdag 28 december 1838 te Ouwerkerk,
overleden op vrijdag 12 februari 1841 te Ouwerkerk op 2-jarige leeftijd. |
5. |
Cornelus, geboren op zondag 11
oktober 1840 te Ouwerkerk, overleden op maandag 2 juli 1917 te Ouwerkerk op
76-jarige leeftijd.
|
6. |