|
Blad 1 van 31 bladen |
Generatie
I |
1 Cornelis Philippus (Kees) DOCTER,
geboren op maandag 10 november 1913 te Rotterdam, overleden op maandag 10 mei
1993 om 10.45 uur te Rotterdam op 79-jarige leeftijd[1],
gecremeerd op donderdag 13 mei 1993 te Capelle aan den IJssel. Crematorium
Schollevaar, burg Schalijlaan 2, Capelle ad IJssel.
Cornelis Philippus (1915)
CPh was chef tijdschrijver bij de metaalfabriek Rademakers te
Rotterdam Kralingse Veer, gemeenteraadslid voor de PvdA Capelle aan den IJssel, secretaris van
de metaalbond FNV en benoemd tot lid in de orde van Oranje Nassau.
Op 31 maart 1943 vond in Rotterdam het zogenaamde
“vergissingsbombardement’ van 31 maart 1943 plaats, waarbij Amerikaanse
Vliegende Forten hun explosieve lading per ongeluk op woonwijken in
Rotterdam-West dropten. Bij dat bombardement werden onder andere een groot deel
van de Schiedamseweg en de daar in de buurt liggende
straten getroffen. Daar hoorde ook de Gijsingstraat
bij. Diverse woningen lagen in puin of brandden af’’.
In 1943 werden naburige woonblokken door
bevriende vliegtuigen gebombardeerd. De Gijsingstraat en woonblokken achter de
Bussinghstraat waren de klos en zo onstond een speelterrein voor de jeugd
genaamd ‘de Puin’.
Gijsinghstraat in puin
Maar het oorlogsleed was nog lang niet voorbij. Want eind 1944
volgde de razzia, omdat
de ‘weerbare kerels’, zo vreesden de Duitsers, vermoedelijk in opstand zouden
komen tegen de bezetter. Op 10 november 1944 (zijn verjaardag) werd
Cornelis samen met zo’n 50.000 andere Rotterdammers opgepakt bij de razzia van
Rotterdam door de Duitsers. Stelselmatig werden wijken afgezet en de mannen van
17 t.m. 45 jaar gesommeerd zich te melden voor werk
in Duitsland. Op een aantal plekken in Rotterdam werden de mannen verzameld om
vervolgens te voet, per trein of boot weggevoerd te worden.
Op
10 november stonden de meeste mannen in de Bussinghstraat
opgesteld, zoals verordonneerd. Omdat er niets gebeurde, ging iedereen na
verloop van tijd weer naar huis. ,,Behalve één man, die bleef staan. Tegen de
avond kwam een Duitser en hij vroeg aan die man: ‘Wat doe je hier, je had
allang weg moeten zijn!’ Waarop de man antwoordde: ‘En de rest van de mannen
uit de straat dan?’’
Binnen
de kortste keren werd een groot aantal, met geweren gewapende Duitsers
opgetrommeld en werd huis na huis bezocht en gecontroleerd. Alle mannen werden uit de woningen gehaald. Ook Cph.
Wat er vervolgens gebeurde is gereconstrueerd aan de hand van briefjes van
ooggetuigen.
Haarlem,
11 november 1944, vrijdagmorgen 10 uur
In colonne moesten we naar het Marconiplein lopen,
waar we naar loodsen gestuurd werden aan de Keilehaven.
Tot 12 uur stonden we daar in de kou. Vervolgens in de stortregen op mars naar
Delft, waar wij ‘s avonds om 21.30 uur aankwamen. Wij werden naar een lokaal
gebracht en mochten gaan rusten. Goed en wel op de grond gelegen, kwam er een
order dat wij weer weg moesten. Alles weer gepakt en warm eten halen, waarvoor
wij 2 uur in de rij moesten staan. Toen dat met veel gedruis gehaald was konden
wij 3 uur gaan slapen. Natuurlijk geen oog dicht gedaan. Zaterdagnacht 1 uur
voor de deur in de kou gestaan en vervolgens lopend naar station Delft. Wij
werden behandeld als krijgsgevangenen en
niet als tewerkgestelden. Van Delft ging het met het spoor met 60 man in een
beestenwagen, die de Duitsers van buiten afsloten. Binnen was het niet te
harden van de stank. Gisteren tot Haarlem gekomen, waar wij van de bevolking
veel hebben gekregen, onder andere kaken, sigaretten enzovoorts. ‘s Avonds in
het donker zijn wij weer gaan rijden en kwamen ’s morgens om half 3 in
Amersfoort aan. Om 12 uur was er nog altijd niets te eten. Wij huisden nog
steeds in dezelfde spoorwagon met het verschil dat wij er nieuw stro ingelegd
hebben. Verondersteld werd dat de “te werk gestelden”
naar D (Duitsland - red.) gebracht zouden worden om daar gedurende de rest van
de oorlog te blijven. Het verblijf in de wagon was troosteloos en oervervelend.
Schrijven viel niet mee omdat iedereen op je lip zat en mee kon lezen. De
behoefte werd gedaan in een open gat in de wagon, zittend in de wind. De eerste
keer schaam je je dood later wordt het gewoon. De goeden kost, rookartikelen en
5 gulden bleven uit. In Haarlem zijn er een paar gevlucht van wie er 2 dood
geschoten zijn.
Cornelis Philippus is in Wuppertal ondergebracht. Te samen met
straatgenoten en eveneens opgepakte vrienden besloot een aantal van hen bij
elkaar te blijven. Als beroep werd destijds bankwerker opgegeven. Omdat CPh’s enige referentie met de bank die van thuis was en in
het park werd hij ingezet door zijn groep om voor eten te zorgen.
Op 7 mei 1945 is hij ontslagen uit de “arbeitzeinsatz”.
H ij gaf aan 2 van hem afhankelijke huisgenoten
(Neeltje en Hans) te hebben en was werkzaam als kantoorbediende bij Rademakers
te Rotterdam.
Expliciet is vermeld dat hij geen krijgsgevangene was. De onder
vermelde kaart is in het engels opgesteld.
Mogelijkerwijs is hij vrijgelaten door de inmiddels aanwezige Amerikanen.
Samen met zijn vriend Jan Soek (kachelsmid uit Delfshaven)
gingen zij liftend naar Nederland en verbleven enige tijd in Veghel bij een
boerenfamilie. Omdat de ouders van Jan Soek in juni 1945 50 jaar getrouwd waren
besloten Jan en Cph verder liftend naar Rotterdam te
gaan waar zij in juni inderdaad tijdig arriveerden.
Alle
gedeporteerde mannen uit de Bussinghstraat zijn, op
een na, teruggekomen.
De
vriendschap bleek diep geworteld. Jan en CPh bleven
hun hele leven contacten onderhouden. Jan reed de familie Docter tussen 1954 en
1959 steevast naar hun vakantieadres op de Veluwe.
Wijs geworden van de
overheersing door de Duitsers meldde CPh zich bij de
Burgerbescherming en werd daar als Blokhoofd opgesteld
zn.
van Arend DOCTER (zie 2) en Anna
DELWEL (zie 3).
Getrouwd op 27-jarige leeftijd op woensdag 4 juni 1941 te Rotterdam[2]
met Neeltje Geertrui (Nel) van LINDT, 25 jaar
oud, geboren op vrijdag 7 januari 1916 te Rotterdam[3],
overleden op maandag 2 april 2007 te Gouda op 91-jarige leeftijd, gecremeerd op
donderdag 5 april 2007 te Gouda.
In
1938 werkte Neeltje bij de familie Boele. Meneer Boele was voorzitter van de werkmansbond, hij had een eigen bedrijf in de Wandeloordstraat. Neeltje mocht alles zelf regelen, de
boodschappen doen, koken en verdiende er 4 1/2 gld per week met een dienstje
van een halve dag. Bij hun huwelijk kregen Neeltje en Cornelis 25 gulden.
Dr.
van Matthijs Johannes Lodewijk van LINDT, werkman
(1900), werknemer van drijfriemenfabrikant Hage te Delft, drijfriemenfabrikant
te Rotterdam (tel 10-55073).
In 1934/35 werd het bedrijf van Matthijs aan de Botersloot door
brand getroffen. Opa werd niet vervolgd omdat hij niet verzekerd was en hij
derhalve geen belang had bij brand. Het gezin woont in de Dirk Smitsstraat,
verhuist naar het pand aan de Botersloot en tenslotte naar het Stokviswater
waar het bedrijf in mei 1940 als gevolg van de bombardementen op Rotterdam
volledig uitbrandde. Matthijs was lid van de SDAP, de VARA en verder van de
oudercommissie van de school aan de Assendelftstraat, waar tante Heintje, Rika,
Wim, Piet en Neeltje naar school gingen.
Hans en Cees (1946) Hans en Cees (ca 1951)
Gerard,
Hans, Peter van Veen, en Cees (ca 1957)
Hans, Cees en Gerard (ca 1951)
.
Hans, Cees en Gerard (ca 1956)
-
Snoepwinkel
Aan het begin van de Bussinghstraat bevond zich de snoepwinkel
van Oké. Daar kocht je zoethout voor een cent zoals Wim Zonneveld in het
“tuinpad van mijn vader” zong. Een ijsje van Jamin kostte 10 cent en een
dubbeldikke 15 cent.
-
Vingers en de
rioolput
Ceesje ging Gerard laten zien dat hij een putdeksel
kon lichten. Jawel dat kon hij wel als 6-jarige. Gerard werd uitgenodigd over
de rand te kijken want er zat een klein wilt hondje in het riool. Gerard deed
dat dus en net op dat moment bleek Ceesje iets minder
sterk dan eerder gedacht. Het deksel werd te zwaar. Met een luide schreeuw
waarschuwde hij nog zodat Gerard zijn hoofd kon terugtrekken. Voor de vingers
was het te laat. Gelukkig niets gebroken maar de vingertjes moesten wel met
naald en draad gehecht worden.
-
De teil en de
kachel
Op jonge leeftijd was er de wekelijkse wasbeurt in de
teil. Neeltje warmde water op het gasfornuis en om beurten gingen we in de teil
in volgorde van jong naar oud. ’s-Winters kwam je uit de keuken met een
handdoek om en ging je voor de kachel staan om op temperatuur te blijven.
Totdat Cees op een kwaad moment tegen de tafel duwde en Gerard met blote billen
op de gloeiende kachel terecht kwam. Dat deed zeer! De blaren waren ruimschoots
aanwezig en hij kwam een tijdje niet op school.
-
Slapen op
zolder
We sliepen op zolder. 1 2 persoons bed en 2 eenpersoons.
Het was vaak keten op zolder. Als het te lang duurde stootte Pa met een
bezemstok tegen het plafond hetgeen weinig oploste. Vervolgens verscheen hij
aan de voet van de trap met de mededeling dat dit de laatste waarschuwing was.
Als het dan nog niet stil was, kwam hij naar boven en greep de eerste die niet
in bed lag. Die kreeg dan met zijn pantoffel. Als je hard schreeuwde was dat
voldoende. Daarna was het wel stil. Pijn deed het nooit. Er werd wel gewaarschuwd
maar nooit echt geslagen.
-
De trap
De trap was bekleed met een cocos
loper. Dat was pijnlijk als je je benen stootte. Op zekere dag struikelde Cees
en viel langs de trap naar beneden. Buurvrouw de Jong was not
amused maar vroeg of hij wel uit wilde kijken voor
haar pas geboende overloop. Neeltje was des duivels. Toen later de familie de
Jong het kolenhok ging reinigen terwijl Neeltje haar was had opgehangen was de
maat vol. CPh ging verhaal halen en dat kwam hem op
een klacht wegens huisvredebreuk te staan.
-
Leren fietsen
Fietsen leerde je op straat. Er waren nog vrijwel
geen auto’s dus je liep weinig risico. Pietjes vader had een klein blauw
fietsje aangeschaft of mogelijk zelf gemaakt. De eerste rondjes werd je ondersteund,
zijwieltjes bestonden toen nog niet, en al snel moest
je alleen. Het fietsje was een doortrapper
met als nadeel dus het ontbreken van een terugtraprem. Het effect was kapotte
enkels, maar je kon wel fietsen.
-
Drollenvangers
en anoraks
Op enig moment kwamen ‘Plusfours’ in de mode en de familie Docter kocht er
meteen 3. Zowel Hans, Cees als Gerard mochten zo’n ‘drollenvanger’ aan. Wanneer
1 van de jongeheren er uitgegroeid was, werd de broek aan de opvolger gegeven.
Zo kreeg Gerard naast de zijne later ook de 2 andere broeken aangemeten. De
laatste broek bleef helaas al na 1 dag in het prikkeldraad hangen. Ook jassen
werden massaal ingekocht. Dus toen de anorak in de mode kwam meteen 3
aangeschaft. Zal Wim ook wel niet gehaald hebben.
-
Markt Spanjaarsstraat
In de Spanjaardstraat was een warenmarkt waar je regelmatig te vinden was. De
kunst was dan om kale kippenpoten te jatten waar je dan rare dingen mee deed
zoals aan je hengel binden als je in de Schie aan het vissen was.
-
De Puin
De Puin is ontstaan door het ‘vergeten’ bombardement in 1943. Door bevriend
vuur werden achter de Schiedamseweg een aantal
huizenblokken vernietigd. Het werd een mooi speelterrein midden in de stad waar je tenten op kon zetten, pannenkoeken bakken en
fikkie stoken zonder dat iemand zich druk maakte. Nou ja, niemand. Neeltje
mopperde wel als je thuis kwam en een uur in de wind stonk. En je had nog wel
zo aan elkaar geroken en speciaal niet in de wind gestaan. In de 2e
helft van de 50’er jaren kwam de woningbouw op gang en verdween de Puin.
Tijdens de bouw kwam nog een grote ronde niet ontlplofte vliegtuigbom te
voorschijn. Het nieuwsgierige publiek werd met een lint op afstand gehouden om
het toneelspel te aanschouwen waar heden ten dage een hele woonwijk ontruimd
zou worden.
-
Het badhuis
In de Bruinstraat was een gemeentelijk badhuis gevestigd. Als kind ging je,
wanneer je de teil ontgroeid was, wekelijks naar deze locatie.Daar mocht je in
20 minuten alle zorgen wegspoelen. Het was een douche maar al snel was ontdekt
dat, wanneer je de afvoer afsloot, er een laag water van ca 15 cm diep ontstond
en je dus al bijna een bad had. Na ruim een uur had de badmeester door dat de
20 minuten wel erg lang duurden en kwam hij op de deur bonsen zodat je snel je
spullen pakte en vertrok.
-
Voetballen op straat
Op straat mocht niet gevoetbald worden, welk verbod doorgaans genegeerd werd.
In de straat waren pakhuizen en die dienden als doel. Dat de stuitende ballen
tot boven in de woningen goed te horen waren en tot groot ongenoegen leidden
was geen issue. Wel werd de politie gebeld. Op enig moment werd een groepje
waaronder Hans en Cees betrapt en die moesten mee naar het bureau Marconiplein
waar zij in een cel gestopt werden. Gerard had franse les op de basisschool en
baalde dat hij de happening gemist had. Rond etenstijd belde de dienstdoend
politieagent aan met de melding dat de beide zoons vast zaten vanwege
voetballen op straat. CPh was niet onder de indruk, vroeg waar de kinderen dan
moesten spelen en meldde dat hij eerst zou gaan eten en daarna Hans en Cees wel
op zou komen halen. Met een “Gaat heen en zondigt niet weder” werden deze weer
losgelaten. Voetbal werd vervolgens vervangen door handbal, want daar was niets
over gezegd.
-
Sinterklaas
Sinterklaas werd uitgebreid gevierd en altijd met gedichten en surprises.
Er werd wat afgeknutseld in huize Docter. Om beurten werd een ieder op de hak
genomen en je moest soms heel ver lopen en lang zoeken om je uiteindelijke
cadeau te vinden. De Docters hielden ook na hun huwelijk deze traditie veelal
in stand en later werden de surprises steeds kunstzinniger.
-
Stoeien met
Cees
Cees wilde altijd vechten. Vanwege de ongelijke strijd
mocht Pietje Gerard helpen. Dat ging goed totdat Cees het te lastig kreeg en
een wat gemenere insteek koos. Gerard sloeg hem hard met een hengeldeel op zijn
hoofd en maakte dat hij wegkwam. Dwars door een weiland en via een heel smal
plankje over de sloot. De voorsprong was voldoende vooral toen bleek dat de
fiets van Cees nog op slot stond. Gerard koos eieren voor zijn geld en kwam die
dag niet meer terug om te vissen. De hengel kwam ’s-middags met ander tuig weer
thuis.
-
Zang bij
kleine stem
Muzikale scholing was een groot goed. Dus als kind werd
je bij de ‘Kleine Stem’ geplaatst. Dit bleek geen succes. Was waarschijnlijk
doel van NG om een halve dag rust te hebben. Drie jongens op zaterdag naar de
kleine stem met een dubbeltje voor de tram. Als ze gingen lopen mochten ze het
dubbeltje houden. Dat werd dus lopen! De zangcarrière van Gerard werd na 4
weken ruw in de knop gebroken. Mogelijkerwijs ten gevolge van gebrek aan
talent. Hij kreeg destijds dan ook geen blokfluit die de anderen wel hadden.
-
Veemarkt
Tijdens de schoolvakanties stond altijd een bezoek aan de veemarkt op de
agenda. Paarden moesten draven en koeien werden gedreven. Er werd ruw met de
dieren omgesprongen en de Dierenbescherming bestond kennelijk nog niet. Een
hele bezienswaardigheid was het toen een boer een rotschop van een paard kreeg
en enige tijd in het café moest bijkomen. Een geliefde activiteit was het laten
zuigen op je hand door een jonge koe. In het begin doodeng omdat je bij een
onverwachte beweging van het kalf zo maar je vingers kwijt zou zijn maar nadat
verteld was dat een koe geen voortanden heeft, ging het wel.
-
Vissen in de
Schie en Kralingse plas
Favoriete plaatsen om te vissen waren de Schie en de Kralingse plas. De paling uit de plas mocht mee naar huis
waarna deze doorgaans gestroopt werd en vervolgens door Neeltje gebakken. 1
Paling overleefde en mocht op het balkon in een teiltje. Om deze te voeren
waren met een schepnetje kleine vorentjes en karpertjes gevangen en er bij
gedaan. Wat waterplanten voltooiden het geheel. De paling had het kennelijk wel
naar zijn zin want hij overleefde de winter.
Op enig moment deed een hond een hap naar de palinghaak
met als gevolg een hond aan de haak.
Gelukkig was de weerhaak niet in de neus gedrongen maar ja wie haalde de
haak uit een gillende hond. Die kwam gelukkig met de schrik vrij.
Vakanties
Vanaf 1956 ging de familie Docter op vakantie naar
Garderen, Putten en Ermelo en juist in de tijd dat Peter Koelewijn zijn grote
hit “Kom van dat dak af” scoorde. Hans en Cees hadden dat begrepen dus toen er
in het huisje buiten een ladder naar de bovenverdieping stond, besloten zij eea te gaan inspecteren. Wisten zij veel dat je niet naast
de balken moest lopen en dat het plafond van zachtboard was, dus zakten zij er
door heen en kon CPh weer eea
uit gaan leggen.
-
Verhuizing
naar Capelle
De verhuizing van Rotterdam naar Capelle aan den IJssel in 1960 was een
cultuurschok. Aan het Meidoornveld waren 4 nieuwe flats gebouwd. Per
woningbouwvereniging waren de woningen toegewezen. De verzuiling was behoorlijk
doorgevoerd dus katholiek bij katholiek, hervormd bij hervormd etc. In de
laatste flat op de 4e verdieping op nr 496
woonden de Docters. Tot en met de 4e verdieping
was wettelijk geen lift verplicht dus was er ook geen lift. Er was wel een
kelder waar het gereedschap en de aardappelen, fietsen etc
stonden. De zondagsrust was in Capelle een groot goed. Vervelender was dat die
toch min of meer opgedrongen werd aan ruimer denkenden.
-
Klaverjassen
Op zondag werd er steevast geklaverjast. 2 en als het zo uitkwam 3 tafels
klaverjassers van ’s-ochtends ca 11.00 uur tot in de avond. Als er 1 naar huis
ging was er altijd wel een ander beschikbaar en anders speelde je met een
boekje.
-
Dansles
Als jongeling ging je op dansles dus ook Cees en Gerard.
Bij Meijer et Fils o.l.v. heer Rodenburg werd eerst
geoefend op de diverse voorgeschreven Foxtrots, Walsen, Tango’s etc en was er later op de avond gelegenheid tot vrij
dansen. Als je vastere verkering had, kreeg je van Rodenburg wat meer ruimte om
inniger te dansen zo lang je tenminste nog op les zat. Zodra de lessen
afgelopen waren werden andere normen gesteld en kreeg je eerst een vriendelijke
vermaning en daarna een verwijzing naar het park. Daar ontmoette Cees Mieke.
Cees had een scooter en dat sprak aan. Toen oma Flach
belangstellend vroeg wat de dagelijkse bezigheden van Cees inhielden was het
antwoord: “Hij werkt bij Moret, ma””. De feestwinkel? vroeg oma geïnteresseerd.
”Nee ma, het accountantsbureau” was het antwoord.
-
Dienstplicht
Als jonge man kreeg je te maken met de militaire
dienstplicht. Hans was bij de marine, Cees was tweede, Gerard derde en Wim de
vierde zoon. Er werden slechts 2 jongens per gezin opgeroepen dus Gerard en Wim
zaten veilig, totdat Cees afgekeurd werd en nr 3
opgeroepen werd. Tot zijn eigen verbazing werd Gerard echter buitengewoon
dienstplichtig, werd daarom niet tot de militaire dienst geroepen maar moest
wel tot aan zijn 30e optreden bij de Bescherming Bevolking. Omdat
buitengewone dienstplicht niet meetelde voor de oproepplicht was uiteindelijk
Wim het haasje.
-
Auto
In 1967 werd de eerste auto aangeschaft. Een rode Volkswagen Kever die 2 jaar later
ingeruild werd voor een witte Volkswagen Kever met een linnen dak. Daar mocht
je toen nog de Beekse Bergen mee in met de loslopende leeuwen. “We letten wel
op jullie”, aldus de bewaking.
Plotseling bleek de benzinepomp te lekken met als gevolg dat de benzine in het
carter liep. Dat ontvet wel maar smeert niet, waardoor een klep verbrandde en
de zuigers vastliepen. In ”overleg” met Cph en
Neeltje werd besloten de reparatie zelf ter hand te nemen. Het alternatief was
de sloop en de auto was inmiddels een geliefd vervoermiddel voor het gehele
gezin. Voorstel was de kelderbox maar na enige emotionele druk werd het de
slaapkamer van Gerard. Een instructieboekje gekocht. Stoeptegels direct onder
de motor geplaatst. 4 Bouten losgedraaid en kabels losgetrokken. De motor op de
tegels laten zakken door de banden leeg te laten lopen en vervolgens met veel
hulp de auto over de motor getild. De motor daarna in de slaapkamer geplaatst en daar geheel gedemonteerd.
Gelukkig was daar neef (kozijn) Peet van Veen want die had er immers verstand
van. Peet had toch ook de spoelpoorten van de brommers gevijld zodat deze, soms
heel tijdelijk, sneller reden. De verbrande klep vervangen de overige kleppen
geschuurd, zuigers en cilinders weer in orde gemaakt en het geheel weer in de
auto geplaatst. Bij het starten bleek de ontsteking nog 180% gekeerd te moeten
worden hetgeen het gevolg was van onduidelijke info in het instructieboekje.
Zit de voorste cilinder nu het dichtst bij of verder weg? De auto reed weer!
Wel had het schoonmaken van de cilinders en zuigers veel beter achterwege
kunnen blijven want hij zoop olie.
MU-42-36
-
In 1968 gingen Martie en Gerard op vakantie naar San Antonio.
In die tijd maakte je moeder je post nog open en toen er een bevestiging van
het reisbureau kwam, nam Neeltje de reservering door. Tot haar schrik bleek er
een 2 persoonskamer geboekt was en als goede moeder belde ze meteen het
reisbureau om de reservering om te zetten naar 2x 1 persoonskamers. Gerard was not amused en moest later weer eea recht gaan zetten met het vriendelijk verzoek aan
Neeltje zich nergens mee te bemoeien.
-
Skiën
In 1985 besloten Martie en Gerard te gaan skiën. Eerst een weekje samen hetgeen goed
beviel. In 1986 samen met Suzanne en Martijn. Omdat Suzanne wat problemen had
met haar grove motoriek, besloot Gerard, geheel tegen alle regels in, dat ze op
een vlak stukje gingen oefenen. Dus geen hellinkje maar volkomen vlak. Suzanne
nam een paar stappen en viel om. Ze begon meteen te roepen dat ze een been
gebroken had. Vanwege de geringe snelheid leek dat onwaarschijnlijk. Toen
Suzanne aanhield, de banaan laten komen en een bezoekje gebracht aan het
ziekenhuis, waar inderdaad een beenbreuk geconstateerd werd. Voor Suzanne was
het over en zat de rest van de week op de bank. Zij ging nooit meer skiën!
Martijn
mocht naar het skiklasje
In 1987 ging de familie weer skiën. Suzanne had haar
mening gewijzigd en ging toch mee. Er lag inmiddels een absoluut verbod om te
gaan oefenen. De eerste dagen verliep alles naar wens. Suzanne en Martijn zaten
in een klasje en dat ging goed. Maandag en dinsdag was het slecht weer, maar
woensdag straalde de zon. Aan het einde van de dag kwam Martijn aanrennen met
de melding dat Suzanne 2 benen gebroken had. Vanwege de geringe snelheid
waarmee dit gebeurde dacht de skilerares aan een sterk overdreven reactie. Voor
de zekerheid de banaan weer opgeroepen en inderdaad 2 benen gebroken waarvan 1
op dezelfde plek als het jaar ervoor. Martie en
Suzanne met de ANWB naar huis, Martijn in het klasje en Gerard vrij skiën. Bij
thuiskomst bleek het verzorgen van Suzanne een te zware last zodat ze alsnog,
zeer tegen haar zin, in het Gelre ziekenhuis opgenomen werd.
Nel, Gerard, Wim (Renswoude?, ca 1956)
Nel, Wim, Gerard (Ermelo 1959?)
De echte Docters
(kerst 2022)
en hier met nazaten en bijvangst
Hans, werkzaam bij koninklijke marine (1963-1969), tram/metrobestuurder, bewaker, geboren op vrijdag 29 september 1944 te Rotterdam, overleden op zondag 4 juli 2021 te Rotterdam, op 77-jarige leeftijd. Hans
(1945) Getrouwd
(1) op 22-jarige leeftijd op woensdag 9 augustus 1967 te Amsterdam met Margaretha
Johanna Cornelia
(Greet) SIERSEMA, 21 jaar oud, geboren op maandag 22 oktober 1945 te
Amsterdam, overleden op 24 juli 2018 te Rotterdam, dr. van Bernhard
VROLIJK en Aletta Elisabeth MOL. 1. Johannes Cornelis, geboren op zondag 5 januari 1968 te Rotterdam, Henegouwerlaan.
Johan, Hans Anita
Christina, geboren op dinsdag 29 juni 1971 te Rotterdam, Henegouwerlaan.
Stanley van Eijsden en Anita Docter
Getrouwd
(2) op 45-jarige leeftijd op maandag 30 oktober 1989
te Rozenburg
met Miecia KIERSNOWSKA, 38 jaar oud, geboren op zaterdag 17 februari 1951 te Kamienna Góra, dr. van Witold KIERSNOWSKI. Waaruit geboren: 2. Michael geboren op donderdag 22 februari 1990 te
Rotterdam, Ikaziaziekenhuis.
Getrouwd
(2) op 45-jarige leeftijd op maandag 30 oktober 1989 te Rozenburg met en gescheiden op 28 februari 2007 te Rozenburg van Mieczyslawa KIERSNOWSKA,
geboren op 17 februari 1951 te Kamienna Góra (Pl), dr. van Witold KIERSNOWSKI en Helena
MICKIEWICZ |
Mr
Cornelis (Kees) Ra, accountant,
ridder in de orde van Oranje Nassau, geboren op donderdag 5 september 1946 te Rotterdam. Ceesje
heel blij met zijn fietsje
Cees en Mieke na 25 jaar huwelijk Alexander, Guido |
Vergeten bombardement
van 31 maart 1943 Het hevigste bombardement Rotterdam na dat van 14 mei
1940 vond plaats op 31 maart 1943. Amerikaanse bommenwerpers uit Groot-Brittannië
voerden die dag een aanval uit op haven- en scheepsbouwinstallaties in een
van de havengebieden in Rotterdam-West.
In plaats van hun doel te raken, het industriegebied tussen Keilehaven en Merwehaven, werd door de Amerikaanse
vliegers grote schade aangericht in nabijgelegen woongebieden, met name het
westelijk deel van de Schiedamseweg
en het westelijk deel van de wijk Bospolder/Tussendijken. Ongeveer 10 ha bebouwd gebied en
8 ha openbare weg werden verwoest en rond de 13.000 mensen raakten dakloos.
Het verwoeste gebied werd begrensd door het Marconiplein, de Mathenesserweg, de Rösener Manzstraat, de Van Duylstraat, de Rosenveldstraat
en de Blokmakerstraat[2] Slachtoffers Het dodental van het
bombardement bedroeg zeker 326.[2] De Rotterdamse brandweerman Gerrit van Ommering was betrokken bij de berging van de
slachtoffers en het zoeken naar overlevenden. Twee dagen na het bombardement vond
hij een nog levend, driejarig meisje dat vijftig uur onder het puin had
gelegen. Een deel van de
slachtoffers werd in een massagraf begraven op
de begraafplaats
Crooswijk. Monument bij gelegenheid
vijftigjarige herdenking Op 31 maart 1993 onthulde
toenmalig premier
Ruud Lubbers een monument in Park 1943 van
kunstenaar Mathieu Ficheroux
ter herinnering aan het bombardement[1].
2e Gijsingstraat met verwoeste panden als gevolg van het
bombardement van 31 maart 1943. Puinruimers aan het werk 2e
Gijshingstraat gezien vanuit de Bussinghstraat Bruijnstraat met gemeentelijk badhuis Het gemeentelijk badhuis aan de Bruijnstraat was
vermoedelijk een oplossing voor vele gezinnen. In plaats van de wekelijkse
teilbeurt in de keuken was daar het Badhuis. Het water voor de teil werd op
het gasfornuis verwarmd (geysers waren nog geen
gemeengoed) en de kinderen gingen achter elkaar in de teil met hetzelfde water.
Als jongere ging je later (wekelijks) naar het badhuis voor een schrobbeurt.
Aangegeven stond een verblijf 20 minuten mocht duren. Na zo’n 90 minuten werd
je door de badmeester dringend verzocht weer te vertrekken. Dat het badhuis een belangrijke functie had moge blijken uit de vele
objecten die na het sluiten in het gemeentelijk museum opgenomen zijn. De
badmatten, het gevelbord, de witte deur van de badcel en het witte badbankje waren kennelijk belangrijk genoeg om bewaard te
blijven voor het nageslacht. Verder ontbrak het reglement niet en was er een
duidelijke oproep om vooral niet te zingen tijdens het ‘baden’ maar de stilte
te bewaren.
|
Generatie
II |
2 Arend DOCTER, broodbezorger, geboren op vrijdag 10 juni
1881 te Rotterdam[4], gedoopt
(nh) op zondag 24 juli 1881 te Rotterdam, Oosterkerk,
overleden op woensdag 24 januari 1945 te Rotterdam op 63-jarige leeftijd.
Arend
woonde aanvankelijk tot ca 1900 bij zijn moeder in de Marnixstraat. Vervolgens
woonde hij in bij Arie van de Bos en verhuisde vervolgens naar de burgemeester
Rijnkade nr 20 en later naar de Palissanderstraat 18b.
Inschrijving
in de militaire zaken registratie
Index op personen in het Lotingsregister, Rotterdam, archief 356,
inventarisnummer 321, folio 396
zoon van Cornelis DOCTER (zie 4) en Heintjen HEUKELS (zie 5).
Getrouwd op 31-jarige leeftijd op woensdag 7 augustus 1912 te Rotterdam[5]
met de 27-jarige
3 Anna DELWEL, geboren op zaterdag 11
april 1885 te Kralingen, overleden op woensdag 1 oktober 1941 te Rotterdam op
56-jarige leeftijd[6], dr. van
Philippus DELWEL (zie 6) en Francina FLOHIL (zie 7).
Waaruit geboren:
1. |
Cornelis Philippus (Kees) (zie 1). Arend Docter, Cornelis Ph Docter en Anna Delwel
Cornelis Ph Docter Cornelis Ph. al vroeg te paard
Cornelis Ph. op de voorlaatste rij 2e
van rechts (ca 1925) |
2. |
Philippus Cornelis (Flip), geboren op donderdag 2 augustus 1923 te Rotterdam,
overleden op woensdag 8 februari 1950 te Rotterdam op 26-jarige leeftijd[7]
[8].
Philippus Cornelis
|
Arend gebruikte als broodbezorger een hondenkar
Op
schilderijen van Rotterdam van vroeger zijn regelmatig trekhonden te zien. Ze
worden gebruikt om karren met vracht voort te trekken. Vooral in de 19e en 20e
eeuw zijn hondenkarren veel gebruikt.
In allerlei branches die last te vervoeren hebben, worden
trekhonden ingezet. Op een foto van de bekende Rotterdamse fotograaf Henri Berssenbrugge uit 1912 is te zien hoe trekhonden wachten op
vracht bij de Melkmarkt aan de Coolvest.
Die foto is nu te zien op de tentoonstelling over de
Coolsingel in Museum Rotterdam. Rob Noordhoek van het museum: "In de binnenstad met
kleine steegjes en kleine straatjes was een hondenkar veel handzamer dan een
paardenkar.
En een
hond was veel goedkoper. Je had er geen stal voor nodig en ze hoefden geen
speciaal eten. Het was een goedkoop lastdier voor de kleinere
ondernemers."
Al in 1864 is er aandacht voor het welzijn voor de dieren.
Een ingezonden brief in de krant is ondertekend door Sultan, Nero en Diana. Zij
roepen uit naam van de Gecommiteerden der Rotterdamsche Honden-Conférie de
lezers op om zelf waar te nemen hoezeer de trekhonden te lijden hebben.
De Gecommiteerden menen dat het tijd is voor een
dierenwelzijnswet. Ze vinden dat de politiek in Rotterdam zich moet inspannen
voor het belang van de Rotterdamse hond. Het duurt nog tot 1911 voordat de
Trekhondenwet wordt ingevoerd.
Noordhoek:
"Die wet regelt dat de honden niet worden mishandeld, dat hun tuig aan
voorwaarden voldoet en dat ze een dierwaardig bestaan kunnen leiden." De
wet wordt nauwelijk gehandhaafd.
In 1912 wordt de Anti-Trekhondenbond opgericht, later
omgedoopt tot Bond tot Bescherming van Honden. Doel van deze bond is het
afschaffen van trekhonden. Kleine ondernemers die voor hun broodwinning hun
hondenkar niet kunnen missen, krijgen van de bond een bakfiets.
De
politiek roert zich voorzichtig. "In Rotterdam doet de protestpartij Rapaljepartij in de jaren twintig een oproep tot een zes-urige werkdag voor trekhonden", weet Noordhoek.
Na de
Tweede Wereloorlog zie je nauwelijks trekhonden meer
in Rotterdam. Dat heeft meer te maken met de beschikbare alternatieven om
vracht te vervoeren, dan met dierenwelzijn.
Het
verbod op het gebruik van honden als trekkracht wordt in Nederland in 1962 van
kracht. Dat is laat in vergelijking met andere landen. In bijvoorbeeld Engeland
en Frankrijk is de honderkar al in de negentiende
eeuw verboden.
Arend Docter en Anna
Delwel
Generatie
III |
4 Cornelis DOCTER, sjouwer,
pakhuisknecht, geboren op zaterdag 29 september 1838 te Deventer[9],
overleden op donderdag 5 januari 1899 te Rotterdam op 60-jarige leeftijd[10].
Cornelis
en Heintjen vertrekken op 19 juli 1867 naar
Rotterdam.
Zij wonen achtereenvolgens in de Sophiastraat nr 54,
51a (20 maart 1883), 49a (21 augustus 1886) en tenslotte Marnixstraat 49.
zn. van Jan DOCTER (zie 8) en Derkje(n) (Dirkje) GERRITS (zie
9).
Getrouwd op 25-jarige leeftijd op donderdag 4 februari 1864 te Deventer[11]
met
de 25-jarige
5 Heintjen
HEUKELS, geboren op dinsdag 22 mei 1838 te Deventer, overleden op dinsdag
29 augustus 1905 te Rotterdam op 67-jarige leeftijd[12],
dr. van Wolter HEUKELS (zie 10) en Antonia Cathariena (Catriena) HAMER (zie 11).
Waaruit geboren:
1. |
Jan,
schoenmaker, geboren op zondag 23
oktober 1864 te Deventer[13],
overleden op maandag 22 augustus 1949 te Rotterdam op 84-jarige leeftijd. |
2. |
Wolter, geboren op zondag 23 oktober 1864 te Deventer, overleden
op woensdag 3 oktober 1894 te Rotterdam? op 29-jarige leeftijd. |
3. |
Derkje, geboren op vrijdag 4
januari 1867 te Deventer, overleden op maandag 15 april 1867 te Deventer, 101
dagen oud. |
4. |
Antonia Catharina (Toos), geboren op vrijdag 21 februari 1868 te Rotterdam,
overleden op maandag 28 maart 1932 te Rotterdam op 64-jarige leeftijd. |
5. |
Cornelis Hendrik, geboren op dinsdag 12 april 1870 te Rotterdam, overleden
op dinsdag 25 oktober 1881 te Rotterdam op 11-jarige leeftijd. |
6. |
Gerrit Jan, timmermansknecht, geboren op maandag 4 maart 1872 te Rotterdam, overleden
op donderdag 3 maart 1949 te Rotterdam op 76-jarige leeftijd. |
7. |
Dirk,
meubelmaker, geboren op woensdag 1
april 1874 te Rotterdam, overleden op maandag 30 april 1956 te Rotterdam op
82-jarige leeftijd. |
8. |
Hendrik, bierbrouwersknecht, geboren op dinsdag 16 mei 1876 om 2122 uur te Rotterdam,
overleden op dinsdag 7 januari 1964 te Gouda op 87-jarige leeftijd, woont in de Berkelstraat, Jofferdwarsstraat 44. |
9. |
Johanna (Anna), geboren op zondag 6 oktober 1878 om 4428 uur te
Rotterdam, overleden 1950-60.
zoon
van Nicolaas Johannes van der HORN en Sophia Paulina ROUW. {Hij
was eerder getrouwd ca 1895 met Anna van GESTEL,
geboren ca, overleden op dinsdag 12 augustus 1902 te Ede, dr. van Dirk van GESTEL, koopman, en Petronella
de LEEUW. Hij was eerder getrouwd op 31-jarige leeftijd op woensdag 23
maart 1904 te Amsterdam. Hij was eerder getrouwd op 31-jarige leeftijd op
woensdag 23 maart 1904 te Amsterdam met Mechelina BERGERS, overleden op woensdag 11
april 1923 te Rotterdam. Hij was eerder getrouwd op 52-jarige leeftijd op
woensdag 3 december 1924 te Rotterdam.} |
10. |
Arend (zie 2). |
11. |
Reinier, geboren op vrijdag 10 juni 1881 te Rotterdam, overleden
op dinsdag 5 februari 1884 te Rotterdam op 2-jarige leeftijd. |
6 Philippus DELWEL, arbeider, geboren op vrijdag 28
december 1855 te Hillegersberg[18],
overleden op dinsdag 6 maart 1928 te Rotterdam op 72-jarige leeftijd[19],
zn. van Philippus DELWEL (zie 12) en Anna
(Johanna) ZOET (zie 13).
Francina Flohil en Philippus Delwel
Francina Flohil en Philippus Delwel
Getrouwd op 20-jarige leeftijd op donderdag 10 augustus 1876 te Hillegersberg
met
de 18-jarige
7 Francina
FLOHIL, geboren op vrijdag 30 juli 1858 te Ouwerkerk, overleden op maandag
23 november 1953 te Rotterdam op 95-jarige leeftijd
dr.
van Jan FLOHIL (zie 14) en Dirkje
KUIJPER (zie 15).
Waaruit geboren:
1. |
Jan,
geboren op vrijdag 11 augustus 1876 te Kralingen, overleden op dinsdag 1
december 1953 te Rotterdam op 77-jarige leeftijd. |
2. |
Philippus, geboren op donderdag 1 augustus 1878 te Kralingen, overleden
op donderdag 19 november 1925 te Rotterdam op 47-jarige leeftijd. |
3. |
Dirk,
geboren op maandag 21 juni 1880 te Kralingen. |
4. |
Willem, geboren op vrijdag 8 december 1882 te Kralingen,
overleden 1967 te Rotterdam.
|
5. |
Anna (zie 3). |
6. |
Dirkje (Dit), geboren op vrijdag 15 juni 1888 te Kralingen. |
7. |
Cornelia, geboren op vrijdag 17 oktober 1890 te Kralingen,
overleden op woensdag 31 maart 1943 te Rotterdam op 52-jarige leeftijd.
|
8. |
Eva (tante Eef), geboren op zondag 30 april 1893 te Kralingen. Eva
Delwel
Eva
Delwel en Jacobus ter Wee
Eva Delwel (ca 1983) Eva en Jaap hebben vele jaren in de Sionstraat gewoond |
9. |
Hugo,
geboren op vrijdag 3 januari 1896 te Kralingen, overleden op zondag 10 april
1966 te Rotterdam op 70-jarige leeftijd. |
Francientje,
Anna Delwel, Francina Flohil
Dirkje, Neeltje, Eva en Anna Delwel
Francina
Flohil
Veenpad 51 (huisje van fam Delwel)
Francina
Flohil, Jacobus Ter Wee, Eva Delwel
Eva Delwel, Francina Flohil, Jacobus Ter Wee
HET PAUPERPARADIJS: Heropvoeding van armen in de negentiende eeuw
Het
pauperparadijs is een synoniem voor de gestichten in Veenhuizen waar de armen
van de maatschappij gedwongen in werden opgenomen. Op meerdere plekken in
Nederland waren buurten vergelijkbaar met het pauperparadijs als onderdeel van
‘de Maatschappij van Weldadigheid’, een idee van Johannes van den Bosch met als
doel de armoede in Nederland uit te roeien. In dit pauperparadijs werden
duizenden arme gezinnen, weeskinderen en anderen armen al dan niet gedwongen
opgenomen voor een heropvoedingstraject.
Na de Franse overheersing kwam de Nederlandse economie in
een zware crisis terecht. Dit had grote invloed op de welvaart en de
economische gesteldheid van de Nederlanders. Het aantal arme Nederlanders
groeide. Johannes van den Bosch kwam in 1818 met dé oplossing voor dit
probleem: ‘de Maatschappij van Weldadigheid’. Een gebied op het platteland waar
de armen van de samenleving (vaak afkomstig uit de steden) al dan niet
gedwongen te werk gesteld zouden worden. Het plan werd door van den Bosch
voorgelegd aan Koning Willem I door middel van een verzoekschrift met de
volgende aanhef: “Een aanzienlijk getal onderdanen van Uwe Majesteit hebben
zich vereenigd om een Maatschappij van Weldadigheid opterichten onder de bescherming van zijne Koningklijke Hoogheid Prins Frederik, met oogmerk om aan de
talrijke klassen van behoeftige ingezetenen arbeid te verschaffen.”
Door middel van een geldinzamelingsactie, wat wij vandaag
de dag een crowdfunding zouden noemen, konden de
rijken van de maatschappij een stuiver per week bijdragen waarmee Van den Bosch
de heropvoeding van de paupers zou bewerkstelligen. Zo’n 20.000 rijken waren
bereid dit te doen. Op 18 augustus 1818 kocht hij langoed
Westerbeeksloot waar hij kolonistenwoningen op liet bouwen. In deze
‘proefkolonie’ huisvestte zich vanaf 29 oktober 1818 de door Van den Bosch
‘uitverkoren’ gezinnen die mee mochten doen aan dit experiment. Toen de
‘proefkolonie’ als experiment succesvol bevonden werd besloot van den Bosch
meerdere gebieden op te kopen om daar ook koloniën te stichten: het huidige
Frederiksoord, Wilhelminaoord, Boschoord en Willemsoord bijvoorbeeld, maar ook
gebieden in het huidige België.
Om Nederland volledig armoedevrij te maken was het niet
alleen noodzakelijk om de armen aan het werk te zetten in de koloniën, maar ook
om hen her op te voeden. Alleen op deze manier konden zij hun verdere leven
armoedevrij zijn. Om deze reden werden er in de koloniën scholen opgericht. De
armen leerden lezen en schrijven maar er waren bijvoorbeeld ook
beroepsopleidingen om zo hun kansen in het leven te vergroten. Niet iedereen
was echter positief over dit paradijs: “De kolonist Piets Arends vond dat het
leven in de kolonie hem mooier was voorgespiegeld dan het in werkelijkheid was.
Toen hij hierover zijn beklag deed in een brief aan zijn zuster kwam dit de
leiding van de kolonie ter ore. Het kwam hem op een flinke schrobbering van de
directeur van de kolonie te staan, die geen goed woord voor hem over had en hem
‘een grote domme luiaard’ noemde.”
Van den Bosch kwam er al snel achter dat de ruimte die
hij bezat te beperkt was om alle armen onder te brengen. Hij richtte in
Veenhuizen en Ommerschans grootschalige koloniën op. In Veenhuizen deed hij dat
door gestichten op te kopen. Alleen hier was er al ruimte voor zo’n 8000-9000
mensen. Op dat moment bleek dat “de paupers die goed in staat waren te werken
niet wilden komen.” Gedreven om zijn plan te laten slagen wist hij de koning
ervan te overtuigen dat weeskinderen beter af waren in de frisse buitenlucht in
Veenhuizen dan in de stad. Koninklijk besluit maakte het vervolgens mogelijk
dat alle wezen en verlaten kinderen ouder dan zes jaar naar Veenhuizen gestuurd
werden. In feite waren Veenhuizen en Ommerschans dan ook ‘onvrije koloniën’.
Landlopers, bedelaars, weeskinderen of kolonisten die niet goed functioneerden
in de vrije koloniën kwamen hier terecht en werden hier aan het werk gezet.
Generatie
IV |
8 Jan DOCTER, zetschipper, geboren op dinsdag 31 december
1805 te Genemuiden, (gezindte: ng), overleden op
dinsdag 1 december 1891 te Deventer op 85-jarige leeftijd, zn. van Arent Jan DOCTER (zie 16) en Aaltje
Cornelis NIJBOER (zie 17).
Getrouwd
op 24-jarige leeftijd op dinsdag 1 juni 1830 te Deventer[20]
(getuige(n): Jacob Snorbos)
met
de 25-jarige
9 Derkje(n)
(Dirkje) GERRITS, geboren op maandag 2 juli 1804 te Voorst, gedoopt (ng) op zondag 15 juli 1804 te Voorst, overleden op zaterdag
11 september 1880 te Deventer op 76-jarige leeftijd[21],
dr. van Jan GERRITS (zie 18) en Jenneken WILLEMS (BARLOO) (zie 19).
Waaruit geboren:
1. |
Arend Jan, schipper, kapitein op een stoomboot, werkman, geboren op
zondag 15 augustus 1830 te Deventer[22],
overleden op vrijdag 30 mei 1913 te Deventer op 82-jarige leeftijd. |
2. |
Johanna, geboren op zaterdag 6 juli 1833 te Deventer[23],
overleden op donderdag 28 november 1907 te Rotterdam op 74-jarige leeftijd, vertrekt
in 1867 naar Rotterdam. |
3. |
Aaltjen, geboren op maandag 20
april 1835 te Deventer[24],
overleden op vrijdag 2 oktober 1846 te Deventer op 11-jarige leeftijd. |
4. |
Jenniken, geboren op maandag 10
april 1837 te Deventer[25],
overleden voor 15-05-1919, overleden tussen 1883 en 1919, vertrekt in
1867 naar Rotterdam. Getrouwd
op 36-jarige leeftijd op woensdag 1 april 1874 te Rotterdam met Johannes van WALSUM, 25 jaar oud, boekhouder, geboren
op woensdag 6 september 1848 te Rotterdam, overleden op zaterdag 14 oktober
1893 te Amsterdam op 45-jarige leeftijd, zn. van Jan
van WALSUM (Walsem) en Maria
Joanna van der STEEN. |
5. |
Cornelis (zie 4). |
6. |
Henderika Margrita, geboren op maandag 9
maart 1840 te Zaandam, overleden op donderdag 28 maart 1844 te Duur-Olst op
4-jarige leeftijd. |
7. |
Jacoba, geboren 0 maart 1842 te Kampen, overleden op woensdag 18
mei 1842 te Deventer. |
8. |
Hendrika Margrieta, dienstbaar, geboren op
woensdag 24 april 1844 te Deventer. |
10 Wolter HEUKELS, timmerman,
geboren op zondag 9 december 1810 te Deventer, overleden op maandag 22 mei 1854
te Deventer op 43-jarige leeftijd
zn.
van Hendrik HEUKELS (zie 20) en Reiniertje / Reintje
OLTHOF (zie 21).
Getrouwd op 26-jarige leeftijd op donderdag 6 april 1837 te Deventer
met
de 28-jarige
11 Antonia Cathariena
(Catriena) HAMER, dienstbaar, winkelierster,
grootburgeres van Deventer,
geboren op woensdag 28 december 1808 te Deventer, gedoopt te Deventer,
overleden op maandag 4 april 1853 te Deventer op 44-jarige leeftijd
dr.
van Gerrit Jan HAMER (zie 22) en Isabella
WILMINK (zie 23).
Waaruit geboren:
1. |
Heintjen (zie 5). |
2. |
Isabella, geboren op woensdag 22 januari 1840 te Deventer, overleden
op dinsdag 28 januari 1840 te Deventer, 6 dagen oud. |
3. |
Gerrit Jan, geboren op maandag 18 januari 1841 te Deventer,
overleden op woensdag 16 februari 1842 te Deventer op 1-jarige leeftijd. |
4. |
Gerrit Jan, timmerman, geboren op maandag 16 oktober 1843 te
Deventer, overleden op woensdag 1 maart 1933 te Deventer op 89-jarige
leeftijd. |
5. |
Hendrik, geboren op dinsdag 18 november 1845 te Deventer,
overleden op zondag 18 oktober 1846 te Deventer, 334 dagen oud. |
6. |
Reintje, geboren op woensdag 13
oktober 1847 te Deventer. |
7. |
Bertha, geboren op woensdag 21
juli 1852 te Deventer, overleden op dinsdag 5 april 1853 te Deventer, 258
dagen oud. |
Klooster 3
De burgers van Deventer
In vroeger tijden waren mensen
ingezetenen of burger van een plaatselijke gemeenschap, niet van een groter
geheel als een provincie of land. Zo kende de
stad Deventer ingezetenen en burgers. Eerstgenoemden hadden wel toestemming
gekregen om binnen de stad te wonen, maar ze hadden er verder geen rechten.
Burgers daarentegen mochten zonder beperkingen in de stad handel drijven, waren
vrijgesteld van de betaling van tolgeld dat de stad hief en mochten tot 1545 de
stadsweiden gebruiken. Die weiden waren stroomopwaarts, gelegen aan weerszijden
van de IJssel (dus in de richting van Gorssel en Wilp). Het jaar 1545 viel in
de bloeitijd van Deventer. Het burgerschap was geliefd en het aantal burgers
nam snel toe. Velen van hen maakten gebruik van hun recht om vee op de
stadsweiden te laten grazen en op die weiden werd het dan ook steeds drukker
met koeien en paarden. Daar wilde de stad iets aan doen. Zo kon het gebeuren,
dat in 1545 de stedelijke regering een onderscheid aanbracht tussen de burgers:
grootburgers mochten in het vervolg wel, maar kleinburgers niet meer de weiden
gebruiken. Vandaar dat deze twee soorten Deventenaren
ook bekend stonden als gras-, respectievelijk halfburgers.
Het verschil kwam niet alleen tot uitdrukking in het beschikken over meer of
minder rechten, maar ook in een hogere dan wel een lagere koopprijs voor het
burgerrecht. Het tweede verschil tussen beide categorieën van stedelingen
ontstond in 1560, toen het Burgerweeshuis werd opgericht voor uitsluitend wezen
van grootburgers. Alleenstaande kinderen van kleinburgers, van
ingezetenen en van overleden ouders zonder band met Deventer moesten zich maar
wenden tot het armbestuur en konden vanaf 1679 worden opgenomen in het
Kinderhuis. et grootburgerrecht ging over op in Deventer geboren wettige
kinderen waarvan de vader dat recht bezat. De stad kon het recht ook cadeau
doen. Dan gold het als een secundaire arbeidsvoorwaarde voor van elders komende
functionarissen, bijvoorbeeld voor ambtenaren, organisten en hoogleraren. In de
17e en 18e eeuw moest een toekomstige grootburger naar het stadhuis komen met
zijn eigen geweer (als teken dat hij de stad wilde helpen verdedigen) en met
twee brandemmers in de hand (als teken dat hij bereid was om mee te helpen met
de brandweer). Aldus toegerust legde de nieuweling voor de stadsregering de burgereed af. In het midden van de negentiende eeuw
hielden steeds minder stedelingen vee. Na veel discussie heeft de gemeenteraad
in 1866 een nieuwe regeling vastgesteld die nog steeds van toepassing is. Het
verkopen of schenken van het grootburgerrecht werd beëindigd. Degenen die nog
over dit recht beschikten mochten kiezen tussen een jaarlijkse uitkering van
dertig gulden of het weiden van een paard.
Grootburger is men nu wanneer men wettig afstamt
van één van de in 1866 als zodanig geregistreerde families, te Deventer is
geboren en er een zelfstandige huishouding voert. De vererving geschiedt in
mannelijke lijn. Bij vrouwen wordt het recht slapend door huwelijk. Voert de
dochter van een grootburger in ongetrouwde staat een zelfstandig huishouden,
dan heeft zij wel recht op een uitkering. Dat geldt ook wanneer zij weduwe of
wettig gescheiden is. Grootburgers die de stad verlaten, kunnen weer één jaar
nadat zij zijn teruggekomen aanspraak maken op hun recht.
Geleidelijk daalt
het aantal grootburgers. Door het uitsterven, maar vooral door het verhuizen
van families uit de gemeente is hun aantal nu nog 116 en behoren zij tot 30
verschillende families. Tenminste één grootburger laat elk jaar nog een paard
weiden. De uitvoering van de regeling van het recht is in handen van de
afdeling Burgerzaken van de gemeente. Eens in de vijf jaar nodigen burgemeester
en wethouders alle grootburgers uit voor een feestelijke bijeenkomst in het
stadhuis. Iemand houdt daar een inleiding, één van de aanwezigen krijgt haar of
zijn uitkering in contanten uitbetaald en allen ontmoeten elkaar tijdens een
receptie. Zo houdt de gemeente Deventer dit historische recht, herinnering aan
een lange en rijke geschiedenis, in ere.
Grootburgers van
Deventer kunnen aanspraak maken op een jaarlijkse uitkering van € 13,61. De
gemeenteraad heeft op 15 februari 1866 besloten de rechten van de grootburgers
tot het drijven van vee op stadsweiden te vervangen door een jaarlijkse
vergoeding. Dit raadsbesluit is nog steeds geldig.
12 Philippus DELWEL, Sjouwer,
schipper, scheepstimmerman, geboren op dinsdag 9 mei 1815 te Hillegersberg,
overleden op maandag 5 maart 1894 te Kralingen op 78-jarige leeftijd, zn. van Joannes (Jan) DELWEL (zie 24) en Johanna (Anna) van der LUGT (zie 25).
Getrouwd op 19-jarige leeftijd op zaterdag 21 februari 1835 te Kralingen
met de
20-jarige
13 Anna (Johanna) ZOET,
geboren op maandag 30 mei 1814 te Ouderkerk ad IJssel, overleden op maandag 15
januari 1894 te Kralingen op 79-jarige leeftijd, dr. van Jan ZOET (zie 26) en Anna DEKKER (zie 27).
Waaruit geboren:
1. |
Johannes, slepersknecht,
melkventer,
geboren op vrijdag 19 december 1834 te Kralingen, overleden op vrijdag 19
februari 1915 te Rotterdam op 80-jarige leeftijd. |
2. |
Johanna, geboren op dinsdag 9
februari 1836 te Hillegersberg, overleden op maandag 29 mei 1905 te Rotterdam
op 69-jarige leeftijd. |
3. |
Eva, geboren op vrijdag 15
december 1837 te Kralingen, overleden op donderdag 27 juni 1839 te Kralingen
op 1-jarige leeftijd. |
4. |
Wilhelmina, geboren op woensdag 16
januari 1839 te Kralingen, overleden op donderdag 9 mei 1839 te Kralingen,
113 dagen oud. |
5. |
Eva, geboren op zondag 15
maart 1840 te Hillegersberg, overleden op zondag 11 oktober 1914 te Rotterdam
op 74-jarige leeftijd. |
6. |
Klazina, dienstbode, geboren op dinsdag 1 maart
1842 te Kralingen, overleden op maandag 8 april 1907 te Rotterdam op
65-jarige leeftijd. |
7. |
Willem, los werkman,
bootwerker,
geboren op donderdag 6 juni 1844 te Kralingen, overleden op zaterdag 10
december 1910 te Kralingen op 66-jarige leeftijd. |
8. |
Antonia, geboren op dinsdag 17
november 1846 te Hillegersberg, overleden op dinsdag 25 september 1900 te
Rotterdam op 53-jarige leeftijd. |
9. |
Maria, geboren op woensdag 27
september 1848 te Hillegersberg, overleden op dinsdag 25 maart 1913 te
Rotterdam op 64-jarige leeftijd. |
10. |
Cornelia, geboren op zaterdag 31
augustus 1850 te Hillegersberg, overleden op donderdag 2 mei 1929 te
Rotterdam op 78-jarige leeftijd. |
11. |
Wilhelmina, geboren op zaterdag 12
februari 1853 te Hillegersberg, overleden op maandag 15 mei 1911 te Rotterdam
op 58-jarige leeftijd. Getrouwd (2) op 30-jarige
leeftijd op woensdag 19 december 1883 te Kralingen met Leendert
den OUTER, zn. van Leendert
den OUTER en Ariaantje de HEUS. |
12. |
Philippus (zie 6). |
13. |
Elizabeth, geboren op dinsdag 15
december 1857 te Hillegersberg, overleden op zaterdag 19 december 1857 te
Hillegersberg, 4 dagen oud. |
14 Jan FLOHIL, geboren op woensdag 5
augustus 1835 te Ouwerkerk, overleden op zaterdag 31 oktober 1874 te Kralingen
op 39-jarige leeftijd, begraven op maandag 2 november 1874 te Kralingen,
arbeider, vertrekt op 3 maart 1866 naar Kralingen
zn. van Leendert FLOHIL (zie 28) en Francina DAZE (zie 29).
Getrouwd op 22-jarige leeftijd op woensdag 31 maart 1858 te Ouwerkerk
met de
22-jarige
15 Dirkje KUIJPER, geboren op vrijdag
15 januari 1836 te Ouwerkerk, overleden op zaterdag 25 april 1874 te Kralingen
op 38-jarige leeftijd, dr. van Hugo KUIJPER (zie 30) en Wilhelmina Huberdina HEULE (zie 31).
Waaruit geboren:
1. |
Francina (zie 7). |
2. |
Hugo, geboren op maandag 2 januari
1860 te Ouwerkerk, overleden op woensdag 1 augustus 1866 te Rotterdam op
6-jarige leeftijd. |
3. |
Leendert
Frans,
geboren op vrijdag 18 januari 1861 te Ouwerkerk, overleden op woensdag 7
oktober 1868 te Rotterdam op 7-jarige leeftijd. |
4. |
Willem
Hubert,
geboren op maandag 18 januari 1864 te Ouwerkerk, overleden op woensdag 11
september 1929 te Rotterdam op 65-jarige leeftijd.
De inschrijving in
de burgerlijke stand van Rotterdam vermeldt Ouwerkerk aan den IJssel (=
Zeeland) Willem
Hubert wordt op 28 februari 1895 ingeschreven in Kralingen. Aanvankelijk
woonde hij in bij Philippus Delwel en later in
het tehuis voor ouden |
5. |
Cornelis
Josua, geboren op maandag 18
juni 1866 te Kralingen, overleden op maandag 15 februari 1892 te Kralingen op
25-jarige leeftijd.
|
Willem
Hubert Flohil (1864) met Cornelis Philippus Docter
(ca 1920
Francina
Flohil, Eva Delwel en
Philippus Delwel (ca 1920)
Generatie
V |
16 Arent Jan DOCTER, schipper, geboren op maandag 26
oktober 1778 te Veessen, gedoopt (ng) op zondag 1
november 1778 te Veessen.
Jan Docter verkoopt op 31 januari 1811 samen met
Lambert en Arend Docter voor f600 publiek aan Jan Slot en Leida
de Weert een buitendijks huis en grond te Veessen[26]
zoon van Jan DOCTER (zie 32) en Gerritjen van SCHOONHOVEN (zie 33).
Ondertrouwd op zaterdag 26 oktober 1805 te Deventer, getrouwd 0 november 1805
te Deventer met
17 Aaltje Cornelis NIJBOER, geboren
1788 te Genemuiden, overleden op woensdag 1 oktober 1856 te Deventer
dr. van Cnelis Hendriks (Knelis, Cornelis)
NIJEBOER
(zie 34) en Geesken Alberts van den BERG (Assenberg) (zie 35).
Waaruit geboren:
1. |
Jan (zie 8). |
2. |
Gerrigje, geboren op woensdag 27
januari 1808 te Genemuiden (gezindte: ng),
overleden op vrijdag 13 februari 1874 te Zwartsluis op 66-jarige leeftijd. |
3. |
Cornelis, beurtschipper op
Amsterdam, geboren op zondag 29 oktober 1809 te Genemuijden
(gezindte: ng), overleden op woensdag 27 februari
1856 te Apeldoorn op 46-jarige leeftijd,
|
4. |
Gerrit, schipper, geboren op
zondag 20 oktober 1811 te Genemuiden (gezindte: ng),
overleden op maandag 26 maart 1860 te Kampen op 48-jarige leeftijd. Getrouwd (2)
op 33-jarige leeftijd op zaterdag 4 oktober 1845 te Zwartsluis met Roelina Helena ter STEGE
(ter Steeg), 34 jaar oud, geboren op woensdag 13 maart 1811 te Hoogeveen, dr.
van Albertus Johannis ter
STEGE en Jantien ter HOORN. {Zij was eerder
getrouwd op 25-jarige leeftijd op maandag 18 april 1836 te Zwartsluis met Peter Johannes SCHMITZ, 32 jaar oud, geboren op
zondag 30 oktober 1803 te Burscheid, zn. van Johann Peter SCHMITZ en Anna
Christina FRITZ. Zij is later getrouwd op 53-jarige leeftijd op woensdag
14 december 1864 te Amsterdam met Hendrikus Lubertus LOODEWIJK, geboren ca 1806 te Haarlem}. |
18 Jan GERRITS, daghuurder, geboren op woensdag 29 april 1772 te Broek-Voorst, gedoopt
(ng) op zondag 3 mei 1772 te Voorst, 29/03 mei
1772 Jan Gerrit Jan Berends Derkjen Lammers[27], overleden op zaterdag 17
februari 1849 te Terwolde op 76-jarige leeftijd, 76 jr.
Van
Lammert Arens, ontfangen het jaar pagt
van de Ledige Hofstede,
verschenen Petri 1814 10=0=0
verschenen Petri 1815 en 1816 20=0=0
1815 den 27 September bovenstaande stuk land de ledige Hofstede verpagt aan Arent Reuvekamp voor ses jaaren, jaarlijks voor 15
gulden, aanvang nemende Petri 1816.
1816 den 11 April ontfangen Petri 1817 15=0=0
en Petri 1818 15=0=0
1819 den 23 Januarij ontfangen
Petri 1819 15=0=0
Verrekent in 1819.
Nu Jan Garrits (Reuvekamp)
Pauwel.
1823
Mai 10 De pagt verschenen in onderscheiden
termijnen betaald 1820 f. 15,=
1821 15,=
1822 15,=
1823 15,=
1824 15,=
1825 15,=
1826 15,=
Verrekend 20 Julij 1827.
1831 Julij 21 1827 f. 15,=
1828 15,=
1829 15,=
In mindering op 1830 2,=
Bij marken resolutie van 23 Mei 1835 is de resterende pacht kwijtgescholden.
Het
gebruik
De
tekst in zwart is de tekst, zoals deze in de markeboeken
staat opgetekend. De tekst in blauw betreft de beeldgegevens.
Achter
in het tweede deel wordt opnieuw begonnen met paginering in een omgedraaid markeboek. Bij de transcriptie moet de
tekst
van achter naar voren worden gelezen. Het betreft de beeldnummers 143159.
Begin hier met het lezen van de transcriptie
van
beeldnummer 159 linkerzijde, lees vervolgens de transcriptie van beeldnummer
158 rechterzijde, 158 linkerzijde en zo
verder.
Inleiding:
Lang
werd gedacht dat de markeboeken van Appen verloren
waren gegaan. Er bevinden zich echter nog twee markeboeken
in
particulieer bezit. Deze betreffen de periode
16311846.
Het
eerste deel, dat de periode 16311732 beslaat, begint met een afschrift van
het markerecht, dat in 1566 werd vastgesteld. Het tweede deel begint in 1733 en
eindigt met de verdeling van de markegronden en de opheffing van de markeorganisatie in 1846.
De
twee markeboeken zijn in 2012 gedigitaliseerd. Hoewel
de markeboeken dus niet in fysieke vorm aanwezig zijn
in het
gemeentearchief,
is er wel een digitale versie beschikbaar. Deze digitale versie is te
raadplegen in de studiezaal.
De
gedigitaliseerde markeboeken zijn in de periode 2012
- 2013 getranscribeerd door de heer B.W. van 't Erve[28].
Zoon van Gerrit Jan BERENDS (zie 36) en Derkjen LAMMERS (Derkjen
Jansen, Lamers)
(zie 37).
Getrouwd (2) op 48-jarige leeftijd op zaterdag 17 maart 1821 te Voorst, weduwnaar
van Jenneken Barloo weduwe
van Arend Reuvekamp
met Christina Geertruij (Kristina) LAMBERTS (Lammerts), 43 jaar oud,
boerenwerk doende, geboren op zondag 15 juni 1777 te Voorst, gedoopt (ng) op zondag 22 juni 1777 te Broek (Voorst), lidmaat te
Voorst op 1 april 1810, , dr. van Lammert ARENTS,
werkman, en Johanna (Hanna, Maria) HARMS,
werkvrouw. {Zij was eerder ondertrouwd op zaterdag 28 september 1799 te
Garderen met Arend REUVEKAMP, geboren ca 1774,
overleden voor 1821.
Van Arent Reuvekamp,
De pagt van de Ledige Hofstede, verschenen Petri
1804 10=0=0
1805 10=0=0
1806 10=0=0
1807 10=0=0
1808 10=0=0
En Petri 1809 10=0=0
1815
den 27 September bovenstaande stuk land de ledige Hofstede verpagt
aan Arent Reuvekamp voor ses
jaaren, jaarlijks voor 15 gulden, aanvang nemende
Petri 1816[29].
1816 den 11 April ontfangen Petri 1817 15=0=0
en Petri 1818 15=0=0
1819 den 23 Januarij ontfangen
Petri 1819 15=0=0
Verrekent in 1819
Ondertrouwd (1)
op vrijdag 27 februari 1801 te Voorst, getrouwd voor de kerk op 28-jarige
leeftijd op vrijdag 20 maart 1801 te Voorst (ng),
met
19
Jenneken WILLEMS (BARLOO),
Landvrouw, geboren op donderdag 14 oktober 1779 te Voorst, gedoopt (ng) op zondag 24 oktober 1779 te Voorst, overleden op
vrijdag 31 juli 1807 te Voorst op 27-jarige leeftijd,[30] begraven op dinsdag 4
augustus 1807 te Voorst
dr. van Willem
Jansen BAARLOO
(Barlo, Bardeloo) (zie 38) en Gerdina Harms (Gerritje)
WIGMAN (Wichmans)
(zie 39).
Waaruit geboren:
1. |
Gerdina, dienstmeid, geboren op
woensdag 15 april 1801 te Voorst, gedoopt (ng) op
maandag 19 januari 1801 te Voorst[31]. Getrouwd (2)
op 26-jarige leeftijd op vrijdag 27 april 1827 te Apeldoorn met Anthony van TERBURG, zn. van Govert
Franssen van TERBURG en Jannetje
JANSEN. |
2. |
Willemina (Gerres),
boerenwerk doende, geboren op zondag 16 januari 1803 te Voorst, overleden op
dinsdag 24 januari 1865 te Gorssel op 62-jarige leeftijd. |
3. |
Derkje(n) (Dirkje) (zie 9). |
4. |
Janna, geboren op dinsdag 19
november 1805 te Voorst. |
Gezicht
op Deventer
20 Hendrik HEUKELS, schipper(sknecht), gedoopt (ng) op
woensdag 21 september 1774 te Deventer, overleden op dinsdag 19 november 1844
te Deventer op 70-jarige leeftijd[34], zn. van Willem
HEUKELS
(zie 40) en Harmina LUELOF/LULOFS (zie 41).
Getrouwd voor de kerk 9-00-1808 te Deventer met
21 Reiniertje
/ Reintje OLTHOF, geboren te Epse, gedoopt (ng) op zondag 8 maart 1772 te Deventer-Bergkerk, belijdenis
te Epse pasen 1797, overleden op zaterdag 23
maart 1850 te Deventer op 78-jarige leeftijd[35], dr. van Wolter
OLTHOF
(zie 42) en Johanna Maria Roelofs EGGINK (zie 43).
Waaruit geboren:
1. |
Willem, sjouwer, geboren 1809 te
Deventer. Getrouwd (2)
op donderdag 23 maart 1848 te Deventer met Gesina Johanna van KEMPEN, geboren 1803/4
te Deventer, dr. van Hendrik van KEMPEN en Alberdina ten KATE. |
2. |
Wolter (zie 10). |
3. |
Bartje, geboren op zondag 20
april 1817 te Deventer, overleden op zaterdag 1 januari 1876 te Deventer op
58-jarige leeftijd. |
4. |
Lulof, schilder, verver, geboren
op zaterdag 11 september 1819 om 19.00 uur te Deventer, overleden op dinsdag
12 februari 1907 te Deventer op 87-jarige leeftijd, begraven op zaterdag 14
december 1907 te Deventer.
|
22 Gerrit Jan HAMER, grootburger van
Deventer, gedoopt (ng) op dinsdag 23 februari 1768 te
Deventer, overleden op maandag 6 oktober 1845 te Deventer op 77-jarige
leeftijd, belijdenis met pasen 1788[36]
zoon van Henrik
HAMER
(zie 44) en Jacomina BONGAART/D (zie 45).
Getrouwd voor de kerk op 31-jarige leeftijd op zondag 5 mei 1799 te Deventer
met de
31-jarige
23 Isabella WILMINK, geboren te
Bathmen, gedoopt (ng) op zondag 14 februari 1768 te
Bathmen, overleden op vrijdag 10 november 1843 te Deventer op 75-jarige
leeftijd[37].
Dr. van Antonij WILMINK (WILLEMINK) (Teunis Garritsen) (zie 46) en Judith
Aletta ENTING/K
(zie 47).
Waaruit geboren:
1. |
Hen(d)rik, schoenmaker, geboren op
donderdag 18 februari 1802 te Deventer, overleden op vrijdag 16 oktober 1874
te Deventer op 72-jarige leeftijd. |
2. |
Jacomina
Antonia,
gedoopt op zondag 6 november 1803 te Deventer, overleden op woensdag 13
november 1839 te Deventer op 36-jarige leeftijd. |
3. |
Antonia, gedoopt op woensdag 26
februari 1806 te Deventer, overleden op dinsdag 4 maart 1806 te Deventer, 6
dagen oud. |
4. |
Johanna
Berendina, gedoopt op woensdag 7
oktober 1807 te Deventer, overleden op woensdag 25 december 1822 te Deventer
op 15-jarige leeftijd. |
5. |
Antonia
Catriena, geboren op woensdag 28
december 1808 te Deventer (zie 11). |
6. |
Berend, kleermaker, geboren op
woensdag 12 december 1810 te Deventer, overleden op vrijdag 23 december 1887
te Deventer op 77-jarige leeftijd. |
24 Joannes (Jan) DELWEL,
tapper, geboren te Hillegersberg, gedoopt (rk) op
zaterdag 6 maart 1790 te Kralingen (getuige(n): Jacoba van Honswijk,
Henric Bruch), overleden op
dinsdag 9 februari 1847 te Hillegersberg op 56-jarige leeftijd, overleden
als Jan Delwel (moeder Maria van Honswijk),
zn. van Philippus Johannes DELWEL (Delwil, Dellewel) (zie 48) en
Maria Catharina (van) HONS(E)WIJ(C)K
(zie 49).
Getrouwd op 24-jarige leeftijd op woensdag 23 november 1814 te Kralingen `
met
de 22-jarige
25 Johanna (Anna) van der LUGT,
geboren op vrijdag 1 juni 1792 te Kralingen, gedoopt (ng)
op zondag 3 juni 1792 te Kralingen[38],
overleden op maandag 7 september 1846 te Hillegersberg op 54-jarige leeftijd,
dr. van Willem Jansz van der LUGT
(zie 50) en Hester LIJON (Leon)
(zie 51).
Waaruit geboren:
1. |
Philippus (zie 12). |
2. |
Willem DELWEL(l), aschophaalder, bouwman (1874),
geboren op maandag 19 mei 1817 te Hillegersberg, overleden op zondag 10
oktober 1897 te Rotterdam op 80-jarige leeftijd. |
3. |
Gerrit, geboren op woensdag 20 oktober 1819 te Kralingen,
overleden op zondag 25 mei 1902 te Kralingen op 82-jarige leeftijd. |
4. |
Johannes, scheepstimmerman, geboren op woensdag 24 april 1822 te
Rotterdam, overleden op dinsdag 16 november 1869 te Borgerhout op 47-jarige
leeftijd. |
5. |
Anthonie, gistwerker, geboren op zaterdag 26 juni 1824 te
Kralingen, overleden op maandag 22 september 1902 te Kralingen op 78-jarige
leeftijd.
|
26 Jan ZOET, gedoopt op donderdag 5
juni 1783 te Nieuwerkerk aan den IJssel, overleden op woensdag 30 december 1818
te Ouderkerk ad IJssel op 35-jarige leeftijd[39],
zn. van Witte SOET (zie 52) en Eefje (Iefje,
Ijfje) ZEEUW (zie 53).
Getrouwd voor de kerk op 23-jarige leeftijd op zondag 11 januari 1807 te
Ouderkerk aan de IJssel
met
de 23-jarige
27 Anna DEKKER, naaister (1809),
werkster (1829), geboren op zondag 4 januari 1784 te Ouderkerk ad IJssel,
gedoopt (ng) op zondag 11 januari 1784 te Ouderkerk
ad IJssel, overleden op dinsdag 31 juli 1849 te Ouderkerk aan den IJssel op
65-jarige leeftijd[40]
[41]
dr. van Sijmen (Simon) DEKKER
(zie 54) en Lijsbeth
(Lijsje) SCHUURMAN (zie 55).
Waaruit geboren:
1. |
Nn, geboren op maandag 2
januari 1809 te Ouderkerk ad IJssel, overleden op maandag 2 januari 1809 te
Ouderkerk ad IJssel, dagen oud. |
2. |
Iefje (Eva), naaister (1829),
geboren op zondag 7 januari 1810 te Ouderkerk ad IJssel, gedoopt op woensdag
10 januari 1810 te Ouderkerk ad IJssel, overleden op donderdag 5 oktober 1848
te Ouderkerk aan den IJssel op 38-jarige leeftijd. |
3. |
Anna (Johanna) (zie 13). |
28 Leendert FLOHIL, arbeider, geboren
op maandag 2 januari 1804 te Bruinisse, overleden op dinsdag 12 februari 1867
te Bruinisse op 63-jarige leeftijd
zn.
van Jan Cornelisse FLOHIL (zie
56) en Jozina
Claesse KIK (zie 57).
Getrouwd op 30-jarige leeftijd op zaterdag 11 oktober 1834 te Ouwerkerk[42]
met
de 19-jarige
29 Francina
DAZE, arbeidster, geboren op woensdag 26 oktober 1814 te Oosterland,
overleden te Boston (USA), emigreert in 1869 met 1 kind naar de Verenigde Staten, dr. van Leendert (Leonard) DAZE (zie 58) en Cornelia van der WELLE (zie 59).
Waaruit geboren:
1. |
Jan (zie 14). |
2. |
Leendert, geboren op dinsdag 7 maart 1837 te Ouwerkerk, overleden
op woensdag 15 maart 1837 te Ouwerkerk, 8 dagen oud. |
3. |
Cornelia, geboren op woensdag 9 januari 1839 te Ouwerkerk,
overleden op dinsdag 5 februari 1839 te Ouwerkerk, 27 dagen oud. |
4. |
Cornelia Jozina, geboren op woensdag 2
september 1840 te Ouwerkerk. |
5. |
Jozina, naaister (1862),
arbeidster (1868), geboren op vrijdag 20 oktober 1843 te Ouwerkerk, overleden
op zondag 10 mei 1868 te Ouwerkerk op 24-jarige leeftijd. |
6. |
Leendert, geboren op vrijdag 10 april 1846 te Ouwerkerk. |
7. |
Marina Jacoba, geboren op donderdag 8 februari 1849 te Ouwerkerk. |
8. |
Maria,
geboren op zondag 2 juni 1850 te Ouwerkerk. Maatje en Hugo vertrekken op 29 juli 1869 naar Noord-Amerika.
|
9. |
Bartel, geboren op zondag 8
januari 1854 te Ouwerkerk. Bartel vertrekt op 27
juli 1869 naar Noord-Amerika. |
30 Hugo KUIJPER, geboren op dinsdag
19 maart 1811 te Ouwerkerk (gezindte: ng)
overleden
op zaterdag 16 januari 1869 te Ouwerkerk op 57-jarige leeftijd, zn. van Pieter Huijbrechtsz
KUIJPER (zie 60) en Maria Hugen de DOES (Doeze)
(zie 61).
Getrouwd op 23-jarige leeftijd op donderdag 10 juli 1834 te Ouwerkerk
met
de 22-jarige
31 Wilhelmina Huberdina
HEULE, naaister, geboren op maandag 6 juli 1812 te Ouwerkerk, overleden op
donderdag 7 maart 1895 te Ouwerkerk op 82-jarige leeftijd, dr. van Guillaume (Willem) HEULE (zie
62) en Dirkje de KOK (zie 63).
Waaruit geboren:
1. |
Maria,
geboren op woensdag 7 januari 1835 te Ouwerkerk, overleden op vrijdag 21
december 1923 te Ouwerkerk op 88-jarige leeftijd. |
2. |
Dirkje (zie 15). |
3. |
Pieter, geboren op zaterdag 11 februari 1837 te Ouwerkerk,
overleden op maandag 2 november 1840 te Ouwerkerk op 3-jarige leeftijd. |
4. |
Willem, geboren op vrijdag 28 december 1838 te Ouwerkerk,
overleden op vrijdag 12 februari 1841 te Ouwerkerk op 2-jarige leeftijd. |
5. |
Cornelus, geboren op zondag 11
oktober 1840 te Ouwerkerk, overleden op maandag 2 juli 1917 te Ouwerkerk op
76-jarige leeftijd.
|
6. |
Dina Pieternella, geboren op maandag 8
augustus 1842 te Ouwerkerk, overleden op zondag 24 januari 1937 te Ouwerkerk
op 94-jarige leeftijd. |
7. |
Hubrina Pieternella, geboren op zaterdag 10
februari 1844 te Ouwerkerk. |
8. |
Elizabeth, geboren op zondag 26 april 1846 te Ouwerkerk, overleden
op woensdag 20 oktober 1847 te Ouwerkerk op 1-jarige leeftijd. |
9. |
Pieter, geboren op dinsdag 5 oktober 1847 te Ouwerkerk,
overleden op zondag 2 januari 1876 te Ouwerker op
28-jarige leeftijd. |
10. |
Willem, geboren op zondag 30 december 1849 te Ouwerkerk,
overleden op vrijdag 13 december 1850 te Ouwerkerk, 348 dagen oud. |
11. |
Willem, geboren op woensdag 26 maart 1851 te Ouwerkerk,
overleden op donderdag 31 mei 1923 te Ouwerkerk op 72-jarige leeftijd. |
Generatie
VI |
32 Jan DOCTER, koopman en rentenier,
gedoopt (ng) op zondag 14 maart 1745 te Heerde,
overleden op maandag 17 maart 1817 te Veessen op 72-jarige leeftijd, begraven
te Veessen,
lidmaat op 27 december 1777 te Veessen
Daniël Docter en Geesjen Jans,
Hendricus Docter en Meghtelt
Bredenoort,
Jannis en Gerrit Docter,
Jacobus Docter en Grietje Vissers,
Daniël en Hendricus
als momber van Jannis en Gerrit
kinderen van wijlen Hendrik in 2e echt met Gerrigje
Floors houden op 25 november 1778 magescheijd[43]
Jan
Docter en Gerrigje Schoonhoven egtel
zullen hebben en erffelijck behouden:
- een
stuk saaijland te Hoorn de Blaasbalk met de
blikakker, het bos en het holtgewas
- het
stukje zaaijland aan de Doelen
- twee
akkers aan de Korte Slag
- de halfschijt in de Griftweijde en
dan
- een
camp hooijland in Wapenvelderbroek
de Leuscamp genmt mits uijtkeerende aan Hendricus Dokter
42 gulden (verkoop 24 juni 1780 aan Jacobus en
Geertje).
Jan
en Gerrigje lenen op 19 mei 1779 300 car gld van Arent van Marle (23 januari 1801 gerojeerd[44])
en op 20 april 1781 eenzelfde bedrag van de heer Qualeit
(doorgehaald 12 februari 1787[45]).
Op 24 juni 1780 verkopen zij aan Jacobus Docter en Geertje Vissers voor 175 gld
een camp hooijland ter grootte van omstr 1 morgen genmd de Leuscamp in Wapenbroekerveld;
op 18 januari 1788 leent Jan 200 gld van Reijner
Schoonhoven waarvoor zijn goederen op 12 juli 1799 borg staan.
Na
het overlijden van Gerrigje worden de diverse
leningen veiliggesteld door borgstellingen[46].
Jan
en zijn kinderen kopen op 17 juli 1790 voor 400 gld 4 schepe[2]l
zaaijland in Heerde aan de Doelbeek en verkopen dit
op 20 november 1791 door aan Tijmen Egbers Cours en Grietje Claas Hoogeboom
voor 600 gld[47].
Als boedelhouder van Gerritje heeft hij op 18 maart
1797 250 gld schild bij Bijgje Boeve[48].
Op 7 november 1796 draagt Jan, wegens een schuld van 1000 gld aan Jan Koning te
Zaandam en af te lossen in februari 1797, zijn aandeel in de erfenis van grootvader
Jan Docter[49];
hij meldt tevens van Gerrit Kroon ter leen gekregen te hebben een bedrag van
250 gld, waarvoor Daniël borg staat en van Hendrik van Marel
een bedrag ter grootte van 400 gld waarvoor Jacobus borg staat; onderpand voor
beide leningen is de Coendersmars ter grootte van 1
1/2 morgen[50].
Onderpand voor de schuld aan Arent van Marle zijn alle tegoeden[51];
voldaan 28 februari 1801[52].
Mede
namens Arend Jan en de onmondige kinderen van Jan en Gerritje
Schoonhoven verkopen Jan en Lambert op 12 februari 1800 voor 200 gld een stuck weijde off hoijlant met bosch en boomen groot omstr 1 1/2 roeden genmd de Sloppenhof te Heerde
bij Vosbergen aan Gerrit Gerritsen[53]).
Jan en erfgenamen verkopen op 27 februari 1800 voor 1855 gld de Coendersmars (2 mergen weijdeland te Veessen) en 4 akkeren saaijland
met omstr 2 roeden IJsseldijk en 2 roeden weetering aan Jannis en Sarris
Docter[54];
Daniël Docter en Geesjen Jans, Mechteld
Bredenoort, Jan Docter en Geertje Visser verkopen
aan Bijgjen Boeve voor 800 gld een geregt twaalfde deel en een derde deel van een vierde part
van een huijs enz. Op 24 januari 1801 worden
verschillende leningen doorgehaald[55].
Jan
Docter heeft een schuld van 250 car gld aan Bijgje Boeve tegen 4%. Onderpand is de Coendersmars
bestaande uit 4 akkers zaailand in Heerde.
Jan Dokter en Gerrigje
Schoonhoven zijn op 6 juni 1777 ƒ500 schuldig aan Wijer Antoni Eeckhout (Deventer) en Elisabet Megtelt Wijcherlink, met als
onderpand hun huis, brouwerij, hof, landerijen te Heerde (doorgehaald 13 maart
1801)[56]
Jan Docter en Gerrigje Schoonhoven zijn op 20
april 1781 ƒ300 schuldig aan Malaijs, ...(rentmr Cannenburg)de Koeweide, te Heerde, aan de Grift (doorgehaald 2 januari
1787)[57],
Jan Docter en onmundige
kinderen verkopen 1 april 1782 aan Bijgje Boeve (wed.v) Docter, Jacob (zal.) 1 morgen hooi-weiland te Heerde
voor ƒ275[58],
Jan Docter en Gerrigje Schoonhoven van verkopen op
12 april 1782 aan Jacobus Docter en Geertje Vissers 1 morgen hooiland de
Luiskamp, te Wapenvelderbroek voor ƒ175[59],
Jan Docter en zijn minderjarige kinderen verkopen op 22 februari 1791 aan
Jan Hendriks 1 morgen zaailand, te Assendorp voor ƒ450[60]
Jan Docter (wedn.) en zijn minderjarige kinderen
verkopen op 22 februari 1791 publiek aan Apeldoorn Wz,
Jacobus van en zijn vrouw 6 schepel zaailand (in het Korte Slag), te Heerde
voor ƒ550[61]
Jan Docter (wedn.v) Gerrigje
Schoonhoven (zal.) verkopen op 22 februari 1791 publiek aan Willem Rakhorst 4
morgen wei-zaailand de Hoge Weide (aan de Grift) te Heerde voor ƒ1430[62].
Jan Docter en zijn minderjarige kinderen verkopen 23 april 1791 publiek aan
Willem Rakhorst en zijn vrouw 2 morgen hooiland de Paardekamp
(aan de Kerkdijk) onder Heerde voor ƒ561[63]
Jan Docter en zijn minderjarige kinderen verkopen op 9 augustus 1792 aan
Tymen Egberts Coers en Grietje Claas Hogeboom 4 schepel zaailand (aan de
Doelbeek) te kerspel Heerde voor ƒ600[64]
Jan Docter (Veessen) is op 7 november 1796 ƒ1000 schuldig aan Jan Koning
(West-Zaandam) met als onderpand de erfportie van grootvader Jan Docter (zal.)[65]
Jan Docter en zijn minderjarige kinderen verkopen op 28 januari 1797 aan
Gerrit Gerritsen en zijn vrouw 9 schepel land de Blaasbalk en het Blik bij de OostIndische brug voor ƒ685[66]
Jan Docter en onmundige kinderen verkopen op 18
maart 1797 aan Bijgje Boeve (wed.v)
Docter, Jacob (zal.) 1 morgen hooi-weiland te Heerde voor ƒ275[67]
Jan Docter (wedn.) en zijn minderjarige kinderen
zijn op 16 april 1797 voor ƒ250 schuldig aan Bijgje
Boeve (wed.v) Docter, Jacob (zal.) met als onderpand
4 akkers zaailand Coendersmars, te kerspel Veessen
(doorgehaald op 24 januari 1801)4[68]
Jan Docter (wedn.v)
en Gerrigje Schoonhooven
(zal.) zijn op 19 mei 1799 ƒ300 schuldig aan HuisArmen
Heerde met als onderpand gereed goed, te kerspel Veessen (doorgehaald op 24
januari 1801)[69]
Jan Docter (wedn.v) en Gerrigje
Schoonhooven (zal)
zijn op 8 juni 1799 ƒ300 schuldig aan HuisArmen
Heerde met als onderpand gereed goed, te kerspel Veessen (doorgehaald op 24
januari 1801)[70]
Jan Docter en zijn minderjarige kinderen zijn ƒ200 schuldig aan Reynder Schoonhooven met als
onderpand zijn ongereed goed te Heerde (doorgehaald
op 24 januari 1801).[71]
Jan Docter verbindt op 11augustus 1798 tbv Gerrit
Kroon (extra borg) en Hendrik van Munster (extra borg) 1 morgen hooiland Coendersmars (als extra waarborg), te kerspel Veessen voor
ƒ650 (doorgehaald op 26 januari 1801)[72]
Jan Docter en zijn minderjarige kinderen verkopen in januari 1801 aan Jannes
en Sarris Docter 2 morgen weiland Coendersmars, 4
akkers zaailand te kerspel Veessen voor ƒ1855[73]
en aan Gerrit Gerritsen en zijn vrouw een wei-hooiland de Hoppenhof,
bomen (bij Vosbergen), te Heerde voor ƒ200[74].
Op
den 12e van de bloeimaand (= mei) 1810 wordt mede namens Lambert en Gargjen, Arend en Aaltje Nijboer, Hendrikus en Anna
Kamperman, Hendrik en Margaritha het huijs te Veessen Buitendijk no 17 publiekelijk verkocht aan
Jan Slot en Leida de Weert[75],
waarna Jan Slot en Leida de Weert een schuld hebben
van 400 gld aan Reijnder Schoonhoven.
Jan, Lambert en Arend Docter verkopen op 31 januari 1811 publiek aan Jan
Slot en Leida de Weert een huis (buitendijks), eind
grond te Veessen voor ƒ600[76].
• Docter, Jan, te
Heerde is erfgenaam in 1815, nr: 852 / 469
• Docter, Jan,
kastelein te Heerde koopt gras in 1825, nr: 858 / 833
• Docter, Jan,
landbouwer en herbergier te Heerde ruilt onroerend goed in 1835, nr: 865 / 2105 28
• Docter, Jan,
herbergier te Heerde in zijn huis verkoping in 1835, nr:
865 / 2137
• Docter, Jan,
logementhouder te Heerde koopt tiengewas op stam in 1835, nr:
865 / 2141
• Docter, Jan,
herbergier te Heerde verkoopt akkermaalshout in 1825, nr:
858 / 801
• Docter, Jan,
herbergier te Heerde in zijn huis verkoping in 1835, nr:
865 / 2060
• Docter, Jan,
kastelein te Heerde verkoopt boekweit in 1825, nr:
858 / 848
• Docter, Jan,
landbouwer te Heerde koopt rogge in 1825, nr: 858 /
843
• Docter, Jan,
bierbrouwer te Heerde koopt hooiland in 1815, nr: 853
/ 612
• Docter, Jan,
landbouwer te Heerde verkoopt rogge in 1825, nr: 858
/ 843
• Docter, Jan,
herbergier te Heerde in zijn huis verkoping in 1835, nr:
865 / 2062
• Docter, Jan, te
Heerde in zijn huis verkoping in 1835, nr: 865 /
2130.
zn.
van Hendrik DOCTER (zie 64) en Margaretha (Margrieta)
van APELDOORN (zie 65).
Ondertrouwd op vrijdag 18 april 1777 te Heerde, getrouwd voor de kerk op
32-jarige leeftijd op zondag 11 mei 1777 te Veessen (ng)
met de 26-jarige
33 Gerritjen
van SCHOONHOVEN, gedoopt (ng) op zondag 21
februari 1751 te Veessen, overleden op vrijdag 9 april 1790 te Veessen op
39-jarige leeftijd, dr. van Lambert van
SCHOONHOVEN (zie 66) en Geertje
Arends WELLE (zie 67).
Waaruit geboren:
1. |
Lambert, arbeider, gedoopt (ng) op
zondag 23 november 1777 te Veessen, overleden op dinsdag 18 mei 1858 te
Veessen op 80-jarige leeftijd.
• Docter, Lambert, dagloner te Veessen pacht tienden in
1825, nr: 858 / 837 • Docter, Lambert, landbouwer te Veessen koopt nagras op
stam in 1835, nr: 865 / 2147
|
2. |
Arent Jan (zie 16). |
3. |
Margrieta, gedoopt (ng) op zondag 28 november 1779 te Veessen, begraven op
maandag 21 februari 1780 te Veessen, 85 dagen oud. |
4. |
Margrieta, gedoopt (ng) op zondag 24 december 1780 te Veessen, begraven op
maandag 10 september 1781 te Veessen, 260 dagen oud. |
5. |
Hendricus (Hendrik), gedoopt (ng) op zondag 3 februari 1782 te Veessen,
|
6. |
Hendrik, schipper, gedoopt (ng) op
zondag 16 februari 1783 te Veessen, overleden op woensdag 17 maart 1830 te
Heerde op 47-jarige leeftijd. |
7. |
|
8. |
Reinder Jans, gedoopt (ng) op woensdag 28
december 1785 te Veessen. |
9. |
Margrieta, geboren op woensdag 23
mei 1787 te Veessen, gedoopt (ng) op zondag 27 mei
1787 te Veessen, overleden op maandag 24 oktober 1864 te Deventer op
77-jarige leeftijd. |
10. |
Gerrit Jan, gedoopt (ng) op zondag 18
oktober 1789 te Veessen, begraven op vrijdag 23 oktober 1789 te Veessen, 5
dagen oud. |
|
|
Beknopte geschiedenis van Heerde Al
in de steentijd moet er, gezien de aanwezige grafheuvels in de hoger gelegen
delen, op deze plaats bewoning zijn geweest,. In de middeleeuwen
concentreerde de bewoning van de inmiddels agrarisch georiënteerde bevolking
zich in twee zones: de enkenzone aan de voet van de hogere Veluwe, tussen
vijf en tien meter boven NAP (de nederzettingen Wapenveld, Hoorn, Heerde en
Horsthoek), en in een zone langs de IJssel, op de iets boven de omgeving
uitstekende oeverwallen (de nederzettingen Werven, Marle, Vorchten en Veessen).
In 1176 was de bevolking van de oostelijke Veluwe inmiddels dusdanig
gegroeid, dat o.a. de kapellen van Heerde en Vorchten, tot dan toe behorend
tot Epe, zelfstandigheid verkregen. Op de gronden die op de gunstigste hoogte
lagen, op de enken, werd de akkerbouw uitgeoefend. Veel van de daarvoor
benodigde mest werd verkregen in potstallen waarin de schapen overnachtten
die op de uitgestrekte hoger en droger gelegen heidevelden graasden. De mest
werd in de poststallen vermengd met heideplaggen. Het heidegebruik was
dusdanig intensief dat hier en daar zelfs zandverstuivingen ontstonden. Geen
enkel boompje of struikje had nog een kans op de onafzienbare heidevelden.
Melkvee graasde in de laaggelegen nattere broeklanden, waar ook het hooi
vandaan kwam.
|
|
Blad 1 van 31 bladen |
gemaakt met PRO-GEN
'Genealogie à la Carte' software
[1]Gezien het feit dat in een flink aantal
bronnen de Wilton-Fijenoord
werf als doel van de aanval wordt genoemd is het niet onaannemelijk dat de
planners in Londen de oude werf in het noordwesten van Schiemond met de nieuwe werf (vanaf 1929) in Schiedam hebben verwisseld. In Schiedam werden
schepen voor de Kriegsmarine gebouwd.
Bij aankomst, pal ten zuiden van Schiemond, moesten de piloten bij gebrek aan
een duidelijk doel nu improviseren. In plaats van af te zien van bombarderen,
zagen zij ongeveer een kilometer ten noordwesten van Schiemond grote
havengebieden liggen, die zij mogelijk als alternatief doel hebben willen
bombarderen, maar zij waren te laat om nog genoeg naar het westen bij te
sturen. Tel daar bij op de harde westelijke wind en wij hebben een aannemelijke
verklaring voor het feit dat de doelen met een zo grote marge zijn gemist.
[2] Stadsarchief Rotterdam Huwelijken 1941
[3] Stadsarchief Rotterdam Geboorten 1916
[4] Rotterdam Burgerlijke stand Geboorten 1881 nr 2721
[5] Stadsarchief
Rotterdam Burgerlijke stand Huwelijken 1912 blz L55
[6] Rotterdam BS Overlijden 1941 blz d177
[7] Stadsarchief
Rotterdam Burgerlijke stand Overlijden 1950 nr 308
[8] Stadsarchief
Rotterdam Burgerlijke stand Overlijden 1950 b1-052v
[9] Deventer Burgerlijke Stand Geboorten 1838 nr 403
[10] Stadsarchief Rotterdam Overlijden 1899 akte 119
[11] Wiewaswie.nl
[12] Rotterdam stadsarchief overlijden 1905 akte 4116
[13] Deventer Burgerlijke Stand Geboorten 1864 nr 517
[14] Rotterdam BS Trouwen 1893 f100
[15] Rotterdam BS Huwelijken 1903 b57
[16] Bron: Rotterdam BS Overlijden 1944 blz 95
[17] Hillegersberg
Burgerlijke stand Overlijden 1941 nr 121
[18] Hillegersberg BS Geboorten 1855 blz 95
[19] Rotterdam stadsarchief overlijden 1928 akte 1150
[20] Deventer
Burgerlijke stand Huwelijken 1830 nr 47
[21] Historisch Centrum Overijssel Toegangsnr 123 Inventarisnr 3160 overleden 1880 acte 350
[22] Deventer Burgerlijke Stand Geboorten 1830 nr 314
[23] Deventer Burgerlijke Stand Geboorten 1833
[24] Deventer Burgerlijke Stand Geboorten 1835 nr 151
[25] Deventer Burgerlijke Stand Geboorten 1837 nr 150
[26] Oud
Rechterlijk Archief Veluwe- en Veluwezoom 908, 7/8, 269, v, link
Deventer
[27] Voorst DTB Doopboek ng, Arnhem, archief 176, inventarisnummer 1586, folio 74
[28] Markeboek Appen, deel 2 (1733-1846)
[29] Markeboek Appen, deel 2 (1733-1846)
[30] Voorst Huwelijksbijlagen 1825 nr 26
[31] Voorst Huwelijksbijlagen 1825 nr 26
[32] Voorst Huwelijksbijlagen 1825 nr 26
[33] Voorst Huwelijksbijlagen 1824 nr 47
[34] Deventer Overlijden 1844 aktenr 409
[35] Deventer Overlijden 1850 aktenr 106
[36] Deventer
Burgerlijke stand Overlijden 1845 nr 378
[37] Bron Burgerlijke stand – Overlijden Archieflocatie Historisch Centrum Overijssel Algemeen Toegangnr: 123 Inventarisnr: 3135 Gemeente: Deventer Soort akte: overlijdensakte Aktenummer: 388
[38] DTB Kralingen Doop gereformeerd
[39] Huwelijksbijlagen 1835-003
[40] Burgerlijke stand Ouderkerk aan den IJssel Overlijden 1849 nr 39
[41] CCJ Lans, Toegang op de archieven van Ouderkerk aan den IJssel na 1700 (Ons voorgeslacht),
[42] Ouwerkerk
Burgerlijke stand Huwelijken 1834 nr nr 12
[43] Oud
rechterlijk archief Veluwe en Veluwezoom 904-51
[44] Oud
rechterlijk archief Veluwe en Veluwezoom 908-138
[45] Oud
rechterlijk archief Veluwe en Veluwezoom 904-92
[46] Oud
rechterlijk archief Veluwe- en Veluwezoom 908-139
[47] Oud
rechterlijk archief Veluwe en Veluwezoom 908-88
[48] Oud
rechterlijk archief Veluwe en Veluwezoom 908-123
[49] Oud
rechterlijk archief Veluwe en Veluwezoom 908-117
[50] Oud
rechterlijk archief Veluwe en Veluwezoom 908-135
[51] Oud rechterlijk
archief Veluwe en Veluwezoom 908-139
[52] Oud
rechterlijk archief Veluwe en Veluwezoom 908-135
[53] Oud
rechterlijk archief Veluwe en Veluwezoom 905-38
[54] Oud
rechterlijk archief Veluwe en Veluwezoom 908-143
[55] Oud
rechterlijk archief Veluwe- en Veluwezoom 908-139
[56] Oud
rechterlijk archief Veluwe- en Veluwezoom 904, 2/12, 41, v, origineel doorgesneden
[57] Oud
rechterlijk archief Veluwe- en Veluwezoom 904, 3/12, 92, v, origineel doorgesneden
[58] Oud
rechterlijk archief Veluwe- en Veluwezoom 904, 7/12, 251, v
[59] Oud
rechterlijk archief Veluwe- en Veluwezoom 904, 10/12, 373, v
[60] Oud
rechterlijk archief Veluwe- en Veluwezoom 904, 4/12, 140, v
[61] Oud
rechterlijk archief Veluwe- en Veluwezoom 904, 4/12, 142, r
[62] Oud
rechterlijk archief Veluwe- en Veluwezoom 904, 4/12, 140, r
[63] Oud
rechterlijk archief Veluwe- en Veluwezoom 904, 6/12, 229, r
[64] Oud
rechterlijk archief Veluwe- en Veluwezoom 908, 3/8, 88, r
[65] Oud
rechterlijk archief Veluwe- en Veluwezoom 908, 4/8, 117, v
[66] Oud
rechterlijk archief Veluwe- en Veluwezoom 904, 11/12, 405, v
[67] Oud
rechterlijk archief Veluwe- en Veluwezoom 904, 7/12, 251, v
[68] Oud
rechterlijk archief Veluwe- en Veluwezoom 908, 4/8, 123, v, origineel doorgesneden
[69] Oud
rechterlijk archief Veluwe- en Veluwezoom 908, 4/8, 139, r
[70] Oud
rechterlijk archief Veluwe- en Veluwezoom 908, 4/8, 139, r, origineel doorgesneden
[71] Oud
rechterlijk archief Veluwe- en Veluwezoom 908, 4/8, 139, v, origineel doorgesneden
[72] Oud
rechterlijk archief Veluwe- en Veluwezoom 908, 4/8, 135, v, origineel doorgesneden
[73] Oud
rechterlijk archief Veluwe- en Veluwezoom 908, 4/8, 143, v
[74] Oud
rechterlijk archief Veluwe- en Veluwezoom 905, 2/9, 38, r
[75] Oud
rechterlijk archief Veluwe- en Veluwezoom 908-269
[76] Oud
rechterlijk archief Veluwe- en Veluwezoom 908, 7/8, 269, v
[77] Oud Rechterlijk Archief Veluwe- en Veluwezoom 908, 7/8, 269, v
[78] Heerde Burgerlijke stand Overlijden 1836 nr 34